Maak een keuze van een drugssoort en een fase voor meer informatie.
Als de bevalling ondraaglijk is, is er een mogelijkheid om een lichte dosis kalmeringsmiddelen te gebruiken. Dit proberen de artsen echter zoveel mogelijk te vermijden. Door het gebruik van een kalmeringsmiddel tijdens de bevalling, raakt het kind ook enigszins verdoofd. Na de geboorte moet het kind ademhalen en dat is voor zo’n klein kind een hele inspanning. Hier zit het verdovende effect alleen maar in de weg, waardoor de eerste ademhaling nog moeilijker wordt. Ook kan het tot ontwenningsverschijnselen leiden.
Na de geboorte is een kind nog steeds in ontwikkeling en nog niet volgroeid. Dit houdt ook in, dat het afbreken van afval- en gifstoffen nog niet op hetzelfde niveau werkt als bij een volwassene. Als een moeder vlak voor de bevalling nog slaap- of kalmeringsmiddelen gebruikte, kan het voorkomen, dat deze stoffen nog dagen of zelfs weken in het bloed van het kind aantoonbaar zijn. Door het effect van deze middelen kan het kind kort na de geboorte ook heel slap en sloom zijn en daardoor slecht drinken.
Kinderen die tijdens de zwangerschap blootgesteld zijn aan benzodiazepines, kunnen 2 tot 6 uur na de geboorte ontwenningsverschijnselen gaan vertonen. Ontwenningsverschijnselen kenmerken zich door: een verhoogde temperatuur, hyperactiviteit, zowel een verhoogde als een verlaagde bloeddruk, trillingen, een slechte zuigreflex, diarree, overgeven, trage gewichtstoename of een versnelde ademhaling.