Maak een keuze van een drugssoort en een fase voor meer informatie.
Het drinken van een of meer glazen alcohol per dag kan zowel bij de man als bij de vrouw de vruchtbaarheid verminderen. Vrouwen die 0,2 tot 1 glas per dag drinken hebben 40% minder kans om binnen 6 maanden zwanger te worden, in vergelijking tot vrouwen die niet drinken.
Verder vergroot alcoholgebruik in de weken rondom de bevruchting het risico van miskramen en foetale sterfte. Hoe meer door beide partners gedronken wordt, hoe groter het risico.
Als een vrouw zwanger wil worden en geen risico wil lopen is het voor de vrouw maar ook voor de man de veiligste keuze om te stoppen met drinken. Op het moment dat de zwangerschap is vastgesteld kan de man weer drinken.
Alcohol kan het sperma op verschillende manieren beïnvloeden. Het aantal zaadcellen en de beweeglijkheid nemen af. Ook veranderen zaadcellen van grootte waardoor de zaad-ei versmelting geremd wordt. Verder kunnen er veranderingen optreden in het erfelijkheidsmateriaal.
Alcohol kan de eicel beschadigen. Net zoals bij de zaadcel kunnen er veranderingen optreden in het erfelijkheidsmateriaal.
Voor zover bekend is er geen negatieve werking van alcohol op de werking van hormonale anticonceptie, zoals ‘de pil’.
Het enige probleem is, dat ‘de pil’ wel makkelijker vergeten wordt als iemand dronken is.
Ook kan, als iemand dronken is en moet overgeven, de ‘pil’ uitgebraakt worden.
Onderzoek onder dieren toont aan dat gebruik van alcohol voor de bevruchting kan leiden tot een afwijkend aantal chromosomen. Chromosomen zijn de dragers van het erfelijkheidsmateriaal in de cellen. Mogelijk vindt de beschadiging al plaats bij de vorming van de zaad- en eicellen. Embryo’s met een afwijkend aantal chromosomen zijn niet levensvatbaar.