Wat is de geschiedenis van LSD?

Lsd ofwel Lysergzuur-diethylamide is een halfsynthetische verbinding die gemaakt wordt van ergot. Ergot wordt geproduceerd door de schimmel moederkoren (Claviceps Purpurea) die op rogge groeit. Ergot is een giftige stof.

In de middeleeuwen traden regelmatig uitbarstingen van de ziekte ‘ergotisme’ (Sint Antonius Vuur) op. Bij deze ziekte traden heftige hallucinaties op en stierven vingers en tenen af. Dat komt doordat ergot de kleine bloedvaten op een extreme manier samenknijpt waardoor weefsels niet meer van bloed worden voorzien en afsterven.

20e eeuw

Ergot werd steeds interessanter. Chemici gingen ermee aan de slag en isoleerden verschillende verbindingen uit ergot. In 1918 werd de stof ergotamine gevonden. Ergotamine wordt gebruikt voor de behandeling van migraine. Het helpt omdat de stof oppervlakkig gelegen bloedvaten in het hoofd laat samentrekken.

Albert Hofmann

In de jaren 30 werd uit ergot, lysergeenzuur ontdekt. Lysergeenzuur leidde na veel geëxperimenteer en gecombineer uiteindelijk tot de ontdekking van LSD. In 1938 ontdekte Albert Hofmann, werkzaam bij het farmaceutische bedrijf Sandoz, de verbinding LSD. Zijn werkgever zag er echter niets in omdat het bij dieren geen bijzondere effecten te zien gaf.

Het bedrijf besloot daarom niets met de verbinding te doen. Hofmann kon zich er niet bij neerleggen. Hij had een gevoel dat hij toch nog een keer de stof moest onderzoeken. Hij besloot het daarom, vijf jaar later in 1943, op eigen houtje nog een keer te maken. Toen Hofmann bezig was met het uitkristalliseren van de LSD, begon hij zich ineens een beetje vreemd te voelen. In een briefje aan zijn leidinggevende schreef hij:

“(…) Thuis ging ik liggen en zakte weg in een niet onplezierige roesachtige toestand, gekenmerkt door extreme prikkeling van de fantasie. Als in een droom zag ik met gesloten ogen een gestage stroom van de meest fantastische beelden voorbij trekken, buitengewoon vreemde vormen, begeleid door een bonte, caleidoscopische mengeling van kleuren (…).”

Drie dagen na zijn ervaring besloot Hofmann verder te gaan met zijn experiment. Hij slikte een voor zijn gevoel erg kleine dosering LSD: 250 microgram. Op dat moment was het bekendste tripmiddel mescaline dat een dosering van 200-400 milligram heeft. Hij dacht dus heel veilig te werk te gaan, maar nam onbewust een grote dosis LSD en beleefde een trip. Hij schreef hierover: ”

“(…) Ik voelde een verschrikkelijke angst om krankzinnig te worden. Ik werd meegevoerd naar een andere wereld, een andere plaats, een andere tijd. Het was alsof mijn lichaam geen gevoel meer had, levenloos, vreemd was. Was ik bezig te sterven? (…).”

Hofmann deelde zijn ervaringen met zijn collega’s en sommigen van hen probeerden LSD uit. Het bedrijf besloot therapeutische, commercieel interessante toepassingen voor LSD te zoeken. Verschillende experimenten werden uitgevoerd. Zo werd onder andere onderzocht of LSD kon fungeren als hulpmiddel bij psychotherapie en werd bekeken of het hielp om alcoholisten van de drank af te helpen.

De zestiger jaren

In de jaren zestig werd LSD dé drug van de wereldwijd verspreidde hippiecultuur met de alom bekende psycholoog Timothy Leary als profeet van de psychedelische revolutie. Leary predikte LSD-gebruik in een rustige omgeving. Invloeden van buitenaf zouden alleen maar afleiden. Een befaamde uitspraak van Leary is :

“Acid is ecstasy, and ecstacy is good for you” oftewel “LSD is extase en extase is goed je”.

Ook schrijver Ken Kesey van ‘One flew over the cukoo’s nest’ was een fervent aanhanger van LSD, maar dan wel op een andere manier dan Leary. Zijn manier van gebruiken was met zoveel mogelijk invloeden van buitenaf. Samen met zijn vriendengroep de Merry Pranksters ontwikkelde hij daarom de zogenaamde Acid Test. Dit waren grote, uitzinnige feesten waar de deelnemers LSD gebruikten, fluorescerende kleren droegen en onder stroboscopen dansten op harde rockmuziek. Door het toedoen van Leary en Kesey werd LSD als drug flink populair.

In die jaren bleek ook dat niet al het gebruik positieve effecten had op mensen. Ondanks verschillende mogelijke negatieve gevolgen is LSD nooit helemaal verdwenen. Het gebruik is wel altijd beperkt gebleven tot bepaalde groepen mensen en wordt ook nu alleen nog gebruikt door zogenaamde psychonauten (mensen met een grote interesse om met verschillende soorten drugs te experimenteren) en een enkele feestganger.

In 1966 werd het op lijst 1 van de Opiumwet gezet. Kort daarna, in 1968, werd het middel in de Verenigde Staten verboden.

Onderzoek

Tegenwoordig wordt het wetenschappelijk onderzoek naar LSD weer opgestart. In Zwitserland is in 2008 de eerste studie met LSD sinds ruim 35 jaar van start gegaan, een pilot studie naar de veiligheid en effectiviteit van psychotherapie in combinatie met LSD bij 12 terminaal zieke patiënten met angst. Hiermee is, na een pauze van meer dan 30 jaar, het onderzoek naar het medisch gebruik van LSD hervat.

 

Bronnen:

Psychofarmaca, hersenen onder invloed, wetenschappelijke bibliotheek, 1986.
Paddo’s, alles over paddo’s, Ooievaar 1999.
Dieter Hagenbach- Mystic chemist. The life of Albert Hofmann and his discovery of LSD

 

Versie: juni 2020