XTC / MDMA: Cijfers

Ben je benieuwd naar de cijfers omtrent XTC / MDMA? Hieronder lees je alle cijfers over het gebruik van XTC / MDMA. Kan je iets niet vinden? Stel dan je vraag aan een van onze medewerkers via Vraag & Antwoord.

Meer informatie over XTC / MDMA Informatie over andere middelen

 

Hoeveel mensen gebruiken XTC/MDMA?

Hieronder zie je drie tabellen met een overzicht van het aantal gebruikers van XTC in Nederland, Amsterdam en Gooi- en Vechtstreek. Als een cel leeg is, zijn er geen gegevens bekend. Ooit is het antwoord op de vraag: “heb je ooit van je leven XTC gebruikt?” Laatste maand is het antwoord op de vraag: “heb je afgelopen maand XTC gebruikt?”

Nederland

Gebruikscijfers van XTC in Nederland:

Ooit Laatste maand
Bevolking 18+ 8,4%: 1,14 miljoen mensen 1,1%: 150.000 mensen
Scholieren 12-16 jaar 1,9% 0,6%
Scholieren 15 jaar 3,6% 1,0%
Scholieren 17-18 jaar 7,1% 3,4%
Dance evenementen en clubs 21,7 jaar 55,1% 21,6%

Amsterdam

Gebruikscijfers van XTC in Amsterdam:

Ooit Laatste maand
Scholieren 5e- en 6e-klassers 15,0% 4,0%
Mbo-studenten 19 jaar 20,3% 7,3%
Coffeeshop-bezoekers 25 jaar 52,4% 11,0%
Cafébezoekers 27 jaar 69,3% 24,7% heeft afgelopen maand gebruikt.

48,1% gebruikte afgelopen jaar, waarvan:
1-2 dagen: 31,4%
3-4 dagen: 26,0%
5-10 dagen: 32,6%
meer dan 10 dagen: 10,1%

Cliënten Jeugdzorg 16,3 jaar 11,8% 4,1%
Club- en festivalbezoekers 26 jaar 79,5% 47,7% heeft afgelopen maand gebruikt.

66,4% gebruikte afgelopen jaar, waarvan:
1-2 dagen: 21,0%
3-4 dagen: 23,6%
5-10 dagen: 35,8%
meer dan 10 dagen: 19,6%

Gooi- en Vechtstreek

Gebruikscijfers van XTC in Gooi- en Vechtstreek:

Ooit Laatste maand
Cafébezoekers 24 jaar 46,7% 14,1% heeft afgelopen maand gebruikt.

32,6% gebruikte afgelopen jaar, waarvan:
1-2 dagen: 45,0%
3-4 dagen: 21,7%
5-10 dagen: 25,0%
meer dan 10 dagen: 8,3%

Club- en festivalbezoekers 21 jaar 38,7% 18,7% heeft afgelopen maand gebruikt.

30,3% gebruikte afgelopen jaar, waarvan:
1-2 dagen: 34,0%
3-4 dagen: 19,1%
5-10 dagen: 31,9%
meer dan 10 dagen: 14,9%

Toelichting cijfers

Nederlandse bevolking

In 2019 is voor het laatst een onderzoek uitgevoerd naar het gebruik van XTC onder de algemene bevolking. Toen had 1,1% van de bevolking tussen de 15 en 64 jaar ofwel ongeveer 150.000 mensen de laatste maand XTC gebruikt (1).

Nederlandse scholieren

Om de vier jaar wordt onderzoek gedaan naar het gebruik van alcohol en drugs onder scholieren. Van de scholieren tussen 12 en 16 jaar heeft 0,6% de laatste maand xtc gebruikt. Van de 15-jarige scholieren heeft 1,0% de laatste maand gebruikt. Bij 17/18 jarige scholieren ligt dit op 3,4% (2).

Dance-evenementen en clubs in Nederland

In 2016 is het gebruik van drugs onderzocht onder bezoekers van dance evenementen en clubs (discotheken) (3). De gemiddelde leeftijd van de bezoekers bij dance evenementen was 21,7 jaar. 21,6% heeft de laatste maand XTC gebruikt. Dit percentage ligt veel hoger dan bij de andere leefstijlen. Duidelijk is dat XTC typisch een drug is die tijdens het uitgaan wordt gebruikt.

Cijfers Amsterdam
Scholieren in Amsterdam

In 2016 zijn de 5e- en 6e-klassers ondervraagd van 22 scholen in voortgezet onderwijs in Amsterdam (4). 15% heeft ooit XTC gebruikt en 4% heeft dat in de afgelopen maand gedaan.

Mbo-studenten Amsterdam

In 2016 zijn mbo-studenten in Amsterdam ondervraagd. De survey is gehouden binnen diverse mbo-instellingen en locaties. De leeftijd van de studenten varieerde van 15 tot en met 35 jaar met een gemiddelde van 19 jaar. 20,3% heeft ooit xtc gebruikt, waarvan 5,5% dit 1 of 2 keer had gedaan. 7,3% van de mbo-studenten heeft de afgelopen maand xtc gebruikt en 15,1% het afgelopen jaar (5).

Coffeeshopbezoekers in Amsterdam

In 2015 zijn in het Antenne onderzoek de coffeeshopbezoekers in Amsterdam ondervraagd. De gemiddelde leeftijd van de ondervraagden was 25 jaar. De afgelopen maand heeft 11% van de coffeeshop bezoekers xtc gebruikt (6).

Cafébezoekers in Amsterdam

In 2018 zijn in het Antenne onderzoek de café bezoekers ondervraagd. De afgelopen maand heeft 24,7% gebruikt (7).

Cliënten jeugdhulpverlening in Amsterdam

In 2012 zijn in het Antenne onderzoek de cliënten van de jeugdzorg in Amsterdam ondervraagd. De gemiddelde leeftijd van de cliënten van de jeugdhulpverlening ligt op 16.3. 4,1% heeft afgelopen maand gebruikt. Bij de jeugdhulpverlening zie je vooral veel blowgedrag (8).

Club- en festivalbezoekers in Amsterdam

In 2017 zijn in het Antenne-onderzoek de clubbezoekers ondervraagd. De afgelopen maand heeft 47,7% gebruikt (9).

Cijfers Gooi- en Vechtstreek

In 2017 is het Antenne onderzoek ook gestart in de regio Gooi- en Vechtstreek.

Cafébezoekers Gooi- en Vechtstreek

In 2018 zijn in het Antenne onderzoek de café bezoekers ondervraagd. De afgelopen maand heeft 14,1% gebruikt (10).

Club- en festivalbezoekers Gooi- en Vechtstreek

In 2017 zijn in het Antenne-onderzoek de club- en festivalbezoekers ondervraagd. De afgelopen maand heeft 18,7% gebruikt (11).

Bronnen

  1. NDM 2019, Trimbos-instituut (2020)
  2. Jeugd en riskant gedrag 2015, Trimbos-instituut (2016)
  3. Het Grote Uitgaansonderzoek 2016, Trimbos-instituut (2016)
  4. Jeugd en Genotmiddelen 2016, GGD Amsterdam (2016)
  5. Antenne 2016 Bonger Instituut (2017)
  6. Antenne 2015, Bonger Instituut (2016)
  7. Antenne 2018, Bonger Instituut (2019)
  8. Antenne 2012, Bonger Instituut (2012)
  9. Antenne 2017, Bonger Instituut (2018)
  10. Antenne Gooi-Vechtstreek 2018, Bonger Instituut (2019)
  11. Antenne Gooi-Vechtstreek 2017, Bonger Instituut (2018)

Versie: mei 2020

Hoe vaak zijn er incidenten met XTC/MDMA?

Hoeveel incidenten er precies zijn is niet bekend. Dit wordt in Nederland niet centraal bijgehouden.

Monitor DrugsIncidenten

De Monitor Drugsincidenten (MDI) geeft indicaties over de ontwikkelingen in drugsgerelateerde gezondheidsincidenten in Nederland. De MDI baseert zich op gegevens verzameld door ambulance­diensten, ziekenhuizen en forensisch artsen in acht regio’s in Nederland plus landelijk werkzame EHBO­organisaties, dus geeft geen totaaloverzicht over Nederland.

Van 2009 (start van de monitor) tot 2015 nam het aandeel incidenten met MDMA toe. Daarna zakte het aandeel weer wat.

In 2020 waren er 3.541 drugsincidenten gemeld. In 380 gevallen (11%) was XTC één van de gebruikte middelen. In ongeveer de helft van deze gevallen was XTC het enige gebruikte middel (met of zonder alcohol). In de andere gevallen werd XTC gecombineerd met één of meerdere andere drugs. Meestal ging het dan om cocaïne, GHB en/of amfetamine. De incidenten varieerden van:

  • licht (goed aanspreekbaar, gebruik merkbaar)
  • matig (onvoldoende aanspreekbaar, wel duidelijk onder invloed)
  • ernstig (niet aanspreekbaar, eventueel in combinatie met: oververhitting, opwinding, paniek, psychose, hartritmestoornissen).

Bij de EHBO-posten op feesten ziet men voornamelijk lichte incidenten. Het hoeveelheid matige en ernstige incidenten is wel toegenomen tussen 2009 (7%) en 2015 (28%). Daarna nam dit weer af, tot 14% in 2019.

Bij de Spoedeisende Eerste Hulp afdelingen van ziekenhuizen is het aandeel xtc-gerelateerde incidenten een stuk lager, maar is de mate van intoxicatie meestal wel ernstig.

In Amsterdam werd een tijd bijgehouden hoe vaak de ambulance uitrijdt. In 2010 moest de ambulance 64 keer uitrijden vanwege xtc. In 70% van de gevallen ofwel bij 45 mensen was vervoer (vervoer is niet hetzelfde als opname) naar het ziekenhuis noodzakelijk.

Bron:

  1. NDM 2022, Trimbos Instituut (2022)
  2. NDM 2020, Trimbos Instituut (2021)
  3.  GGD Amsterdam

 

Versie: november 2022

Hoeveel mensen in Nederland zijn verslaafd en hoeveel zijn er in behandeling?

Hieronder vind je een tabel met het aantal mensen met een verslavingsprobleem in Nederland. De cijfers van cliënten in behandeling zijn van 2021 (1). Niet alle verslavingszorginstellingen leveren hier cijfers over aan, dus mogelijk zijn de daadwerkelijke aantallen hoger. De cijfers over drugsmisruikers of verslaafden van cocaïne, amfetamine, xtc en GHB zijn een zeer ruwe schatting.

Bij alcohol en cannabis zijn niet alleen de verslaafden geteld, maar ook de mensen die het middel misbruiken. In totaal zijn er in Nederland ongeveer 2 miljoen mensen die verslaafd zijn of een middel misbruiken.

Aantal verslaafden/misbruikers in Nederland en aantal in behandeling:

Stof Aantal verslaafden/misbruikers Aantal in behandeling
Alcohol 477.000 24.231
Tabak 539.000 389
Cannabis 70.000 9.024
Snuifcocaïne & crack 38.057 6.744
Opiaten (voornml. heroïne) 14.000 6.698
Gokken 79.000 1.887
Speed (amf) 7.064 1.766
XTC 520 130
GHB 3.824 956
Medicijnen (voornml. benzo’s) 600.000 1.053
Internet- gamen 16.000 221
Overig 7.008 1.752
Totaal 1.840.273 54.865

Toelichting cijfers

Alcohol

In 2007-2009 is in het NEMISIS onderzoek gedaan naar het voorkomen van alcoholverslaving in de bevolking tussen 18 en 64 jaar (2). Hiervoor is de DSM IV gebruikt. 82.400 mensen zijn verslaafd.

De DSM IV spreekt ook van alcoholmisbruik. 395.000 mensen misbruiken alcohol. Misbruik wil zeggen dat je wel allerlei negatieve gevolgen van alcohol ondervindt, maar er is nog geen sprake van gewenning en het optreden van onthoudingsverschijnselen bij stoppen.

Tabak

In 2016 is een bevolkingsonderzoek gedaan naar het gebruik van alcohol, drugs en tabak. Toen rookte ongeveer een vijfde (18,6%) van de bevolking dagelijks. 4,1% van de bevolking rookt meer dan 20 sigaretten per dag. Deze groep zou je verslaafd kunnen noemen (3). Dat zijn 539.000 mensen vanaf 18 jaar. Reken je alle dagelijkse gebruikers tot de verslaafden dan kom je aan de 2,5 miljoen mensen.

Cannabis

In 2007-2009 is in het NEMESIS onderzoek bekeken hoeveel mensen aan cannabis verslaafd zijn. Het aantal wordt geschat op 29.300 mensen ofwel 0,3% van de bevolking tussen 18 en 64 jaar (2). Bij mannen ligt het percentage op 0,4% en bij vrouwen op 0,1%.

De DSM IV spreekt ook van misbruik. 40.200 mensen misbruiken cannabis. Misbruik wil zeggen dat je wel allerlei negatieve gevolgen van cannabis ondervindt, maar er is nog geen sprake van gewenning en het optreden van onthoudingsverschijnselen bij stoppen.

Cocaïne

Het aantal verslaafden aan cocaïne in Nederland is niet bekend. Een schatting levert het volgende op:

Crack

Veel mensen die problematisch opiaten (heroïne) gebruiken, gebruiken ook crack (4). Naar schatting zijn er 14.000 mensen die problematisch opiaten gebruiken. Hiervan gebruikt ongeveer 80% ook problematisch crack. Dit zijn ongeveer 11.200 mensen.

Snuifcocaïne

Het aantal mensen in Nederland dat aan snuifcocaïne verslaafd is kan geschat worden door bij andere drugs te kijken naar welk percentage van de problematische gebruikers nu eigenlijk in behandeling komt. Uit bevolkingsonderzoek is bekend hoeveel problematische drinkers, blowers en gokkers er zijn. Hieruit blijkt dat ongeveer 5% tot 14% van de problematische gebruikers hiervoor een behandeling zoekt.

Het aantal problematische gebruikers die cocaïne snuiven kennen we niet. Wel het aantal snuivers dat behandeling zoekt. In 2014 zochten 7.419 mensen een behandeling voor cocaïne. 50% van de groep gebruikte snuift cocaïne, 50% rookte crack. Er hebben zich dus 3.760 mensen aangemeld die de cocaïne snoven. Deze 3.760 mensen vormen tussen de 5 tot 14% van de problematische groep gebruikers. Gaan we op 14% zitten dan zou dat beteken dat het aantal verslaafden en misbruikers van snuifcocaïne op 26.857 ligt.

Tel hier het aantal crack gebruikers bij op en je komt op 38.057.

Heroïne

Het aantal problematische opiaatgebruikers in Nederland wordt geschat op 14.000 (4). 80% van deze groep gebruikt ook crack.

Gokken

In 2016 is door Intraval onderzoek gedaan naar de omvang van verslavingsproblematiek. 79.000 mensen zijn probleemspelers en zeer waarschijnlijk gok- of kansspelverslaafd. 95.700 mensen speelt op een riskante manier (5) en zijn mogelijk kansspelverslaafd.

Amfetamine (speed)/XTC

Het aantal amfetamine- en XTC-verslaafden in Nederland is onbekend. XTC (MDMA) is nauwelijks verslavend. Amfetamine wel. De cijfers die in de tabel genoemd zijn, zijn gebaseerd op de aanname dat 25% van het werkelijk aantal verslaafden in behandeling is.

GHB

Het aantal GHB-verslaafden in Nederland is onbekend. Wel lijkt het erop dat het aantal GHB-verslaafden is toegenomen (4). De cijfers die in de tabel genoemd zijn, zijn gebaseerd op de aanname dat 25% van het werkelijk aantal verslaafden in behandeling is.

Slaap- en kalmeringsmiddelen

In 2005 werden aan 1,9 miljoen Nederlanders slaap en kalmeringsmiddelen voorgeschreven. Bij een derde van hen gaat het om langdurig gebruik (meer dan 3 maanden). Deze groep hoeft niet perse verslaafd te zijn. Langdurig gebruik kan voorkomen als onderdeel bij bepaalde medische behandelingen. Bij de cijfers over het aantal mensen in behandeling, gaat het om benzodiazepinen, barbituraten en overige psychofarmaca/medicijnen.

Internetgamen

Mensen kunnen niet alleen verslaafd raken aan middelen, maar ook aan bepaalde activiteiten. Hiervan is de grootste groep verslaafd aan internetgamen. Ongeveer 1,5% van jongeren tussen 13 en 16 jaar kan beschouwd worden als gameverslaafde (7). Dit komt neer op 12.000 jongeren. Van het aantal hulpzoekers is 82% jonger dan 25 jaar. Als je die 12.000 verslaafde jongeren ziet als 75%, komt er nog 25% ofwel 4.000 mensen bij. Dit komt neer op ongeveer 16.000 problematische internetgamers.

Overig

In totaal zijn er nog 1.752 mensen voor overige verslavingen in behandeling (1). Hierbij gaat het in 998 gevallen om een middelenverslavingen, bijvoorbeeld voor ketamine, lachgas of psychedelica. Ook vallen NPS (New Psychoactive substances) hieronder. Het andere deel betreft gedragsverslavingen, waaronder seksverslaving en eetverslaving. Dit gaat om 754 gevallen.

Het precieze aantal verslaafden in deze overige categorie is onbekend. De cijfers die in de tabel genoemd zijn, zijn gebaseerd op de aanname dat 25% van het werkelijk aantal verslaafden in behandeling is.

Totaal

Totaal zijn rond de 2 miljoen mensen in Nederland verslaafd. In 1.616.000 gevallen gaat het hierbij om de legale middelen alcohol, tabak en slaap- en kalmeringsmiddelen.

 

* De verslaafden aan crack zijn niet meegeteld. Dit is immers dezelfde groep als de heroïneverslaafden.

 

Bronnen:

  1. LADIS Tussenrapportage Kerncijfers Verslavingszorg 2016-2021, IVZ (2023)
  2. Nemisis 2- 2007-2009. Trimbos Instituut.
  3. Nationaal Prevalentie Onderzoek Middelengebruik 2009: De kerncijfers, IVO (2009).
  4. NDM 2017, Trimbos Instituut.
  5. Modernisering kansspelbeleid, Intraval (2016).
  6. Noorlander, E. Misbruik van en verslaving aan medicatie. In: Drugs en alcohol. Gebruik, misbruik en Verslaving.
  7. vVn Rooij et al., 2011.

 

Versie: mei 2023

Zijn scholieren meer xtc gaan gebruiken?

Het gebruik van xtc onder scholieren lag altijd al laag maar is sinds 1996 nog verder gedaald. Ook ten opzichte van 2003 is er een daling. In Amsterdam wordt xtc onder 15-jarige scholieren niet meer gebruikt.

Hieronder twee tabellen over het maandelijks xtc-gebruik door scholieren in Nederland en Amsterdam. Maandelijks gebruik is het antwoord op de vraag: “heb je de afgelopen maand xtc gebruikt?”

Bron: Jeugd en riskant gedrag 2015, Trimbos Instituut

In 2007 had 0,8% van de scholieren de afgelopen maand gebruikt. In 2011 was dat 0,9% en in 2015 1%.

Amsterdam

Behalve landelijk onderzoek wordt ook in Amsterdam onderzoek gedaan. Onder andere wordt gekeken naar het druggebruik van derdeklassers. In 2011 hadden deze een leeftijd van gemiddeld 14 jaar. In dit onderzoek zijn geen aparte cijfers over speed. De stimulerende middelen, xtc, speed en cocaïne zijn samengenomen. In Amsterdam is 66% van de derdeklassers niet westers (dat wil zeggen dat een van de ouders in een niet- westers land is geboren). We geven de trends in gebruik van stimulerende middelen van westerse en niet-westerse scholieren van 15 jaar. In 2011 is er geen onderscheid meer gemaakt tussen westerse en niet-westerse scholieren.

Bron: Antenne 2011, Bonger Instituut

Het gebruik vertoont sinds de eerste meting in 1995 een dalende lijn. In 2007 worden xtc, speed en cocaïne niet meer gebruikt onder de groep van 15 jarige scholieren. In 2011 is het gebruik weer gestegen naar 1.2%.

 

Versie: maart 2018

Zijn bezoekers van clubs en discotheken meer XTC gaan gebruiken?

In de loop van de tijd zijn bezoekers van clubs- en discotheken vanaf de jaren negentig eerst minder xtc gaan gebruiken. In 2013 is het gebruik weer gestegen en wordt er meer gebruikt dan in de jaren negentig. In Amsterdam zijn in 1995, 1998, 2003, 2008, 2013 en 2017 uitgaanders van clubs en discotheken ondervraagd. De leeftijd van de clubbezoekers lag in deze periode tussen de 23 jaar (1995) en 28 jaar (2003). In 2017 was de gemiddelde leeftijd 26 jaar.

Hieronder een grafiek met het gebruik in de afgelopen maand en afgelopen nacht. Dit zijn antwoorden op de vragen ‘heb je de afgelopen maand xtc gebruikt?’ en ‘heb je afgelopen nacht xtc gebruikt?’ Dit zijn cijfers uit Amsterdam.

 

Bron: Antenne 1993, 1995, 2003, 2008, 2013 en 2017 (1)

Tot 1998 is het gebruik gestegen. Daarna trad een scherpe daling in. In 2003 werd minder dan de helft gebruikt dan in 1998. In 2008 was het min of meer gelijk gebleven met 2003. Daarna is het gebruik weer gestegen.

In 2017 had 42% van de club- en discotheek bezoekers de afgelopen maand gebruikt. 24,2% had de afgelopen nacht gebruikt.

Dit jaar waren naast de clubbezoekers ook festivalbezoekers ondervraagd. Als je hun resultaten meetelt dan had 47,7% de afgelopen maand xtc gebruikt.

Landelijk onderzoek

In 2020 is het gebruik van drugs onderzocht onder bezoekers van dance evenementen tussen de 16 en 35 jaar (2). Hiervan had 43,9% het afgelopen jaar xtc gebruikt. Dit is ongeveer evenveel als in 2016.

Van de deelnemers die het afgelopen jaar XTC hebben gebruikt namen de meesten het middel een paar keer per jaar (65,7%). 15,3% van de deelnemers had het slechts één keer in het afgelopen jaar XTC gebruikt. 14% gebruikte XTC ongeveer maandelijks. 5% van de deelnemers gebruikte het een paar keer per maand of vaker.

Bronnen

  1. Antenne 2017, Bonger Instituut (2018)
  2. Het Grote Uitgaansonderzoek 2020, Trimbos Instituut

 

Versie: november 2022

Hoeveel mensen zijn er aan XTC overleden?

In Nederland bestaan twee bronnen voor gegevens over drugsgerelateerde sterfte: de Doodsoorzakenstatistiek (CBD) en de Forensische en Politieregisters. Zij geven geen totaaloverzicht en daarom is het is niet helemaal duidelijk hoeveel mensen er in Nederland jaarlijks overlijden door inname van XTC (MDMA).

Het precieze aantal sterfgevallen waarbij XTC (MDMA) een rol speelde is dus niet bekend. De doodsoorzakenstatistiek van het CBS houdt de primaire doodsoorzaak bij. Bijgehouden wordt het aantal sterfgevallen aan XTC, amfetaminen en stimulerende stoffen zoals efedrine, qat (khat) en cafeïne. Deze worden allemaal onder dezelfde categorie (psychostimulantia) genoemd in het rapport.

In totaal zijn er sinds 1996 ongeveer 115 mensen in Nederland overleden waarbij MDMA/XTC een rol speelde. Dit aantal is nooit helemaal nauwkeurig te zeggen omdat de exacte sterfteoorzaak niet altijd goed vast te stellen is.

Oververhitting (hypothermie) is de belangrijkste oorzaak van overlijden ten gevolge van XTC-gebruik. Door de combinatie van XTC-gebruik, een warme omgeving, intensief bewegen (zoals dansen) en te weinig drinken kan oververhitting ontstaan. Hoe hoger de dosering MDMA (werkzame stof) in XTC, hoe groter de kans op oververhitting. Belangrijk om hierbij te vermelden is dat ook een teveel aan drinken voor risico zorgt: er kan dan sprake zijn van watervergiftiging. Toch zijn hier relatief weinig gevallen van bekend.

Aantal sterfgevallen in Nederland

In de jaren voor 1996 ging het om 10 sterfgevallen waarbij XTC-gebruik een rol speelde. Tussen 1996 en 2002 ging het om vier slachtoffers per jaar. De jaren die volgden staan in onderstaande tabel.

(let op: cijfers in onderstaande tabel betreft dus niet enkel sterfgevallen door XTC, maar kan ook andere stimulerende middelen betreffen)

2003 7
2004 5
2005 4
2006 4
2007 1
2008 2
2009 4
2010 1
2011 2
2012 2
2013 4
2014 14
2015 14
2016 28
2017 6
2018 4
2019 7
2020 6

De toename in de cijfers komt niet per se doordat er meer mensen zijn overleden. Doodsoorzaken worden ook beter geregistreerd. De doodsoorzaak is ‘vergiftiging door stimulerende middelen’. Meestal zal het daarbij gaan om oververhitting en watervergiftiging. Waarom het aantal sterftes door stimulantia in 2017 en 2018 ineens omlaag is gegaan is nog onverklaard.

Wanneer er een strafrechtelijk onderzoek plaatsvindt, onderzoekt het NFI (Nederlands Forensisch Instituut) of drugs een rol spelen.

In de periode van 2006-2015 werd door het NFI bij 68 sterfgevallen XTC (MDMA) aangetroffen in het bloed of ander lichaamsmateriaal.

Zie ook: Ecstasy 6.7.2 Sterfte – Nationale Drug Monitor

Bronnen

  1. NDM 2019, Trimbos-instituut (2020)
  2. Ecstasy 6.7.2 Sterfte – Nationale Drug Monitor
  3. MDMA-gerelateerde sterfgevallen (Trimbos), pdf

 

Versie: september 2022

Wordt in Nederland meer xtc gebruikt dan in andere landen?

Nederland scoort het hoogste in Europa wat betreft xtc-gebruik. We geven hier een grafiek met het afgelopen-jaar-gebruik onder de bevolking in Europa en de VS.

Bron: NDM 2019, Trimbos Instituut (2020)

De gegevens zijn niet helemaal vergelijkbaar. In de VS is de bevolking van 18 jaar en ouder onderzocht. In Groot-Brittannië gaat het om de bevolking van 16 tot en met 59 jaar, in Australië om de bevolking van 14 jaar en ouder, in Duitsland de bevolking van 18 tot en met 64 jaar, in Italië de bevolking van 15 tot en met 74 en in Denemarken om de bevolking van 16 jaar en ouder. Bij de rest van de landen is de bevolking tussen 15 en 64 jaar onderzocht.

Duidelijk is wel dat Nederland, Australië, /ierland en Groot-Brittannië hoog scoren als het gaat om xtc-gebruik. Portugal en Denemarken scoren laag. In Groot-Brittannië heeft 1,7% van de bevolking tussen 16 en 59 jaar het afgelopen jaar xtc gebruikt. In Nederland ligt dit bij de bevolking (tussen 15 en 64 jaar) meer dan twee keer zo hoog: 3,6%. In Denemarken en Portugal heeft respectievelijk 0,4% en 0,1% van de bevolking het afgelopen jaar xtc gebruikt.

 

Versie: mei 2020

Is het aantal mensen dat behandeling zoekt voor alcohol of drugs toegenomen?

Hieronder vind je een tabel met het aantal aanmeldingen van 2005 tot 2015. Daarna zijn er geen nieuwe cijfers meer gekomen.

Tot 2011 is het aantal aanmeldingen over het algemeen toegenomen. Daarna is er sprake van een dalende trend.
Het aantal mensen wat in behandeling komt voor heroïne daalt ieder jaar.

Bron: Kerncijfers verslavingszorg 2015

Toename sinds 2003

Het aantal mensen dat voor cannabis in behandeling kwam is flink toegenomen. In 2003 waren 4.485 personen in behandeling voor cannabis. In 2015 waren dat 10.816 personen.

Het aantal mensen dat voor amfetamine in behandeling kwam is in de afgelopen tien jaar meer dan verdubbeld. In 2003 waren 735 personen in behandeling. In 2015 waren dit er 1.794.

Het aantal mensen dat voor alcohol in behandeling kwam is sinds 2003 toegenomen tot 33.897 in 2010. Daarna is het afgenomen tot 29.374 in 2015.

Het aandeel GHB en overige verslavingen (eetstoornissen, internetgamen en seksverslaving) (niet in de grafiek meegenomen) is de laatste jaren toegenomen.

Afname

Het aantal mensen dat voor cocaïne in behandeling kwam schommelde tussen 2003 en 2011 tussen de 8 en 9 duizend personen. De afgelopen 3 jaar is het licht gedaald.

Het aantal mensen dat voor gokken (niet in tabel) in behandeling kwam is sinds 2003 met 2.820 afgenomen naar 2.186 personen in 2015.

Het aantal mensen dat voor heroïne in behandeling is, is afgenomen van 14.410 in 2005 naar 9.093 in 2015.

Bron

Kerncijfers 2015, IVZ (2016)

 

Versie: februari 2018

 

Neemt het aantal jongeren dat een behandeling zoekt toe?

Het aantal jongeren dat in behandeling komt is de afgelopen jaren licht gestegen. Het aantal ouderen dat in behandeling komt is veel meer gestegen. Dit heeft o.a. te maken met de vergrijzing van de bevolking in Nederland.
Hieronder is een grafiek te zien met het aantal jongeren in behandeling in de afgelopen 10 jaar.

Bron: Kerncijfers verslavingszorg 2015

Toename in percentages

Alcohol

Het aantal jongeren dat voor alcohol in behandeling kwam is de afgelopen 10 jaar toegenomen. In 2006 kwamen 1021 jongeren in behandeling voor alcohol. In 2015 waren dat 1491 jongeren. Dat is een toename van 46%.

Cannabis

Het aantal jongeren dat voor cannabis in behandeling kwam is de afgelopen jaren toegenomen. In 2006 waren 2399 jongeren in behandeling voor cannabis. In 2015 waren dit 4067 jongeren. Dat is een toename van 69%.

GHB

Het aantal jongeren dat voor GHB in behandeling kwam is pas sinds 2007 gemeten. Sindsdien is het ieder jaar gestegen tot 2012. In 2007 waren 29 jongeren in behandeling voor GHB. Dit is met 834% toegenomen tot 242 in 2012. Daarna is het weer gedaald tot 192 in 2015.

Afname in percentages

Heroïne

Het aantal jongeren dat voor heroïne in behandeling is daalt. In 2006 waren 216 jongeren in behandeling. In 2015 waren dit 192 jongeren.

Cocaïne

Het aantal jongeren dat voor cocaïne in behandeling kwam is sinds 2006 met 44% gedaald van 1233 in 2006 naar 551 in 2015.

Schommelingen

Amfetamine

In 2006 kwamen 508 jongeren in behandeling voor amfetamine. Dit steeg tot 670 jongeren in 2008. Sindsdien is het weer gedaald tot 439 jongeren in 2015.

Gokken

Het aantal jongeren dat voor gokken in behandeling schommelt de laatste 10 jaar rond de 300 tot 400 jongeren. In 2015 waren 345 jongeren in behandeling voor gokken.

Xtc

Voor xtc melden weinig mensen zich aan voor een behandeling. In 2006 kwamen 102 jongeren in behandeling voor xtc en in 2016 83.

Bron

Kerncijfers 2015, SIVZ (2016)

 

Versie: februari 2018

Welke leeftijd hebben de mensen die in behandeling komen?

In 2021 was de gemiddelde leeftijd van alle mensen die voor een verslaving in behandeling waren 42 jaar. 10% van deze mensen was jonger dan 25 jaar en 21% was ouder dan 55 jaar. De gemiddelde leeftijd kan per middel veel verschillen.

Hieronder een tabel met de leeftijden van de mensen die in 2021 in Nederland in behandeling waren. In de tabel cijfers over: de gemiddelde leeftijd, mensen onder de 25 jaar, tussen 25 en 55 jaar en ouder dan 55 jaar.

Middel Gemiddelde leeftijd <25 25-55 55+ Totaal aantal hulpzoekers
Alcohol 47 4% 66% 30% 24.231
Opiaten (voornamelijk heroïne) 50 1% 61% 38% 6.698
Cannabis 32 28% 68% 4% 9.024
Cocaïne 40 7% 82% 11% 6.744
Amfetamine 34 17% 79% 4% 1.766
XTC 28 45% 53% 2% 130
GHB 34 7% 91% 2% 956
Tabak 49 6% 53% 41% 389
Medicijnen (voornamelijk slaap- en kalmeringsmiddelen) 44 7% 67% 26% 1.053
Gokken 35 17% 72% 9% 1.887
Gamen 25 54% 44% 2% 221

 

Het probleem waarmee jongeren onder de 25 het vaakst in de verslavingszorg terecht komen is cannabis. Daarnaast is het percentage jongeren ook relatief hoog bij alcohol, XTC, amfetamine en gamen.

Het percentage 55 plussers in de verslavingszorg is relatief hoog bij alcohol, opiaten, tabak en medicijnen.

Bron

LADIS Tussenrapportage Kerncijfers Verslavingszorg 2016-2021, IVZ (2023)

 

Versie: mei 2023

 

Hoeveel mensen worden op grond van de Opiumwet veroordeeld?

Het aantal overtredingen van de Opiumwet dat bij het OM in 2018 binnen kwam bedroeg:

  • Softdrugs: 7.310
  • Harddrugs: 7.100
  • Hard en softdrugs: 975

Van alle zaken die bij OM binnen stromen betreft 9,0% een overtreding van de Opiumwet, waarbij het in de meeste gevallen om softdrugsverdachten gaat.

Gedagvaard (voor de rechter gebracht)

Het aantal zaken die bij het OM binnenkomen en voorgelegd worden aan de rechter bedroeg:

  • Softdrugs: 3.728 (51%)
  • Harddrugs: 4.289 (59%)
  • Hard- en softdrugs: 790 (81%)

De overige zaken zijn afgedaan met een transactie (financieel, vergoeding schade, leer of werkstraffen) of sepot.

 

Bron: NDM 2019, Trimbos-instituut (2020)

 

Versie: juli 2020

Hoe moet ik cijfers over drugsgebruik in de krant lezen?

In onderzoek naar het gebruik van drugs worden vaak drie vragen gesteld:

  • Heb je ooit van je leven gebruikt?
  • Heb je het afgelopen jaar gebruikt?
  • Heb je afgelopen maand gebruikt?

De ”ooit cijfers” liggen altijd hoog. Als je aan mensen vraagt of zij wel eens ooit oranjebitter gedronken hebben, heb je dikke kans dat 80% dat met ja beantwoordt (met Koninginnedag bijvoorbeeld). Vraag je naar het laatste maand gebruik van oranjebitter dan kom je waarschijnlijk nog niet eens aan de 0,01%.

Daarom is het zo belangrijk om bij het lezen van de krant goed te kijken om welke cijfers het gaat: ”ooit cijfers” of ”laatste maand” cijfers. De ”laatste maand” cijfers geven een veel beter beeld over het actuele gebruik. Hieronder een tabel met de verschillen tussen het ooit, laatste jaar en laatste maand gebruik in 2018 (1).

Drugs Ooit gebruikt Laatste jaar gebruikt Laatste maand
Cannabis 23,7% 7,5% 4,6%
XTC 8,4% 2,8% 1,1%
Cocaïne 5,4% 1,6% 0,7%
Speed 4,6% 1,1% 0,5%
Heroïne 0,5 0,06% 0,05%
GHB 1,5% 0,4% 0,2%

Steeds meer en steeds vaker

In de pers worden ook vaak de woorden “steeds meer” en “steeds vaker” gebruikt. “Steeds minder” kan ook, maar dat wordt, als het om drugs gaat niet als nieuws beschouwd.

Als je “steeds meer” of “steeds vaker” hoort of leest, dien je erg op je hoede te zijn. ”Steeds meer” en ”steeds vaker” zegt niet zoveel. Verschillen kunnen ook op toeval berusten. Om te bepalen of iets steeds meer of steeds vaker voorkomt, is degelijk wetenschappelijk onderzoek nodig. Kijk in het krantenartikel of er onderzoek gedaan is en wie het onderzoek heeft gedaan om te kunnen beoordelen of ”steeds meer” of ”steeds vaker” op harde gegevens berust.

Vergelijkingen

Bij de woorden ”steeds meer” en ”steeds vaker” worden vaak vergelijkingen gemaakt, bijvoorbeeld vaker dan vorig jaar. Hierbij maakt de pers vaak gebruik van een vergelijking die bij nadere beschouwing de daling of stijging in een heel ander daglicht kunnen zetten. Ondertussen is het al wel nieuws, zeker als het uitmondt in Kamervragen.

Bij vergelijkingen is het belangrijk om te kijken naar het jaar waarmee vergeleken wordt. Is dit 1 jaar terug of 10 jaar terug. Ten opzichte van 10 jaar geleden kan iets best gestegen zijn terwijl het de laatste 5 jaar helemaal constant is of zelfs gedaald is.

Voorbeelden

In het algemeen is het druggebruik onder scholieren sterk toegenomen tot 1996 daarna is het een tijdje stabiel gebleven en vervolgens weer gedaald. Vergelijk je met de laatste jaren dan is het druggebruik dus gedaald, kijk je veel verder terug dan is het weer gestegen. Het ligt er maar aan met welk jaar je vergelijkt.

Vergelijkingsgroep

De groep waarmee vergeleken of juist niet mee vergeleken wordt is ook van belang. Bijvoorbeeld als het aantal vrouwen dat in behandeling komt voor 50% is gestegen, is het ook belangrijk om te kijken of dit bij mannen ook geldt. Soms is de stijging gelijk, maar wordt er in de media gesuggereerd dat het slechts voor één groep geldt.

De conclusie is dat je bij cijfers in de krant altijd heel kritisch moet kijken.

Bron

  1. NDM 2019, Trimbos Instituut (2020)

 

Versie: mei 2020

Hoeveel mensen overlijden er door alcohol, tabak en andere drugs?

In 2017 overleden in totaal 19.420 mensen aan de directe gevolgen van roken. Voor alcohol zijn er minder duidelijke recente cijfers voor handen. Het RIVM heeft een schatting gedaan. Volgens deze schatting stierven er in 2017 1.906 mensen aan de gevolgen van alcohol-gerelateerde ziekten. De World Health Organisation schat echter dat er in Nederland in 2016 4.945 mensen stierven aan de gevolgen van alcohol. Hun schattingsmethode is wat anders dan die van het RIVM. In oktober 2020 werd in de Global Burden of Disease studie de alcoholgerelateerde sterfte in Nederland geschat op 6820. Ook in deze studie is de methode anders dan die van het RIVM. (1)
Tabak en alcohol zijn drugs die wettelijk toegestaan zijn, de legale drugs. 224 mensen vonden in 2018 de dood door drugs die wettelijk verboden zijn, de illegale drugs.

98,9% van het aantal doden door alcohol, tabak en drugs is dus toe te schrijven aan de legale middelen alcohol en tabak. 1,1% is toe te schrijven aan de illegale middelen zoals heroïne, cocaïne, XTC, amfetamine en GHB.

We geven de cijfers van het aantal doden in een jaar als gevolg van:

  • gebruik van het middel, bijvoorbeeld door ziekte;
  • direct overlijden (overdosis).
Middel Overleden door gevolgen van gebruik
Direct overleden
Alcohol 1.906* 0
Tabak 19.420* 0
Cannabis 0 0
Opiaten/opioïden 0 104**
Cocaïne 0 40**
GHB 0 7**
XTC/amfetamine 0 4**
Combinatiegebruik 69
Totaal 21326 224

* = 2017
**= 2018

Toelichting cijfers

De cijfers zijn gebaseerd op de doodsoorzakenstatistiek van het CBS. Dit is niet specifiek ingericht in het registeren van drugsgerelateerde sterfte en varieert daarom flink. De cijfers moeten daarom voorzichtig geïnterpreteerd worden.

Alcohol

Volgens een schatting van het RIVM stierven er in 2017 1.906 mensen door alcohol.

Er is sprake van primaire en secundaire alcoholsterfte:

  • Primaire alcoholsterfte: dodelijke overdosis en sterfte aan alcoholgerelateerde ziekten.
  • Secundaire alcoholsterfte: bijvoorbeeld dodelijke ongelukken onder invloed van alcohol.

Volgens de Doodsoorzakenstatistieken van het CBS stierven in 2017 1.034 mensen door alcohol als primaire doodsoorzaak. Bij 54% ging het om psychische stoornissen en gedragsstoornissen door het gebruik van alcohol en in 46% ging het om ziekten en vergiftiging door alcohol. De meeste mensen die overleden aan alcohol waren tussen de 55 en 69 jaar oud. Driekwart daarvan was man.

Geschat wordt dat 3% van de sterfte aan kanker samenhangt met alcoholgebruik. Alcohol verhoogt het risico op: keelholte-, slokdarm-, mond-, darm-, borst- en leverkanker (2).

Alcohol leidt zelden tot een fatale dodelijk aflopende overdosis. Wel lopen mensen een alcoholvergiftiging op waarbij opname in een ziekenhuis noodzakelijk is. In 2016 waren dat 5600 mensen (1).

Alcoholdoden in het verkeer

De SWOV (Instituut voor Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid) schat dat in 2015 tussen de 75 en 140 verkeersdoden het gevolg waren van alcohol. Het totaal aantal verkeersdoden in 2015 bedroeg 621 (1).

Als je de mensen die zijn overleden door alcohol als primaire doodsoorzaak en de verkeersdoden door alcohol bij elkaar optelt zijn er ongeveer 1150 sterfgevallen door alcohol. In dit aantal zijn echter lang niet alle gevallen van alcoholsterfte meegeteld, omdat niet altijd wordt herkend dat er sprake is van alcoholgebruik, en dit daarom niet als zodanig geregistreerd wordt.

Tabak

Tabak leidt tot een groot aantal ziekten. Een overdosis of vergiftiging komt echter niet voor. In totaal stierven in 2017 19.420 mensen door tabak (1). Dat zijn 53 mensen per dag ofwel iets meer dan 2 mensen per uur. Aantal slachtoffers per ziekte:

  • longkanker 8593;
  • COPD 5227
  • coronaire hartziekten 1176;
  • slokdarmkanker 950;
  • hartfalen 701;
  • beroerte 588;
  • alvleesklierkanker 427;
  • darmkanker 360;
  • blaaskanker 338;
  • borstkanker 232;
  • mondholtekanker 210;
  • strottenhoofdkanker 200;
  • diabetes 154;
  • nierkanker 152;
  • maagkanker 112 (1).

Hasj en wiet (cannabis)

Cannabis is schadelijk voor de longen. Er zijn geen gegevens bekend of het gebruik van cannabis tot dodelijke longziekten heeft geleid. Het zou kunnen, omdat cannabis vaak gebruikt wordt in combinatie met tabak. Het gebruik van cannabis is vaak aan leeftijd gebonden. Mensen stoppen er na verloop van tijd mee, waardoor ernstige longziekten niet optreden. Mensen die tientallen jaren doorblowen lopen wel risico.

Heroïne (opiaten)

Bij heroïne gaat het over de groep problematische harddruggebruikers. Zij gebruiken naast heroïne ook vaak crack en alcohol. Zij sterven aan allerlei ziekten als endocarditis, longaandoeningen, levercirrose, geweld en aids. Deze cijfers zijn niet bekend.

In 2018 stierven 104 mensen door een overdosis opiaten of opioïden (vaak in combinatie met andere middelen) (1). Het is niet bekend om welke opiaten of opioïden het gaat. Deze cijfers betreffen alleen sterfgevallen van mensen die officieel geregistreerd staan in het bevolkingsregister. Daarbovenop komen 24 gevallen van drugssterfte van mensen die wel in Nederland verbleven maar niet geregistreerd waren als inwoner (1).

Cocaïne

In 2018 waren er volgens de statistiek met doodsoorzaken van het CBS 40 acute sterfgevallen wegens cocaïne (1).

Waarschijnlijk is dit cijfer een grote onderschatting. Veel cocaïnegebruikers overlijden aan een hartinfarct. Een hartinfarct wordt echter als een natuurlijke doodsoorzaak geregistreerd en niet toegeschreven aan cocaïne. Volgens een artikel in de Guardian van juli 2011 staat 1 op de 4 niet-fatale hartaanvallen onder de 45 in verband met gebruik van cocaïne (3).

GHB

Sterfte door GHB is lastig vast te stellen omdat GHB snel door het lichaam wordt afgebroken, er sprake kan zijn van tolerantie in het gebruik van GHB (grootverbruikers hebben een hogere tolerantie) en omdat het lichaam ook van nature GHB aanmaakt.

In 2018 waren er volgens de doodsoorzakenstatistiek van het CBS 7 gevallen van acute sterfte door GHB (1).

XTC/amfetamine

Ook bij XTC en amfetamine wordt de sterfte veroorzaakt door een overdosis of vergiftiging. XTC verhoogt de lichaamstemperatuur. Door de combinatie van XTC met een warme, vochtige omgeving, lang dansen en te weinig drinken kan iemand oververhit raken. Oververhitting kan dodelijk zijn. Ook teveel drinken (watervergiftiging) kan dodelijk zijn.

De cijfers zijn gebaseerd op de doodsoorzakenstatistiek van het CBS. Dit is niet specifiek ingericht in het registeren van drugsgerelateerde sterfte en varieert daarom flink. In 2016 ging het om 28 gevallen van acute sterfte door ‘psychostimulantia’, hier vallen XTC (MDMA) en amfetamine onder. In 2018 ging het om 4 gevallen.
Het is waarschijnlijk dat er overlijdens door XTC/MDMA zijn die niet in de statistieken van het CBS terecht komen.

Het NFI meldde in de periode 2006-2015 21 gevallen waarbij MDMA een primaire rol heeft gespeeld bij het overlijden en 26 gevallen waarbij MDMA in combinatie met alcohol of andere drugs een rol speelde. Bij 6 gevallen speelde MDMA mogelijk een rol.

Speed werd door het NFI in 2016 1 keer aangetroffen in combinatie met PMA en MDMA (1).

Slaap- en kalmeringsmiddelen en medicijnen

85 mensen zijn in 2018 aan slaap- en kalmeringsmedicijnen overleden. Hiervan ging het in 34 gevallen om benzodiazepinen, 43 om barbituraten en 8 om overige sedativa.

Bronnen

  1. NDM 2021Trimbos-instituut
  2. Alcohol en kanker, KWF (bezoekdatum: 23 augustus 2018)
  3. Cocaine addiction linked to brain abnormalities, The Guardian (2011)

 

Versie: december 2021