Hieronder lees je alle vragen over dit thema. Kan je iets niet vinden? Stel dan je vraag aan een van onze medewerkers via Vraag & Antwoord.
Hieronder zie je drie tabellen met een overzicht van het aantal gebruikers van XTC in Nederland, Amsterdam en Gooi- en Vechtstreek. Als een cel leeg is, zijn er geen gegevens bekend. Ooit is het antwoord op de vraag: “heb je ooit van je leven XTC gebruikt?” Laatste maand is het antwoord op de vraag: “heb je afgelopen maand XTC gebruikt?”
Gebruikscijfers van XTC in Nederland:
Ooit | Laatste maand | |
Bevolking 18+ | 8,4%: 1,14 miljoen mensen | 1,1%: 150.000 mensen |
Scholieren 12-16 jaar | 1,9% | 0,6% |
Scholieren 15 jaar | 3,6% | 1,0% |
Scholieren 17-18 jaar | 7,1% | 3,4% |
Dance evenementen en clubs 21,7 jaar | 55,1% | 21,6% |
Gebruikscijfers van XTC in Amsterdam:
Ooit | Laatste maand | |
Scholieren 5e- en 6e-klassers | 15,0% | 4,0% |
Mbo-studenten 19 jaar | 20,3% | 7,3% |
Coffeeshop-bezoekers 25 jaar | 52,4% | 11,0% |
Cafébezoekers 27 jaar | 69,3% | 24,7% heeft afgelopen maand gebruikt.
48,1% gebruikte afgelopen jaar, waarvan: |
Cliënten Jeugdzorg 16,3 jaar | 11,8% | 4,1% |
Club- en festivalbezoekers 26 jaar | 79,5% | 47,7% heeft afgelopen maand gebruikt.
66,4% gebruikte afgelopen jaar, waarvan: |
Gebruikscijfers van XTC in Gooi- en Vechtstreek:
Ooit | Laatste maand | |
Cafébezoekers 24 jaar | 46,7% | 14,1% heeft afgelopen maand gebruikt.
32,6% gebruikte afgelopen jaar, waarvan: |
Club- en festivalbezoekers 21 jaar | 38,7% | 18,7% heeft afgelopen maand gebruikt.
30,3% gebruikte afgelopen jaar, waarvan: |
In 2019 is voor het laatst een onderzoek uitgevoerd naar het gebruik van XTC onder de algemene bevolking. Toen had 1,1% van de bevolking tussen de 15 en 64 jaar ofwel ongeveer 150.000 mensen de laatste maand XTC gebruikt (1).
Om de vier jaar wordt onderzoek gedaan naar het gebruik van alcohol en drugs onder scholieren. Van de scholieren tussen 12 en 16 jaar heeft 0,6% de laatste maand xtc gebruikt. Van de 15-jarige scholieren heeft 1,0% de laatste maand gebruikt. Bij 17/18 jarige scholieren ligt dit op 3,4% (2).
In 2016 is het gebruik van drugs onderzocht onder bezoekers van dance evenementen en clubs (discotheken) (3). De gemiddelde leeftijd van de bezoekers bij dance evenementen was 21,7 jaar. 21,6% heeft de laatste maand XTC gebruikt. Dit percentage ligt veel hoger dan bij de andere leefstijlen. Duidelijk is dat XTC typisch een drug is die tijdens het uitgaan wordt gebruikt.
In 2016 zijn de 5e- en 6e-klassers ondervraagd van 22 scholen in voortgezet onderwijs in Amsterdam (4). 15% heeft ooit XTC gebruikt en 4% heeft dat in de afgelopen maand gedaan.
In 2016 zijn mbo-studenten in Amsterdam ondervraagd. De survey is gehouden binnen diverse mbo-instellingen en locaties. De leeftijd van de studenten varieerde van 15 tot en met 35 jaar met een gemiddelde van 19 jaar. 20,3% heeft ooit xtc gebruikt, waarvan 5,5% dit 1 of 2 keer had gedaan. 7,3% van de mbo-studenten heeft de afgelopen maand xtc gebruikt en 15,1% het afgelopen jaar (5).
In 2015 zijn in het Antenne onderzoek de coffeeshopbezoekers in Amsterdam ondervraagd. De gemiddelde leeftijd van de ondervraagden was 25 jaar. De afgelopen maand heeft 11% van de coffeeshop bezoekers xtc gebruikt (6).
In 2018 zijn in het Antenne onderzoek de café bezoekers ondervraagd. De afgelopen maand heeft 24,7% gebruikt (7).
In 2012 zijn in het Antenne onderzoek de cliënten van de jeugdzorg in Amsterdam ondervraagd. De gemiddelde leeftijd van de cliënten van de jeugdhulpverlening ligt op 16.3. 4,1% heeft afgelopen maand gebruikt. Bij de jeugdhulpverlening zie je vooral veel blowgedrag (8).
In 2017 zijn in het Antenne-onderzoek de clubbezoekers ondervraagd. De afgelopen maand heeft 47,7% gebruikt (9).
In 2017 is het Antenne onderzoek ook gestart in de regio Gooi- en Vechtstreek.
In 2018 zijn in het Antenne onderzoek de café bezoekers ondervraagd. De afgelopen maand heeft 14,1% gebruikt (10).
In 2017 zijn in het Antenne-onderzoek de club- en festivalbezoekers ondervraagd. De afgelopen maand heeft 18,7% gebruikt (11).
Versie: mei 2020
Hoeveel incidenten er precies zijn is niet bekend. Dit wordt in Nederland niet centraal bijgehouden.
De Monitor Drugsincidenten (MDI) geeft indicaties over de ontwikkelingen in drugsgerelateerde gezondheidsincidenten in Nederland. De MDI baseert zich op gegevens verzameld door ambulancediensten, ziekenhuizen en forensisch artsen in acht regio’s in Nederland plus landelijk werkzame EHBOorganisaties, dus geeft geen totaaloverzicht over Nederland.
Van 2009 (start van de monitor) tot 2015 nam het aandeel incidenten met MDMA toe. Daarna zakte het aandeel weer wat.
In 2018 waren er 6.108 drugsincidenten gemeld. Bij 1.850 meldingen (31%) was xtc als enige drug betrokken (met of zonder alcohol). De intoxicaties worden verdeeld in 3 categorieën:
Bij de EHBO-posten op feesten ziet men voornamelijk lichte incidenten. Ook op andere locaties zoals op de spoedeisende hulp en in ambulances zijn het merendeel van de incidenten licht of matig van aard. Ernstige incidenten zijn wel toegenomen tussen 2009 (7%) en 2015 (28%). Daarna namen ernstige incidenten weer iets af tot 21% in 2018.
Bij de Spoedeisende Eerste Hulp afdelingen van ziekenhuizen is het aandeel xtc-gerelateerde incidenten een stuk lager, maar is de mate van intoxicatie meestal wel ernstig.
In Amsterdam werd een tijd bijgehouden hoe vaak de ambulance uitrijdt. In 2010 moest de ambulance 64 keer uitrijden vanwege xtc. In 70% van de gevallen ofwel bij 45 mensen was vervoer (vervoer is niet hetzelfde als opname) naar het ziekenhuis noodzakelijk.
Bron:
Versie: december 2020
Hieronder vind je een tabel met het aantal verslaafden in Nederland. De cijfers van cliënten in behandeling zijn van 2015 (1). De cijfers over drugsgebruikers of verslaafden van cocaïne, amfetamine, xtc en GHB zijn een zeer ruwe schatting.
Bij alcohol en cannabis zijn niet alleen de verslaafden geteld, maar ook de mensen die het middel misbruiken. In totaal zijn er in Nederland ongeveer 2 miljoen mensen die verslaafd zijn of een middel misbruiken.
Aantal verslaafden/misbruikers in Nederland en aantal in behandeling:
Stof | Aantal verslaafden/misbruikers | Aantal in behandeling |
Alcohol | 477.000 | 29.374 |
Tabak | 539.000 | 809 |
Cannabis | 70.000 | 10.816 |
Snuifcocaïne | 26.857 | 3.866 |
Crack | 11.200 | 3.429 |
Heroïne | 14.000 | 9.093 |
Gokken | 79.000 | 2.186 |
Speed (amf) | 6.700 | 1.794 |
Xtc | 420 | 122 |
GHB | 3.160 | 837 |
Medicijnen (voornml. benzo’s) | 600.000 | 839 |
Internet- gamen | 16.000 | 537 |
Overig | 1.121 | 1.119 |
Totaal | 1.785.758 | 64.821 |
In 2007-2009 is in het NEMISIS onderzoek gedaan naar het voorkomen van alcoholverslaving in de bevolking tussen 18 en 64 jaar (2). Hiervoor is de DSM IV gebruikt. 82.400 mensen zijn verslaafd.
De DSM IV spreekt ook van alcoholmisbruik. 395.000 mensen misbruiken alcohol. Misbruik wil zeggen dat je wel allerlei negatieve gevolgen van alcohol ondervindt, maar er is nog geen sprake van gewenning en het optreden van onthoudingsverschijnselen bij stoppen.
In 2016 is een bevolkingsonderzoek gedaan naar het gebruik van alcohol, drugs en tabak. Toen rookte ongeveer een vijfde (18,6%) van de bevolking dagelijks. 4,1% van de bevolking rookt meer dan 20 sigaretten per dag. Deze groep zou je verslaafd kunnen noemen (3). Dat zijn 539.000 mensen vanaf 18 jaar. Reken je alle dagelijkse gebruikers tot de verslaafden dan kom je aan de 2,5 miljoen mensen.
In 2007-2009 is in het NEMESIS onderzoek bekeken hoeveel mensen aan cannabis verslaafd zijn. Het aantal wordt geschat op 29.300 mensen ofwel 0,3% van de bevolking tussen 18 en 64 jaar (2). Bij mannen ligt het percentage op 0,4% en bij vrouwen op 0,1%.
De DSM IV spreekt ook van misbruik. 40.200 mensen misbruiken cannabis. Misbruik wil zeggen dat je wel allerlei negatieve gevolgen van cannabis ondervindt, maar er is nog geen sprake van gewenning en het optreden van onthoudingsverschijnselen bij stoppen.
Het aantal verslaafden aan cocaïne in Nederland is niet bekend. Een schatting levert het volgende op.
Crack
Veel mensen die problematisch opiaten (heroïne) gebruiken, gebruiken ook crack (4). Naar schatting zijn er 14.000 mensen die problematisch opiaten gebruiken. Hiervan gebruikt ongeveer 80% ook problematisch crack. Dit zijn ongeveer 11.200 mensen.
Snuifcocaïne
Het aantal mensen in Nederland dat aan snuifcocaïne verslaafd is kan geschat worden door bij andere drugs te kijken naar welk percentage van de problematische gebruikers nu eigenlijk in behandeling komt. Uit bevolkingsonderzoek is bekend hoeveel problematische drinkers, blowers en gokkers er zijn.
Bij alcohol zijn er 82.000 mensen die verslaafd zijn en 395.000 die alcohol misbruiken. In totaal 477.000. Hiervan komen er 30.764 in behandeling ofwel 6,4%.
Bij cannabis zijn er 30.000 mensen die verslaafd zijn en 40.000 mensen die cannabis misbruiken. In totaal 70.000. Hiervan komen er rond de 10.000 in behandeling ofwel 14%.
Bij gokken zijn er 20.000 mensen in Nederland die verslaafd zijn. Hiervan komen er 2.234 in behandeling of wel ongeveer 10%
Blijkbaar zoekt 5% tot 14% van de problematische gebruikers een behandeling. Het aantal problematische gebruikers die cocaïne snuiven kennen we niet. Wel het aantal snuivers dat behandeling zoekt. In 2014 zochten 7.419 mensen een behandeling voor cocaïne. 50% van de groep gebruikte snuift cocaïne, 50% rookte crack. Er hebben zich dus 3.760 mensen aangemeld die de cocaïne snoven. Deze 3.760 mensen vormen tussen de 5 tot 14% van de problematische groep gebruikers. Gaan we op 14% zitten dan zou dat beteken dat het aantal verslaafden en misbruikers van snuifcocaïne op 26.857 ligt.
Tel hier het aantal crack gebruikers bij op en je komt op 38.057.
Het aantal problematische opiaatgebruikers in Nederland wordt geschat op 14.000 (4). 80% van deze groep gebruikt ook crack.
In 2016 is door Intraval onderzoek gedaan naar de omvang van verslavingsproblematiek. 79.000 mensen zijn probleemspelers en zeer waarschijnlijk gok- of kansspelverslaafd. 95.700 mensen speelt op een riskante manier (5).
Het aantal amfetamine- en xtc-verslaafden in Nederland is onbekend. Xtc is nauwelijks verslavend. Amfetamine wel. De cijfers die in de tabel genoemd zijn, zijn gebaseerd op de aanname dat 25% van het werkelijk aantal verslaafden in behandeling is.
Het aantal GHB-verslaafden in Nederland is onbekend. Wel lijkt het erop dat het aantal GHB-verslaafden is toegenomen (4). De cijfers die in de tabel genoemd zijn, zijn gebaseerd op de aanname dat 25% van het werkelijk aantal verslaafden in behandeling is.
In 2005 werden aan 1,9 miljoen Nederlanders slaap en kalmeringsmiddelen voorgeschreven. Bij een derde van hen gaat het om langdurig gebruik (meer dan 3 maanden). Als je deze groep verslaafd noemt zou dat om een groep van 600.000 gaan (6). Bij de cijfers over het aantal mensen in behandeling, gaat het om benzodiazepinen, barbituraten, psychofarmaca en overige medicijnen.
Mensen kunnen niet alleen verslaafd raken aan middelen, maar ook aan bepaalde activiteiten. Hiervan is de grootste groep verslaafd aan internetgamen. Ongeveer 1,5% van jongeren tussen 13 en 16 jaar kan beschouwd worden als gameverslaafde (7). Dit komt neer op 12.000 jongeren. Van het aantal hulpzoekers is 82% jonger dan 25 jaar. Als je die 12.000 verslaafde jongeren ziet als 75%, komt er nog 25% ofwel 4.000 mensen bij. Dit komt neer op ongeveer 16.000 problematische internetgamers.
Totaal zijn rond de 2 miljoen mensen in Nederland verslaafd. In 1.677.363 gevallen gaat het hierbij om de legale middelen alcohol, tabak en slaap- en kalmeringsmiddelen.
* De verslaafden aan crack zijn niet meegeteld. Dit is immers dezelfde groep als de heroïneverslaafden.
Bronnen:
Versie: januari 2019
Het gebruik van xtc onder scholieren lag altijd al laag maar is sinds 1996 nog verder gedaald. Ook ten opzichte van 2003 is er een daling. In Amsterdam wordt xtc onder 15-jarige scholieren niet meer gebruikt.
Hieronder twee tabellen over het maandelijks xtc-gebruik door scholieren in Nederland en Amsterdam. Maandelijks gebruik is het antwoord op de vraag: “heb je de afgelopen maand xtc gebruikt?”
Bron: Jeugd en riskant gedrag 2015, Trimbos Instituut
In 2007 had 0,8% van de scholieren de afgelopen maand gebruikt. In 2011 was dat 0,9% en in 2015 1%.
Behalve landelijk onderzoek wordt ook in Amsterdam onderzoek gedaan. Onder andere wordt gekeken naar het druggebruik van derdeklassers. In 2011 hadden deze een leeftijd van gemiddeld 14 jaar. In dit onderzoek zijn geen aparte cijfers over speed. De stimulerende middelen, xtc, speed en cocaïne zijn samengenomen. In Amsterdam is 66% van de derdeklassers niet westers (dat wil zeggen dat een van de ouders in een niet- westers land is geboren). We geven de trends in gebruik van stimulerende middelen van westerse en niet-westerse scholieren van 15 jaar. In 2011 is er geen onderscheid meer gemaakt tussen westerse en niet-westerse scholieren.
Bron: Antenne 2011, Bonger Instituut
Het gebruik vertoont sinds de eerste meting in 1995 een dalende lijn. In 2007 worden xtc, speed en cocaïne niet meer gebruikt onder de groep van 15 jarige scholieren. In 2011 is het gebruik weer gestegen naar 1.2%.
Versie: maart 2018
In de loop van de tijd zijn bezoekers van clubs- en discotheken vanaf de jaren negentig eerst minder xtc gaan gebruiken. In 2013 is het gebruik weer gestegen en wordt er meer gebruikt dan in de jaren negentig. In Amsterdam zijn in 1995, 1998, 2003, 2008, 2013 en 2017 uitgaanders van clubs en discotheken ondervraagd. De leeftijd van de clubbezoekers lag in deze periode tussen de 23 jaar (1995) en 28 jaar (2003). In 2017 was de gemiddelde leeftijd 26 jaar.
Hieronder een grafiek met het gebruik in de afgelopen maand en afgelopen nacht. Dit zijn antwoorden op de vragen ‘heb je de afgelopen maand xtc gebruikt?’ en ‘heb je afgelopen nacht xtc gebruikt?’ Dit zijn cijfers uit Amsterdam.
Bron: Antenne 1993, 1995, 2003, 2008, 2013 en 2017 (1)
Tot 1998 is het gebruik gestegen. Daarna trad een scherpe daling in. In 2003 werd minder dan de helft gebruikt dan in 1998. In 2008 was het min of meer gelijk gebleven met 2003. Daarna is het gebruik weer gestegen.
In 2017 had 42% van de club- en discotheek bezoekers de afgelopen maand gebruikt. 24,2% had de afgelopen nacht gebruikt.
Dit jaar waren naast de clubbezoekers ook festivalbezoekers ondervraagd. Als je hun resultaten meetelt dan had 47,7% de afgelopen maand xtc gebruikt.
In 2016 is het gebruik van drugs onderzocht onder bezoekers van dance evenementen (2). De gemiddelde leeftijd van de bezoekers bij party’s en festivals was 21,7 jaar. Hiervan had 46,2% het afgelopen jaar xtc gebruikt en 21,6% de afgelopen maand.
Versie: augustus 2018
Het precieze aantal sterfgevallen is niet bekend. De doodsoorzakenstatistiek van het CBS houdt de primaire doodsoorzaak bij. Bijgehouden wordt het aantal sterfgevallen aan xtc, amfetaminen en stimulerende stoffen zoals efedrine, qat (khat) en cafeïne.
In totaal zijn er ongeveer 92 mensen in Nederland overleden aan het gevolg van het gebruik MDMA/xtc. Dit aantal is nooit helemaal nauwkeurig te zeggen omdat de sterfteoorzaak niet altijd goed vast te stellen is.
In de jaren voor 1996 ging het om 10 gevallen. Tussen 1996 en 2002 ging het om vier slachtoffers per jaar. De jaren die volgden staan in de volgende tabel:
2003 | 7 |
2004 | 5 |
2005 | 4 |
2006 | 4 |
2007 | 1 |
2008 | 2 |
2009 | 4 |
2010 | 1 |
2011 | 2 |
2012 | 2 |
2013 | 4 |
2014 | 14 |
2015 | 14 |
2016 | 28 |
2017 | 6 |
2018 | 4 |
De toename in de cijfers komt niet per se doordat er meer mensen zijn overleden. Doodsoorzaken worden ook beter geregistreerd. De doodsoorzaak is vergiftiging door stimulerende middelen. Meestal zal het daarbij gaan om oververhitting en watervergiftiging. Waarom het aantal sterftes door stimulantia in 2017 en 2018 ineens omlaag is gegaan is nog onverklaard.
Wanneer er een strafrechtelijk onderzoek plaatsvindt, onderzoekt het NFI (Nederlands Forensisch Instituut) of drugs een rol spelen.
In de periode van 2006-2015 werd door het NFI bij 68 sterfgevallen xtc (MDMA) aangetroffen in het bloed of ander lichaamsmateriaal.
Versie: mei 2020
Nederland scoort het hoogste in Europa wat betreft xtc-gebruik. We geven hier een grafiek met het afgelopen-jaar-gebruik onder de bevolking in Europa en de VS.
Bron: NDM 2019, Trimbos Instituut (2020)
De gegevens zijn niet helemaal vergelijkbaar. In de VS is de bevolking van 18 jaar en ouder onderzocht. In Groot-Brittannië gaat het om de bevolking van 16 tot en met 59 jaar, in Australië om de bevolking van 14 jaar en ouder, in Duitsland de bevolking van 18 tot en met 64 jaar, in Italië de bevolking van 15 tot en met 74 en in Denemarken om de bevolking van 16 jaar en ouder. Bij de rest van de landen is de bevolking tussen 15 en 64 jaar onderzocht.
Duidelijk is wel dat Nederland, Australië, /ierland en Groot-Brittannië hoog scoren als het gaat om xtc-gebruik. Portugal en Denemarken scoren laag. In Groot-Brittannië heeft 1,7% van de bevolking tussen 16 en 59 jaar het afgelopen jaar xtc gebruikt. In Nederland ligt dit bij de bevolking (tussen 15 en 64 jaar) meer dan twee keer zo hoog: 3,6%. In Denemarken en Portugal heeft respectievelijk 0,4% en 0,1% van de bevolking het afgelopen jaar xtc gebruikt.
Versie: mei 2020
Hieronder vind je een tabel met het aantal aanmeldingen van 2005 tot 2015. Daarna zijn er geen nieuwe cijfers meer gekomen.
Tot 2011 is het aantal aanmeldingen over het algemeen toegenomen. Daarna is er sprake van een dalende trend.
Het aantal mensen wat in behandeling komt voor heroïne daalt ieder jaar.
Bron: Kerncijfers verslavingszorg 2015
Het aantal mensen dat voor cannabis in behandeling kwam is flink toegenomen. In 2003 waren 4.485 personen in behandeling voor cannabis. In 2015 waren dat 10.816 personen.
Het aantal mensen dat voor amfetamine in behandeling kwam is in de afgelopen tien jaar meer dan verdubbeld. In 2003 waren 735 personen in behandeling. In 2015 waren dit er 1.794.
Het aantal mensen dat voor alcohol in behandeling kwam is sinds 2003 toegenomen tot 33.897 in 2010. Daarna is het afgenomen tot 29.374 in 2015.
Het aandeel GHB en overige verslavingen (eetstoornissen, internetgamen en seksverslaving) (niet in de grafiek meegenomen) is de laatste jaren toegenomen.
Het aantal mensen dat voor cocaïne in behandeling kwam schommelde tussen 2003 en 2011 tussen de 8 en 9 duizend personen. De afgelopen 3 jaar is het licht gedaald.
Het aantal mensen dat voor gokken (niet in tabel) in behandeling kwam is sinds 2003 met 2.820 afgenomen naar 2.186 personen in 2015.
Het aantal mensen dat voor heroïne in behandeling is, is afgenomen van 14.410 in 2005 naar 9.093 in 2015.
Kerncijfers 2015, IVZ (2016)
Versie: februari 2018
Het aantal jongeren dat in behandeling komt is de afgelopen jaren licht gestegen. Het aantal ouderen dat in behandeling komt is veel meer gestegen. Dit heeft o.a. te maken met de vergrijzing van de bevolking in Nederland.
Hieronder is een grafiek te zien met het aantal jongeren in behandeling in de afgelopen 10 jaar.
Bron: Kerncijfers verslavingszorg 2015
Het aantal jongeren dat voor alcohol in behandeling kwam is de afgelopen 10 jaar toegenomen. In 2006 kwamen 1021 jongeren in behandeling voor alcohol. In 2015 waren dat 1491 jongeren. Dat is een toename van 46%.
Het aantal jongeren dat voor cannabis in behandeling kwam is de afgelopen jaren toegenomen. In 2006 waren 2399 jongeren in behandeling voor cannabis. In 2015 waren dit 4067 jongeren. Dat is een toename van 69%.
Het aantal jongeren dat voor GHB in behandeling kwam is pas sinds 2007 gemeten. Sindsdien is het ieder jaar gestegen tot 2012. In 2007 waren 29 jongeren in behandeling voor GHB. Dit is met 834% toegenomen tot 242 in 2012. Daarna is het weer gedaald tot 192 in 2015.
Het aantal jongeren dat voor heroïne in behandeling is daalt. In 2006 waren 216 jongeren in behandeling. In 2015 waren dit 192 jongeren.
Het aantal jongeren dat voor cocaïne in behandeling kwam is sinds 2006 met 44% gedaald van 1233 in 2006 naar 551 in 2015.
In 2006 kwamen 508 jongeren in behandeling voor amfetamine. Dit steeg tot 670 jongeren in 2008. Sindsdien is het weer gedaald tot 439 jongeren in 2015.
Het aantal jongeren dat voor gokken in behandeling schommelt de laatste 10 jaar rond de 300 tot 400 jongeren. In 2015 waren 345 jongeren in behandeling voor gokken.
Voor xtc melden weinig mensen zich aan voor een behandeling. In 2006 kwamen 102 jongeren in behandeling voor xtc en in 2016 83.
Kerncijfers 2015, SIVZ (2016)
Versie: februari 2018
Hieronder een tabel met de leeftijden van de mensen die in 2015 in Nederland in behandeling waren. In de tabel cijfers over: de gemiddelde leeftijd, mensen onder de 25 jaar, tussen 25 en 39 jaar, tussen de 40 en 55 jaar en ouder dan 55 jaar.
Middel | Gemiddelde leeftijd | <25 | 25-39 | 40-55 | 55+ | Totaal |
Alcohol | 46 | 1.491 | 7.081 | 12.520 | 8.282 | 29.374 |
Heroïne | 48 | 76 | 1.450 | 5.223 | 2.344 | 9.093 |
Cannabis | 30 | 4.067 | 4.872 | 1.664 | 213 | 10.816 |
Cocaïne | 39 | 551 | 3.318 | 2.736 | 690 | 7.295 |
Amfetamine | 31 | 439 | 1.046 | 282 | 27 | 1.794 |
Xtc | 24 | 83 | 30 | 8 | 1 | 122 |
GHB | 30 | 192 | 536 | 98 | 11 | 837 |
Gokken | 37 | 1294 | 595 | 122 | 121 | 2.186 |
Het probleem waarmee jongeren onder de 25 komen is vooral cannabis en daarnaast ook alcohol, GHB en xtc. Het probleem onder 55 plussers is vooral alcohol.
Kerncijfers 2015, IVZ (2016)
Versie: februari 2018
Het aantal overtredingen van de Opiumwet dat bij het OM in 2018 binnen kwam bedroeg:
Van alle zaken die bij OM binnen stromen betreft 9,0% een overtreding van de Opiumwet, waarbij het in de meeste gevallen om softdrugsverdachten gaat.
Het aantal zaken die bij het OM binnenkomen en voorgelegd worden aan de rechter bedroeg:
De overige zaken zijn afgedaan met een transactie (financieel, vergoeding schade, leer of werkstraffen) of sepot.
Bron: NDM 2019, Trimbos-instituut (2020)
Versie: juli 2020
In onderzoek naar het gebruik van drugs worden vaak drie vragen gesteld:
De ”ooit cijfers” liggen altijd hoog. Als je aan mensen vraagt of zij wel eens ooit oranjebitter gedronken hebben, heb je dikke kans dat 80% dat met ja beantwoordt (met Koninginnedag bijvoorbeeld). Vraag je naar het laatste maand gebruik van oranjebitter dan kom je waarschijnlijk nog niet eens aan de 0,01%.
Daarom is het zo belangrijk om bij het lezen van de krant goed te kijken om welke cijfers het gaat: ”ooit cijfers” of ”laatste maand” cijfers. De ”laatste maand” cijfers geven een veel beter beeld over het actuele gebruik. Hieronder een tabel met de verschillen tussen het ooit, laatste jaar en laatste maand gebruik in 2018 (1).
Drugs | Ooit gebruikt | Laatste jaar gebruikt | Laatste maand |
Cannabis | 23,7% | 7,5% | 4,6% |
XTC | 8,4% | 2,8% | 1,1% |
Cocaïne | 5,4% | 1,6% | 0,7% |
Speed | 4,6% | 1,1% | 0,5% |
Heroïne | 0,5 | 0,06% | 0,05% |
GHB | 1,5% | 0,4% | 0,2% |
In de pers worden ook vaak de woorden “steeds meer” en “steeds vaker” gebruikt. “Steeds minder” kan ook, maar dat wordt, als het om drugs gaat niet als nieuws beschouwd.
Als je “steeds meer” of “steeds vaker” hoort of leest, dien je erg op je hoede te zijn. ”Steeds meer” en ”steeds vaker” zegt niet zoveel. Verschillen kunnen ook op toeval berusten. Om te bepalen of iets steeds meer of steeds vaker voorkomt, is degelijk wetenschappelijk onderzoek nodig. Kijk in het krantenartikel of er onderzoek gedaan is en wie het onderzoek heeft gedaan om te kunnen beoordelen of ”steeds meer” of ”steeds vaker” op harde gegevens berust.
Bij de woorden ”steeds meer” en ”steeds vaker” worden vaak vergelijkingen gemaakt, bijvoorbeeld vaker dan vorig jaar. Hierbij maakt de pers vaak gebruik van een vergelijking die bij nadere beschouwing de daling of stijging in een heel ander daglicht kunnen zetten. Ondertussen is het al wel nieuws, zeker als het uitmondt in Kamervragen.
Bij vergelijkingen is het belangrijk om te kijken naar het jaar waarmee vergeleken wordt. Is dit 1 jaar terug of 10 jaar terug. Ten opzichte van 10 jaar geleden kan iets best gestegen zijn terwijl het de laatste 5 jaar helemaal constant is of zelfs gedaald is.
In het algemeen is het druggebruik onder scholieren sterk toegenomen tot 1996 daarna is het een tijdje stabiel gebleven en vervolgens weer gedaald. Vergelijk je met de laatste jaren dan is het druggebruik dus gedaald, kijk je veel verder terug dan is het weer gestegen. Het ligt er maar aan met welk jaar je vergelijkt.
De groep waarmee vergeleken of juist niet mee vergeleken wordt is ook van belang. Bijvoorbeeld als het aantal vrouwen dat in behandeling komt voor 50% is gestegen, is het ook belangrijk om te kijken of dit bij mannen ook geldt. Soms is de stijging gelijk, maar wordt er in de media gesuggereerd dat het slechts voor één groep geldt.
De conclusie is dat je bij cijfers in de krant altijd heel kritisch moet kijken.
Versie: mei 2020
In 2017 overleden in totaal 19.420 mensen aan de directe gevolgen van roken. Voor alcohol zijn er minder duidelijke recente cijfers voor handen. Het RIVM heeft een schatting gedaan. Volgens deze schatting stierven er in 2017 1.906 mensen aan de gevolgen van alcohol-gerelateerde ziekten. De World Health Organisation schat echter dat er in Nederland in 2016 4.945 mensen stierven aan de gevolgen van alcohol. Hun schattingsmethode is wat anders dan die van het RIVM.
Tabak en alcohol zijn drugs die wettelijk toegestaan zijn, de legale drugs. 224 mensen vonden in 2018 de dood door drugs die wettelijk verboden zijn, de illegale drugs.
98,9% van het aantal doden door alcohol, tabak en drugs is dus toe te schrijven aan de legale middelen alcohol en tabak. 1,1% is toe te schrijven aan de illegale middelen zoals heroïne, cocaïne, XTC, amfetamine en GHB.
We geven de cijfers van het aantal doden in een jaar als gevolg van:
Middel | Overleden door gevolgen van gebruik |
Direct overleden |
Alcohol | 1.906* | 0 |
Tabak | 19.420* | 0 |
Cannabis | 0 | 0 |
Opiaten/opioïden | 0 | 104** |
Cocaïne | 0 | 40** |
GHB | 0 | 7** |
XTC/amfetamine | 0 | 4** |
Combinatiegebruik | 69 | |
Totaal | 21326 | 224 |
* = 2017
**= 2018
De cijfers zijn gebaseerd op de doodsoorzakenstatistiek van het CBS. Dit is niet specifiek ingericht in het registeren van drugsgerelateerde sterfte en varieert daarom flink. De cijfers moeten daarom voorzichtig geïnterpreteerd worden.
Volgens een schatting van het RIVM stierven er in 2017 1.906 mensen door alcohol.
Er is sprake van primaire en secundaire alcoholsterfte:
Volgens de Doodsoorzakenstatistieken van het CBS stierven in 2017 1.034 mensen door alcohol als primaire doodsoorzaak. Bij 54% ging het om psychische stoornissen en gedragsstoornissen door het gebruik van alcohol en in 46% ging het om ziekten en vergiftiging door alcohol. De meeste mensen die overleden aan alcohol waren tussen de 55 en 69 jaar oud. Driekwart daarvan was man.
Geschat wordt dat 3% van de sterfte aan kanker samenhangt met alcoholgebruik. Alcohol verhoogt het risico op: keelholte-, slokdarm-, mond-, darm-, borst- en leverkanker (2).
Alcohol leidt zelden tot een fatale dodelijk aflopende overdosis. Wel lopen mensen een alcoholvergiftiging op waarbij opname in een ziekenhuis noodzakelijk is. In 2016 waren dat 5600 mensen (1).
Alcoholdoden in het verkeer
De SWOV (Instituut voor Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid) schat dat in 2015 tussen de 75 en 140 verkeersdoden het gevolg waren van alcohol. Het totaal aantal verkeersdoden in 2015 bedroeg 621 (1).
Als je de mensen die zijn overleden door alcohol als primaire doodsoorzaak en de verkeersdoden door alcohol bij elkaar optelt zijn er ongeveer 1150 sterfgevallen door alcohol. In dit aantal zijn echter lang niet alle gevallen van alcoholsterfte meegeteld, omdat niet altijd wordt herkend dat er sprake is van alcoholgebruik, en dit daarom niet als zodanig geregistreerd wordt.
Tabak leidt tot een groot aantal ziekten. Een overdosis of vergiftiging komt echter niet voor. In totaal stierven in 2017 19.420 mensen door tabak (1). Dat zijn 53 mensen per dag ofwel iets meer dan 2 mensen per uur. Aantal slachtoffers per ziekte:
Cannabis is schadelijk voor de longen. Er zijn geen gegevens bekend of het gebruik van cannabis tot dodelijke longziekten heeft geleid. Het zou kunnen, omdat cannabis vaak gebruikt wordt in combinatie met tabak. Het gebruik van cannabis is vaak aan leeftijd gebonden. Mensen stoppen ermee, waardoor ernstige longziekten niet optreden. Mensen die tientallen jaren doorblowen lopen wel risico.
Bij heroïne gaat het over de groep problematische harddruggebruikers. Zij gebruiken naast heroïne ook vaak crack en alcohol. Zij sterven aan allerlei ziekten als endocarditis, longaandoeningen, levercirrose, geweld en aids. Deze cijfers zijn niet bekend.
In 2018 stierven 104 mensen door een overdosis opiaten of opioïden (vaak in combinatie met andere middelen) (1). Het is niet bekend om welke opiaten of opioïden het gaat. Deze cijfers betreffen alleen sterfgevallen van mensen die officieel geregistreerd staan in het bevolkingsregister. Daarbovenop komen 24 gevallen van drugssterfte van mensen die wel in Nederland verbleven maar niet geregistreerd waren als inwoner (1).
In 2018 waren er volgens de statistiek met doodsoorzaken van het CBS 40 acute sterfgevallen wegens cocaïne (1).
Waarschijnlijk is dit cijfer een grote onderschatting. Veel cocaïnegebruikers overlijden aan een hartinfarct. Een hartinfarct wordt echter als een natuurlijke doodsoorzaak geregistreerd en niet toegeschreven aan cocaïne. Volgens een artikel in de Guardian van juli 2011 staat 1 op de 4 niet-fatale hartaanvallen onder de 45 in verband met gebruik van cocaïne (3).
Sterfte door GHB is lastig vast te stellen omdat GHB snel door het lichaam wordt afgebroken, er sprake kan zijn van tolerantie in het gebruik van GHB (grootverbruikers hebben een hogere tolerantie) en omdat het lichaam ook van nature GHB aanmaakt.
In 2018 waren er volgens de doodsoorzakenstatistiek van het CBS 7 gevallen van acute sterfte door GHB (1).
Ook bij XTC en amfetamine wordt de sterfte veroorzaakt door een overdosis of vergiftiging. XTC verhoogt de lichaamstemperatuur. Door de combinatie van XTC met een warme, vochtige omgeving, lang dansen en te weinig drinken kan iemand oververhit raken. Oververhitting kan dodelijk zijn. Ook teveel drinken (watervergiftiging) kan dodelijk zijn.
De cijfers zijn gebaseerd op de doodsoorzakenstatistiek van het CBS. Dit is niet specifiek ingericht in het registeren van drugsgerelateerde sterfte en varieert daarom flink. In 2016 ging het om 28 gevallen van acute sterfte door ‘psychostimulantia’, hier vallen XTC (MDMA) en amfetamine onder. In 2018 ging het om 4 gevallen.
Het is waarschijnlijk dat er overlijdens door XTC/MDMA zijn die niet in de statistieken van het CBS terecht komen.
Het NFI meldde in de periode 2006-2015 21 gevallen waarbij MDMA een primaire rol heeft gespeeld bij het overlijden en 26 gevallen waarbij MDMA in combinatie met alcohol of andere drugs een rol speelde. Bij 6 gevallen speelde MDMA mogelijk een rol.
Speed werd door het NFI in 2016 1 keer aangetroffen in combinatie met PMA en MDMA (1).
85 mensen zijn in 2018 aan slaap- en kalmeringsmedicijnen overleden. Hiervan ging het in 34 gevallen om benzodiazepinen, 43 om barbituraten en 8 om overige sedativa.
Versie: augustus 2020