Alcohol:
Gemiddeld genomen heeft de lever voor elk glas alcoholhoudende drank anderhalf uur nodig om de alcohol uit het lichaam te verwijderen. Hoe meer je drinkt, hoe langer dit duurt.
Niet alleen de snelheid waarmee de alcohol in het lichaam wordt afgebroken is van belang. De hoeveelheid alcohol in het bloed is ook afhankelijk van geslacht en gewicht. Alcohol verdunt zich namelijk met het lichaamsvocht. Het lichaam van een man bevat gemiddeld aanmerkelijk meer lichaamsvocht dan het lichaam van een vrouw (vrouwen hebben meer vetweefsel) en zijn gemiddeld ook zwaarder. Dus bij mannen komt de alcohol minder hard aan dan bij vrouwen.
Er is een formule waarmee je kunt uitrekenen hoe hoog je alcoholpromillage is op een bepaald moment. Met de formule kun je ook berekenen hoelang het duurt voordat je promillage onder de 0,5 komt.
Alcohol wordt getest door middel van ethylglucuronide (EtG). EtG test de urine op aanwezigheid van de alcoholmetaboliet EtG. Het voordeel van het meten van EtG is dat dit langer aantoonbaar is in de urine dan alcohol. Daarmee is het een nuttige bepaling om gebruik van alcohol vast te stellen. EtG is gedurende 1 tot 5 dagen na alcoholconsumptie aantoonbaar. Dat wil zeggen dat wanneer deze test binnen 5 dagen wordt herhaald, een positieve uitslag nog een restwaarde zou kunnen zijn van eerder gebruik. Indien een test na 5 dagen wordt herhaald en positief is, wijst dit altijd op nieuw gebruik. Indien een test na 1 tot 5 dagen wordt herhaald en de EtG-waarde is positief, maar meer dan 50% gedaald, dan is het mogelijk dat er geen sprake is van nieuw alcoholgebruik. Indien een test na 1 tot 5 dagen wordt herhaald en de EtG-waarde is positief en hoger of minder dan 50% gedaald, dan is het zeer waarschijnlijk dat er sprake is van nieuw alcoholgebruik. Er wordt ook vaak gekeken naar het percentage CDT in het bloed bij verdenking op overmatig alcoholgebruik. Kortweg is CDT te beschouwen als een eiwit dat ontstaat bij overmatig alcoholgebruik over een periode van minimaal een week.
Er bestaan tegenwoordig ook andere manieren om je alcoholgebruik te testen. Er wordt dan door middel van laboratoriumtesten gekeken naar je lever (GGT, ALAT). Aan de hand van de schade aan je lever of de verhoudingen van bepaalde enzymen kan bepaald worden wat het drinkgedrag van de desbetreffende persoon is. Op deze manier kan veel verder terug worden gekeken, tot ongeveer een maand. Dit kan bijvoorbeeld ingezet worden bij een verkeersovertreding of om gestopte alcoholisten te checken.
Hoelang duurt het voordat al mijn bloedwaarden naar normale waarden terugkeren?
CDT is een eiwit dat ijzer vervoert in het lichaam. Als je langdurig veel alcohol drinkt, stijgt je CDT-waarde. Het duurt daarna twee tot drie weken totdat je CDT weer gedaald is naar normaal.
Er zijn nog een aantal andere metingen die kunnen worden gedaan om alcoholgebruik over een langere periode terug aan te tonen. Bijvoorbeeld het meten van leverenzymen: ASAT, ALAT, GGT en LDH. Van deze metingen levert GGT de meeste informatie op. Dit herstelt zich na ongeveer één maand.
Als je veel alcohol drinkt, gaan er cellen kapot in je lever. Als er te veel cellen kapot gaan, komen er meer leverenzymen vrij dan normaal. Dit kun je dan meten in het bloed. Wanneer je leverenzymen verhoogd zijn, betekent dit dat er schade is aangericht aan je lever. Wanneer je lever ernstig beschadigd is geraakt, kan het maanden duren voordat de leverenzymen naar normaal gedaald zijn, en soms herstelt je lever helemaal niet meer (je leverenzymen blijven dan verhoogd).
Daarnaast wordt er ook gekeken naar het MCV (mean corpuscular volume), het MCV is de doorsnede van de rode bloedcel.
Als je veel alcohol drinkt, zijn je rode bloedcellen groter dan normaal. Dit komt onder andere door een vitamine B12 tekort dat bij alcoholisten vaak voorkomt. Het duurt twee tot vier maanden tot het MCV weer gedaald is naar een normale waarde.
Cocaïne:
De halfwaardetijd van cocaïne of coke is ongeveer 1 uur. Dat wil zeggen dat na 1 uur de helft van de cocaïne uit het bloed verdwenen is. De hoogste concentratie cocaïne wordt na 1 uur bereikt, dus 2 uur na inname is ongeveer de helft verdwenen. 5 uur na inname is de cocaïne voor 98% uit het bloed verdwenen. Cocaïne wordt in het lichaam afgebroken door de lever. Dit gebeurt met een snelheid van 30 tot 40 milligram per uur. Bij afbraak wordt de cocaïne omgezet in een aantal andere stoffen. Deze afbraakstoffen (metabolieten) zitten veel langer in het lichaam.
Bij een eventuele test op cocaïne, onderzoekt men of deze afbraakstoffen in de urine zitten. De afbraakstoffen zijn, afhankelijk van het type test en de mate van gebruik, tot maximaal 16 dagen aantoonbaar.
De effecten van cocaïne die iemand ervaart, volgen echter een heel ander tijdpad. De cocaïne komt via het slijmvlies in het bloed. De eerste 20 minuten stijgt de concentratie van de cocaïne heel snel. Na 1 uur is de concentratie maximaal en daarna neemt ze geleidelijk af. De psychische effecten van coke voel je vooral in het eerste halfuur. De effecten treden namelijk vooral op in de periode waarin de concentratie van coke in het bloed het snelst verandert.
Waarom zijn de verschillende gegevens (over aantoonbaarheid van cocaïne) niet gelijk?
Dit verschilt erg per persoonlijk en gebruikte methode. Het gebruik van cocaïne wordt in de urine gemeten. De urinetest meet de concentratie benzoglyceronine (een afbraakproduct van cocaïne). Bij incidentele gebruikers is benzoglyceronine 2-3 dagen na gebruik van cocaïne aantoonbaar. Bij chronische gebruikers kan de urinetest tot twee weken na gebruik positief zijn.
Dit weten we omdat er verschillende onderzoeken zijn gedaan. Hierbij werden chronische gebruikers opgenomen op een onderzoeksafdeling, ze gebruikten daar geen cocaïne meer. Hun urinetests konden tot maximaal 14 dagen positief blijven. De onderzoeken verschillen van uitkomst, sommigen vonden patiënten die tot 14 dagen positief bleven, andere onderzoeken vonden patiënten die tot 16 dagen positief blijven.
De ziekenhuis-richtlijnen hebben zich op verschillende onderzoeken gebaseerd. Daarom zijn hun uitkomsten verschillend, en noemt het ene ziekenhuis 8 dagen en het andere ziekenhuis 16 dagen.
XTC/MDMA:
MDMA is de werkzame stof in XTC. Na 0,5 uur is MDMA aantoonbaar in het bloed. De effecten duren zo’n 4 tot 6 uur. Ongeveer 50% wordt onveranderd via de lever afgebroken en de rest wordt als afbraakstof via de urine uitgescheiden. De concentratie van MDMA in het bloed komt overigens niet helemaal overeen met de effecten die iemand ervaart. De halfwaardetijd van MDMA bedraagt ongeveer 8 uur. Bij een test op MDMA onderzoekt men of er afbraakstoffen in de urine zitten. Deze afbraakstoffen zijn, afhankelijk van het type test, tot 3 dagen aantoonbaar.
Amfetamine/speed:
Amfetamine (speed) wordt meestal geslikt of gesnoven. De effecten duren zo’n 4 tot 8 uur. De stof wordt voor ongeveer de helft onveranderd via de urine uitgescheiden. De rest wordt door de lever afgebroken.
De halfwaardetijd van amfetamine bedraagt (afhankelijk van de zuurgraad van de urine) 8 tot 20 uur. De concentratie van amfetamine in het bloed komt niet helemaal overeen met de effecten die de gebruiker ervaart. Bij een test op amfetamine onderzoekt men of er afbraakstoffen in de urine zitten. Deze afbraakstoffen zijn, afhankelijk van het type test, tot 1 tot 5 dagen aantoonbaar.
Amfetamine is in het bloed langer dan 40 uur aantoonbaar bij regelmatig gebruik.
Paddo’s/truffels:
De tijd dat paddenstoelen (magic mushrooms) of truffels aantoonbaar zijn, bedraagt 24 tot 48 uur.
Psilocine en psilocybine zijn kortwerkende, instabiele stoffen die in lage doseringen in het bloed terechtkomen. De aantoonbaarheid van paddo’s of truffels hangt af van de analysemethode. De aantoonbaarheid zal echter niet langer zijn dan tot maximaal 48 uur. De meeste drugs testen zullen echter niet op paddo’s testen. Dit gebeurt alleen wanneer er sprake is van een intoxicatie.
GHB:
De halfwaardetijd van GHB is 30 tot 60 minuten. Er zal altijd iets van GHB in het lichaam te meten zijn, want GHB is een lichaamseigen stof. De afbraak van GHB is echter afhankelijk van het metabolisme van de gebruiker en de genomen hoeveelheid. Het zal meestal maximaal 5 uur duren voordat het niet meer in het bloed zichtbaar is en ongeveer 6 uur voor urine. GHB is relatief snel uit het lichaam verdwenen. Er wordt alleen op GHB getest als er sprake is van een acute vergiftiging. Een aantal metabolieten zijn langer zichtbaar in het lichaam, het is erg duur om dat te testen en dat gebeurt alleen in specifieke gevallen.
LSD:
LSD is, afhankelijk van de dosering, tot 48 uur na gebruik aantoonbaar in de urine. Het is niet mogelijk om iets te zeggen over de aantoonbaarheid van LSD in het bloed. In het laboratorium moeten daar aparte analyses voor uitgevoerd worden, omdat de uitkomsten afhankelijk zijn van specifieke kenmerken van de gebruiker.
Heroïne:
Gebruikers chinezen of spuiten de heroïne. Bij chinezen wordt de heroïne op aluminiumfolie gelegd en verhit. De heroïnedampen worden via een kokertje geïnhaleerd. Het middel komt bij chinezen en spuiten snel in het bloed terecht. Een klein gedeelte passeert de bloedhersenbarrière, waarna het middel in de hersenen zijn werking kan doen. De effecten van heroïne duren zo’n 4 tot 6 uur.
De heroïne wordt afgebroken in allerlei stoffen die op zich ook nog effect hebben. De concentratie van de werkzame stoffen in het bloed komt overigens niet helemaal overeen met de effecten die de gebruiker ervaart.
De halfwaardetijd van heroïne is enkele minuten. Een van de afbraakproducten van heroïne is morfine. De halfwaardetijd van morfine is 2 uur. Bij een eventuele test op heroïne onderzoekt men of er afbraakstoffen in de urine zitten. Deze afbraakstoffen zijn, afhankelijk van het type test, tot 5 dagen aantoonbaar.
Versie: juni 2025