Wat houdt het microdoseren van psychedelica in?
Wat is het microdoseren van psychedelica?
Psychedelica is een ander woord voor tripmiddelen. Voorbeelden hiervan zijn LSD, psilocine of psilocybine houdende paddenstoelen of truffels en mescaline.
Een microdosering is een dosering die net niet merkbaar is. Elke drug heeft een minimum dosering die je moet nemen om echt iets te voelen of merken van de drug. Neem je net iets minder dan die grensdosering, dan gaat het om een microdosering. Dit is ongeveer een tiende van een normale dosering. Een microdosering zou sub-perceptueel wel effecten hebben.
Redenen om te microdoseren
Het is nog niet duidelijk of microdoseren daadwerkelijk effecten kan veroorzaken en wat de risico’s precies zijn. Vermoedelijk speelt placebo effect een belangrijke rol. De effecten die vaak genoemd worden als reden om te gaan microdoseren zijn:
- Meer energie
- Helderder denken, toegenomen probleemoplossend vermogen
- Meer creativiteit
- Beter concentratievermogen
- Positieve stemming
- Emotionele connectie met de mensen om je heen
- Bewuster van jezelf
- Meer in het nu leven
Welke psychedelica worden gebruikt voor microdoseren?
Vooral LSD en psilocine en psilocybine houdende paddenstoelen en truffels worden gebruikt om te microdoseren. Maar ook andere psychedelica kunnen gebruikt worden of cannabis.
Het wordt afgeraden om te microdoseren met stimulanten, zoals MDMA. Ook microdoseren van ketamine wordt afgeraden. Ook worden soms NPS (Nieuwe Psychoactieve Stoffen, soms research chemicals genoemd) als 1P-LSD en 1cP-LSD gebruikt. Dat raden we echter af omdat er erg weinig onderzoek is gedaan naar die stoffen.
Het is erg lastig om de precieze hoeveelheid te bepalen die goed is voor een microdosering. Plantmateriaal is zelden constant qua inhoud. Zowel binnen een paddenstoel bijvoorbeeld als tussen paddenstoelen. Ook bij LSD is het lastig om de dosering goed te bepalen omdat de LSD op papertrips mogelijk niet gelijkmatig verdeeld is over een papertrip en tussen papertrips. Ook het afknippen van bijvoorbeeld 1/8e papertrip is lastig. De ene keer zal het 10% zijn van de oppervlakte, een andere keer misschien 15%. De kans bestaat dan dat je per ongeluk een actieve dosis neemt of juist zo weinig dat het ook niet voor microdoseringseffecten zorgt.
Wat zijn de risico’s?
De risico’s van microdoseren zijn een stuk kleiner dan het gebruik van normale doseringen van psychedelica. Wel spelen er mogelijk andere risico’s omdat het een stuk vaker gebruikt wordt dan als je een normale dosering neemt. Bij microdoseren neem je vaak, afhankelijk van je schema, om de 3 dagen een microdosering.
- Dit zou mogelijk hartklachten kunnen veroorzaken. Het is nog niet helemaal duidelijk hoe dit zit. Volgens onderzoekers zou een zogenaamde ’tolerance break’ (regelmatig 1 a 2 weken niet microdoseren) deze risico’s kunnen verkleinen.
- Het zou bestaande psychologische problemen kunnen verergeren zoals argwaan, angstklachten en manische fases bij bipolaire stoornissen. Als je last hebt van psychologische problemen is het dan ook af te raden om te gaan microdoseren.
- Een microdosering is lastig te bepalen. Je neemt makkelijk meer dan de bedoeling was. Dan ben je ineens ongewild aan het trippen. Dat kan op vervelende of risicovolle momenten gebruiken. Neem een microdosering dan ook alleen thuis en op een vrije dag.
Wat zegt de wetenschap?
Hoewel de effecten van microdoseren uit experimentele studies overlap vertonen met de achteraf gerapporteerde effecten in onlinestudies, lijken deze laatste groter en duidelijker te zijn voor de gebruiker dan de objectief gemeten effecten in experimentele studies. Het verwachtingspatroon, placebo-effect en de herinneringsbias spelen hierbij waarschijnlijk een rol. Men verwacht dus dat het werkt en men herinnert het zich achteraf positiever dan het werkelijk was.
Het bewijs voor microdosering is dus nog erg mager. Maar gezien de betrekkelijk lage risico’s is het wel interessant om verder te onderzoeken of de effecten echt toe te schrijven zijn aan het microdoseren.
Bron:
Kuypers-Microdoseren van psychedelica: wat weten we ervan?
Versie: januari 2021