Cocaïne: Algemene informatie

Wil je meer weten over cocaïne? Hieronder lees je alle algemene vragen en antwoorden over dit thema. Kan je iets niet vinden? Stel dan je vraag aan een van onze medewerkers via Vraag & Antwoord.

Meer informatie over cocaïne Informatie over andere middelen

 

Wat is cocaïne?

Cocaïne (cocaïnehydrochloride) oftewel coke is een wit kristalachtig poeder dat gesnoven kan worden. Het smaakt wat bitter. Cocaïne zit in de bladeren van de cocaplant (Erythoxylon coca) die vooral in Zuid-Amerika groeit. De bladeren bevatten 0,1 tot 0,9% cocaïne. Cocaïne wordt via een chemisch proces uit de bladeren van de cocaplant bereid.

Wanneer we het hebben over cocaïne dan gaat het over snuifcoke. Crack of basecoke is de bewerkte vorm van cocaïne. Meer over crack is te lezen bij crack.

Cocabladeren

In de landen waar de cocaplant van nature groeit (Peru, Ecuador, Bolivia) worden de bladeren traditioneel gekauwd. Er worden een aantal blaadjes in de mond gestopt die gekauwd worden tot een prop of pruim in de mond. Het geeft een licht oppeppend gevoel en honger verdwijnt. Het kauwen van cocablad helpt ook tegen hoogteziekte.

Cocapasta

Van cocaïne-bladeren kan cocapasta ofwel bazooka gemaakt worden. Cocapasta wordt in Zuid Amerika als drug gebruikt. Het wordt dan gerookt.

Bijnamen cocaïne

Met wit wordt cocaïne bedoeld. Met bruin heroïne.

Andere benamingen voor snuifsnuifcocaïne zijn:

  • sneeuw;
  • snow;
  • kabouterpost;
  • cola;
  • coke;
  • witty;
  • witte rijst;
  • sos(a);
  • marcheerpoeder;
  • schep.

 

Versie: september 2022

Op welke manieren kun je cocaïne gebruiken?

Coca-bladeren kunnen gekauwd worden. Snuifcocaïne kan gesnoven en gespoten worden. Basecoke of crack kan gerookt worden.

De manier van gebruik bepaalt hoe snel de bloedspiegel stijgt en hoe snel de coke de hersenen bereikt. Ook de duur van de effecten wordt door de gebruikswijze bepaald. Zie ook de animatie drugs in het lichaam.

Start effecten Duur effecten
Kauwen 3 tot 5 minuten 6 tot 8 uur
Snuiven 3 minuten 30 tot 60 minuten
Spuiten 14 seconden 10 minuten
Roken 8 seconden 5 minuten

De risico’s van spuiten en roken zijn vele malen groter dan bij snuiven. De risico’s van snuiven van snuifcocaïne zijn op haar beurt weer groter dan het kauwen van cocabladeren.

Snuiven

Cocaïnepoeder (vaak coke genoemd) wordt vrijwel altijd gesnoven. De cocaïnepoeder wordt in een ‘lijntje’ gelegd en direct in de neus of via een kokertje, opgesnoven. De cocaïne lost op in het neusslijmvlies en komt in de bloedvaten terecht. De effecten komen na enkele minuten en houden een half uur aan.

Roken

Soms wordt het cocaïnepoeder met tabak gemengd en gerookt (plofje). Dat geeft een kort en heftig effect ondanks het feit dat veel cocaïne door verbranding verloren gaat. Je kunt ook cocaïne ook bewerken tot een vorm die wel rookbaar is. Dit heet basecoke of crack.

Spuiten

Bij spuiten wordt de cocaïne opgelost in water en direct in een ader gespoten. Bij spuiten werkt de coke vrijwel onmiddellijk en duren de effecten ongeveer 10 minuten. Spuiten is een riskante gebruiksmethode.

Kauwen (cocabladeren)

Cocabladeren zijn afkomstig van de cocastruik en zijn de grondstof voor cocaïne. In de landen waar de cocaplant van nature groeit (Peru, Ecuador, Bolivia) worden de bladeren traditioneel gekauwd. Er worden een aantal blaadjes in de mond gestopt die gekauwd worden tot een prop of pruim in de mond. De pruim wordt meestal tussen wang en tandvlees geplaatst. Zo’n pruim blijft wel twee à drie uur in de mond zitten. Om het vrijkomen van de coke uit het blad te bevorderen wordt aan de pruim een klein beetje as van verbrande plantenstengels of gemalen schelpen toegevoegd. Dat doet men met behulp van een vochtig stokje die in een mengsel van as of schelpen gedoopt wordt. Wat aan het stokje blijft hangen wordt dan aan de cocapruim in de mond toegevoegd. Het sap dat het bij het kauwen vrijkomt wordt ingeslikt. Via de maag komt de cocaïne dan in het bloed terecht. De uitgekauwde bladeren worden uitgespuugd.

Dosering

Wat betreft hoeveelheid is de enige richtlijn die we kunnen geven die van ‘wat gebruikelijk’,  is. Let wel: wat gebruikelijk is, wil niet zeggen dat het veilig is! Gebruikelijk voor volwassenen is dat men lijntjes maakt van ieder ongeveer 0,05g, ofwel 1/20e gram. Hoeveel lijntjes iemand snuift is vaak afhankelijk van diens ervaring. Iemand die voor de eerste keer gebruikt zal met een paar halve lijntjes beginnen. Cocaïne werkt ongeveer 30-50 minuten. Over een hele avond nemen gebruikers meerdere lijntjes. Een ervaren gebruiker doet niet moeilijk over zes lijntjes coke of nog meer.

 

Versie: oktober 2019

Wat is de geschiedenis van cocaïne?

Bij opgravingen in Ecuador heeft men ontdekt dat 5000 jaar geleden al op cocabladeren gekauwd werd. De bewoners van de Andes ontdekten dat pakdieren weer kracht kregen als ze bij trektochten door de bergen de bladeren van de cocaplant aten.

Voor de Inca’s was de plant heilig. De Inca’s kenden plantages waarop de cocaplant gekweekt werd. Gebruik was voorbehouden aan de heersende klasse. Echter mensen die zwaar werk moesten doen mochten het ook gebruiken. Gebruik zonder reden werd als heiligschennis beschouwd.

Met het verval van het Incarijk werden ook de regels rondom het gebruik minder strikt. Nu worden bladeren gekauwd tegen de honger, om lange afstanden te kunnen lopen en als medicijn tegen ziekten. De ‘cocade’ is een lengte maat en slaat op de afstand die met een bepaalde dosis cocabladeren kan worden afgelegd (1). En nog steeds houdt men bij de tinmijnen in Bolivia een cokepauze in plaats van een koffiepauze (1).

Spanje

De Spanjaarden die Zuid- Amerika veroverden dachten verschillend over het gebruik van coca bladeren. Aan de ene kant zagen ze er een belemmering in om de indianen tot het katholieke geloof te bekeren en was het de oorzaak van apathie en armoede.

Aan de andere kant merkten ze dat indianen het nodig hadden om op grote hoogte met weinig voedsel zwaar werk te verrichtten. Uiteindelijk bepaalde Philips II van Spanje, tegen de zin van katholieke missionarissen, dat gebruik van cocabladeren voor Indianen noodzakelijk was.

Europa

Rond 1550 brachten ontdekkingsreizigers producten als coca-bladeren, koffie, thee en tabak mee naar Europa. Tijdens de lange reis verloren de cocabladeren echter hun werking. Dit is waarschijnlijk de reden waarom de Europeanen de traditie van indianen om op cocabladeren te kauwen niet overnamen. Er was zogezegd niks aan. Tabak en koffie hielden hun werking wel. Deze producten sloegen in Europa wel aan. Met de huidige transportmiddelen zouden de bladeren uiteraard wel vervoerd kunnen worden. Zoiets gebeurt bijvoorbeeld met khat, een opwekkend middel dat wel door Somalische vluchtelingen wordt gebruikt. Op khat bladeren wordt ook gekauwd. Khat verliest binnen 48 uur zijn werking en wordt daarom per vliegtuig aangevoerd. Maar ook per vliegtuig is het de vraag of het gebruik van cocabladeren hier ooit aan zou slaan. In het westen bestaat geen gebruikscultuur van kauwen. In Zuid Amerika wel. Daar nemen beginnende gebruikers deze wijze van gebruik over van meer ervaren gebruikers.

In 1862 lukte het Nieman en Wohler de diverse bestanddelen van het cocablad te isoleren. Zij schreven dat de stof een bittere smaak had en de tong plaatselijk kon verdoven. In 1923 lukte het Willstätter om cocaïne op kunstmatige wijze samen te stellen zonder gebruik te maken van de cocaplant.

Vin Mariani

In 1863 patenteerde Angelo Mariani de wijn: ‘Vin Mariani’. Dit was een wijn die cocaïne bevatte. Paus Leo de XIII gaf Angelo Mariani nog een gouden medaille en noemde de ‘Vin Mariani een zegen voor de mensheid.

Freud

Een Duitse legerarts ontdekte het eetlustremmende effect van cocaïne. In 1883 schreef hij dat soldaten met minder voedsel toekonden wanneer zij cocaïne kregen.

Ook Freud raakte geïnteresseerd in de stof. Zijn beroemde publicatie Über Coca verscheen in 1884. Hij probeerde cocaïne op zichzelf uit en was onder de indruk van de effecten. Hij zag verschillende medische toepassingen: o.a. als middel tegen astma, slechte conditie, maagdarmstoornissen en alcohol- en morfineverslaving. Drie jaar na zijn publicaties over cocaïne werd echter duidelijk dat cocaïne verslavend was en mensen erdoor in de problemen konden raken.

In 1923 lukte het Willstätter om cocaïne op kunstmatige wijze samen te stellen zonder gebruik te maken van de cocaplant.

Verenigde Staten

Er was eind 19e eeuw een overvloed aan producten zoals zalfjes, poeders, tabletten, drankjes, sigaretten die cocaïne bevatten. Allerlei ziekten zouden ermee genezen kunnen worden. In artikelen werd coke afgeschilderd als een wondermedicijn. Die medicijnen waren vrij te koop. Men had er geen recept voor nodig. Pemberton introduceerde in de VS een drankje op basis van cocabladeren en kola noten: Coca-Cola.

Geleidelijk aan kwam in de VS de omslag. Men zag nadelige gevolgen en er kwam een beweging op gang die een eind wilde maken aan het zonder doktersvoorschrift kunnen kopen van allerlei medicijnen.

Voorts verschenen er in de kranten berichten dat cocaïne ‘gek geworden zwarte mensen zou aanzetten tot misdaden’. De publieke opinie sloeg om en staat na staat kondigde wetten af om het cocaïnegebruik te beperken. In 1903 mocht Coca-Cola geen cocaïne meer bevatten.

In 1914 werd de Harrisson wet (de Amerikaanse Opiumwet) ingevoerd. Het niet-medisch gebruik van coke werd verboden.

Recente geschiedenis

In 1928 wordt in Nederland de Opiumwet aangenomen. Ook deze wet verbiedt het niet-medisch gebruik van cocaïne.

Begin jaren zeventig begint men in de Verenigde Staten met het roken van crack. Crack is een rookbare vorm van cocaïne. De risico’s van crack zijn vele malen groter dan gewone cocaïne. Het roken van crack groeide in de Verenigde Staten uit tot een enorme epidemie. Ook in Nederland wordt sinds de jaren tachtig op kleine schaal basecoke of crack gebruikt. Het gebruik van basecoke beperkt zich voornamelijk tot de scène die ook heroïne gebruikt.

Eind jaren zeventig, begin jaren tachtig wordt snuifcocaïne in Nederland populair. Eind tachtiger jaren verdringt xtc de cocaïne. Later gingen ze weer min of meer gelijk op. Op dit moment is xtc weer populairder.

Bronnen

  1. Meertens, R. Stimulerende middelen: cocaïne. In:drugs en Alcohol. Gebruik, misbruik en verslaving.

 

Versie: oktober 2019

Wat wordt bedoeld met cocaïne bijproducten?

Cocaïne-monsters worden getest bij de testservices in Nederland, en informatie over de cocaïne-monsters wordt verzameld bij het DIMS van het Trimbos-instituut in Utrecht. Cocaïne-bijproducten zijn stoffen die overblijven bij het maakproces van cocaïne. Dan is het maakproces onvolledig geweest, en zijn er andere stoffen bij cocaïne aanwezig.

Daarnaast heb je nog de versnijdingsproducten, zoals levamisol en cafeïne. Deze worden door dealers met cocaïne versneden om meer winst te halen uit een gram cocaïne.

De maximaal haalbare zuiverheid van cocaïne is 89%. Dit komt omdat het cocaïne-molecuul een alkaloïde vorm is (net zoals zeep bijvoorbeeld). Door deze alkaloïde vorm passeert cocaïne makkelijk de bloed-hersenbarrière. Deze alkaloïde-vorm kan alleen bestaan als het gekoppeld is aan een zuur-molecuul, bijvoorbeeld hydrochloride, sulfaat of nitraat. Daarom kan een cocaïne-poeder nooit 100% uit cocaïne bestaan, omdat het cocaïne-molecuul anders uit elkaar valt.

 

Versie: oktober 2019

Wat zijn de verschillende soorten en prijzen van cocaïne?

Er zijn geen verschillende soorten cocaïne. Wel zijn er een aantal varianten van producten waar cocaïne in zit en er zijn verschillen in zuiverheid.

Varianten

Cocaïnebladeren

De bladeren van de cocaïneplant (Erythroxylon coca) bevatten 0,1 tot 0,9% cocaïne (1). Planten die hoog in de bergen groeien bevatten meer cocaïne dan laag op de berg groeiende planten.

Cocaïnepasta

Cocaïnepasta (ofwel bazooka) is een tussenproduct dat verkregen wordt bij het maken van cocaïne uit cocabladeren. Cocapasta is een bruinige massa, gemaakt van cocabladeren, soda en kerosine (vliegtuigbenzine). Door de benzine komen de werkzame stoffen uit de plant vrij.

Cocapasta wordt gerookt. Gebruikers raken snel in een euforische stemming. Het roken van cocapasta is ook gevaarlijk vanwege de kerosine die erin zit. Dit kan ernstige longschade tot gevolg hebben.

Cocaïnepoeder

Cocaïnepoeder ontstaat door de pasta verder te bewerken. Cocaïnepoeder is een zout dat oplost in water en dus gesnoven kan worden. De cocaïnepoeder die in Nederland wordt aangeboden komt meestal uit Colombia en Ecuador. Cocaïne uit Peru of Bolivia heeft een kleiner marktaandeel. Sommige dealers noemen de herkomst in hun menu (‘Boliviaanse’ of ‘Peruaanse’ coke). Of dit ook echt zo is, is natuurlijk moeilijk te controleren.

Basecoke/gekookte coke/crack

Basecoke kan gemaakt worden van snuifcocaïne. Snuifcocaïne is een zout. Door natriumcarbonaat of ammonia toe te voegen maakt men van het zout een base. Hierdoor kan het niet meer gesnoven worden, maar wel gerookt. Door het roken werkt de cocaïne heftig maar ook kort. Basecoke, gerookte coke en crack zijn dus de rookbare varianten van cocaïne. Het zijn drie verschillende namen voor een stof met dezelfde werking en risico’s.

Zuiverheid

In Nederland kun je drugs laten testen. Het DIMS (Drugs Informatie en Monitoring Systeem) coördineert de verschillende testplekken in Nederland.

In 2022 bevatten de cocaïnemonsters gemiddeld zo’n 74% cocaïne. De rest was andere stoffen, meestal bepaalde medicijnen zoals levamisol en fenacetine (2).

Versnijdingen van cocaïne

Cocaïne wordt regelmatig versneden met andere psychoactieve middelen. Psychoactief wil zeggen dat het een effect heeft dat je kan merken. In 2021 zat in 30% van de cocaïnemonsters naast de cocaïne ook levamisol. In voorgaande jaren (2014-2019) lag dat percentage hoger, rond de 35%.

Levamisol werd ooit gebruikt in de behandeling tegen kanker. Sinds 2004 wordt het daar niet meer voor gebruikt. In de diergeneeskunde wordt het nog wel gebruikt als antiwormenmiddel. Bij zware gebruikers kan levamisol de afweer ernstig verzwakken.

Versnijdingen die bij cocaïne aangetroffen worden zijn:

  • Medicijnen zoals levamisol, fenacetine en hydroxyzine;
  • Stimulerende middelen zoals cafeïne;
  • Lokaal verdovende middelen als lidocaïne;
  • Fenacetine is een pijnstiller en kan nierschade veroorzaken;
  • Hydroxyzine wordt voorgeschreven als kalmeringsmiddel en bij jeuk;
  • Diltiazem wordt voorgeschreven tegen angina pectoris en hoge bloeddruk.

Als cocaïne op straat gekocht wordt, is de kans op versnijdingen groot en kan men geen verhaal halen. Toeristen zijn hier het slachtoffer van. Eind 2014 gebeurde dit bijvoorbeeld in Amsterdam: aan toeristen op straat werd cocaïne verkocht, maar dit bleek heroïne te zijn. Hier zijn toen drie mensen door overleden. Gebruikers die geen toerist zijn, hebben vaak vaste adressen, waardoor ze in ieder geval kunnen klagen als ze een keer een vervelende ervaring met een middel hadden.

Prijzen

Cocaïnepoeder kost tussen de €50 a €70 per gram (3). Die prijs is erg stabiel. Uit een gram halen gebruikers zo’n 15 à 20 lijntjes. Vaak wordt geen exacte gram verkocht, maar gaat het om een hoeveelheid van bijvoorbeeld 0,9 gram.

 

Bronnen:

  1. Erowid
  2. DIMS jaarbericht 2022, Trimbos-instituut
  3. Antenne 2018, Bonger Instituut (2019)

 

Versie: januari 2024

Is snow seal een merk cocaïne?

Snow seal is geen merk of soort cocaïne, maar een manier om cocaïne of andere poeders te verpakken. Het is een soort envelopje, wat gemaakt is van papier wat niet vet of vochtig kan worden. In dit envelopje is de coke (of ander poeder) verpakt. Letterlijk vertaald is het ‘sneeuw zegel’. Het wordt ook wel kabouterpost of sealtje genoemd.

 

Versie: oktober 2019

Hoe wordt van snuifcocaïne basecoke gemaakt?

Cocaïne of coke wordt gemaakt uit de cocabladeren. Bij de productie maakt men vaak eerst bazooka, dan basecoke en dan snuifcocaïne (snuifcoke). Het is mogelijk om van de snuifcocaïne weer basecoke te maken.

De snuifcocaïne moet dan worden ontdaan of bevrijd van het hydrochloridezout. Vandaar het woord ‘free’ in freebasen. De coke wordt daarvoor vermengd met een zogenoemde base. Dit kan maagzout of ammonia zijn. Meestal maak je een papje van de cocaïne, maagzout en water, dat vervolgens wordt verhit. Er ontstaat dan een klont die in een pijpje gerookt kan worden. Bij roken maakt het een krakend geluid. Vandaar de naam crack. In Nederland wordt crack vaak basecoke genoemd.

Basecoke kan overigens ook met ammonia gemaakt worden maar die bereiding is schadelijk voor de longen. De werkzame stof is echter dezelfde.

Als je wilt weten hoe zuiver cocaïne is, laat het dan testen bij een testservice in de buurt.

 

Versie: januari 2021

Hoe wordt cocaïne gemaakt?

De bereiding van cocaïne (coke) bestaat uit drie stappen. Het uiteindelijke product is snuifbare cocaïne (cocaïne-hydrochloride). Het is een wit kristalachtig glimmend poeder. Bij het produceren van coke gebruikt men chemicaliën die zorgen dat stoffen uit de cocabladeren oplossen, zich scheiden van andere stoffen en als vaste stof neerslaan.

De bereiding in drie stappen:

  • van cocabladeren naar bazooka ofwel cocapasta,
  • van bazooka naar basecoke,
  • van basecoke naar cocaïne.

Op dit recept zijn veel variaties. In Colombia wordt stap 2 vaak overgeslagen.

Van cocabladeren naar cocapasta ofwel bazooka

Cocapasta ofwel bazooka wordt geproduceerd op de plek waar de cocaplanten groeien. De productie gaat als volgt:

  • De cocaïnebladeren worden vermengd met een oplossing van natriumcarbonaat (soda).
  • Aan het mengsel wordt vliegtuigbenzine (kerosine) toegevoegd. Vervolgens worden de bladeren geplet. De cocaïne-alkaloïden komen nu vrij.
  • Het water met het restant bladeren wordt afgevoerd. De benzine met de cocaïne-alkaloïden blijft over.

De cocaïne-alkaloïden moeten nu uit de benzine gehaald worden. Ze moeten als vaste stof gaan neerslaan. Daarom voegt men een waterig zuur toe en natriumcarbonaat. Er vormt zich een neerslag. Na afvoer van het water wordt de neerslag gefilterd en gedroogd. Dit product heet cocapasta ofwel bazooka.

Afhankelijk van het gehalte aan cocaïne in de bladeren, geeft 1000 kilo cocablad ongeveer 4 kilo bazooka. Bazooka wordt meestal gerookt. Dat is erg ongezond omdat er nog benzineresten inzitten.

Van bazooka tot basecoke

De productie van basecoke vraagt om meer apparatuur en wordt meestal niet ter plekke uitgevoerd. De productie gaat in vijf stappen:

  • De bazooka wordt met water en met zwavelzuur of zoutzuur vermengd.
  • Men voegt vervolgens kaliumpermangaat toe. Dit zorgt dat ongewenste alkaloïden uit de plant gescheiden worden van de gewenste alkaloïden.
  • Men laat het mengsel een uur of 6 staan.
  • De oplossing wordt nu gefilterd. Vervolgens voegt men water en ammoniak toe. Er vormt zich nu een nieuwe neerslag.
  • Het water met de ongewenste alkaloïden wordt afgevoerd. De neerslag met de gewenste alkaloïden wordt gedroogd met hete lampen. Dit product heet basecoke.

Van basecoke naar cocaïne

Om van basecoke snuifbare cocaïne ofwel snuifcoke te maken, heeft men nog meer apparatuur nodig. Ook moet men gebruikmaken van dure chemicaliën. De productie gaat als volgt:

  • Een vloeistof met aceton of ether wordt met de cocaïnebase vermengd. De vloeistof wordt gefilterd.
  • Vervolgens voegt men zoutzuur toe. Er vormt zich nu een neerslag in de vloeistof.
  • Men verwijdert de resterende vloeistof die bestaat uit aceton of ether.
  • De neerslag wordt vervolgens gedroogd onder hete lampen of in magnetrons. Het product dat zo ontstaat, is de snuifbare cocaïne (snuifcoke).

Uit 4 kilo bazooka kan men 2 kilo snuifcoke maken.

Legale productie

Coke wordt ook legaal geproduceerd. Deze cocaïne is bedoeld voor de farmaceutische industrie en zit in medicijnen. Farmaceutische cocaïne is tot bijna 100% gezuiverde cocaïne. De details van dit proces zijn geheim.

 

Bron

 

Versie: januari 2021

Zijn er smartdrugs die lijken op cocaïne?

Nee die zijn er niet. Ephedra komt in de buurt maar is toch niet echt vergelijkbaar. Bovendien mag Ephedra ook niet meer in smartshops verkocht worden.

Ephedra werkt alleen lichamelijk (men krijgt meer energie) terwijl coke ook een psychisch effect heeft. Ephedra is de natuurlijke voorloper van amfetamine met als belangrijkste verschil dat de euforische werking van ephedra minder is dan die van amfetamine.

Hersenen

Dit komt door de verschillende werking van beide middelen op de hersenen. Amfetamine is vooral van invloed op de adrenalinehuishouding en in iets mindere mate op de dopaminehuishouding. Ephedra is alleen van invloed op de adrenalinehuishouding. De stimulering van de adrenalinehuishouding veroorzaakt allerlei lichamelijke effecten: de ademhaling gaat sneller, het hart gaat sneller kloppen en de bronchiën in de longen gaan open staan. De dopamine zorgt daarbij nog dat gebruikers zich opgewekt en goed voelen.

Adrenaline en dopamine

Aangezien ephedra vooral op de adrenaline huishouding werkt en niet op de dopamine huishouding zijn de effecten in vergelijking met amfetamine veel meer lichamelijk en minder geestelijk. Dat geldt ook voor cocaïne. Cocaïne is vooral van invloed op de dopaminehuishouding en in mindere mate op de adrenalinehuishouding.

Via de dopamine zorgt cocaïne dus voor het gelukzalige gevoel. Met andere woorden: omdat ephedra alleen van invloed is op de adrenalinehuishouding kan het nooit het effect van cocaïne veroorzaken. Maar omdat het wel net zoals cocaïne de adrenalinehuishouding beïnvloedt komt het, van de ooit als smartdrugs verkochte producten, nog het dichtste bij cocaïne in de buurt.

 

Versie: oktober 2019

Mag je bloed aan de bloedbank geven als je cocaïne snuift?

Voor het snuiven van cocaïne geldt dat je gedurende vier maanden geen bloed mag geven aan de bloedbank. Dit heeft niks te maken met cocaïne op zich maar met de methode van gebruik. Cocaïne wordt via een kokertje gesnoven die van ‘neus tot neus’ kan gaan. Hierdoor kan mogelijk Hepatitis C overgedragen worden.

Het gevaar van deze methode voor de bloedbank ontstaat door het neusslijmvlies. Door te snuiven blijft neusslijmvlies achter op het rietje. Als iemand lijdt aan hepatitis C kan hij dit door te snuiven via het neusslijmvlies doorgeven aan een ander.

Vier maanden niet gebruiken

De bloedbank wil de kans op hepatitis C vanzelfsprekend zo veel mogelijk verkleinen en stelt zodoende een cleane termijn van vier maanden bij het snuiven. Iemand die ooit drugs gespoten heeft, kan nooit bloeddonor worden, ook niet wanneer het spuiten twintig jaar geleden is. De bloedbank noemt dit een principekwestie.Het gaat de bloedbank dus niet om de cocaïne, maar om de manier waarop het gebruikt wordt.

Crack

Als iemand cocaïne (crack) gerookt heeft en bloed wilt afstaan aan de bloedbank mag dat wel maar alleen als de gebruiker op het moment van bloedafgifte niet onder invloed is. De kans dat een gebruiker van crack, als hij iets gebruikt heeft, beroerd wordt en/of flauwvalt na het afstaan van een halve liter bloed is groot.

Overige drugs

Voor de overige drugs (alcohol, hasj, wiet, xtc, paddo’s en bijvoorbeeld lsd) geldt: zolang het niet gespoten en niet gesnoven wordt, mag men bloed geven aan de bloedbank. De enige voorwaarde is dat gebruikers op het moment van bloedafgifte nuchter zijn

Tot slot

Donorbloed wordt altijd getest op aids. Ook moet je voorafgaand aan de bloeddonatie een lijst met vragen invullen en een algeheel lichamelijk onderzoek ondergaan. Voor meer informatie over de criteria voor bloeddonatie kun je bellen met een plaatselijke of regionale bloedbank.

 

Versie: oktober 2019

Hoe herken je cocaïnegebruik?

Cocaïnegebruikers kun je herkennen aan de volgende signalen en kenmerken:

  • Zijn opgewekt, energiek, overmoedig en zelfverzekerd
  • Praten veel, maar luisteren slecht
  • Zijn rusteloos, opvliegend, geïrriteerd
  • Staan strak, zien bleek, soms wijde pupillen
  • Moeten vaak naar toilet
  • Drinken vaak ook veel alcohol
  • Hebben bij regelmatig gebruik een pijnlijke neus en worden soms mager
  • De volgende dag zijn ze moe en soms een beetje down

Opgewekt, energiek, overmoedig, zelfverzekerd door coke

Cokegebruik maakt zelfverzekerd, opgewekt en vrolijk. Onder invloed van cocaïne bruist iemand van energie. Als de cocaïne is uitgewerkt, slaat de stemming om en moet er opnieuw gebruikt worden.

Cocaïnegebruikers praten veel, maar luisteren slecht

Cocaïnegebruikers praten onder invloed honderduit. Ze luisteren dan vaak slecht naar de ander. Ze zijn vooral met zichzelf bezig. De gebruiker van cocaïne heeft het idee heel druk bezig te zijn en veel contacten op te doen. In werkelijkheid valt dat tegen. De schijn van de lijn is wat dat betreft maar al te waar.

Bij stevig gebruik worden cokegebruikers vaak schrikkerig tot paranoïde aan toe.

Cokegebruikers zijn rusteloos, opvliegend, geïrriteerd

Cocaïnegebruik zorgt vaak dat gebruikers onrustig, opgefokt en overmoedig zijn. Bij meer en vaker gebruik, kunnen cocaïnegebruikers snel geïrriteerd raken. Ze worden kortaf, ongeduldig en maken snel ruzie.

Staan strak, zien bleek, soms wijde pupillen

Gebruikers van coke staan vaak strak (iets gespannen spieren), zien bleek en hebben soms tijdelijk grote pupillen. Door de wijde pupillen kunnen gebruikers van cocaïne overgevoelig worden voor licht. Ze dragen daarom graag een zonnebril.

Moeten vaak naar toilet

Cocaïnegebruik stimuleert de blaas. Ook wordt cocaïne vaak op het toilet gebruikt. Dit om niet op te vallen. De effecten van coke duren maar kort; een gebruiker gaat ook daarom vaak naar het toilet.

Drinken vaak ook veel alcohol

Cocaïnegebruikers drinken als ze uitgaan vaak ook veel alcohol. Cocaïnegebruik zorgt dat de werking van alcohol minder gevoeld wordt. Het lichaam moet de alcohol natuurlijk wel allemaal verwerken. De combinatie alcohol en cocaïne is dan ook extra slecht voor het lichaam.

Pijnlijke neus en vermageren door coke

Regelmatige cokegebruikers hebben vaak een pijnlijke neus. Ze hebben vaak last van een loopneus of van een verstopte neus. Ook kunnen ze last hebben van een bloedneus.

Regelmatige gebruikers kunnen ook mager worden. Cocaïne vermindert de eetlust. Ook heeft coke een laxerende werking waardoor de darmbewegingen toenemen en iemand diarree kan krijgen.

Moe en down na gebruik van coke

Na cocaïnegebruik voelt de gebruiker zich moe, leeg of zelfs uitgeput en down.

Versie: oktober 2019

Wat is Bazooka?

Bazooka is een tussenproduct dat verkregen wordt bij het maken van cocaïne uit cocabladeren. Bazooka wordt ook wel cocapasta genoemd. Cocapasta is een bruinige massa, gemaakt van cocabladeren en kerosine (vliegtuigbenzine) of een ander organisch oplosmiddel.

Cocapasta wordt -omdat het zo simpel te bereiden is- gemaakt op de plek waar de coca groeit. Uit cocapasta wordt cocaïne gemaakt. Afhankelijk van het gehalte aan cocaïne in de cocabladeren geeft 1000 kilo cocablad ongeveer 4 kilo pasta (en dat op zijn beurt 2 kilo cocaïne). Cocapasta wordt veelal in een sigaret vermengd met tabak gerookt.

Effecten

De effecten zijn vergelijkbaar met het spuiten (injecteren) van cocaïne. Gebruikers raken snel in een eufore opgewekte stemming en worden overactief. Het roken van bazooka zorgt voor een direct effect waardoor de risico’s veel groter zijn dan het kauwen van cocaïnebladeren of het snuiven van cocaïne. Risico’s zijn: slapeloosheid, gewichtsverlies, verwaarlozing van lichaam en sociale contacten, problemen op het werk, achtervolgingswaanzin en verslaving.

Kerosine

Het roken van cocapasta is ook gevaarlijk vanwege de kerosine die erin zit. Jongeren in de grote steden van Zuid-Amerika rookten de pasta, met ernstige longschade tot gevolg. Het roken van bazooka of cocapasta vormt de oorsprong van het roken van basecoke en crack in de Verenigde Staten en Europa.

 

Versie: oktober 2019

Hoe gebruik je cocablad?

Cocabladeren zijn afkomstig van de cocastruik en zijn de grondstof voor cocaïne. In de landen waar de cocaplant van nature groeit (Peru, Ecuador, Bolivia) worden de bladeren traditioneel gekauwd. Er worden een aantal blaadjes in de mond gestopt die gekauwd worden tot een prop of pruim in de mond.

Gebruikswijze

De pruim wordt meestal tussen wang en tandvlees geplaatst. Zo’n pruim blijft wel twee à drie uur in de mond zitten. Om het vrijkomen van de coke uit het blad te bevorderen wordt aan de pruim een klein beetje as van verbrande plantenstengels of gemalen schelpen toegevoegd. Dat doet men met behulp van een vochtig stokje die in een mengsel van as of schelpen gedoopt wordt. Wat aan het stokje blijft hangen wordt dan aan de cocapruim in de mond toegevoegd. Het sap dat het bij het kauwen vrijkomt wordt ingeslikt. Via de maag komt de cocaïne dan in het bloed terecht. De uitgekauwde bladeren worden uitgespuugd.

Andes

Het kauwen van cocabladeren is in het Andesgebied een wijd verspreide gewoonte. Een antropoloog die met Indiaanse cocaplanters werkte, vergeleek het stimulerende effect van cocablad pruimen met het drinken van een kop sterke koffie. De cocaïne dempt honger-, dorst-, koude-, en vermoeidheidsignalen van het lichaam. De cocabladeren worden in de Andes eigenlijk niet gebruikt vanwege het eufore gevoel. In die zin verschilt het kauwen van cocabladeren met het gebruik van cocaïne in het Westen.

Europa

Rond 1550 brachten ontdekkingsreizigers producten als cocaïne bladeren, koffie, thee en tabak mee naar Europa. Tijdens de lange reis verloren de cocabladeren echter hun werking. Dit is waarschijnlijk de reden waarom de Europeanen de traditie van indianen om op cocabladeren te kauwen niet overnamen. Er was zogezegd niks aan. Tabak en koffie hielden hun werking wel. Deze producten sloegen in Europa wel aan. Met de huidige transportmiddelen zouden de bladeren uiteraard wel vervoerd kunnen worden. Zoiets gebeurt bijvoorbeeld met khat, een opwekkend middel dat wel door Somalische vluchtelingen wordt gebruikt. Op khat bladeren wordt ook gekauwd. Khat verliest binnen 48 uur zijn werking en wordt daarom per vliegtuig aangevoerd. Maar ook per vliegtuig is het de vraag of het gebruik van cocabladeren hier ooit aan zou slaan. In het westen bestaat geen gebruikscultuur van kauwen. In Zuid Amerika wel. Daar nemen beginnende gebruikers deze wijze van gebruik over van meer ervaren gebruikers.

 

Versie: oktober 2019

Wat zijn de verschillende soorten en prijzen van cocaïne?

Er zijn geen verschillende soorten cocaïne. Wel zijn er een aantal varianten van producten waar cocaïne in zit en er zijn verschillen in zuiverheid.

Varianten

Cocaïnebladeren

De bladeren van de cocaïneplant (Erythroxylon coca) bevatten 0,1 tot 0,9% cocaïne. (1). Planten die hoog in de bergen groeien bevatten meer cocaïne dan laag op de berg groeiende planten.

Cocaïnepasta

Cocaïnepasta ofwel bazooka is een tussenproduct dat verkregen wordt bij het maken van cocaïne uit cocabladeren. Cocapasta is een bruinige massa, gemaakt van cocabladeren, soda en kerosine (vliegtuigbenzine). Door de benzine komen de werkzame stoffen uit de plant vrij.

Cocapasta wordt gerookt. Gebruikers raken snel in een euforische stemming. Het roken van cocapasta is ook gevaarlijk vanwege de kerosine die erin zit. In Zuid-Amerika wordt bazooka gerookt, met ernstige longschade tot gevolg.

Cocaïnepoeder (snuifcocaïne)

Cocaïnepoeder ontstaat door de pasta verder te bewerken. Cocaïnepoeder is een zout dat oplost in water en dus gesnoven kan worden. De cocaïnepoeder die in Nederland wordt aangeboden komt meestal uit Colombia. Cocaïne uit Peru of Bolivia heeft een kleiner marktaandeel.

Basecoke/gekookte coke/crack

Basecoke kan gemaakt worden van snuifcocaïne. Snuifcocaïne is een zout (cocaïne HCl of cocaïne hydrochloride). Door natriumcarbonaat of ammonia toe te voegen maakt men van het zout een base. De hydrochloride wordt er afgehaald. Hierdoor kan het niet meer gesnoven worden omdat het niet goed in water oplost. Wel kan het dan gerookt worden. Door het roken werkt de cocaïne heftig maar ook kort. Basecoke, gerookte coke en crack zijn dus de rookbare variant van cocaïne. Het zijn drie verschillende namen voor een stof met dezelfde werking en risico’s.

Zuiverheid

In Nederland kun je drugs laten testen. Het DIMS (Drugs Informatie en Monitoring Systeem) coördineert de verschillende testplekken in Nederland. Meer informatie over de Jellinek testservice (Amersfoort, Amsterdam, Hilversum en Utrecht) en voor de rest van Nederland.

In 2022 bevatten de cocaïne monsters gemiddeld 74,3% cocaïne. Dat is hoger dan de jaren daarvoor. De cocaïne die in Nederland op de markt is, is de laatste jaren dus steeds sterker geworden. De rest was andere stoffen, meestal bepaalde medicijnen zoals levamisol en heel soms fenacetine (2).

Versnijdingen van cocaïne

Cocaïne wordt regelmatig versneden met andere middelen. Toch is dit de afgelopen jaren minder geworden. In 2022 bevatte meer dan de helft (64%) van de geteste cocaïne alleen cocaïne en dus geen ander versnijdingsmiddel. Meer dan een derde (36,0%) bevat cocaïne en een versnijdingsmiddel en 26,4% bevat cocaïne en levamisol.

Levamisol werd ooit gebruikt in de behandeling tegen kanker. Sinds 2004 wordt het niet meer gebruikt. In de diergeneeskunde wordt het nog wel gebruikt als anti-wormenmiddel. Bij zware gebruikers kan levamisol de afweer ernstig verzwakken.

Versnijdingen die bij cocaïne aangetroffen worden zijn:

  • Medicijnen zoals levamisol, fenacetine en hydroxyzine
  • Stimulerende middelen zoals cafeïne
  • Lokaal verdovende middelen als lidocaïne.
  • Fenacetine is een pijnstiller en kan nierschade veroorzaken
  • Hydroxyzine wordt voorgeschreven als kalmeringsmiddel en bij jeuk.
  • Diltiazem wordt voorgeschreven tegen angina pectoris en hoge bloeddruk.

Als cocaïne op straat gekocht wordt is de kans op versnijdingen groot. Toeristen zijn hier vaak het slachtoffer van. Eind 2014 gebeurde dit bijvoorbeeld in Amsterdam; aan toeristen op straat werd cocaïne verkocht. Dit bleek echter heroïne te zijn. Hier zijn toen 3 mensen door overleden.

Gebruikers die geen toerist zijn hebben vaak vaste adressen, waardoor ze in ieder geval kunnen klagen als ze een keer een vervelende ervaring met een middel hadden.

Prijzen

Cocaïnepoeder kost tussen de €50 a €60 per gram. Gemiddeld kostte een gram cocaïne in Nederland in 2022 €51,50 (2). Uit een gram halen gebruikers zo’n 15 à 20 lijntjes. Overigens wordt meestal geen exacte gram verkocht maar gaat het om een iets kleinere hoeveelheid.

Bronnen

  1. Erowid
  2. DIMS jaarbericht – cocaïne prijzen, Trimbos-instituut

 

Versie: juli 2020

Hoe gebruikt men cocaïne?

Cocaïne bladeren kunnen gekauwd worden. Snuif cocaïne kan gesnoven en gespoten worden. Basecoke of crack kan gerookt worden.

De manier van gebruik bepaalt hoe snel de bloedspiegel stijgt en hoe snel de coke de hersenen bereikt. Ook de duur van de effecten wordt door de gebruikswijze bepaald. Zie onderstaand schema. Zie ook de animatie drugs in het lichaam.

Start effecten Duur effecten
Kauwen 3 tot 5 minuten 6 tot 8 uur
Snuiven 3 minuten 30 tot 60 minuten
Spuiten 14 seconden 10 minuten
Roken 8 seconden 5 minuten

De risico’s van spuiten en roken zijn vele malen groter dan bij snuiven. De risico’s van snuiven van snuifcocaïne zijn op haar beurt weer groter dan het kauwen van cocabladeren.

Snuiven

Cocaïnepoeder wordt vrijwel altijd gesnoven. De cocaïnepoeder wordt in een ‘lijntje’ gelegd en direct in de neus of via een kokertje, opgesnoven. De cocaïne lost op in het neusslijmvlies en komt in de bloedvaten terecht. De effecten komen na enkele minuten en houden een half uur aan.

Roken

Soms wordt het cocaïnepoeder met tabak gemengd en gerookt (plofje). Dat geeft een kort en heftig effect ondanks het feit dat veel cocaïne door verbranding verloren gaat. Je kunt ook cocaïne ook bewerken tot een vorm die wel rookbaar is. Dit heet basecoke of crack.

Spuiten

Bij spuiten wordt de cocaïne opgelost in water en direct in een ader gespoten. Bij spuiten werkt de coke vrijwel onmiddellijk en duren de effecten ongeveer 10 minuten. Spuiten is een riskante gebruiksmethode.

Kauwen (cocabladeren)

Cocabladeren zijn afkomstig van de cocastruik en zijn de grondstof voor cocaïne. In de landen waar de cocaplant van nature groeit (Peru, Ecuador, Bolivia) worden de bladeren traditioneel gekauwd. Er worden een aantal blaadjes in de mond gestopt die gekauwd worden tot een prop of pruim in de mond. De pruim wordt meestal tussen wang en tandvlees geplaatst. Zo’n pruim blijft wel twee à drie uur in de mond zitten. Om het vrijkomen van de coke uit het blad te bevorderen wordt aan de pruim een klein beetje as van verbrande plantenstengels of gemalen schelpen toegevoegd. Dat doet men met behulp van een vochtig stokje die in een mengsel van as of schelpen gedoopt wordt. Wat aan het stokje blijft hangen wordt dan aan de cocapruim in de mond toegevoegd. Het sap dat het bij het kauwen vrijkomt wordt ingeslikt. Via de maag komt de cocaïne dan in het bloed terecht. De uitgekauwde bladeren worden uitgespuugd.

Dosering

Wat betreft hoeveelheid is de enige richtlijn die we kunnen geven die van ‘wat gebruikelijk’,  is. Let wel: wat gebruikelijk is, wil niet zeggen dat het veilig is! Gebruikelijk voor volwassenen is dat men lijntjes maakt van ieder ongeveer 0,05 ofwel 1/20e gram. Hoeveel lijntjes iemand snuift is afhankelijk van zijn ervaring. Iemand die voor de eerste keer gebruikt zal met een paar halve lijntjes beginnen. Cocaïne werkt ongeveer 30 minuten. Over een hele avond nemen gebruikers meerdere lijntjes. Een ervaren gebruiker doet niet moeilijk over zes lijntjes coke of nog meer.

Versie: augustus 2015

Kan een gebruiker aan de bittere smaak proeven of hij met zuivere cocaïne te maken heeft?

Nee. Cocaïne smaakt weliswaar bitter maar bepaalde versnijdingmiddelen zoals lidocaïne en benzocaïne doen dat ook. Deze middelen werken net zoals cocaïne plaatselijk verdovend en geven de typisch bittere smaak op de tong. De enige manier om erachter te komen hoe zuiver je coke is, is een monster te testen bij een testservice. Klik hier voor de test service van de Jellinek en hier voor de landelijke adressen.

 

Versie: oktober 2019

 

 

 

Wat zijn partydrugs?

Partydrugs is een verzamelnaam voor verschillende drugs die worden gebruikt tijdens het uitgaan. Ze heten daarom ook wel uitgaansdrugs. Voorbeelden van partydrugs zijn: alcohol, MDMA (XTC), cocaïne, speed en GHB.

Tijdens het uitgaan in discotheken, clubs en festivals worden behalve alcohol soms ook andere drugs gebruikt. Sommige drugs geven energie en zorgen ervoor dat je langer kan dansen of dat je het feesten langer vol kan houden. Sommige drugs zorgen voor een opgewekt gevoel. Vooral deze drugs passen goed in het uitgaanssfeertje en worden daarom wel party- of uitgaansdrugs genoemd. Deze middelen worden meestal alleen bij het uitgaan gebruikt en niet door de week. Gebruik blijft in de meeste gevallen dus beperkt. Veel mensen hebben maar een paar van zulke feesten per jaar.

Risico’s partydrugs

Partydrugs of uitgaansdrugs slaan voornamelijk op middelen als MDMA (XTC), cocaïne en amfetamine. Het is dus een verzamelnaam voor verschillende drugs. Elke drug heeft zijn eigen specifieke risico’s, zoals verslaving, geestelijke en lichamelijke problemen en maatschappelijke problemen. Zie voor de risico’s de vraag en antwoord rubriek van een bepaalde drug.

Gebruik van partydrugs

Onlangs is er landelijk onderzoek gedaan naar het gebruik van partydrugs (1). Gekeken is naar het gebruik in clubs en bij grote feesten. De gemiddelde leeftijd van de uitgaanders die meededen aan dit onderzoek is 21,7 jaar. Het gebruik op grote feesten ligt over het algemeen hoger dan in clubs. Gevraagd is of je het afgelopen jaar, de afgelopen maand en of je tijdens de uitgaansnacht gebruikt hebt.

Middel Ooit gebruikt Afgelopen jaar gebruikt Afgelopen maand gebruikt
Xtc 55.1% 46,2% 21,6%
Speed 33.4% 25,1% 12,2%
Cocaïne 32.5% 24,5% 12,4%
Lachgas 53.5% 37,3% 10,6%
GHB/GBL 13.8% 7,5% 3,0%

 

Amsterdam

Ook in Amsterdam heeft de Universiteit van Amsterdam in opdracht van Jellinek onderzoek gedaan naar het gebruik van drugs in clubs en festivals. De Amsterdamse onderzoeksgroep was iets ouder (25.6 jaar). Het druggebruik lag iets hoger. Cijfers van drugsgebruik in steden zijn over het algemeen hoger dan landelijke cijfers.

Middel Ooit gebruikt Afgelopen jaar gebruikt Afgelopen maand gebruikt
XTC 79.5% 66.4% 47.7%
Speed 42.6% 30.7% 18.9%
Cocaïne 49.9% 39.3% 25.7%
Lachgas 70.9% 52.3% 21.8%
GHB/GBL 22.1% 12.7% 7.0%

 

Bronnen

  1. Het Grote Uitgaansonderzoek 2016, Trimbos-instituut (2016)
  2. Antenne 2017, Bonger Instituut (2018)

 

Versie: november 2020

Waar groeit de cocaplant?

De cocaplant groeit in Zuid Amerika (Peru, Colombia en Bolivia) in het Andes gebergte op een hoogte van 500 tot 2000 meter. In Zuid-Amerika worden de bladeren gekauwd. De bladeren bevatten een 0,5 tot 1% cocaïne. Verder bevatten de bladeren vitamine A, C, E en B2 en mineralen als magnesium, barium, koper, zink, ijzer, aluminium en fosfaat. Ook bevatten de bladeren proteïnen, vetten, koolhydraten en kalk.

De plant wordt gekweekt op kleine, terrasvormige plantages die ‘cocales’ worden genoemd. Twee belangrijke soorten zijn de Erythroxylon Coca (Boliviaanse Cocaplant) en de Erythroxylon Novogranatense (Colombiaanse cocaplant). Een cocablad bevat 0,5 tot 1,5% cocaïne.

Verwerken cocabladeren

Na het plukken worden de bladeren zo’n 6 uur gedroogd. Vervolgens worden de bladeren op grote hopen gelegd waarna men ze nog ongeveer 3 dagen laat liggen om te ‘zweten’. De hard geworden, droge bladeren worden dan weer zacht en soepel waardoor ze beter kauwbaar zijn. Vervolgens worden de bladeren nog een half uur in de zon te drogen gelegd en daarna verpakt en vervoerd. Het verwerkingsproces van cocabladeren duurt dus ongeveer vier dagen.

 

Versie: oktober 2019