Wat is tabak?

Tabak bestaat uit de gedroogde bladeren en delen van de tabaksplant. De tabaksplant is een eenjarige plant die 160 tot 190 centimeter hoog kan worden. Een plant kan 18 tot 22 bladeren opleveren. Na 2 tot 3 maanden wordt de plant geoogst. De bladeren worden gedroogd in de zon of met lucht. Met lucht leveren de bladeren meer nicotine op maar minder suiker en een scherpere smaak. Gedroogd kunnen de bladeren 0,6 tot 3% nicotine bevatten. Nicotine werkt na inname op het zenuwstelsel en zorgt voor het verslavende effect van tabak. Ook werkt nicotine bloeddruk verhogend.

BROEIEN EN RUSTEN

Na het drogen worden de bladeren op stapels gelegd en zo nu en dan gekeerd. De bladeren beginnen dan te broeien. De temperatuur loopt op tot 50 graden. De tabak verandert hierdoor van smaak, samenstelling en geur. Dit heet het fermenteren (ofwel gisten) van tabak. Vervolgens laat men de tabak enige jaren rusten. Daarna kan ze gebruikt worden voor sigaren, sigaretten of shag.

EFFICIËNT TOEDIENEN VAN NICOTINE

Sigaretten bestaan maar voor een klein deel uit tabaksbladeren. Het grootste gedeelte bestaat uit vermalen plantendelen. Bij de productie van sigaretten worden aan deze vermalen plantendelen allerlei stoffen toegevoegd. Dit om er voor te zorgen dat bij het roken de nicotine zo efficiënt mogelijk toegediend wordt en de verslavingskans vergroot wordt. Ook worden stoffen toegevoegd om de smaak te verbeteren. De moderne sigaret is in feite een high-tech product (1).

KOOLMONOXIDE

Koolmonoxide ontstaat bij onvolledige verbranding van de tabak. Ook bij het roken van cannabis ontstaat koolmonoxide. 4% van de rook bestaat uit koolmonoxide. Koolmonoxide bindt zich veel sneller dan zuurstof aan de rode bloedlichaampjes. Hierdoor kunnen de rode bloedlichaampjes geen zuurstof meer vervoeren. Het prestatievermogen gaat onmiddellijk omlaag. Dit is al te merken als je je enkele minuten inspant.

TEER

Teer bestaat uit duizenden vaste en vloeibare stoffen. In tabaksrook zijn vierduizend stoffen geïdentificeerd. Teer hecht zich op het slijmvlies van de luchtwegen en gaat op de trilhaartjes zitten. Deze trilhaartjes hebben tot taak het vuil tegen de houden en naar buiten te brengen. De slijmlaag raakt ontstoken en de trilhaartjes verlammen. Het vuil komt dan diep in de longen terecht en moet opgehoest worden. Het vuil kan ook diep in het slijmvlies zelf doordringen. Dit vormt de bron van kanker. Zie hoe dit gaat de animatie drugs in het lichaam.

Voor meer informatie over welke stoffen er nog meer in tabak zitten zie de pagina’s:

 

Bron:

  1. Willemsen, M. Stimulerende middelen: tabak. In alcohol en drugs, gebruik, misbruik en verslaving (2009)

 

Versie: november 2020