Wat is de geschiedenis van pijnstillers?

De mens heeft in zijn complete historie te maken gehad met pijn en leerde al snel de voordelen kennen van het verdoven van de pijn. Sinds we er achter zijn gekomen dat het mogelijk is om pijn te bestrijden hebben we al van alles geprobeerd. En nog steeds zijn we opzoek naar de ideale verdoving. Hieronder vind je een lijstje met verdovingsmiddelen die door de mens zijn gebruikt door de geschiedenis heen.

Bilzekruid

Al vanaf de steentijd werd bilzekruid gebruikt als roesmiddel en als pijnstillend middel. De plant werd op gloeiende kooltjes gelegd, en de rook verzachtte de pijn. Er zitten verschillende stoffen in bilzekruid die een effect hebben op de mens. Zo kon het ook hevige hallucinaties opwekken en bij hoge doseringen leiden tot verlamming en zelfs de dood. Dit kruid had dus behoorlijke risico’s, onder andere vanwege de atropine die het bevat.

Cannabis

Cannabis wordt al door de hele geschiedenis gebruikt vanwege verschillende effecten die het heeft. Een van deze effecten is een pijnstillende werking bij bepaalde typen pijn. Het wordt tegenwoordig ook ingezet bij bijvoorbeeld chronische pijn wanneer andere pijnstillers geen effect hebben, of om de dosering van pijnstillers met meer risico’s te kunnen verlagen.

Opium

Opium is heel lang de meest gebruikte pijnstiller geweest die de mens kende. Het plantenextract werd al in de tijd van de Soemeriërs in het 4e millennium v. Chr. gebruikt. Het was niet alleen pijnstillend maar wekte ook een stevige roes op. De stof maakt je loom en is zeer verslavend.

Wilgenbast

De Griekse arts Hippocrates schreef poeder van wilgenbast voor als middel tegen koorts en pijn. In de 19e eeuw werd een pijnstillend extract uit wilgenbast gewonnen, verdund en gestabiliseerd, en daaruit ontstond in 1899 het geneesmiddel Aspirine. Aspirine was het eerste middel in de categorie NSAID’s. Dit is een type pijnstiller die later vele varianten erbij heeft gekregen als ibuprofen, diclofenac en naproxen,

Alruin

De Griekse arts en botanicus Dioscorides beval aan om de wortel van deze hallucinogene plant in wijn te koken. Het kooksel diende als pijnstiller. Alruin werd gebruikt na een behandeling met een mes of een brandmerking. Ook deze plant is gevaarlijk, onder andere vanwege de atropine die het bevat.

Cocabladeren

Zuid-Amerikaanse indianen kennen de cocaplant als verdovend middel sinds de tijd van de Inca’s. Voor operaties maakten ze een concentraat van de bladeren, dat de patiënt verdoofde. Het kauwen van cocabladeren gaf een plaatselijke verdoving. De bladeren bevatten 1% cocaïne en hebben een licht stimulerende werking.

Morfine

Morfine werd in 1804 voor het eerst in pure vorm uit opium gewonnen door een Duitse apotheker. De stof sloeg snel aan als pijnstiller, bijvoorbeeld tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog van 1861 tot 1865. Meer dan 400.000 troepen kregen de ‘soldatenziekte’: ze raakten verslaafd aan morfine. Toen rond 1850 de injectiespuit werd uitgevonden, kon de verslavende stof rechtstreeks onder de huid worden gespoten.

Uit morfine werd uiteindelijk ook heroïne gemaakt omdat gedacht werd dat dit minder verslavend zou werken, dit bleek echter tegenovergesteld te zijn.

Duitse scheikundigen maakten de stof Hoechst 10820 (methadon) in 1937 bij gebrek aan morfine. Methadon is ook een opiaat net als morfine. Sindsdien zijn er nog vele opioïde varianten bedacht. Andere veelgebruikte morfinomimetica zijn onder andere codeïne, oxycodon, fentanyl, pithidine en tramadol.

Morfine was ook een belangrijk bestanddeel in laudanum, een verdovend en pijnstillend drankje waar ook Spaanse wijn in zit. Het werd met name in de 18 en 19e gebruikt.

Chloroform

Sir James Young Simpson ontdekte de verdovende eigenschap van chloroform. Rond het jaar 1900 werd chloroform gebruikt als verdovingsmiddel bij operaties. Als verdovingsmiddel is chloroform al snel vervangen door ether en lachgas, die grotere therapeutische breedten hebben.

Lachgas

Lachgas (distikstofmonoxide) is een kleurloos zoetgeurend gas en wordt vanaf ongeveer 1845 gebruikt. Bij operaties wordt het gebruikt om de patiënt onder narcose te houden. Het middel wordt dan via de beademing toegediend. Tegenwoordig zijn hiervoor betere middelen waardoor het gebruik voor dit doel afneemt. Tegenwoordig wordt lachgas voornamelijk in de voedingsindustrie gebruikt, bijvoorbeeld in gaspatronen voor slagroomspuiten, en als recreatief roesmiddel.

Ether

Ether (diethyl ether) is een brandbare, kleurloze vloeistof. De damp is explosief. Ether werd tot het midden van de vorige eeuw gebruikt als narcosemiddel. Vanwege bijwerkingen en explosiegevaar wordt het hiervoor bijna niet meer gebruikt.

Paracetamol

Paracetamol werd in 1878 voor het eerst gesynthetiseerd. Vanwege bepaalde bijwerkingen is het een periode uit de gratie geraakt. Sinds de 20e eeuw is het echter weer in opkomst gekomen en sindsdien niet meer weg te denken uit iedereens medicijnkastje.

Narcose

Patiënten kunnen sinds 1972 de stoffen enfluraan en isofluraan inhaleren bij een operatie. Deze stoffen geven een volledige, veilige verdoving. Deze stoffen worden tegenwoordig steeds minder gebruikt vanwege de opkomst van nieuwere stoffen als desfluraan en sevofluraan.

 

Versie: december 2019