Wanneer ben je verslaafd aan alcohol?
De DSM-V
Verslaving wordt vastgesteld aan de hand van elf van de zogenaamde DSM-V* De DSM-V is een wereldwijd gebruikt boek waarin alle psychiatrische aandoeningen beschreven staan. De DSM spreekt niet van verslaving of alcoholisme maar van ‘stoornissen in het gebruik van middelen’ (substance abuse disorders). ‘Stoornissen in het gebruik van middelen’ omvat zowel misbruik van middelen (substance abuse) als afhankelijkheid van middelen (substance dependance). Een stoornis in het gebruik van middelen kan ontstaan door gebruik van verschillende middelen zoals alcohol, cannabis, opiaten en stimulerende middelen.
Ernst van de stoornis
De ernst van de stoornis kan vastgesteld worden aan de hand van elf criteria. Voldoe je aan twee of drie criteria dan heb je een milde stoornis in het gebruik van middelen. Voldoe je aan vier of vijf criteria dan is er sprake van gematigde (moderate) stoornis en bij zes of meer symptomen is er sprake van een ernstige stoornis.
Criteria
De elf criteria aan de hand waarvan de ernst van ‘stoornis in middelengebruik’ vastgesteld kan worden, zijn:
- Vaker en in grotere hoeveelheden gebruiken dan het plan was;
- Mislukte pogingen om te minderen of te stoppen;
- Gebruik en herstel van gebruik kosten veel tijd;
- Sterk verlangen om te gebruiken;
- Door gebruik tekortschieten op het werk, school of thuis;
- Blijven gebruiken ondanks dat het problemen meebrengt in het relationele vlak;
- Door gebruik opgeven van hobby’s, sociale activiteiten of werk;
- Voortdurend gebruik, zelfs wanneer je daardoor in gevaar komt;
- Voortdurend gebruik ondanks weet hebben dat het gebruik lichamelijke of psychische problemen met zich meebrengt of verergert;
- Grotere hoeveelheden nodig hebben om het effect nog te voelen oftewel tolerantie;
- Het optreden van onthoudingsverschijnselen, die minder hevig worden door meer van de stof te gebruiken.
Jellinek
De alcoholonderzoeker Jellinek beschreef een aantal symptomen die optreden wanneer iemand alcoholist wordt. Centraal stond bij hem het begrip controleverlies. Dat wil zeggen dat drinkers ondanks de beste voornemens om matig te drinken, toch telkens weer ‘doorzakken’. Jellinek had het idee dat iemand van dat controleverlies nooit meer afkwam. Tegenwoordig wordt dat niet meer zo absoluut gezien en spreken we eerder van een ‘verminderde controle’ (impairment of control).
Omvang
In Nederland hebben van de bevolking tussen 18 en 64 jaar 480.000 mensen een stoornis in het gebruik van middelen. Bij 0,7% (80.000 mensen) is sprake van ernstige stoornis. Zij zijn afhankelijk van alcohol. Bij 3,7% (400.000 mensen) is sprake van misbruik.
Ben ik verslaafd?
Ben je benieuwd of je zelf te veel drinkt? Doe dan de alcohol-zelftest!
Zou je zelf graag je alcoholgebruik willen veranderen? Zie dan de volgende pagina’s:
*DSM-V: Diagnostical Statistical Manual versie 5
Versie: februari 2016