Cannabis / wiet en hasj: Cijfers

Ben je benieuwd naar de cijfers omtrent cannabis / wiet en hasj? Hieronder lees je alle cijfers over het gebruik van cannabis / wiet en hasj. Kan je iets niet vinden? Stel dan je vraag aan een van onze medewerkers via Vraag & Antwoord.

Meer informatie over cannabis / wiet en hasj Informatie over andere middelen

 

Hoeveel mensen blowen?

Hieronder een tabel met een overzicht van de belangrijkste cijfers uit Nederland en Amsterdam. Als een cel leeg is, zijn er geen gegevens bekend. Ooit is het antwoord op de vraag: “Heb je ooit van je leven geblowd?” Laatste maand is het antwoord op de vraag: “Heb je afgelopen maand geblowd?”

Cannabisgebruik in Nederland

Gebruikscijfers van cannabis in Nederland:

Ooit Laatste maand Hoe vaak (% van alle ondervraagden)
Bevolking 18+ 23,7% 4,6% 1,6% (bijna) dagelijks
Scholieren 12-16 jaar 9,7% 4,9%
Scholieren 15 jaar 17% 8,5% 11% > 10 afgelopen maand
Scholieren 17/18 jaar 44,6% 17,90% 18% > 10 afgelopen maand
Uitgaanders 21,7 jaar 75,5% 32,1%

Amsterdam

Gebruikscijfers van cannabis in Amsterdam:

Ooit Laatste maand
Scholieren 5e en 6e klassers 51,0% 24,0%
Mbo-studenten 49,3% 22,0%
Coffeeshopbezoekers 25 jaar 99,1% 99,1% waarvan:
Dagelijks: 44,2%
5-6 dagen per week: 11,7%
3-4 dagen per week: 20,9%
1-2 dagen per week: 15%
minder dan 1 dag per week: 8,3%
Riskante gebruikers*: 72,8%
Cafébezoekers 27 jaar 87,2% 27,0% waarvan:
dagelijks: 4,1%
5-6 dagen per week: 3,4%
3-4 dagen per week: 3,4%
1-2 dagen per week: 8,3%
minder dan 1 dag per week: 80,7%
Riskante gebruikers*: 7,6%
Cliënten Jeugdhulp 16,3 jaar 50% 28,7% waarvan:
Dagelijks: 26,1%
Alleen in het weekend: 7,2%
Af en toe: 10,1%
Riskante gebruikers*: 16,8%
Club- en festivalbezoekers 26 jaar 89,8% 43,0% waarvan:
minder dan 1 dag per week: 67,0%
1-2 dagen per week: 16,1%
3-4 dagen per week: 4,8%
5-6 dagen per week: 4,4%
dagelijks: 7,7%

 

Gooi- en Vechtstreek

Gebruikscijfers van cannabis in gooi- en Vechtstreek

Ooit Laatste maand
Cafébezoekers 24 jaar 84,2% 32,6% waarvan:

dagelijks: 8,5%

5-6 dagen per week: 3,4%
3-4 dagen per week: 6,8%
1-2 dagen per week: 13,6%
minder dan 1 dag per week: 67,8%
Riskante gebruikers*: 13,6%

Club- en festivalbezoekers 21 jaar 82,6% 30,3%  waarvan:

dagelijks: 4,3%

5-6 dagen per week: 4,3%
3-4 dagen per week: 12,8%
1-2 dagen per week: 14,9%
minder dan 1 dag per week: 63,8%
Riskante gebruikers*: 10,6%

*Riskant blowen is gedefinieerd als dagelijks of meer dan twee dagen per week meer dan één joint per dag te roken.

 

Toelichting cijfers

Bevolking 15-64 jaar

In 2014 is de Leefstijlmonitor gestart, een onderzoek van het CBS in samenwerking met het RIVM en o.a. het Trimbos Instituut. In deze monitor wordt ook gekeken naar het gebruik van alcohol en drugs onder de algemene bevolking.
In 2018 heeft 23,7% van de bevolking van 18 jaar en ouder ooit in zijn/haar leven cannabis gebruikt, dit zijn zo,n 3,2 miljoen mensen. Het percentage dat in de afgelopen maand heeft gebruikt ligt een stuk lager, namelijk 4,6% oftewel 620.000 mensen. 1,6% van de bevolking ofwel 220.000 mensen blowen (bijna) dagelijks (1).

Scholieren landelijk

Om de vier jaar wordt in Nederland onderzoek gedaan naar het gebruik van alcohol en drugs onder scholieren. Het laatste onderzoek was in 2016. Van de Scholieren tussen 12 en 16 heeft 4,9% de laatste maand geblowd. Van de 15 jarige scholieren heeft 8,5% de laatste maand geblowd. Een kwart van alle 15 jarige scholieren blowt meer dan 9 keer per maand (2).

Feesten, festivals en clubs

In 2016 is het gebruik van drugs onderzocht onder bezoekers feesten, festivals en clubs (discotheken) (3). De gemiddelde leeftijd was 21,7 jaar. 32,1% van de bezoekers heeft afgelopen maand geblowd.

Cijfers Amsterdam

Scholieren Amsterdam

In 2016 zijn de 5e en 6e klassers ondervraagd van 22 scholen in voortgezet onderwijs in Amsterdam (4). 24% heeft afgelopen maand cannabis gebruikt. Jongens gebruiken vaker cannabis dan meisjes.

MBO-studenten Amsterdam

In 2016 zijn mbo-studenten in Amsterdam ondervraagd. De survey is gehouden binnen diverse mbo-instellingen en locaties. De leeftijd van de studenten varieerde van 15 tot en met 35 jaar met een gemiddelde van 19 jaar. 49,3% heeft ooit geblowd. 17% heeft dat 1 of 2 keer gedaan. 34,3% blowde in het afgelopen jaar en 22% deed dat de afgelopen maand nog, waarvan 3,8% dagelijks blowde (5).

Coffeeshopbezoekers Amsterdam

In 2015 zijn in het Antenne onderzoek de coffeeshopbezoekers in Amsterdam ondervraagd (6). De gemiddelde leeftijd van de ondervraagden was 25 jaar. 99,1% van de bezoekers heeft afgelopen maand geblowd. Van deze groep blowt 55,9% dagelijks of bijna dagelijks. 72,8% van deze groep blowt riskant.

Cafébezoekers Amsterdam

In 2018 zijn in het Antenne onderzoek de café bezoekers ondervraagd (7). De gemiddelde leeftijd van de ondervraagden was 27 jaar. 27,0% heeft afgelopen maand cannabis gebruikt. Van deze groep gebruikt 7,5% (bijna) dagelijks. De meesten (80,7%) gebruiken minder dan 1 dag per week. 7.6% van deze groep blowt riskant.

Cliënten jeugdzorg Amsterdam

In 2012 zijn in het Antenne onderzoek de cliënten van de jeugdzorg in Amsterdam ondervraagd (8). De gemiddelde leeftijd van de ondervraagden was 16,3 jaar. 28.7% heeft afgelopen maand gebruikt. Van deze groep gebruikt 26.1% dagelijks en 10.1% af en toe. 59% van deze groep blowt riskant.

Clubbezoekers Amsterdam

In 2017 zijn in het Antenne onderzoek de club- en festivalbezoekers ondervraagd (9). De gemiddelde leeftijd van de clubbezoekers is 26 jaar. 43% heeft afgelopen maand gebruikt. Van deze groep gebruikt 7,7% dagelijks en 67% minder dan 1 dag per week. 13,6% van deze groep blowt riskant.

Cijfers Gooi- en Vechtstreek

In 2017 is het Antenne onderzoek ook gestart in de regio Gooi- en Vechtstreek.

Cafébezoekers Gooi- en Vechtstreek

In 2018 zijn in het Antenne onderzoek de café bezoekers ondervraagd. De afgelopen maand heeft 32,6% gebruikt (10). Van deze groep gebruikt 8,5% dagelijks en 67,8% minder dan 1 dag per week. 13,6% van deze groep blowt riskant.

Club- en festivalbezoekers Gooi- en Vechtstreek

In 2017 zijn in het Antenne-onderzoek de club- en festivalbezoekers ondervraagd. De afgelopen maand heeft 30m3% gebruikt (11). Van deze groep gebruikt 4,3% dagelijks en 6738% minder dan 1 dag per week. 10,6% van deze groep blowt riskant.

Bronnen

  1. Nationale Drug Monitor 2019, Trimbos Instituut (2020)
  2. Jeugd en riskant gedrag 2015, Peilstations Onderzoek, Trimbos Instituut (2016)
  3. Het Grote Uitgaansonderzoek 2016, Trimbos Instituut (2016)
  4. Jeugd en Genotmiddelen 2016, GGD Amsterdam (2016)
  5. Antenne 2015, Bonger Instituut (2016)
  6. Antenne 2016, Bonger Instituut (2017)
  7. Antenne 2018, Bonger Instituut (2019)
  8. Antenne 2012, Bonger Instituut (2013)
  9. Antenne 2017, Bonger Instituut (2018)
  10. Antenne Gooi-Vechtstreek 2018, Bonger Instituut (2019)
  11. Antenne Gooi-Vechtstreek 2017, Bonger Instituut (2018)

 

Versie: mei 2020

Gebruiken mensen in Nederland meer cannabis dan in de rest van Europa?

In vergelijking met Nederland zijn er landen waar duidelijk meer mensen blowen zoals in Frankrijk. In Duitsland, Portugal en Oostenrijk wordt weer veel minder geblowd. We geven hier twee tabellen met:

  • Onderzoeken onder de algemene bevolking
  • Onderzoeken onder scholieren

Afgelopen maand geblowd door de algemene bevolking

Bron: NDM 2019, Trimbos-instituut

Het European Monitoring Centre for Drugs and Drug Addiction (EMCDDA) verzamelt gegevens over het drugsgebruik in verschillende landen in Europa. De Substance Abuse and Mental Health Services Administration (SAMHSA) verzamelt deze gegevens in de VS, de Canadian Tobacco, Alcohol and Drugs Survey (CTADS) in Canada en het Australian Institute of Health and Welfare (AIHW) in Australië.

De metingen zijn in verschillende jaren gedaan, en onder verschillende leeftijden. Hierdoor kunnen cijfers niet één op één met elkaar vergeleken worden.

In de VS en Frankrijk wordt het meest geblowd. In de VS heeft 10,5% van de bevolking (18 jaar en ouder) in de afgelopen maand geblowd. In Frankrijk deed 6,4% van de bevolking (15-64 jaar) dit in de afgelopen maand. Van de Nederlanders (15-64 jaar) blowde 5,8% de afgelopen maand.

In Zweden (15-64 jaar) werd de afgelopen maand het minst geblowd, namelijk 1,6%.

De leeftijden en jaartallen die onderzocht zijn variëren. Om de verschillen duidelijk te maken hieronder een tabel met de onderzoeksgroepen en jaartal van onderzoek.

Land Jaar Leeftijd
VS 2018 >18
Spanje (ES) 2017 15-64
Frankrijk (FR) 2017 15-64
Verenigd Koninkrijk (VK) 2017 16-59
Nederland (NL) 2017 15-64
Ierland (IE) 2015 15-64
België (BE) 2013 15-64
Denemarken (DK) 2017 >16
Duitsland (DE) 2015 18-64
Italië (IT) 2017 15-74
Noorwegen (NO) 2017 15-64
Oostenrijk (AT) 2015 15-64
Portugal (PT) 2016 15-64
Finland (FI) 2014 15-64
Zweden (SE) 2017 15-64

Ook bij het gebruik onder scholieren staat Frankrijk aan kop. Hieronder een tabel met het gebruik van cannabis onder scholieren van 15 en 16 jaar.

Afgelopen maand geblowd door scholieren

Bron: European School Survey Project (ESPAD) in NDM 2019 Trimbos-instituut

In Frankrijk blowen scholieren het vaakst. 17% van de 15/16 jarige scholieren heeft daar in 2015 de afgelopen maand geblowd. Daarna volgen Italië (15%) en Spanje (14%). Nederland volgt met 12% op de vierde plaats. De VS, Duitsland, Zwitserland en het Verenigd Koninkrijk zijn in 2015 niet meegenomen. In Scandinavië wordt het minst geblowd. In Finland, Zweden en Noorwegen heeft 2% van de scholieren de afgelopen maand geblowd.

Conclusie

Nederlanders nemen een positie in de middenmoot wanneer het gaat over hoeveel zij blowen in vergelijking met andere Europese landen. In Frankrijk en Italië wordt meer geblowd dan in Nederland. In Scandinavië wordt het minst geblowd in Europa.

 

Versie: mei 2020

Is het aantal mensen dat hulp zoekt voor cannabisgebruik gestegen?

De hulpvraag voor cannabis is van 2006 tot 2011 flink toegenomen (1). Daarna is het aantal hulpzoekenden iets gedaald. De afgelopen jaren schommelt het aantal hulpzoekenden rond de 9.000 per jaar (2). In 2022 waren dit er 9.024. Niet alle verslavingszorginstellingen leveren hier gegevens over aan, dus mogelijk zijn de daadwerkelijke aantallen hoger. De gemiddelde leeftijd van hulpzoekenden  is 32 jaar. 76% van hen is man en 24% is vrouw. Na alcohol is cannabis de meest voorkomende problematiek in de verslavingszorg.

Hieronder een grafiek met het aantal mensen in behandeling van 2005 tot en met 2016:

Bron: Stichting Informatie Voorziening Verslavingszorg (1)

Het aantal mensen in behandeling is gestegen van 6155 in 2006 tot 11.246 mensen in 2011. Daarna is het licht gedaald in 2012, in 2013 en 2014 weer gestegen, en in 2015 weer gedaald tot 10.816.

Hieronder een grafiek met het aantal mensen in behandeling per leeftijdscategorie van 2005 tot en met 2016:

Bron: Stichting Informatie Voorziening Verslavingszorg (1)

Van de mensen onder de 25 jaar die in behandeling zijn, was veruit het grootste deel in behandeling voor cannabis. Tot 2010 is dit aandeel het snelst gestegen. De afgelopen jaren is het aandeel van jongeren weer enigszins afgenomen.

Bron

  1. Kerncijfers 2015, IVZ (2016)
  2. LADIS Tussenrapportage Kerncijfers Verslavingszorg 2016-2021, IVZ (2023)

 

Versie: mei 2023

Hoeveel mensen zijn verslaafd aan cannabis en hoeveel komen hiervoor in behandeling?

Gebruik/dagelijks gebruik

In 2018 is voor het laatst een onderzoek uitgevoerd naar het gebruik van cannabis onder de algemene bevolking. Toen had 7,5% van de bevolking van 18 jaar en ouder ofwel ruim 1 miljoen mensen het laatste jaar geblowd. 4,6% – oftewel ongeveer 620.ooo mensen – hadden in de laatste maand geblowd.  1,6% van de bevolking – 220.000 mensen – blowden (bijna) elke dag (1). Dagelijks blowen is een risicofactor voor problematisch gebruiken.

Problematisch gebruik

Er zijn geen recente schattingen over problematisch gebruik in Nederland. De meest recente onderzoeken gebruiken de Cannabis Abuse Screening Test (CAST), welke een indicatie geeft voor riskant riskant cannabisgebruik, maar deze hangt sterk samen met de frequentie van gebruik. Zo had 1,2% – zo’n 170.000 mensen – een positieve CAST score. Dit is een indicatie van problematisch gebruik, maar geen klinische diagnose.

Onderzoek uit 2010 werkt nog met definities van problematisch gebruik volgens de DSM-IV; dit is een internationaal handboek voor de Psychiatrie gebruikt waarin alle psychische stoornissen beschreven zijn. In 2015 werd de nieuwste versie van dit handboek, de DSM-V, gepubliceerd. Hierin zijn de termen misbruik, afhankelijkheid en verslaving vervangen door lichte, middelmatige of ernstige stoornis in het gebruik van cannabis.

Misbruik van cannabis

Van cannabis misbruik is volgens de DSM-IV sprake als een gebruiker het afgelopen jaar tenminste een van de volgende verschijnselen heeft gehad:

  • Gebruik in gevaarlijke situaties (autorijden of bedienen van gevaarlijke machines)
  • Door gebruik in aanraking komen met politie of justitie
  • Gebruik heeft nadelige gevolgen voor school of werk.
  • Doorgaan met gebruik ondanks dat dat problemen oplevert (ruzie met partner, vechtpartijen).

In 2007-2009 is vastgesteld hoeveel mensen voldeden aan de criteria voor misbruik. Van de bevolking tussen 18 en 64 misbruikte 0,4%  (40.000 mensen) cannabis. Bij mannen bedroeg het percentage 0,6% bij vrouwen 0,2% (2).

Cannabis verslaving

Van verslaving of afhankelijkheid is volgens de DSM-IV sprake als zich het afgelopen jaar drie van onderstaande symptomen hebben voorgedaan.

  • Meer gebruiken dan je wilt;
  • Willen stoppen maar niet kunnen;
  • Veel tijd besteden aan gebruik of aan bijkomen van gebruik;
  • Gebruik heeft nadelige gevolgen voor school, werk, hobby’s en sociale activiteiten;
  • Doorgaan met gebruik ondanks dat je weet dat gebruik problemen veroorzaakt of verergert;
  • Ontwikkeling van tolerantie d.w.z. een behoefte aan steeds grotere hoeveelheden om onder invloed te raken.
  • Last hebben van onthoudingsverschijnselen.

In 2007-2009 is vastgesteld hoeveel mensen voldeden aan de criteria voor afhankelijkheid. Van de bevolking tussen 18 en 64 was 0.3% (29.300 mensen) afhankelijk van cannabis. Bij mannen bedroeg het percentage 0,4%, bij vrouwen 0,1% (2).

Aantal in behandeling

In 2021 waren 9.024 mensen in behandeling voor cannabis (3). Niet alle verslavingszorginstellingen leveren hier gegevens over aan, dus mogelijk ligt het werkelijke aantal hoger. 76% van hen was man en 24% vrouw. De Stichting IVZ houdt voor heel Nederland bij hoeveel mensen zich bij de verslavingszorg aanmelden.

Bronnen

  1. NDM 2017, Trimbos-instituut
  2. Nemisis 2- 2007-2009. Trimbos-instituut.
  3. LADIS Tussenrapportage Kerncijfers Verslavingszorg 2016-2021, IVZ (2023)

 

Versie: mei 2023

Hoe vaak gaat er iemand fout op cannabis?

Monitor Drugs Incidenten (MDI)

Er is een landelijk systeem waarbij incidenten met cannabis en andere drugs kunnen worden gemeld. Deze meldingen worden gedaan vanuit 8 regio’s door een deel van de:

  • Eerste hulpen van ziekenhuizen
  • Ambulancediensten
  • Politieartsen
  • EHBO posten op grote dancefeesten.

Onderstaande cijfers geven dus geen volledig beeld. Wel ontstaat een beeld van de aard van de incidenten.

In 2020 werden 3.541 drugsincidenten gemeld. In 876 gevallen (28%) was cannabis één van de gebruikte middelen. In 69% van deze gevallen was cannabis het enige gebruikte middel (met of zonder alcohol). De incidenten varieerden van:

  • Lichte intoxicatie: goed aanspreekbaar, gebruik merkbaar in gedrag;
  • Matige intoxicatie: onvoldoende aanspreekbaar, duidelijk onder invloed;
  • Ernstige intoxicatie: niet aanspreekbaar vanwege (sub)comateuze toestand of geagiteerd/agressief gedrag, eventueel in combinatie met verstoorde vitale parameters (hartslag, bloeddruk, ademhaling).

In de onderstaande tabel vind je per dienst hoe ernstig de intoxicaties waren van de patiënten die binnen kwamen in 2018.

Ambulances Ziekenhuizen Politieartsen EHBO-post
Licht 44% 51% 54%
Matig 23% 26% 19%
Ernstig 33% 23% 26%

Bijna een kwart alle drugsincidenten die in 2020 werden gerapporteerd door de spoedeisende hulp (SEH) van ziekenhuizen was gerelateerd aan cannabisgebruik. Dit komt doordat de meeste SEHs die rapporteren aan het MDI in Amsterdam zitten en toeristen regelmatig angstig of onwel worden na cannabisgebruik. Bijna de helft van alle cannabis incidenten die zijn geregistreerd sinds 2009 vindt plaats bij toeristen. Er zijn in 2020 geen cannabis meldingen geweest op EHBO-posten. Dit komt doordat er in 2020 weinig dance evenementen waren ten gevolge van corona.

Opnamen in ziekenhuizen

Ten slotte zijn er gegevens bekend van opnames in ziekenhuizen vanwege cannabisgebruik. Hierbij wordt er onderscheid gemaakt tussen problemen door cannabis gebruik als hoofddiagnose en nevendiagnose. De hoofddiagnose is de belangrijkste ziekte of klacht waarvoor iemand in het ziekenhuis komt. Een nevendiagnose is een aanvullende klacht of ziekte, die niet de hoofdreden vormt dat iemand in het ziekenhuis komt.

Het aantal gevallen met problemen door cannabisgebruik als hoofddiagnose schommelde tussen 2015 en 2018 tussen de 130 en 160 gevallen. Het komt vaker voor dat een probleem door cannabisgebruik een nevendiagnose vormt. Dit kwam voor bij 1240 gevallen in 2015 en steeg naar 1710 gevallen in 2018.

Bron

NDM 2022, Trimbos-instituut (2022)

 

Versie: november 2022

Hoeveel scholieren in Amsterdam gebruiken cannabis?

In 2016 zijn de 5e en 6e klassers ondervraagd van 22 scholen in voortgezet onderwijs in Amsterdam. 17 havo-5 klassen, 19 vwo-5 klassen en 17 vwo-6 klassen hebben meegedaan.

De scholieren hadden de leeftijd van:

  • jonger dan 16: 2
  • 16 jaar: 277
  • 17 jaar: 475
  • 18 jaar: 261
  • 19 jaar of ouder: 57

Scholieren en blowgedrag

De helft van de scholieren heeft ooit geblowd.

Hieronder een tabel met het cannabisgebruik per geslacht en herkomst.

laatste maand ooit van plan
Geslacht
jongens 33 56 35
meisjes 16 47 26
Herkomst
Nederlands 30 66 39
overig westers 34 63 38
niet-westers 10 21 11

Jongens blowen vaker dan meisjes. En scholieren met een Nederlandse of overig westerse achtergrond blowen vaker dan scholieren met een niet-westerse achtergrond.

Ongeveer een derde van de scholieren is van plan om cannabis komend jaar te gebruiken. Dit zijn meestal scholieren die al ervaring hebben met cannabis.

Bron

Jeugd en Genotmiddelen 2016, GGD Amsterdam (2016)

 

Versie: augustus 2017

Zijn scholieren meer cannabis gaan gebruiken?

Het aantal scholieren dat de afgelopen maand heeft geblowd is sinds 1996 duidelijk gedaald. Ook ten opzichte van 2011 is er een daling. Het niveau zit nog wel boven dat van 1988.

Hieronder 4 tabellen over het maandelijks gebruik door scholieren in Nederland en Amsterdam. Cannabisgebruik in de afgelopen maand is het antwoord op de vraag: “heb je de afgelopen maand geblowd?”.

Trends in gebruik in de afgelopen maand bij scholieren tussen 12 en 18 jaar 

Bron: Peilstationsonderzoek scholieren (1)

In 2015 had 6.1% van de scholieren tussen 12 en 18 de afgelopen maand gebruikt.

Trends in gebruik in het afgelopen jaar bij scholieren tussen 12 en 16

Internationaal wordt het zogenaamde HBSC* onderzoek uitgevoerd. Hieraan nemen 41 landen deel. Leerlingen tussen 12 en 16 jaar worden onderzocht. Gegevens over Nederlandse scholieren zijn beschikbaar vanaf 2001 tot 2013. De gegevens die je hier ziet gaan over het gebruik in het afgelopen jaar.

Bron: HBSC onderzoek in NDM 2015 (2)

Uit de gegevens van het HSBC onderzoek blijkt dat de dalende trend in gebruik voortzet.

Trends in gebruik in de afgelopen maand bij Westerse en niet-Westerse scholieren in Amsterdam

Er wordt ook onderzoek uitgevoerd in Amsterdam. In dit onderzoek wordt o.a. gekeken naar het druggebruik van derdeklassers. Deze hebben een leeftijd van gemiddeld 14 jaar.

In Amsterdam is 50% van de derdeklassers niet-westers (dat wil zeggen dat een van de ouders in een niet-westers land is geboren). We geven de trends in gebruik van de westerse groep en de niet-westerse leerlingen.

Bron: Antenne 2011 (3)

Niet-westerse 14 jarige leerlingen blowen duidelijk minder dan hun westerse leeftijdgenoten. Bij de westerse leerlingen heeft 15.4% de afgelopen maand geblowd, bij de niet westerse is dat 8.6%.

Cannabisgebruik in de afgelopen maand bij 15-jarige scholieren in Nederland en Amsterdam

Blowen Amsterdamse leerlingen nu minder of meer dan scholieren in Nederland? Je kunt 15 jarige leerlingen uit het landelijke Peilstations Onderzoek vergelijken met de derdeklassers uit het Antenne onderzoek. In 1999, 2007 en in 2011 werd het landelijke peilstations Onderzoek en het Amsterdamse Antenne onderzoek in het zelfde jaar uitgevoerd. In 96/97 en in 2003/2002 verschilde het jaar van onderzoek met een jaar. In 2015 werd het onderzoek alleen landelijk uitgevoerd. Hieronder de grafiek.

Bron: Peilstationsonderzoek scholieren 2003, 2007, 2011 en 2015 (1) en Antenne 2003, 2007 en 2011 (3)

Ondanks de grote hoeveelheid coffeeshops in Amsterdam ligt het gebruik in Amsterdam onder 15 jarigen niet veel hoger dan in de rest van het land. Het grote aantal leerlingen met een niet-westerse achtergrond houdt het gebruik in Amsterdam laag.

* HBSC staat voor Health Behaviour in School-aged Children.

Bronnen

  1. Jeugd en riskant gedrag 2015, Peilstations Onderzoek, Trimbos Instituut (2016)
  2. NDM 2015, Trimbos Instituut (2016)
  3. Antenne 2011, Bonger Instituut (2011)

 

Versie: augustus 2017

Neemt het aantal scholieren dat riskant cannabis gebruikt toe?

In Amsterdam is onderzoek gedaan naar riskant blowen. Met riskant blowen wordt bedoeld: iemand die dagelijks blowt of een paar dagen per week meer dan 2 joints rookt.

Landelijk is gevraagd naar het aantal leerlingen dat meer dan 10 jointjes per maand blowt.

Hieronder een tabel met cijfers van 15-jarige scholieren uit 1997, 1999, 2002, 2007 en 2011 uit Amsterdam. En cijfers uit 2003, 2007 en 2011 uit het hele land.

  Riskant blowen (Amsterdam) >10 joints per maand (landelijk)
1997 6.1%
1999 4.3%
2002/2003 6.0% 17.6%
2007 1.5% 14.3%
2011 3% 11%

Het riskant of veel blowen onder scholieren is dus afgenomen.

In 2015 is het onderzoek onder landelijke scholieren opnieuw gedaan (3). Toen is niet gevraagd naar het roken van >10 joints in de afgelopen maand, maar naar het roken van meer dan >9 keer in de afgelopen maand. 25,3% van de 15-jarige scholieren had dit gedaan. Dit percentage is niet te vergelijken met de percentages van voorgaande jaren.

Wel blijkt uit dit onderzoek dat scholieren op latere leeftijd beginnen met blowen (2003: 13,7 jaar, 2007 en 2011: 13,9 jaar en 2015: 14,1 jaar), en dat een minder groot percentage scholieren blowen. In 2015 heeft 11,9% van de scholieren ooit geblowd. In 2011 was dit 17,4%.

Bronnen

  • Antenne 2011, Bonger Instituut (2011)
  • Jeugd en riskant gedrag 2011, Peilstations Onderzoek, Trimbos Instituut (2011)
  • Jeugd en riskant gedrag 2015, Peilstations Onderzoek, Trimbos Instituut (2016)

 

Versie: augustus 2017

Zijn hasj en wiet de afgelopen jaren sterker geworden?

De werkzame psychoactieve stof in wiet en hasj is THC. Het THC- gehalte is tot 2003/2004 sterk toegenomen tot 20%  Daarna is het stabiel gebleven tot licht gedaald met een dip in 2013 van 13,5%. De laatste jaren schommelt het rond de 15/16%. Hieronder een grafiek en een tabel met metingen die door het Trimbos- instituut zijn uitgevoerd en een aantal metingen van de politie die daarvoor nog gedaan zijn. Bovenaan de tabel de waarden van 2019. Onderaan de tabel enige cijfers over eerdere onderzoeken die niet door het Trimbos- instituut zijn uitgevoerd.

THC gehalte in Nederlandse en geïmporteerde wiet sinds 1991:

Jaar Nederwiet Geïmporteerde Wiet Nederhasj Geïmporteerde Hasj
2019 16.7 3.7 26.0 24.8
2018 16.8 6.8 29.2 23.5
2017 16.9 6.9 35.1 20.8
2016 16.1 5.8 32.8 19.3
2015 15.3 4.8 31.6 17.8
2014 14.6 4.8 20.4 14.9
2013 13.5 5.1 29.0 16.8
2012 16.4 7.6 31.8 16.6
2011 15.5 5.7 35.0 16.1
2010 16.5 6.6 29.6 14.3
2009 15.1 9.9 32.5 17.3
2008 16.4 8.4 27.6 16.2
2007 16.0 6.0 29.1 13.3
2006 17.5 5.5 33.3 18.7
2005 17.5 6.7 26.0 26.9
2004 20.4 7.0 39.3 18.2
2003 18.1 6.2 35.5 16.6
2002 15.5 6.6 20.7 17.5
2001 11.3 11.3 16.0 12.2
2000 8.6 5.6 20.7 11.0
1999 8.6
1997* 8.9
1994* 8.5
1991* 7.5 14.2

 

Gemiddelde en spreiding

De genoemde waarden zijn gemiddelden. De spreiding is echter groot. Hieronder het gemiddelde plus de laagste en hoogst gevonden waarde van de monsters uit 2019.

Gemiddeld Laagste waarde Hoogste waarde
Nederwiet 16.7% 0.7% 24.6%
Geïmporteerde wiet 3.79% 0.6% 5.8%
‘sterkste’ wiet 18.4% 10.4% 24.3%
Nederhasj 26.4% 12.1% 35.9%
Geïmporteerde hasj 24.8% 0.7% 47.0%

De consument weet dus niet wat hij koopt. Over het algemeen hebben de duurdere soorten een hoger THC- gehalte dan de goedkopere soorten. Buitenlandse wiet heeft altijd een fors lager THC gehalte dan de Nederlandse wiet. Consumenten die iets lichts willen kunnen dus het beste geïmporteerde buitenlandse wiet kopen.

Net zoals bij alcohol het geval is, zou een indicatie van de sterkte (het THC- gehalte) op de verpakking moeten worden vermeld. Als consument heeft men dan een richtlijn.

Gevolgen hoog THC percentage

Hoe hoger het percentage THC, des sterker het effect. Men is sneller en sterker onder invloed. Vooral voor beginners kan een hoog percentage vervelend zijn. Er kan dan ineens te veel binnen gekregen worden, waardoor men flink ziek kunt worden. Ervaren gebruikers voelen vaak snel aan dat de wiet sterk is, waardoor ze er minder van nemen. Ze stoppen wat minder in een joint of roken er minder van. Sterkere cannabis zorgt voor een sterkere stimulering van het beloningscentrum in het brein, hierdoor zou het meer verslavend kunnen zijn. Dit kan gecompenseerd worden door je rookgedrag aan te passen.

Gevolgen laag CBD percentage

De werking van THC wordt beïnvloed door andere cannabinoïden uit de cannabisplant. Vooral CBD is hierin belangrijk. Het heeft een dempende werking op het effect van THC. In nederwiet zit bijna geen CBD. In buitenlandse wiet iets meer. Echter, in deze soorten wiet is het percentage CBD te laag om een positief effect te hebben. De hoogste percentages CBD zitten in buitenlandse hasj. CBD onderdrukt psychoses en lijkt de kans op verslaving iets te verminderen.

Opzet onderzoek Trimbos-instituut

Het onderzoek naar THC wordt jaarlijks uitgevoerd. In het onderzoek worden 50 willekeurige coffeeshops bezocht. Bij elke coffeeshop wordt, indien mogelijk, een monster nederwiet, geïmporteerde wiet, ‘sterkste’ wiet, nederhasj en geïmporteerde hasj gekocht (klik hier voor meer informatie over hoe het onderzoek wordt uitgevoerd).

 

*Eerder onderzoek

Sinds 1999/2000 wordt systematisch onderzoek gedaan naar het gehalte THC. Daarvoor vond dat niet plaats, behalve zo nu en dan bij een politieonderzoek. In 1991 bleek uit een politieonderzoek dat het percentage THC in wiet 7,5% was, bij hasj was dat 14,2%. Ook toen waren er al zeer sterke variaties.

In de periode tussen 1994 en 1997 werden gemiddelde waarden voor nederwiet gevonden van 8,5 en 8,9 procent.

 

Bron: THC-concentraties in wiet, nederwiet en hasj in Nederlandse coffeeshops, 2016-2017. Trimbos-instituut (2019)

 

Versie: mei 2020

Zijn hasj en wiet de laatste jaren duurder geworden?

Uit onderzoek naar de sterkte van cannabis is ook gekeken naar de prijs. Nederwiet werd in 2021 gemiddeld voor €11,70 per gram verkocht. Buitenlandse wiet is goedkoper en kostte €4,67 per gram. Buitenlandse hasj kostte €11,74 per gram. Nederhasj kostte €13,80 per gram en is hiermee het duurste.

De prijs van nederwiet is tot 2021 bijna elk jaar gestegen. De prijs van buitenlandse wiet schommelt een beetje, maar is de laatste jaren redelijk gelijk gebleven. Buitenlandse hasj is over de jaren iets duurder geworden. De prijs van nederhasj wisselt sterk per jaar. Hieronder zie je een grafiek met daarin de prijzen voor nederwiet, nederhasj, buitenlandse wiet en buitenlandse hasj vanaf 2011 t/m 2021:

 

Bron

THC-concentraties in wiet, nederwiet en hasj in Nederlandse coffeeshops, 2016-2017. Trimbos-instituut (2019)

THC-concentraties in wiet, nederwiet en hasj in Nederlandse coffeeshops, 2020-2021. Trimbos-instituut (2021)

 

Versie: november 2022

Neemt het aantal coffeeshops af?

Volgens onderzoeksbureau Intraval waren er in 2018 in Nederland 567 coffeeshops, verspreid over 102 gemeenten.  Ten opzichte van de voorgaande meting over 2016 – toen er nog 573 coffeeshops waren – zijn er 14 coffeeshops verdwenen en acht bijgekomen. Ook in 2019 lijkt de stabilisatie van het aantal coffeeshops door te zetten, in maart 2019 is het aantal coffeeshops iets gestegen naar 570. De coffeeshopdichtheid (gemiddeld aantal inwoners per coffeeshop) ligt eind 2018 op 33.489 voor de 102 coffeeshopgemeenten, nagenoeg gelijk met eind 2016 toen het 32.671 bedroeg.

Daarnaast zijn er in Nederland naar schatting enkele duizenden niet gedoogde verkooppunten van cannabis. Dat zijn thuisdealers op een vast adres, dealers in horeca, straatdealers en thuisbezorging na telefonische bestelling. Via coffeeshops wordt naar schatting 70% van de cannabis verkocht, via de niet gedoogde punten 30%. Hoe meer coffeeshops een gemeente heeft, hoe minder er illegaal verkocht wordt.

Daling aantal coffeeshops

Het aantal coffeeshops daalde elk jaar, maar de laatste jaren lijkt het totale aantal coffeeshops te stabiliseren. In 2018 en 2019 was er zelfs voor het eerst sinds 1999 weer een stijging van het aantal coffeeshops ten opzichte van het jaar ervoor.

  • 1999: 846
  • 2000: 813
  • 2001: 805
  • 2002: 782
  • 2003: 754
  • 2004: 737
  • 2005: 729
  • 2006: 719
  • 2007: 702
  • 2008: 700
  • 2009: 666
  • 2010: 660
  • 2011: 651
  • 2012: 617
  • 2013: 606
  • 2014: 591
  • 2015: 577
  • 2016: 573
  • 2017: 564
  • 2018: 567
  • (maart) 2019: 570

Redenen voor de daling van het aantal coffeeshops zijn:

  • Gebiedsgerichte aanpak ‘1012’ in Amsterdam om het winkelaanbod in de buurt diverser te maken
  • Handhaving van een afstandscriterium door gemeenten: per 1 januari 2014 geldt de regel dat de afstand tussen een coffeeshop en een school tenminste 350 meter moet bedragen. Voor deze regel geldt maatwerk. Dat wil zeggen dat gemeenten de vrijheid hebben om van deze regel af te wijken.
  • Sluiting als gevolg van een negatief BIBOB-advies
  • Overtreding van de landelijke gedoogcriteria
  • Overtreding van de lokale voorwaarden

In totaal zijn er 14 coffeeshops verdwenen in de periode 2017-2018.  Tegelijkertijd zijn er in de periode 2017-2018 ook acht coffeeshops bijgekomen in acht verschillende gemeenten. Omdat het merendeel van deze acht coffeeshops in 2018 is geopend, is er van 2017 op 2018 – voor het eerst sinds 1999 – een stijging waarneembaar in het aantal coffeeshops. Een aantal nieuwe coffeeshops is in de plaats gekomen van coffeeshops die zijn gesloten. Daarnaast hebben vier gemeenten gedoogverklaringen voor coffeeshops afgegeven om het aantal coffeeshops nader in overeenstemming te brengen met het hogere maximum dat in hun gemeentelijk coffeeshopbeleid is vastgelegd. Begin 2019 blijken er – om de laatstgenoemde reden – nog eens drie coffeeshops te zijn bijgekomen.

Bron: Intraval (2019). Coffeeshops in Nederland 2018.

 

Versie: januari 2021

Hoeveel mensen in Nederland zijn verslaafd en hoeveel zijn er in behandeling?

Hieronder vind je een tabel met het aantal mensen met een verslavingsprobleem in Nederland. De cijfers van cliënten in behandeling zijn van 2021 (1). Niet alle verslavingszorginstellingen leveren hier cijfers over aan, dus mogelijk zijn de daadwerkelijke aantallen hoger. De cijfers over drugsmisruikers of verslaafden van cocaïne, amfetamine, xtc en GHB zijn een zeer ruwe schatting.

Bij alcohol en cannabis zijn niet alleen de verslaafden geteld, maar ook de mensen die het middel misbruiken. In totaal zijn er in Nederland ongeveer 2 miljoen mensen die verslaafd zijn of een middel misbruiken.

Aantal verslaafden/misbruikers in Nederland en aantal in behandeling:

Stof Aantal verslaafden/misbruikers Aantal in behandeling
Alcohol 477.000 24.231
Tabak 539.000 389
Cannabis 70.000 9.024
Snuifcocaïne & crack 38.057 6.744
Opiaten (voornml. heroïne) 14.000 6.698
Gokken 79.000 1.887
Speed (amf) 7.064 1.766
XTC 520 130
GHB 3.824 956
Medicijnen (voornml. benzo’s) 600.000 1.053
Internet- gamen 16.000 221
Overig 7.008 1.752
Totaal 1.840.273 54.865

Toelichting cijfers

Alcohol

In 2007-2009 is in het NEMISIS onderzoek gedaan naar het voorkomen van alcoholverslaving in de bevolking tussen 18 en 64 jaar (2). Hiervoor is de DSM IV gebruikt. 82.400 mensen zijn verslaafd.

De DSM IV spreekt ook van alcoholmisbruik. 395.000 mensen misbruiken alcohol. Misbruik wil zeggen dat je wel allerlei negatieve gevolgen van alcohol ondervindt, maar er is nog geen sprake van gewenning en het optreden van onthoudingsverschijnselen bij stoppen.

Tabak

In 2016 is een bevolkingsonderzoek gedaan naar het gebruik van alcohol, drugs en tabak. Toen rookte ongeveer een vijfde (18,6%) van de bevolking dagelijks. 4,1% van de bevolking rookt meer dan 20 sigaretten per dag. Deze groep zou je verslaafd kunnen noemen (3). Dat zijn 539.000 mensen vanaf 18 jaar. Reken je alle dagelijkse gebruikers tot de verslaafden dan kom je aan de 2,5 miljoen mensen.

Cannabis

In 2007-2009 is in het NEMESIS onderzoek bekeken hoeveel mensen aan cannabis verslaafd zijn. Het aantal wordt geschat op 29.300 mensen ofwel 0,3% van de bevolking tussen 18 en 64 jaar (2). Bij mannen ligt het percentage op 0,4% en bij vrouwen op 0,1%.

De DSM IV spreekt ook van misbruik. 40.200 mensen misbruiken cannabis. Misbruik wil zeggen dat je wel allerlei negatieve gevolgen van cannabis ondervindt, maar er is nog geen sprake van gewenning en het optreden van onthoudingsverschijnselen bij stoppen.

Cocaïne

Het aantal verslaafden aan cocaïne in Nederland is niet bekend. Een schatting levert het volgende op:

Crack

Veel mensen die problematisch opiaten (heroïne) gebruiken, gebruiken ook crack (4). Naar schatting zijn er 14.000 mensen die problematisch opiaten gebruiken. Hiervan gebruikt ongeveer 80% ook problematisch crack. Dit zijn ongeveer 11.200 mensen.

Snuifcocaïne

Het aantal mensen in Nederland dat aan snuifcocaïne verslaafd is kan geschat worden door bij andere drugs te kijken naar welk percentage van de problematische gebruikers nu eigenlijk in behandeling komt. Uit bevolkingsonderzoek is bekend hoeveel problematische drinkers, blowers en gokkers er zijn. Hieruit blijkt dat ongeveer 5% tot 14% van de problematische gebruikers hiervoor een behandeling zoekt.

Het aantal problematische gebruikers die cocaïne snuiven kennen we niet. Wel het aantal snuivers dat behandeling zoekt. In 2014 zochten 7.419 mensen een behandeling voor cocaïne. 50% van de groep gebruikte snuift cocaïne, 50% rookte crack. Er hebben zich dus 3.760 mensen aangemeld die de cocaïne snoven. Deze 3.760 mensen vormen tussen de 5 tot 14% van de problematische groep gebruikers. Gaan we op 14% zitten dan zou dat beteken dat het aantal verslaafden en misbruikers van snuifcocaïne op 26.857 ligt.

Tel hier het aantal crack gebruikers bij op en je komt op 38.057.

Heroïne

Het aantal problematische opiaatgebruikers in Nederland wordt geschat op 14.000 (4). 80% van deze groep gebruikt ook crack.

Gokken

In 2016 is door Intraval onderzoek gedaan naar de omvang van verslavingsproblematiek. 79.000 mensen zijn probleemspelers en zeer waarschijnlijk gok- of kansspelverslaafd. 95.700 mensen speelt op een riskante manier (5) en zijn mogelijk kansspelverslaafd.

Amfetamine (speed)/XTC

Het aantal amfetamine- en XTC-verslaafden in Nederland is onbekend. XTC (MDMA) is nauwelijks verslavend. Amfetamine wel. De cijfers die in de tabel genoemd zijn, zijn gebaseerd op de aanname dat 25% van het werkelijk aantal verslaafden in behandeling is.

GHB

Het aantal GHB-verslaafden in Nederland is onbekend. Wel lijkt het erop dat het aantal GHB-verslaafden is toegenomen (4). De cijfers die in de tabel genoemd zijn, zijn gebaseerd op de aanname dat 25% van het werkelijk aantal verslaafden in behandeling is.

Slaap- en kalmeringsmiddelen

In 2005 werden aan 1,9 miljoen Nederlanders slaap en kalmeringsmiddelen voorgeschreven. Bij een derde van hen gaat het om langdurig gebruik (meer dan 3 maanden). Deze groep hoeft niet perse verslaafd te zijn. Langdurig gebruik kan voorkomen als onderdeel bij bepaalde medische behandelingen. Bij de cijfers over het aantal mensen in behandeling, gaat het om benzodiazepinen, barbituraten en overige psychofarmaca/medicijnen.

Internetgamen

Mensen kunnen niet alleen verslaafd raken aan middelen, maar ook aan bepaalde activiteiten. Hiervan is de grootste groep verslaafd aan internetgamen. Ongeveer 1,5% van jongeren tussen 13 en 16 jaar kan beschouwd worden als gameverslaafde (7). Dit komt neer op 12.000 jongeren. Van het aantal hulpzoekers is 82% jonger dan 25 jaar. Als je die 12.000 verslaafde jongeren ziet als 75%, komt er nog 25% ofwel 4.000 mensen bij. Dit komt neer op ongeveer 16.000 problematische internetgamers.

Overig

In totaal zijn er nog 1.752 mensen voor overige verslavingen in behandeling (1). Hierbij gaat het in 998 gevallen om een middelenverslavingen, bijvoorbeeld voor ketamine, lachgas of psychedelica. Ook vallen NPS (New Psychoactive substances) hieronder. Het andere deel betreft gedragsverslavingen, waaronder seksverslaving en eetverslaving. Dit gaat om 754 gevallen.

Het precieze aantal verslaafden in deze overige categorie is onbekend. De cijfers die in de tabel genoemd zijn, zijn gebaseerd op de aanname dat 25% van het werkelijk aantal verslaafden in behandeling is.

Totaal

Totaal zijn rond de 2 miljoen mensen in Nederland verslaafd. In 1.616.000 gevallen gaat het hierbij om de legale middelen alcohol, tabak en slaap- en kalmeringsmiddelen.

 

* De verslaafden aan crack zijn niet meegeteld. Dit is immers dezelfde groep als de heroïneverslaafden.

 

Bronnen:

  1. LADIS Tussenrapportage Kerncijfers Verslavingszorg 2016-2021, IVZ (2023)
  2. Nemisis 2- 2007-2009. Trimbos Instituut.
  3. Nationaal Prevalentie Onderzoek Middelengebruik 2009: De kerncijfers, IVO (2009).
  4. NDM 2017, Trimbos Instituut.
  5. Modernisering kansspelbeleid, Intraval (2016).
  6. Noorlander, E. Misbruik van en verslaving aan medicatie. In: Drugs en alcohol. Gebruik, misbruik en Verslaving.
  7. vVn Rooij et al., 2011.

 

Versie: mei 2023

Is het aantal mensen dat behandeling zoekt voor alcohol of drugs toegenomen?

Hieronder vind je een tabel met het aantal aanmeldingen van 2005 tot 2015. Daarna zijn er geen nieuwe cijfers meer gekomen.

Tot 2011 is het aantal aanmeldingen over het algemeen toegenomen. Daarna is er sprake van een dalende trend.
Het aantal mensen wat in behandeling komt voor heroïne daalt ieder jaar.

Bron: Kerncijfers verslavingszorg 2015

Toename sinds 2003

Het aantal mensen dat voor cannabis in behandeling kwam is flink toegenomen. In 2003 waren 4.485 personen in behandeling voor cannabis. In 2015 waren dat 10.816 personen.

Het aantal mensen dat voor amfetamine in behandeling kwam is in de afgelopen tien jaar meer dan verdubbeld. In 2003 waren 735 personen in behandeling. In 2015 waren dit er 1.794.

Het aantal mensen dat voor alcohol in behandeling kwam is sinds 2003 toegenomen tot 33.897 in 2010. Daarna is het afgenomen tot 29.374 in 2015.

Het aandeel GHB en overige verslavingen (eetstoornissen, internetgamen en seksverslaving) (niet in de grafiek meegenomen) is de laatste jaren toegenomen.

Afname

Het aantal mensen dat voor cocaïne in behandeling kwam schommelde tussen 2003 en 2011 tussen de 8 en 9 duizend personen. De afgelopen 3 jaar is het licht gedaald.

Het aantal mensen dat voor gokken (niet in tabel) in behandeling kwam is sinds 2003 met 2.820 afgenomen naar 2.186 personen in 2015.

Het aantal mensen dat voor heroïne in behandeling is, is afgenomen van 14.410 in 2005 naar 9.093 in 2015.

Bron

Kerncijfers 2015, IVZ (2016)

 

Versie: februari 2018

 

Neemt het aantal jongeren dat een behandeling zoekt toe?

Het aantal jongeren dat in behandeling komt is de afgelopen jaren licht gestegen. Het aantal ouderen dat in behandeling komt is veel meer gestegen. Dit heeft o.a. te maken met de vergrijzing van de bevolking in Nederland.
Hieronder is een grafiek te zien met het aantal jongeren in behandeling in de afgelopen 10 jaar.

Bron: Kerncijfers verslavingszorg 2015

Toename in percentages

Alcohol

Het aantal jongeren dat voor alcohol in behandeling kwam is de afgelopen 10 jaar toegenomen. In 2006 kwamen 1021 jongeren in behandeling voor alcohol. In 2015 waren dat 1491 jongeren. Dat is een toename van 46%.

Cannabis

Het aantal jongeren dat voor cannabis in behandeling kwam is de afgelopen jaren toegenomen. In 2006 waren 2399 jongeren in behandeling voor cannabis. In 2015 waren dit 4067 jongeren. Dat is een toename van 69%.

GHB

Het aantal jongeren dat voor GHB in behandeling kwam is pas sinds 2007 gemeten. Sindsdien is het ieder jaar gestegen tot 2012. In 2007 waren 29 jongeren in behandeling voor GHB. Dit is met 834% toegenomen tot 242 in 2012. Daarna is het weer gedaald tot 192 in 2015.

Afname in percentages

Heroïne

Het aantal jongeren dat voor heroïne in behandeling is daalt. In 2006 waren 216 jongeren in behandeling. In 2015 waren dit 192 jongeren.

Cocaïne

Het aantal jongeren dat voor cocaïne in behandeling kwam is sinds 2006 met 44% gedaald van 1233 in 2006 naar 551 in 2015.

Schommelingen

Amfetamine

In 2006 kwamen 508 jongeren in behandeling voor amfetamine. Dit steeg tot 670 jongeren in 2008. Sindsdien is het weer gedaald tot 439 jongeren in 2015.

Gokken

Het aantal jongeren dat voor gokken in behandeling schommelt de laatste 10 jaar rond de 300 tot 400 jongeren. In 2015 waren 345 jongeren in behandeling voor gokken.

Xtc

Voor xtc melden weinig mensen zich aan voor een behandeling. In 2006 kwamen 102 jongeren in behandeling voor xtc en in 2016 83.

Bron

Kerncijfers 2015, SIVZ (2016)

 

Versie: februari 2018

Welke leeftijd hebben de mensen die in behandeling komen?

In 2021 was de gemiddelde leeftijd van alle mensen die voor een verslaving in behandeling waren 42 jaar. 10% van deze mensen was jonger dan 25 jaar en 21% was ouder dan 55 jaar. De gemiddelde leeftijd kan per middel veel verschillen.

Hieronder een tabel met de leeftijden van de mensen die in 2021 in Nederland in behandeling waren. In de tabel cijfers over: de gemiddelde leeftijd, mensen onder de 25 jaar, tussen 25 en 55 jaar en ouder dan 55 jaar.

Middel Gemiddelde leeftijd <25 25-55 55+ Totaal aantal hulpzoekers
Alcohol 47 4% 66% 30% 24.231
Opiaten (voornamelijk heroïne) 50 1% 61% 38% 6.698
Cannabis 32 28% 68% 4% 9.024
Cocaïne 40 7% 82% 11% 6.744
Amfetamine 34 17% 79% 4% 1.766
XTC 28 45% 53% 2% 130
GHB 34 7% 91% 2% 956
Tabak 49 6% 53% 41% 389
Medicijnen (voornamelijk slaap- en kalmeringsmiddelen) 44 7% 67% 26% 1.053
Gokken 35 17% 72% 9% 1.887
Gamen 25 54% 44% 2% 221

 

Het probleem waarmee jongeren onder de 25 het vaakst in de verslavingszorg terecht komen is cannabis. Daarnaast is het percentage jongeren ook relatief hoog bij alcohol, XTC, amfetamine en gamen.

Het percentage 55 plussers in de verslavingszorg is relatief hoog bij alcohol, opiaten, tabak en medicijnen.

Bron

LADIS Tussenrapportage Kerncijfers Verslavingszorg 2016-2021, IVZ (2023)

 

Versie: mei 2023

 

Hoeveel mensen worden op grond van de Opiumwet veroordeeld?

Het aantal overtredingen van de Opiumwet dat bij het OM in 2018 binnen kwam bedroeg:

  • Softdrugs: 7.310
  • Harddrugs: 7.100
  • Hard en softdrugs: 975

Van alle zaken die bij OM binnen stromen betreft 9,0% een overtreding van de Opiumwet, waarbij het in de meeste gevallen om softdrugsverdachten gaat.

Gedagvaard (voor de rechter gebracht)

Het aantal zaken die bij het OM binnenkomen en voorgelegd worden aan de rechter bedroeg:

  • Softdrugs: 3.728 (51%)
  • Harddrugs: 4.289 (59%)
  • Hard- en softdrugs: 790 (81%)

De overige zaken zijn afgedaan met een transactie (financieel, vergoeding schade, leer of werkstraffen) of sepot.

 

Bron: NDM 2019, Trimbos-instituut (2020)

 

Versie: juli 2020

Hoe moet ik cijfers over drugsgebruik in de krant lezen?

In onderzoek naar het gebruik van drugs worden vaak drie vragen gesteld:

  • Heb je ooit van je leven gebruikt?
  • Heb je het afgelopen jaar gebruikt?
  • Heb je afgelopen maand gebruikt?

De ”ooit cijfers” liggen altijd hoog. Als je aan mensen vraagt of zij wel eens ooit oranjebitter gedronken hebben, heb je dikke kans dat 80% dat met ja beantwoordt (met Koninginnedag bijvoorbeeld). Vraag je naar het laatste maand gebruik van oranjebitter dan kom je waarschijnlijk nog niet eens aan de 0,01%.

Daarom is het zo belangrijk om bij het lezen van de krant goed te kijken om welke cijfers het gaat: ”ooit cijfers” of ”laatste maand” cijfers. De ”laatste maand” cijfers geven een veel beter beeld over het actuele gebruik. Hieronder een tabel met de verschillen tussen het ooit, laatste jaar en laatste maand gebruik in 2018 (1).

Drugs Ooit gebruikt Laatste jaar gebruikt Laatste maand
Cannabis 23,7% 7,5% 4,6%
XTC 8,4% 2,8% 1,1%
Cocaïne 5,4% 1,6% 0,7%
Speed 4,6% 1,1% 0,5%
Heroïne 0,5 0,06% 0,05%
GHB 1,5% 0,4% 0,2%

Steeds meer en steeds vaker

In de pers worden ook vaak de woorden “steeds meer” en “steeds vaker” gebruikt. “Steeds minder” kan ook, maar dat wordt, als het om drugs gaat niet als nieuws beschouwd.

Als je “steeds meer” of “steeds vaker” hoort of leest, dien je erg op je hoede te zijn. ”Steeds meer” en ”steeds vaker” zegt niet zoveel. Verschillen kunnen ook op toeval berusten. Om te bepalen of iets steeds meer of steeds vaker voorkomt, is degelijk wetenschappelijk onderzoek nodig. Kijk in het krantenartikel of er onderzoek gedaan is en wie het onderzoek heeft gedaan om te kunnen beoordelen of ”steeds meer” of ”steeds vaker” op harde gegevens berust.

Vergelijkingen

Bij de woorden ”steeds meer” en ”steeds vaker” worden vaak vergelijkingen gemaakt, bijvoorbeeld vaker dan vorig jaar. Hierbij maakt de pers vaak gebruik van een vergelijking die bij nadere beschouwing de daling of stijging in een heel ander daglicht kunnen zetten. Ondertussen is het al wel nieuws, zeker als het uitmondt in Kamervragen.

Bij vergelijkingen is het belangrijk om te kijken naar het jaar waarmee vergeleken wordt. Is dit 1 jaar terug of 10 jaar terug. Ten opzichte van 10 jaar geleden kan iets best gestegen zijn terwijl het de laatste 5 jaar helemaal constant is of zelfs gedaald is.

Voorbeelden

In het algemeen is het druggebruik onder scholieren sterk toegenomen tot 1996 daarna is het een tijdje stabiel gebleven en vervolgens weer gedaald. Vergelijk je met de laatste jaren dan is het druggebruik dus gedaald, kijk je veel verder terug dan is het weer gestegen. Het ligt er maar aan met welk jaar je vergelijkt.

Vergelijkingsgroep

De groep waarmee vergeleken of juist niet mee vergeleken wordt is ook van belang. Bijvoorbeeld als het aantal vrouwen dat in behandeling komt voor 50% is gestegen, is het ook belangrijk om te kijken of dit bij mannen ook geldt. Soms is de stijging gelijk, maar wordt er in de media gesuggereerd dat het slechts voor één groep geldt.

De conclusie is dat je bij cijfers in de krant altijd heel kritisch moet kijken.

Bron

  1. NDM 2019, Trimbos Instituut (2020)

 

Versie: mei 2020

Hoeveel mensen overlijden er door alcohol, tabak en andere drugs?

In 2017 overleden in totaal 19.420 mensen aan de directe gevolgen van roken. Voor alcohol zijn er minder duidelijke recente cijfers voor handen. Het RIVM heeft een schatting gedaan. Volgens deze schatting stierven er in 2017 1.906 mensen aan de gevolgen van alcohol-gerelateerde ziekten. De World Health Organisation schat echter dat er in Nederland in 2016 4.945 mensen stierven aan de gevolgen van alcohol. Hun schattingsmethode is wat anders dan die van het RIVM. In oktober 2020 werd in de Global Burden of Disease studie de alcoholgerelateerde sterfte in Nederland geschat op 6820. Ook in deze studie is de methode anders dan die van het RIVM. (1)
Tabak en alcohol zijn drugs die wettelijk toegestaan zijn, de legale drugs. 224 mensen vonden in 2018 de dood door drugs die wettelijk verboden zijn, de illegale drugs.

98,9% van het aantal doden door alcohol, tabak en drugs is dus toe te schrijven aan de legale middelen alcohol en tabak. 1,1% is toe te schrijven aan de illegale middelen zoals heroïne, cocaïne, XTC, amfetamine en GHB.

We geven de cijfers van het aantal doden in een jaar als gevolg van:

  • gebruik van het middel, bijvoorbeeld door ziekte;
  • direct overlijden (overdosis).
Middel Overleden door gevolgen van gebruik
Direct overleden
Alcohol 1.906* 0
Tabak 19.420* 0
Cannabis 0 0
Opiaten/opioïden 0 104**
Cocaïne 0 40**
GHB 0 7**
XTC/amfetamine 0 4**
Combinatiegebruik 69
Totaal 21326 224

* = 2017
**= 2018

Toelichting cijfers

De cijfers zijn gebaseerd op de doodsoorzakenstatistiek van het CBS. Dit is niet specifiek ingericht in het registeren van drugsgerelateerde sterfte en varieert daarom flink. De cijfers moeten daarom voorzichtig geïnterpreteerd worden.

Alcohol

Volgens een schatting van het RIVM stierven er in 2017 1.906 mensen door alcohol.

Er is sprake van primaire en secundaire alcoholsterfte:

  • Primaire alcoholsterfte: dodelijke overdosis en sterfte aan alcoholgerelateerde ziekten.
  • Secundaire alcoholsterfte: bijvoorbeeld dodelijke ongelukken onder invloed van alcohol.

Volgens de Doodsoorzakenstatistieken van het CBS stierven in 2017 1.034 mensen door alcohol als primaire doodsoorzaak. Bij 54% ging het om psychische stoornissen en gedragsstoornissen door het gebruik van alcohol en in 46% ging het om ziekten en vergiftiging door alcohol. De meeste mensen die overleden aan alcohol waren tussen de 55 en 69 jaar oud. Driekwart daarvan was man.

Geschat wordt dat 3% van de sterfte aan kanker samenhangt met alcoholgebruik. Alcohol verhoogt het risico op: keelholte-, slokdarm-, mond-, darm-, borst- en leverkanker (2).

Alcohol leidt zelden tot een fatale dodelijk aflopende overdosis. Wel lopen mensen een alcoholvergiftiging op waarbij opname in een ziekenhuis noodzakelijk is. In 2016 waren dat 5600 mensen (1).

Alcoholdoden in het verkeer

De SWOV (Instituut voor Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid) schat dat in 2015 tussen de 75 en 140 verkeersdoden het gevolg waren van alcohol. Het totaal aantal verkeersdoden in 2015 bedroeg 621 (1).

Als je de mensen die zijn overleden door alcohol als primaire doodsoorzaak en de verkeersdoden door alcohol bij elkaar optelt zijn er ongeveer 1150 sterfgevallen door alcohol. In dit aantal zijn echter lang niet alle gevallen van alcoholsterfte meegeteld, omdat niet altijd wordt herkend dat er sprake is van alcoholgebruik, en dit daarom niet als zodanig geregistreerd wordt.

Tabak

Tabak leidt tot een groot aantal ziekten. Een overdosis of vergiftiging komt echter niet voor. In totaal stierven in 2017 19.420 mensen door tabak (1). Dat zijn 53 mensen per dag ofwel iets meer dan 2 mensen per uur. Aantal slachtoffers per ziekte:

  • longkanker 8593;
  • COPD 5227
  • coronaire hartziekten 1176;
  • slokdarmkanker 950;
  • hartfalen 701;
  • beroerte 588;
  • alvleesklierkanker 427;
  • darmkanker 360;
  • blaaskanker 338;
  • borstkanker 232;
  • mondholtekanker 210;
  • strottenhoofdkanker 200;
  • diabetes 154;
  • nierkanker 152;
  • maagkanker 112 (1).

Hasj en wiet (cannabis)

Cannabis is schadelijk voor de longen. Er zijn geen gegevens bekend of het gebruik van cannabis tot dodelijke longziekten heeft geleid. Het zou kunnen, omdat cannabis vaak gebruikt wordt in combinatie met tabak. Het gebruik van cannabis is vaak aan leeftijd gebonden. Mensen stoppen er na verloop van tijd mee, waardoor ernstige longziekten niet optreden. Mensen die tientallen jaren doorblowen lopen wel risico.

Heroïne (opiaten)

Bij heroïne gaat het over de groep problematische harddruggebruikers. Zij gebruiken naast heroïne ook vaak crack en alcohol. Zij sterven aan allerlei ziekten als endocarditis, longaandoeningen, levercirrose, geweld en aids. Deze cijfers zijn niet bekend.

In 2018 stierven 104 mensen door een overdosis opiaten of opioïden (vaak in combinatie met andere middelen) (1). Het is niet bekend om welke opiaten of opioïden het gaat. Deze cijfers betreffen alleen sterfgevallen van mensen die officieel geregistreerd staan in het bevolkingsregister. Daarbovenop komen 24 gevallen van drugssterfte van mensen die wel in Nederland verbleven maar niet geregistreerd waren als inwoner (1).

Cocaïne

In 2018 waren er volgens de statistiek met doodsoorzaken van het CBS 40 acute sterfgevallen wegens cocaïne (1).

Waarschijnlijk is dit cijfer een grote onderschatting. Veel cocaïnegebruikers overlijden aan een hartinfarct. Een hartinfarct wordt echter als een natuurlijke doodsoorzaak geregistreerd en niet toegeschreven aan cocaïne. Volgens een artikel in de Guardian van juli 2011 staat 1 op de 4 niet-fatale hartaanvallen onder de 45 in verband met gebruik van cocaïne (3).

GHB

Sterfte door GHB is lastig vast te stellen omdat GHB snel door het lichaam wordt afgebroken, er sprake kan zijn van tolerantie in het gebruik van GHB (grootverbruikers hebben een hogere tolerantie) en omdat het lichaam ook van nature GHB aanmaakt.

In 2018 waren er volgens de doodsoorzakenstatistiek van het CBS 7 gevallen van acute sterfte door GHB (1).

XTC/amfetamine

Ook bij XTC en amfetamine wordt de sterfte veroorzaakt door een overdosis of vergiftiging. XTC verhoogt de lichaamstemperatuur. Door de combinatie van XTC met een warme, vochtige omgeving, lang dansen en te weinig drinken kan iemand oververhit raken. Oververhitting kan dodelijk zijn. Ook teveel drinken (watervergiftiging) kan dodelijk zijn.

De cijfers zijn gebaseerd op de doodsoorzakenstatistiek van het CBS. Dit is niet specifiek ingericht in het registeren van drugsgerelateerde sterfte en varieert daarom flink. In 2016 ging het om 28 gevallen van acute sterfte door ‘psychostimulantia’, hier vallen XTC (MDMA) en amfetamine onder. In 2018 ging het om 4 gevallen.
Het is waarschijnlijk dat er overlijdens door XTC/MDMA zijn die niet in de statistieken van het CBS terecht komen.

Het NFI meldde in de periode 2006-2015 21 gevallen waarbij MDMA een primaire rol heeft gespeeld bij het overlijden en 26 gevallen waarbij MDMA in combinatie met alcohol of andere drugs een rol speelde. Bij 6 gevallen speelde MDMA mogelijk een rol.

Speed werd door het NFI in 2016 1 keer aangetroffen in combinatie met PMA en MDMA (1).

Slaap- en kalmeringsmiddelen en medicijnen

85 mensen zijn in 2018 aan slaap- en kalmeringsmedicijnen overleden. Hiervan ging het in 34 gevallen om benzodiazepinen, 43 om barbituraten en 8 om overige sedativa.

Bronnen

  1. NDM 2021Trimbos-instituut
  2. Alcohol en kanker, KWF (bezoekdatum: 23 augustus 2018)
  3. Cocaine addiction linked to brain abnormalities, The Guardian (2011)

 

Versie: december 2021