Wat gebeurt er als je cocaïne en MDMA (xtc) combineert?

De precieze effecten zijn moeilijk voorspelbaar. Naar het gebruik van drugs wordt al weinig onderzoek gedaan, laat staan dat men onderzoek doet naar gecombineerd gebruik. Er is vrijwel niets bekend over experimenten met MDMA en cocaïne. Bij gecombineerd gebruik zijn gebruikers dus nog meer dan ooit hun eigen proefkonijn. De effecten laten zich voorspellen aan de hand van:

  1. Gebruikersonderzoek
  2. De werking van MDMA en cocaïne op de hersenen

Gebruikersonderzoek

In het weinige onderzoek dat gedaan is, zijn gebruikers ondervraagd die gecombineerd hebben. Gebruikers die MDMA met coke combineren nemen meestal eerst MDMA en daarna coke. Gebruikers die combineren zeggen dan, dat de combinatie hen zou helpen om de “stonedheid” van MDMA, die soms urenlang kan aanhouden, af te zwakken. Die stonedheid laat zich het best omschrijven als een sloom, rustig gevoel waarbij men soms in zichzelf gekeerd is, dan weer urenlang doorpraat zonder dat het ergens over gaat. De cocaïne maakt hen weer helder en ze voelen zich minder een zombie. Ze gebruiken het als het ware om zich weer wat energieker te voelen (1).

Het euforische effect van de MDMA wordt minder door het nemen van cocaïne. De kans bestaat dan dat je meer MDMA gaat nemen om dat weer te vergroten. En weer wat meer cocaïne om helder te worden. Het ligt dan voor de hand dat je veel meer neemt dan je van tevoren van plan was.

De werking van MDMA en cocaïne in de hersenen

MDMA en cocaïne beïnvloeden de werking van neurotransmitters in de hersenen. Neurotransmitters zijn stoffen die een rol spelen bij de overdracht van boodschappen (prikkels) tussen de hersencellen. Neurotransmitters zorgen ervoor dat, afhankelijk van de plek in het zenuwstelsel waar ze voorkomen, bepaalde gedeelten van het zenuwstelsel geprikkeld worden waardoor allerlei effecten ontstaan. Een vermindering of verandering van de prikkels kan ook, maar bij MDMA en cocaïne gaat het er om dat het aantal prikkels juist toeneemt zolang de effecten duren.

MDMA en cocaïne activeren de hersencellen die serotonine, noradrenaline en dopamine afgeven.

  • Hersencellen die serotonine bevatten liggen in het gedeelte van de hersenen dat ons genot geeft.
  • Hersencellen die adrenaline bevatten zijn betrokken bij de activering van allerlei lichaamsfuncties zoals hartslag en ademhaling.
  • Hersencellen die dopamine bevatten liggen in die gedeelten van de hersenen die ons genot geven, onze schrikreacties regelen en onze gedachten in overeenstemming brengen met de werkelijkheid. Overstimulering van ons schrikcentrum kan leiden tot paranoïde gedrag terwijl een teveel aan dopamine ook kan leiden tot verwardheid.

MDMA beïnvloedt vooral de serotonine-huishouding en in mindere mate de adrenaline- en dopamine-huishouding. Cocaïne werkt vooral op de adrenaline- en dopaminehuishouding en in mindere mate op de serotonine-huishouding.

Adrenaline

Door MDMA en cocaïne te combineren wordt de adrenaline-huishouding extra geprikkeld. Door deze toegenomen prikkeling ontstaat een verhoogde bloeddruk, een verhoogde hartslag en kunnen acute problemen met het hart- en bloedvatenstelsel ontstaan. Het is onbekend bij welke dosissen deze effecten optreden maar duidelijk is dat de risico’s toenemen naarmate de dosissen groter worden.

Dopamine

Ook de dopaminehuishouding wordt extra geprikkeld. Dat zou kunnen leiden tot een tijdelijke verwardheid. Worden beide middelen lange tijd gecombineerd dan zou een door drugs veroorzaakte psychose kunnen ontstaan. Verder valt te verwachten dat gecombineerd gebruik sneller tot een kater (ook wel ‘dinsdagdip‘ genoemd) leidt. De zenuwen die betrokken zijn bij afgifte van serotonine en adrenaline raken door het gecombineerde gebruik sneller uitgeput waardoor de volgende dagen een leeg gevoel kan ontstaan.

Ook is voorstelbaar dat gebruikers bij gecombineerd gebruik sneller aan de effecten wennen waardoor ze geneigd zijn grotere dosissen te nemen met alle risico’s van dien.

 

Bron

(1) Antenne, 1997

 

Versie: juni 2020