Kan je alcohol met medicijnen combineren?

Je moet altijd voorzichtig zijn met het combineren van verschillende middelen, dus ook met medicatie en alcohol. Alcohol is een verdovende drug. Bepaalde medicijnen kunnen deze verdovende werking versterken of juist verslappen, dit kan risico’s met zich meebrengen. Ook kan alcohol andersom de werking van het medicijn veranderen.

Je lever wordt zwaar belast door alcohol. De meeste medicatie wordt ook door je lever verwerkt. Door de belasting van alcohol kan je lever de medicatie minder goed verwerken. Dit kan schade opleveren of de werking van de medicatie veranderen.

Er bestaan veel verschillende soorten medicatie met allemaal een andere werking, dus ook een andere interactie met alcohol. In tabel 1 vind je belangrijke interacties. Deze tabel is afkomstig uit de NHG-Standaard Problematisch Alcoholgebruik (Nederlands Huisartsen Genootschap). Deze standaard wordt gebruikt door huisartsen bij patiënten die kampen met alcoholproblematiek.

Als je twijfelt over een bepaald medicijn neem dan altijd contact op met je huisarts of je apotheek, deze kan je een advies op maat geven.

Voor meer uitgebreide informatie zie de volgende pagina: Alcohol en medicijnen.

 

Tabel 1 Belangrijke interacties tussen alcohol en medicijnen.

Analgetica (pijnstillers) In combinatie met alcohol geeft paracetamol verhoogd risico op leverschade. Alcohol versterkt het ulcerogene effect van NSAID’s.
Anticoagulantia (anti-stollingsmiddelen) Grote hoeveelheden ethanol ineens versterken de werking van cumarinederivaten, maar chronisch gebruik van alcohol verlaagt de plasmaconcentratie van cumarinederivaten.
Antidepressiva, anti-epileptica, antihistaminica, centraal werkende antihypertensiva, antipsychotica, barbituraten, benzodiazepinen, cimetidine, dopaminergica, metoclopramide, medicatie bij middelengebruik, morfinomimetica, parasympathicolytica, spierrelaxantia Alcohol versterkt de sedatieve werking.
Disulfiram (medicijnen met een disulfiramachtige werking zijn: sulfonylureumderivaten, ketoconazol, tinidazol, griseofulvine, anandron, procarbazine en metronidazol) (middel om te helpen stoppen met drinken)
Bij alcoholgebruik treden buikkrampen, flushes, braken, hypotensie, tachycardie, verwardheid en zelfs psychoses op.
Doxycycline (anti-infectie) Alcohol vermindert de effectiviteit door afname van de halfwaardetijd.
Fenytoïne (anti-epilepticum) Kortdurend alcoholgebruik vergroot de toxiciteit, chronisch gebruik vermindert de anticonvulsieve werking.
Isoniazide, methotrexaat Alcohol versterkt mogelijk de hepatotoxiciteit.
Nitraten (vaatverwijdende middelen) Door alcohol treden een versterkte vaatverwijding en bloeddrukdaling op.
Nicotinezuur  Flushing, pruritis.
Sulfonylureumderivaten (Diabetes medicatie) Bij kortdurend alcoholgebruik ontstaat een hypoglycemisch effect. Bij chronisch alcoholgebruik vermindert het effect op het bloedsuikergehalte.
Metformine (Diabetes medicatie) Verhoogd risico op melkzuuracidose.

 

Bron: www.nhg.org

 

Versie: juni 2020