Tabak en Nicotine: Verslaving

Ben je benieuwd naar de kans van verslaving aan tabak en nicotine? Hieronder lees je alle vragen en antwoorden over de verslavende werking van tabak en nicotine. Kan je iets niet vinden? Stel dan je vraag aan een van onze medewerkers via Vraag & Antwoord.

Meer informatie over tabak en nicotine Informatie over andere middelen

 

Wat is de verslavingskans van roken?

Geestelijke verslaving

Mensen kunnen zeer sterk naar het stimulerende of rustgevende effect verlangen.

Tolerantie

Er is sprake van acute gewenning. Het lichaam past zich vanaf de eerst trek aan de nicotine aan. Daardoor heb je steeds meer nicotine nodig om het effect nog te voelen

Ontwenningsverschijnselen

Ontwenningsverschijnselen treden snel op. Dat gebeurt wanneer de dosis nicotine waaraan het lichaam gewend geraakt is, aan het teruglopen is. Verschijnselen: onrustig gevoel, geïrriteerd, niet kunnen concentreren, hoofdpijn, slecht slapen. Ook kan er een vertraagde hartreactie optreden en kan iemand last krijgen van verstoppingen aangezien tabak normaal gesproken de hartslag omhoog jaagt en de stoelgang versneld. Ga je roken, dan verdwijnen deze ontwenningsverschijnselen weer.

Rustgevende werking roken

De rustgevende en kalmerende werking die sommigen na het roken ervaren, is niets anders dan het verdwijnen van onrustgevoelens en ontwenningsverschijnselen die -let wel- door het roken zijn ontstaan. Je wilt eigenlijk een constant niveau van nicotine en rookt de hele dag door. Dat je afhankelijk bent geworden van nicotine, merk je pas als je wilt stoppen (voor meer informatie zie de pagina: Waarom werkt tabak rustgevend?)

Verslavingskans

De verslavingskans is groot en vergelijkbaar met drugs als heroïne. Van de scholieren die ooit gerookt hebben gaat iets minder dan 20% dagelijks roken. (1). Met andere woorden: als iemand begint met roken is er een kans van 20% dat hij/zij dagelijks gaat roken.

In 2009 heeft een commissie van experts drugs beoordeeld op schadelijkheid (2). Een van de criteria waarop beoordeeld is, was verslavingskans. Tabak werd na heroïne en crack als de meest verslavende drugs gezien.

Je raakt aan roken ook behoorlijk snel verslaafd. Voor meer informatie zie de pagina: Waarom raak je roken zo snel verslaafd?

Ben ik verslaafd?

Ben je benieuwd of je zelf te veel rookt? Doe dan de zelftest!

Zou je zelf graag je tabak gebruik willen veranderen? Zie dan de volgende pagina’s:

Online zelfhulp

Behandeling

Bronnen

(1) Peilstations 2007

(2) Ranking van drugs, RIVM

 

Versie: mei 2012

Waarom raak je aan roken zo snel verslaafd?

Je raakt aan roken snel verslaafd omdat je lichaam vrijwel onmiddellijk aan tabak went. Is je lichaam gewend aan het effect van nicotine en zakt het nicotinepeil in het bloed, dan word je onrustig of gespannen waardoor mensen weer gaat roken.

In 2009 zijn door een groep van experts drugs gerangschikt naar het risico op verslaving. Tabak werd na heroïne en crack als de meest verslavende stof gezien. Methamfetamine, cocaïne en alcohol scoorden lager (1). In een Amerikaans onderzoek werd de verslavingskans aan tabak (32%) zelfs nog hoger ingeschat dan bij opiaten (23%) (2).

Waardoor is tabak zo verslavend?

Bij het verslaafd raken spelen verschillende factoren een rol.

1. Beloningscentrum

Het beloningscentrum wordt geprikkeld waardoor je je lekker gaat voelen. Naar dit gevoel ga je sterk verlangen.

2. Gewenning

Je lichaam went onmiddellijk aan nicotine. Is het nicotineniveau te laag dan reageert je lichaam met onthoudingsverschijnselen. Je wordt onrustig en kunt je minder goed concentreren. Door te roken verdwijnen deze verschijnselen weer. Je wordt weer rustig en kunt je weer concentreren.

Opvallend is dat mensen denken dat ze van roken rustig worden. Ze vergeten daarbij dat het gevoel van onrust door het dalen van het nicotinepeil is ontstaan.

3. Associaties

Door het dagelijks en op vele pekken roken ontstaan er associaties tussen die plekken en het lekkere gevoel dat door roken ontstaat. Als je op zo’n plek komt word je aan roken herinnert en neemt het verlangen weer toe.

4. Verandering hersenen

Door het roken veranderen je hersenen. Hierdoor kan de neocortex steeds minder weerstand bieden aan de impuls om niet te roken. Ondanks je beste voornemens ga je dan toch weer roken (3). Zie op deze site ook de vraag: “als je drugs met elkaar vergelijkt welke is dan de gevaarlijkste?“.

Ben ik verslaafd?

Ben je benieuwd of je zelf teveel rookt? Doe dan de zelftest!

Zou je zelf graag je gebruik van tabak willen veranderen? Zie dan de volgende pagina’s:

Online zelfhulp

Behandeling

Bronnen

  1. RIVM, ranking van Drugs, 2009
  2. Anthony, J.C., Comparitive epidemiology of dependance on tobacco, alcohol, controlled substances, and inhalants. Experimental and Clnical Psychopharmacology, 2e jrg., 1994 p.244-268.
  3. Willemsen C., Stimulerende middelen: Tabak. In Drugs en Alcohol Gebruik, misbruik en verslaving.

Versie: oktober 2020

Worden aan tabak stoffen toegevoegd om de kans op verslaving te vergroten?

Ja beslist. Aan tabak worden allerlei stoffen toegevoegd om de verslavingskans te vergroten. Ook worden smaak- en geur stoffen toegevoegd. De sigaret is een ‘high-tech-product’ gemaakt om op efficiënte wijze nicotine te verstrekken aan de roker.

Stoffen die toegevoegd worden zijn:

  • Luchtwegverwijders
  • Smaak- en geurstoffen

Luchtwegverwijders

Fabrikanten voegen stoffen toe die de luchtwegen verwijden (cacao-preparaten, stikstofdioxide). Hierdoor kan de rook dieper geïnhaleerd worden en kan er meer nicotine worden opgenomen.

Smaak- en geurstoffen

Fabrikanten voegen smaakstoffen (suiker, chocolade, vanille, honing) toe om de smaak milder en minder scherp te malen. Hierdoor denken beginnende rokers positiever over roken. Smaakstoffen en geurstoffen helpen ook om de rook aangenamer en makkelijker inhaleerbaar te maken. De startende roker kan dan makkelijker met roken beginnen (1).

Lijst met toegevoegde stoffen

10% van de moderne Amerikaanse sigaret bestaat uit toegevoegde stoffen. In 2000 werden tabaksfabrikanten in de Verenigde Staten bij wet verplicht om een volledige lijst met toegevoegde stoffen openbaar te maken. Het ging hier maar liefst om 599 ingrediënten (2). Vanaf 20 mei 2017 mogen sigaretten met een smaakje niet meer verkocht worden in Nederland. Met uitzondering op mentholsigaretten. Die mogen vanaf 20 mei 2020 niet meer verkocht worden (3).

Teelt

Ook bij de teelt van tabak wordt geprobeerd het nicotine gehalte te verhogen. Door verdeling en kruising zijn tabaksplanten ontstaan met een hoog nicotine gehalte. In feite wordt de roker door het toevoegen van stoffen door de tabaksindustrie gemanipuleerd. Rokers zijn zich nauwelijks bewust dat zij allerlei extra stoffen toegediend krijgen (1). Doordat de stoffen ook niet op de verpakking vermeld hoeven te worden zal die bewustwording er ook niet komen.

Bronnen

  1. Wat rookt de Nederlandse jeugd en waarom? RIVM 2009
  2. Willemsen, M. e.a. Stimulerende middelen: tabak. In: Drugs en Alcohol, gebruik misbruik en verslaving (2009)
  3. Waar moet ik op letten bij de nieuwe regels op tabak en rookwaren? RIVM

 

Versie: oktober 2020

Wat zijn de voordelen van stoppen met roken?

Stoppen met roken kan tijdelijk tot klachten leiden waardoor de neiging om weer te beginnen groot kan zijn. Vergeet niet dat deze klachten zullen verdwijnen en dat je je op een gegeven moment beter gaat voelen. Stoppen kan klachten zoals somberheid of depressieve klachten geven, slapeloosheid, geïrriteerdheid, concentratieproblemen, rusteloosheid en toegenomen eetlust. Soms ga je tijdelijk meer hoesten tijdens het herstel van de trilhaarbekleding in de longen en je kan moeite hebben met ontlasten.

De een kan makkelijker stoppen met roken dan de ander. Dit kan komen door erfelijke factoren die invloed hebben op de ernst van de verslaving en het aantal sigaretten dat je rookt. Ook psychiatrische aandoeningen kunnen stoppen moeilijker maken. Ga naar je huisarts. Bij veel praktijken is een praktijkondersteuner aanwezig die de stoppoging kan begeleiden met persoonlijke hulp en je kan vertellen waar groepsaanbod is bij jou in de buurt.

Ook heeft Jellinek een online zelfhulp: zelfhulptabak.nl. Daarnaast biedt de Jellinek behandeling, maar deze wordt helaas (nog) niet vergoed. Naast begeleiding en gedragstherapie zijn er ook medische hulpmiddelen. Nicotinevervangende middelen worden verkocht bij apotheek en drogist. Die middelen en medicijnen worden vergoed als je de hulp krijgt via de huisarts mét begeleiding via de huisarts of praktijkondersteuner.

0 – 2 dagen

  • Na een dag is de koolmonoxide uit je lichaam. Je bloed kan weer makkelijker zuurstof vervoeren. Heb je astma dan merk je dit meteen;
  • De longen beginnen met de grote opruiming. Teer, slijm en stof worden verwijderd;
  • Je smaak en reukvermogen is sterk verbeterd;
  • Je bloeddruk normaliseert;
  • De temperatuur van je handen en voeten stijgt;
  • Nicotine en alle bijproducten verdwijnen uit het lichaam.

3 dagen – 2 weken

  • Je kan makkelijker ademhalen;
  • Je krijgt meer energie;
  • De longcapaciteit neemt toe.

2 – 4 weken

  • Je bent duidelijk fitter;
  • Je kan makkelijker sporten;
  • Je huid gaat er beter uitzien. De doorbloeding neemt toe en de grauwe kleur neemt af;
  • Je gaat lekkerder ruiken;
  • De effecten worden zichtbaar voor tanden en tandvlees. Je mondgezondheid verslechtert niet verder.

1 – 3 maanden

  • De longfunctie verbetert met 10 – 30%;
  • Het longweefsel begint zich te herstellen;
  • Je hebt minder last van luchtweginfecties;
  • Hoesten en benauwdheid verminderen, je stem verbetert;
  • De bloedcirculatie in het lichaam verbetert.

3 maanden – 1 jaar

  • Risico op longziektes en longkanker vermindert sterk;
  • Risico op hart- en vaatziekten vermindert met 50%;
  • Lichamelijk en geestelijk welbevinden sterk verbeterd.

3 – 4 jaar

  • Het risico op een hartinfarct is net zo groot als bij een niet-roker.

10 jaar

  • Na tien jaar is de kans op longkanker bijna gehalveerd ten opzichte van iemand die is blijven roken.

Hartinfarct

Als je een hartinfarct hebt gehad daalt de kans op een tweede hartaanval met 50%. Op elke leeftijd gaat door het stoppen met roken de levensverwachting omhoog. Rokers die voor hun 35-ste levensjaar stoppen, hebben bijna een net zo hoge levensverwachting als mensen die nooit hebben gerookt.

Financiën

Behalve voor je lichaam is stoppen met roken ook goed voor je financiën. Rook je een pakje per dag, dan heb je na een dag al €8,- uitgespaard. Dat loopt alleen maar op. Na een week al tot €56,-. Ook voor je partner, vrienden en omgeving is het stoppen goed.

 

Versie: oktober 2020

Ik wil stoppen met roken, wat moet ik weten?

Snel zoeken:

Wat zijn ontwenningsverschijnselen?

Welke hulpmiddelen zijn er voor het stoppen met roken?

Bij welke medicijnen of aandoeningen kan ik niet zomaar stoppen met roken?

Waarom is het belangrijk om een volledig rookvrij huis te hebben?

Wat moet ik nog meer weten?

Wat zijn ontwenningsverschijnselen?

Hoe ontstaan ontwenningsverschijnselen?

Nicotine is zeer verslavend, zowel lichamelijk als geestelijk. De sterkte van de verslavende werking is vergelijkbaar met stoffen als heroïne en cocaïne. Hoe jonger wordt begonnen met  nicotine, hoe ernstiger de verslaving gemiddeld wordt.

  • Lichamelijke verslaving houdt in dat er ontwenningsverschijnselen optreden wanneer met het gebruik van nicotine wordt gestopt.
  • Geestelijke verslaving betekent dat stoppen gepaard gaat met sterke verlangens naar het roken. Dit gevoel is vaak gekoppeld aan specifieke situaties, die herinneren aan de gewoonte om te roken.
  • Tolerantie wil zeggen dat een gebruiker steeds meer nodig heeft om hetzelfde effect te bereiken.

Verslaafde rokers bouwen met de eerste sigaretten van de dag een nicotineniveau op in het bloed. Dit wordt ongeveer constant gehouden door de daaropvolgende sigaretten. Dit zie je goed in de grafiek (bron: Trimbos).

Bij het opstaan is de nicotine in het bloed tot een nulpunt gedaald. De nicotinereceptoren in het lichaam ‘schreeuwen’ dan om nicotine. Daarom is de eerste sigaret zo bevredigend, de ontwenningsklachten rook je hiermee snel weg. Bij sommige mensen is dit zo sterk dat ze hier ’s nachts een aantal keer wakker van worden. Ze moeten vanwege de ontwenning opstaan om te roken.

Waar kan ik last van krijgen?

Lichamelijke ontwenningsverschijnselen

Je kunt last krijgen van onrust, humeurigheid, vlug geïrriteerd zijn of je niet kunnen concentreren. Ook tijdelijk meer hoesten, hoofdpijn, concentratieproblemen, slecht slapen, rillingen en  verandering van stoelgang horen erbij. Bij stoppen met roken beginnen de verschijnselen al na enkele uren. Na drie dagen zijn ze op hun hoogtepunt. Ze kunnen tot 4 weken duren. Deze  verschijnselen zijn vervelend en stressvol. Maar onthoud: uiteindelijk zullen deze klachten verdwijnen en zul je je een stuk beter gaan voelen.

Lichamelijke onthoudingsverschijnselen zijn vaak juist een goed teken! Het betekent dat het lichaam zich aan het herstellen is. Je krijgt bijvoorbeeld verkoudheidsklachten omdat de longen  zich herstellen, tintelingen omdat de bloeddruk herstelt en darmklachten door het herstel van de darmen.

Geestelijke ontwenningsverschijnselen

Door stoppen met roken kun je chagrijnig en snel prikkelbaar worden of je rusteloos voelen. Geestelijke ontwenningsverschijnselen, zoals angst of depressieve gevoelens, kunnen lang aanhouden en zelfs tijdelijk verergeren. Sommige mensen houden hier nog maanden last van. Soms voelt het alsof je een dierbaar iemand bent verloren. Het kan vreemd klinken maar een roker zou een periode moeten plannen om dit “verlies” te verwerken. Maar uit onderzoek blijkt dat de stemming na twee tot drie maanden beter is dan vóór het stoppen. Het kan zijn dat de  motivatie minder wordt door de vervelende gevoelens en je weer wilt beginnen met roken. Besef dat ontwenningsverschijnselen vanzelf weer over gaan.

Hoe ga ik met ontwenningsverschijnselen om?

Afleiding en ontspanning helpt. Probeer bij klachten rustig te ontspannen en rustig te ademen. Vertel het ook de mensen in je omgeving zodat ze je kunnen steunen als je last hebt. De arts  kan ook helpen, nicotine pleisters of medicatie kunnen verlichting brengen. Maak het stoppen iets positiefs door jezelf te belonen. Trakteer jezelf op een avondje uit of geef jezelf een cadeau met het geld dat je hebt bespaard. Zeg positieve dingen tegen jezelf en ken positieve eigenschappen aan jezelf toe.

Tip! Drink minder koffie, thee en cola! Zie het hoofdstuk Waarom moet ik opletten met koffie/cafeïne? verderop in deze tekst.

Welke hulpmiddelen zijn er voor het stoppen met roken?

Wat zijn nicotine vervangende middelen?

Door het stoppen met roken kun je last krijgen van onthoudingsverschijnselen zoals: onrust, irritatie en slecht slapen. Nicotine vervangers vangen deze onthoudingsverschijnselen op. Daardoor is het makkelijker het afbouwen of stoppen vol te houden. Je kunt nicotine vervangers pas nemen vanaf de dag dat je stopt met roken. Vanaf 10 sigaretten per dag wordt  aangeraden om nicotine vervangende middelen te gebruiken of andere medicatie in te zetten als extra ondersteuning. Je gebruikt deze middelen voor een periode van 6 weken tot 6  maanden, afhankelijk van het aantal gerookte sigaretten en het advies van je arts. Lees bij gebruik altijd goed de bijsluiter.

Bij de Jellinek worden 2 types nicotine vervangers ingezet:

  • Nicotinepleisters
  • Nicotinezuigtabletten

Gebruik van zowel pleister als zuigtablet naast elkaar zijn effectiever dan 1 apart. Deze middelen zijn in verschillende sterktes verkrijgbaar. Ze zijn zonder recept verkrijgbaar bij de drogist.  Maar het is het beste om ze in overleg met je behandelend arts bij Jellinek te nemen. De arts kan je namelijk helpen bij het bepalen van de juiste dosis en de duur van gebruik. Zo werken de middelen het best en voorkom je dat ernaast nog behoefte krijgt om te roken of last krijgt van bijwerkingen.

Nicotinepleisters: alleen bij stoppen

De fabrikant raadt aan om pleisters alleen bij stoppen met roken en niet bij minderen. Als je pleisters gebruikt en nog steeds rookt kun je namelijk teveel nicotine binnenkrijgen. Dan is er een risico op bijwerkingen zoals snelle hartslag, klam zweet, hoofdpijn en duizeligheid. Nicotinepleisters plak je op je huid. Pleisters zijn makkelijk in het gebruik en zij zorgen voor een zeer gelijkmatige nicotine-afgifte.

Nicotinepleisters zijn er in drie sterkten. Een pleister van 7 mg staat ongeveer gelijk aan 10 sigaretten. Een pleister van 14 mg aan 15 sigaretten en een pleister van 21 mg aan ongeveer 20 sigaretten. Wil je stoppen en rook je meer dan 20 sigaretten dan raadt de fabrikant je aan om met de sterkste pleister te beginnen en na 3 tot 4 weken een lichtere te nemen. Rook je minder dan 20 sigaretten dan raadt de fabrikant je aan om met de minder sterke pleister te beginnen.

Als je naast je pleister nog behoefte hebt om te roken dan is de dosis te laag. Wordt je door de pleister misselijk of krijg je hartkloppingen? Dan heb je een te hoog gedoseerde pleister. Pleisters kunnen gecombineerd worden met andere nicotine vervangende middelen.

Nicotinekauwgum /zuigtabletten: bij minderen en stoppen

Nicotine kauwgum kun je zowel bij stoppen als bij afbouwen gebruiken. De kauwgum gebruik je tussen het roken door op momenten dat je veel trek krijgt. Je moet langzaam kauwen en het speeksel niet doorslikken. Met kauwgum dien je iedere keer wat nicotine toe waardoor de nicotine-afgifte minder gelijkmatig gaat dan bij pleisters.

Kauwgum is er in verschillende smaken en sterktes. Ben je erg afhankelijk van roken dan kun je de sterkste soort nemen. De duur dat je de kauwgum gebruikt verschilt per persoon. De fabrikant raadt aan na 3 maanden het gebruik van kauwgum af te bouwen. Zuig- of smelttabletten werken het zelfde als kauwgum. Tabletten kunnen als noodmaatregel worden gebruikt naast een pleister. Voor meer informatie over het gebruik van nicotine vervangende middelen neem contact op met je behandelaar of arts.

E-sigaret: afgeraden

Het volledig overstappen van roken op verdampen geeft minder gezondheidsschade. Er is echter geen goed bewijs dat de e-sigaret een effectief hulpmiddel is bij de behandeling van tabaksverslaving. Dit komt onder andere omdat het rookgedrag in stand wordt gehouden. De gewoonte en nicotine behoefte blijft bestaan. We raden dit hierom niet aan.

De kwaliteit van de dampvloeistof is niet goed te controleren en er zitten schadelijke stoffen in de e-sigaret. Daarnaast is er in de verslavingskliniek de kans dat de e-sigaret gebruikt wordt om andere drugs en medicatie in de e-sigaret te verdampen. Iets wat absoluut ongewenst is en zeer gevaarlijk.

Als je al volledig bent overgestapt op de e-sigaret en het nicotinegehalte aan het afbouwen bent, dan zullen we hierin wel ondersteunen. Dit doen we dan wel met een beperkte termijn. Daarnaast mag dit niet in de weg staan bij opname of dagbehandeling waarbij de e-sigaret niet kan worden ingezet. Dual use, dus gelijktijdig gebruik e-sigaret en tabak, wordt ontraden. Dit zorgt namelijk voor een extra verslavend effect.

Wil je meer lezen over de e-sigaret? Bekijk deze pagina: Vapen en de e-sigaret: wat is het en is het slecht voor je?

Nicotine Vervangende Middelen: werkt dat wel?

Deze middelen zijn eerste keus vanwege gunstige bijwerkingenprofiel (omdat je al gewend bent nicotine binnen te krijgen) en kent vergelijkbare effectiviteit als andere medicatie. Vaak zijn  deze middelen door iemand die wil stoppen in het verleden geprobeerd met matig succes. Dit kan goed te maken hebben met te lage dosering of niet passend gebruik, geen uitleg over nicotine afhankelijkheid en toepassing medicatie zonder gedragsmatige behandeling.

Nicotine nemen: is dat wel gezond?

Je stopt met roken en neemt nicotine via de huid of een zuigtablet in. Dus je krijgt geen teer, koolmonoxide en andere gifstoffen meer binnen. Je lichaam kan dus al beginnen met een  herstel van longen en bloedvaten. Terwijl je je gedragsverandering onder de knie krijgt, blijft je nog wel tijdelijk afhankelijk van nicotine. Als je stevig in je schoenen staat en niet meer rookt,  dan is het tijd om de nicotinevervangers af te bouwen. Stem dit met je arts af.

Bijwerkingen:

  • Nicotinevervangers geven soms tot klachten van pijn op borst en palpitatie. Deze zijn niet ernstig, ook niet bij cardiaal belaste patiënten.
  • Pleister: plaatselijke irritatie van de huid, was bij de helft van gebruikers aanwezig, meestal licht van aard. Eventueel kunt je overwegen om over te stappen op een ander type pleister. Indien een uitslag over hele huid ontstaat, dan is er waarschijnlijke sprake van allergie en moet je met dit type pleister stoppen.

Wanneer mag je deze middelen niet nemen?

  • Recent Acuut hart infarct, recente CVA (beroerte) of ernstige hartritmestoornissen.
  • Allergie voor nicotine.
  • Phenylkentonurie (zuigtablet bevat aspartaam), fructose intolerantie (mint zuigtablet bevast maltitol).
  • Bij orale/faryngale ontsteking of acute oesofagitis: geen zuigtabletten.

Welke medicijnen zijn er bij het stoppen?

Naast de nicotine vervangende middelen zijn er ook medicijnen die kunnen helpen bij het stoppen met roken. Ze kunnen helpen bij het tegengaan van ontwenningsverschijnselen en bij het onderdrukken van trek. Vooral de combinatie van gedragsinterventies (CGT, Minnesota, ACT) samen met medicatie werkt goed. Je kunt dit in sommige gevallen ook combineren met nicotinevervangers.

Medicijnen moeten worden voorgeschreven door een arts. Over het algemeen worden medicijnen pas voorgeschreven als stoppen met behulp van nicotine vervangende middelen niet lukt. Je kunt twee weken voordat je helemaal stopt met roken met de medicijnen starten. Je slikt ze 7 tot 12 of meer weken.

De volgende medicijnen kunnen worden voorgeschreven door een arts:

  • Bupropion *
  • Nortriptyline *
  • Varenicline (Champix)

* Deze medicijnen kunnen gecombineerd worden  met nicotine vervangende middelen.

Let op: Je kunt niet alle medicijnen veilig combineren met nicotine vervangende middelen, zoals pleisters of kauwgom. Daarbij kunnen de medicijnen bijwerkingen hebben zoals hoofdpijn, duizeligheid, slapeloosheid misselijkheid, droge mond en concentratie- of stemmingsklachten. Laat je informeren door je arts en lees bij gebruik altijd goed de bijsluiter.

Worden deze middelen vergoed door de verzekeraar?

Nicotine vervangende middelen en medicijnen worden alleen door de zorgverzekeraar vergoed in combinatie met een stoppen-met-roken programma, zoals persoonlijke begeleiding van een bevoegde zorgverlener. Informeer hiernaar bij je eigen zorgverzekering. Bij cliënten die een geïndiceerde behandeling binnen Jellinek krijgen wordt de aanvullende behandeling uitgevoerd, ook als deze nog niet vergoed wordt door de verzekering.

Bij welke medicijnen of aandoeningen kan ik niet zomaar stoppen met roken?

Stoppen met roken is altijd goed. Het levert voor iedereen voordelen op. Echter als je bepaalde medicatie slikt, kan het zijn dat je extra moet opletten. Stoppen met roken kan bijvoorbeeld van invloed zijn op de dosering van deze medicijnen. Dit is meestal goed nieuws. Want dan hoef je minder van deze medicatie te slikken. Vraag hierover voor de zekerheid altijd even advies aan je behandelaar of je arts.

Let vooral op in de volgende gevallen:

Ben je een roker met diabetes?

Als je stopt met roken is het heel goed mogelijk dat dit invloed heeft op je bloedsuikerspiegel. Soms heb je daardoor minder insuline nodig. Dat is heel prettig maar het kan daarom beter zijn dat je het stoppen met roken doet onder begeleiding van een behandelaar of arts.

Ben je een roker met een psychiatrische stoornis zoals schizofrenie, een bipolaire stoornis of slik je antipsychotica?

Dan raden we dringend aan advies bij je verslavingsarts en/of behandelaar te vragen. Er is namelijk een kans dat je door stoppen met roken enigszins uit balans raakt. Ook kan stoppen met roken een forse invloed hebben op de dosering van de medicatie die je slikt. De dosering mag meestal omlaag, dus dat is positief!

Ben je een roker met depressie klachten, slik je antidepressiva, of heb je bij een vorige stoppoging depressieve klachten gehad?

Stoppen met roken kan bij depressie, angst en stress een (tijdelijke) verergering van 2-3 maanden geven van de klachten. Na die periode verbeteren de klachten juist door het stoppen met roken. Maar om de eerste periode door te komen kan je beter hulp zoeken bij je behandelaar.

Welke medicijnen hebben nog meer interacties met tabak?

Medicijnen en tabaksrook kunnen elkaar ook beïnvloeden. Zo kan het bijvoorbeeld zijn dat een medicijn minder goed werkt door de rook. Om deze reden is het belangrijk dat je je spiegel opnieuw laat bepalen door je arts in verband met risico op over-doseren.

Onder andere de volgende medicijnen worden beïnvloed door tabaksrook (let op: niet alle middelen staan hier genoemd, neem bij twijfel contact op met je arts):

Fluvoxamine (antidepressiva)
Amitriptyline (antidepressiva)
Nortriptyline (antidepressiva)
Imipramide (antidepressiva)
Haloperidol (antipsychotica)
Olanzapine (antipsychotica)
Clozapine (antipsychotica)
Chloorpromazine (antipsychotica)
Flecaïnide (hartmedicatie)
Bètablokkers/propanolol (hartmedicatie)
Pentazocine (pijnstiller)
Estradiol (hormoon)
Insuline (hormoon)
Diazepam (slaap- en kalmeringsmiddel)

Waarom is het belangrijk om een volledig rookvrij huis te hebben?

Wat is meeroken?

Als mensen in de buurt staan van een roker, ademen deze altijd ook wat rook in. Meeroken is erg ongezond, voor iedereen in de omgeving van een roker:

  • Er overlijden jaarlijks 1000-2000 mensen aan meeroken.
  • Kinderen zijn extra kwetsbaar. Door meeroken hebben ze meer kans op bijvoorbeeld astma en keel oor en neusproblemen met soms ernstige gevolgen. Ook hebben ze meer kans om zelf te gaan roken. Meeroken in de baarmoeder vergroot de kans op aangeboren afwijkingen en overlijden sterk.
  • Ook dieren zijn erg kwetsbaar, katten en honden krijgen eerder kanker.
  • Advies aan ouders/verzorgers is: stoppen met roken.

Tweedehandsrook

Tweedehandsrook is de rook die direct van een sigaret afkomt. Deze wordt ingeademd door iedereen die in de buurt staat. De rook die in de omgeving terechtkomt en onwillekeurig wordt ingeademd, bestaat uit (bron: Trimbos):

  • Sidestream smoke: rook uit de smeulende sigaret.
  • Mainstream smoke: rook die rokers uitademen.
  • Een zeer klein gedeelte van de rook trekt direct door het papieren omhulsel.

Derdehandsrook

Rook die neergedaald is op kleding, tapijt, gordijnen en nog jaren aanwezig kan blijven. Dit noemen we ook wel derdehandsrook. Deze achtergebleven rookdeeltjes kunnen een reactie aangaan met andere stoffen. Zo worden deze stoffen nog kankerverwekkender dan de oorspronkelijke tabaksrook. Met name voor baby’s en dieren die rondkruipen is dit extra gevaarlijk. Ook als iemand alleen maar buiten rookt, kan er derdehands rook mee het huis in komen.

Lees hier meer over derdehandsrook: https://assets.trimbos.nl/docs/50500817-bc71-4b05-8817-7e15ca1c64f2.pdf

Wat moet ik nog meer weten?

Waarom moet ik opletten met koffie/cafeïne?

Cafeïne wordt door veel mensen gebruikt, het zit bijvoorbeeld in koffie en in cola. Cafeïne werkt stimulerend en zorgt ervoor dat je alerter wordt. Roken beïnvloed de afbraak van cafeïne in je lever. Het zorgt ervoor dat bepaalde enzymen cafeïne versnelt afbreken. Hierdoor heb je als je rookt doorgaans meer cafeïne nodig dan iemand die niet rookt voor het zelfde effect.

Dit zal je ook merken wanneer je stopt met roken. Je lichaam kan opeens de cafeïne minder snel afbreken waardoor je een sterker effect krijgt. Hierdoor kunnen mensen slaapproblemen krijgen wanneer ze gewend zijn na het eten nog een kopje koffie te drinken. Ook kan het onrustige wat veel mensen ervaren tijdens het stoppen met roken flink versterken.

Probeer je cafeïne inname dus te beperken wanneer je stopt met roken, dit maakt het stoppen makkelijker.

Hoe voorkom ik gewichtstoename tijdens het stoppen?

Veel mensen maken zich bij het stoppen met roken zorgen dat ze aankomen in gewicht. De nicotine in je hersenen stimuleert namelijk de stofwisseling en onderdrukt de eetlust, dus wanneer je stopt wordt het tempo van je stofwisseling weer normaal en krijg je meer eetlust. Door het stoppen met roken smaakt en ruikt alles ook weer lekkerder waardoor je meer trek kunt krijgen in eten. De meeste rokers die stoppen komen hierdoor ongeveer 2 kg aan. Daar moet je rekening mee houden als gewichtstoename niet gewenst is.

Bedenk allereerst dat roken veel schadelijker is dan die 2 kg. De voordelen voor je gezondheid als je stopt met roken, zijn veel groter dan de nadelen van wat in gewicht aankomen. Als het stoppen met roken gelukt is kun je altijd nog iets aan die paar kilo’s doen.

Toch kun je ook wat dingen doen om gewichtstoename zoveel mogelijk te beperken. Je kunt gaan letten op wat je eet. Het is goed om veel water te drinken en groente fruit te eten. Probeer daarnaast veel te blijven bewegen tijdens het stoppen. Je kunt bijvoorbeeld gaan sporten. Denk hierbij aan zwemmen, hardlopen of naar de sportschool gaan. Maar ook geregeld een eindje wandelen of fietsen doet wonderen. Naast dat het helpt tegen de gewichtstoename, helpt bewegen ook tegen de ontwenningsverschijnselen en is de kans op een terugval kleiner.

Kies daarnaast voor gezonde alternatieven voor momenten dat je zin hebt om te snoepen:

  • Drinkt een glas water als je trek hebt.
  • Kauw op een stukje zoethout, suikervrije kauwgom of een ijsklontje.
  • Neem een stuk fruit, zoals een sinaasappel of druiven of gedroogde vruchten.
  • Eet nootjes en zaden, dat is gezonder dan chips of snoep. Of neem een handje Japanse mix.
  • Pak eens wat zuurgoed, zoals zure uitjes of augurkjes.
  • Groenten en rauwkost kun je altijd eten. Denk aan wortels, selderij of komkommer.
  • Veel trek in zoetigheid? Neem dan druivensuiker. Rozijntjes zijn ook nog een gezonde optie.
  • Neem bij grote trek een plak ontbijtkoek of een eierkoek.
  • Maak een lekkere en gezonde fruitsmoothie tegen de dorst.
  • Hou je meer van frisdranken? Neem dan een glas spa rood. Of juist een warme thee met een lekker smaakje.

Als je ondanks het volgen van deze tips toch meer dan 6 kg in gewicht stijgt, kan er eventueel wat mis zijn met je schildklier. Deze kan je door de arts laten testen.

Wat als ik zwanger ben?

Vaak is de zwangerschap niet alleen een bijzondere tijd, maar soms ook extra stressvol. Daarom is goede hulp tot een rookvrij leven van groot belang. Veel zwangere vrouwen en mensen met een kinderwens vragen niet actief naar hulp. Goed dat jij dit wel onderzoekt! Het is belangrijk dat rokende zwangere vrouwen en hun partners zichzelf zo vroeg mogelijk informeren over de risico’s van roken. Het liefst nog vóór de bevruchting. Wij helpen je daar graag bij. Vraag je arts of behandelaar naar meer informatie.

Als je nog niet zwanger bent, maar wel wilt worden, dan is stoppen met roken ook een goed idee. Als je stopt met roken, word je ook vruchtbaarder, waardoor je makkelijker zwanger raakt. Dat geldt ook voor je (mannelijke) partner!

Samen stoppen met roken is makkelijker dan alleen. Een extra voordeel van allebei stoppen, is dat je dan tijdens de zwangerschap niet ‘meerookt’ als je partner rookt waar je bij bent. Advies is dan ook aan beide partners om bij zwangerschapswens te stoppen met roken. Advies aan alle ouders is kinderen rookvrij te laten opgroeien en te stoppen met roken.

Voor mensen met een zwangerschapswens en zwangere vrouwen zijn er ondersteunende filmpjes te vinden op de Trimbos website (trimbos.nl) en de website van Taskforce Rookvrij Opgroeien:

Trimbos: Rookvrije Start
Stoppen met roken vóór de zwangerschap

Wist je dat?

  • Als zwanger bent je stofwisseling extra snel werkt en daardoor de nicotine behoefte soms hoger wordt, en minderen met roken daardoor extra moeilijk is?
  • Je met behulp van goede behandeling en eventuele ondersteuning met nicotine vervangende middelen een goede kans hebt om rookvrij te worden?
  • Veel moeders en vaders na de zwangerschap terugvallen in het roken? Het is dus belangrijk om ook in de periode na de zwangerschap om hulp te blijven vragen.
  • Ook nadat de sigaret gedoofd is blijven er veel schadelijke stoffen in huis plakken, deze blijven tot jaren aanwezig in het huis, in de meubels, gordijnen, in muren en vloeren en komen via de huid en mond/neus binnen bij het kind. Maak je huis dus goed rookvrij!

Wat zijn de voordelen van rookvrij zijn in de zwangerschap?

  • 5-8% verlaging van de kans op ernstige vroeggeboorte (<32 weken).
  • 13-19% verlaging van de kans op een laag geboortegewicht (<2.5 kg) (laag geboortegewicht hangt o.a. samen met verhoogd risico op suikerziekte.
  • 12% verlaging van de kans op groeivertraging.
  • 5-7% verlaging van de kans op sterfte van de baby.

Wat kan je doen om de slaagkans te vergroten?

  • Betrek je partner, je beste vriend of een goed familielid erbij
  • Als je een angststoornis, depressie, schizofrenie, bipolariteit, ADHD of persoonlijkheidsstoornis hebt of als er andere verslavingen meespelen, is het advies om ook hulp te vragen van een verslavingsarts en eventueel de psychiater, die mee kan denken over een goede steunende behandeling en medicatiesteun.
  • Vraag hulp van je casemanager (verloskundige, gynaecoloog, huisarts of verpleegkundige) in het stopproces. Mogelijk kan zij /hij ook een keer bij jou thuis op bezoek komen om je huis rookvrij te helpen maken.

Medicatieadvies zwangere vrouwen

Nicotinevervangers (pleisters, zuigtabletten) kunnen gebuikt worden als stoppen zonder niet lukt. Gebruik liever geen andere medicamenten. Bij toepassing van nicotine pleisters wordt aangeraden deze ’s nachts te verwijderen om de nicotine blootstelling in die periode te beperken. Zo wordt het nicotine gehalte goed en rustig op en af  gebouwd. Mogelijk is de dosering tijdens zwangerschap juist iets hoger omdat de stofwisseling sneller werkt en nicotine dus sneller afbreekt. Overleg dit altijd met je arts.

Wat als ik COPD heb?

Als je klachten hebt van piepende ademhaling, hoesten, kortademigheid bij lichte inspanning of vermoeidheid dan kan dit wijzen op vroege COPD.  Kortademigheid in rust, niet volledige zinnen meer kunnen spreken en afvallen zijn ernstigere symptomen. Vraag dan bijvoorbeeld in overleg met de verslavingsarts hulp bij je huisarts om longfunctieonderzoek te laten doen.

Bij COPD zijn de belangrijkste adviezen van het Nationale Huisartsen Genootschap: stoppen met roken, voldoende beweging (minimaal een half uur per dag wandelen, zwemmen en eventueel gespecialiseerde fysio via longarts) en gezonde voeding (voor gewichtsverlies). Bij COPD gaat de longfunctie snel achteruit. Door stoppen met roken zal deze versnelde achteruitgang worden vertraagd.

Wat als ik de ziekte colitis ulcerosa heb?

Het stoppen met gebruik van nicotine kan een tijdelijke verergering van colitis ulcerosa uitlokken, dit weegt echter niet op tegen de voordelen van stoppen met roken op lange termijn.  Als we naar praktijkervaring kijken dan heeft een langzame afbouw van tabak met behulp van nicotinevervangers (lang en kortwerkend) de voorkeur boven abrupt stoppen met roken.

 

Versie: juli 2019

Welke tips hebben jullie om te stoppen met roken?

Het is als je wilt stoppen met roken fijn om goed voorbereid te zijn. Dan weet je al hoe je met moeilijke momenten om kunt gaan. In dit artikel lees je 11 tips die daar bij kunnen helpen.

Stoppen met roken levert onmiddellijk voordelen op:

    • Je gaat er beter uitzien. Dat komt omdat de doorbloeding van je huid verbetert;
    • Na 3 dagen is de koolmonoxide uit je lichaam. Je ademt makkelijker en krijgt meer energie;
    • Na 2 maanden is je longfunctie met 10% verbeterd;
    • Als je voor je 50e stopt, neemt de kans op longkanker met 90% af;
    • Je geheugen gaat beter functioneren.

Lees hier meer over de voordelen van stoppen met roken.

11 tips om te stoppen met roken

  1. Zet de redenen om te stoppen (die voor jou belangrijk zijn!) op een rij.
  2. Weet in welke situaties je het liefst rookt. Je moet deze situaties goed kennen (bijvoorbeeld na het eten) en alvast een oplossing bedenken hoe je met die situatie om wil gaan (bijvoorbeeld voortaan fruit nemen na het eten of een wandelingetje maken);
  3. Bepaal je stopdag. Dat kan morgen zijn, of volgende week of per 1 januari;
  4. Vertel je omgeving dat je gaat stoppen. Vertel het aan een paar vrienden. Eventueel stop je met iemand samen;
  5. Ruim alles op wat je aan roken herinnert;
  6. Stop radicaal, dat geeft het meeste kans op succes; Afbouwen helpt niet bij roken;
  7. Verander je eet- en drinkgewoonten. Drink veel water, eet veel vers fruit. Pas op voor gezelligheidsdrankjes als koffie, thee en alcohol. Het drinken van deze drankjes is vaak gekoppeld aan roken;
  8. Zorg voor voldoende lichamelijke ontspanning zoals wandelen, zwemmen en fietsen;
  9. Beloon jezelf met het geld dat je uitspaart. Ga leuke dingen doen of geef jezelf iets. Stort het geld dat je uitspaart in een potje en koop er iets leuks van;
  10. Als je na gestopt te zijn er toch weer een opsteekt (terugval), geef de moed dan niet op. Ga na in welke situatie dat gebeurde en probeer te bedenken met welk ander (alternatief) gedrag je voortaan kunt reageren. Kom je de volgende keer wel door die situatie heen dan ben je alweer wat sterker geworden. Elke niet gerookte sigaret is winst;
  11. Als het op eigen kracht niet lukt, probeer dan samen met een hulpverlener te stoppen.

Wat moet ik doen als ik verlang naar een sigaret?

Zin in roken is een van de eerste dingen die je merkt als je stopt met roken. Realiseer je dat zo’n moment maar enkele minuten duurt. Zit het uit. Het duurt niet zo langer dan een paar minuten. Je zult merken dat het opkomt, zijn hoogste punt bereikt en weer weg ebt. Als je pas gestopt bent, heb je vaker zin in een sigaret dan na een paar weken. Na verloop van tijd krijg je steeds minder vaak zin. En op den duur is de zin helemaal weg. Bedenk in het begin dat de ‘pijn van het niet toegeven aan de zin’ maar enkele minuten duurt. Wees sterk. Maar ook mild voor jezelf als het toch niet gelukt is.

Waar kan ik terecht voor hulp?

Wat biedt Jellinek?

  • Test je gebruik: met deze test kun je nagaan hoe het met jou gebruik gesteld is.
  • Jellinek Online Zelfhulp Tabak: zelfstandig, online, gratis en anoniem. Behaal je eigen doelen met ondersteuning van opdrachten, video’s, dagboek en forum.
  • WeQuit: Bij Jellinek werken we samen met WeQuit. Hier werken psychologen die gespecialiseerd zijn op het gebied van de behandeling van tabaksverslaving. De zorg van WeQuit wordt vergoed vanuit de basisverzekering.

Overig aanbod

Informatieve websites

 

Versie: oktober 2020

Wat is beter, in één keer of geleidelijk stoppen met roken?

Meteen stoppen

Volgens onderzoek is stoppen met roken (SMR) blijkt het meest effectief wanneer je meteen stopt. Bij meteen stoppen krijg je waarschijnlijk last van onthoudingsverschijnselen zoals: prikkelbaarheid, rusteloosheid, concentratieproblemen en slapeloosheid. De onthoudingsverschijnselen kun je verminderen door nicotine-vervangende middelen. Er zijn nicotinepleisters en nicotine-kauwgom of tabletten. Nicotine pleisters geven de nicotine heel geleidelijk af. Nicotine kauwgom werkt snel. Deze zijn zonder recept verkrijgbaar bij de drogist maar het is het best om ze in overleg met de huisarts te gebruiken. De huisarts kan je helpen bij het bepalen van de juiste dosis.

Rook je 10 sigaretten per dag en wil je meteen stoppen dan raden wij aan om nicotine vervangende middelen te gebruiken. Je kunt ze pas nemen vanaf de dag dat je stopt met roken. Let op: gebruik geen nicotine-vervangende middelen bij: een recente hartinfarct of hersenbloeding, angina pectoris en hartritmestoornissen.

Veel mensen geven aan dat meteen stoppen duidelijk is. Geleidelijk stoppen geeft meer mogelijkheden om er toch een dag een paar extra te roken. En zo vervallen ze vaak toch weer in oud rookpatroon. Niet roken betekent 0 sigaretten. Dat is een duidelijke grens.

Geleidelijk aan stoppen

Je kunt er ook voor kiezen geleidelijk af te bouwen en daarna te stoppen. De snelheid waarmee je afbouwt kun je zelf kiezen. Het nadrukkelijke advies is om binnen 2 weken af te bouwen naar 0 sigaretten. Niet langer.

Bij geleidelijk stoppen heb je waarschijnlijk minder last van onthoudingsverschijnselen. Bij geleidelijk stoppen kun je geen nicotine pleisters gebruiken. Je krijgt dan namelijk te veel nicotine binnen. Wel kun je bij grote trek eventueel nicotine kauwgom gebruiken.

Bij meteen stoppen of geleidelijk aan stoppen is ook nog mogelijk om medicijnen zoals Buprion of Nortriptyline te gebruiken. Deze medicijnen zijn echter alleen op doktersrecept verkrijgbaar.

 

Versie: augustus 2020

Is snuiftabak verslavend?

Ja, maar vanwege de manier van gebruiken is snuiftabak waarschijnlijk wel iets minder snel verslavend dan als je het rookt.

Waarom is snuiftabak minder verslavend?

Snuiftabak is verslavend, maar dan wel iets minder snel dan gewone rooktabak. In tabak zit nicotine, de verslavende stof in tabak. Ook snuiftabak bevat nicotine. Als je tabak snuift, komt de nicotine via het neusslijmvlies in het bloed. Als je het rookt gaat het via de longen. De opname van nicotine in het bloed gaat via snuiven langzamer dan via roken. Vandaar dat snuiftabak iets minder snel verslavend is dan gewone rooktabak. Over het algemeen geldt hoe sneller een stof bij de hersenen komt na inname, hoe verslavender een stof is.

Nicotine

Nicotine is een drug die zeer snel effect heeft. Stopt men met roken, dan is het nicotinegehalte in het bloed na anderhalf uur al gehalveerd. Dit maakt dat de roker een onrustig gevoel krijgt. Na langere tijd zonder nicotine wordt de roken nerveus, onzeker, geagiteerd en geprikkeld. Steekt hij een sigaret op, dan wordt zeer snel nieuwe nicotine aangevoerd waardoor de vervelende gevoelens verdwijnen. De roker voelt zich weer ontspannen.

Nicotine is een giftige stof. Het is dé verslavende stof in tabak. Nicotine stimuleert de afgifte van adrenaline en prikkelt het zenuwstelsel waardoor het lichaam wordt opgejaagd. De hartslag gaat omhoog en de bloedvaten vernauwen zich. De temperatuur in handen en voeten gaat omlaag en de bloeddruk stijgt. Dit gebeurt dus allemaal ook in het geval van snuiftabak.

Snuiftabak ook kankerverwekkend

Snuiftabak is ondanks dat het niet gerookt wordt toch kankerverwekkend. Snuiftabak is niet verboden in Nederland. Het wordt in Nederland echter weinig gebruikt. Grootverbruiker van snuiftabak is Zweden. Daar wordt het Snus genoemd.

 

Versie: oktober 2020

Wat is verslavender: gewoon roken of blowen?

Tabak is veel verslavender dan hasj en wiet. Een commissie van experts heeft drugs met elkaar vergeleken en beoordeeld op een aantal aspecten zoals lichamelijke en maatschappelijke schade en verslaving (1). Wat betreft verslaving staat tabak op de derde plaats na heroïne en crack en voor meth-amfetamine, cocaïne en alcohol. Cannabis komt op de 10e plaats. In Nederland wordt cannabis vaak vermengd met tabak. Hierdoor wordt het jointje wel verslavender. In de rook van hasj en wiet zitten teer, koolmonoxide en THC. In rook van tabak zit teer en koolmonoxide, en nicotine. Rook je een joint met tabak dan krijg je al deze stoffen binnen.

Verslaving aan blowen?

Blowen op zich kan ook verslavend zijn. Cannabis werkt ontspannend. Vooral mensen die niet goed met spanningen om kunnen gaan en blowen gaan gebruiken om van die spanningen af te komen, lopen risico om verslaafd te raken. Ze gaan hasj dan gebruiken om te ontspannen en lossen hun problemen niet op.

Dat blowen verslavend kan zijn blijkt ook het grote aantal dagelijkse blowers. Van de mensen die gaan blowen, gaat 10% dagelijks blowen. Ook zie je dat veel mensen aankloppen bij de hulpverlening. Jaarlijks gaat dat om zo’n 10.000 mensen.

Ben ik verslaafd?

Ben je benieuwd of je zelf te veel rookt of te veel blowt? Bekijk dan de volgende pagina’s:

Of doe de zelftest tabak of de zelftest cannabis!

Zou je zelf graag je tabak of cannabis gebruik willen veranderen? Zie dan de volgende pagina’s:

Online zelfhulp tabak / Online zelfhulp cannabis

Behandeling

 

Bron:
1 RIVM 2009 Ranking van drugs

 

Versie: oktober 2020

Wat is de stepping stone of de gateway drug theorie?

De zogenaamde stepping stone (of gateway drug) theorie stelt dat het gebruik van een bepaald middel kan leiden tot het gebruik van andere, zwaardere middelen. In 1975 werd hier voor het eerst over gepubliceerd. Deze theorie werd in het verleden veel gebruikt om bijvoorbeeld het gebruik van cannabis in diskrediet te brengen.

Er werd verondersteld dat het gebruik van cannabis automatisch leidt tot het gebruik van andere gevaarlijke middelen. Dus ook al lijkt cannabis in sommige gevallen redelijk onschuldig, het gebruik ervan zou volgens de theorie tot problemen met bijvoorbeeld cocaïne of heroïne kunnen leiden.

De wetenschappelijke onderbouwing van deze theorie is echter erg dun. Het is gebaseerd op onderzoek waaruit bleek dat mensen die ooit cannabis hebben gebruikt, een grotere kans hebben om later ook andere middelen te gaan gebruiken. Hierbij is echter de fout gemaakt om verband te verwarren met oorzaak.

Uit latere onderzoeken bleek dat cannabis waarschijnlijk niet de oorzaak van het andere gebruik was. Waarschijnlijk zijn sommige mensen die cannabis gebruiken vanwege bepaalde persoonlijkheidskenmerken ook eerder geïnteresseerd in andere middelen.

Uit ander onderzoek blijkt dat wellicht alcohol en nicotine vanwege hun specifieke uitwerking op het brein ‘gateway drugs’ kunnen zijn. Echter zijn er ook bij deze onderzoeken een aantal kanttekeningen te plaatsen. Waarschijnlijk spelen bij mensen andere factoren een grotere rol.

 

Bronnen:

  1. https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC4291295/
  2. https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC4929049/
  3. http://www.oxfordscholarship.com/
  4. http://advances.sciencemag.org/content/3/11/e1701682
  5. https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC4353486/
  6. https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/1188374

 

Versie: november 2020

Wanneer ben je verslaafd?

Criteria van verslaving

Verslaving wordt vastgesteld aan de hand van 11 criteria van de zogenaamde DSM-V* De DSM-V is een wereldwijd gebruikt boek waarin alle psychiatrische aandoeningen beschreven staan. De DSM spreekt niet van alcoholisme of verslaving maar van “stoornissen in het gebruik van middelen” (substance abuse disorders). Een “stoornis in het gebruik van middelen” kan ontstaan door gebruik van verschillende middelen zoals alcohol, cannabis, opiaten of stimulerende middelen.

Voldoe je aan twee of drie criteria dan heb je een milde stoornis in het gebruik van middelen. Voldoe je aan vier of vijf criteria dan is er sprake van gematigde (moderate) stoornis en bij zes of meer symptomen is er sprake van een ernstige stoornis.

De 11 criteria zijn:

  1. Vaker en in grotere hoeveelheden gebruiken dan je van plan was.
  2. Mislukte pogingen om te minderen of te stoppen.
  3. Het verkrijgen of gebruiken van het middel en het herstellen van gebruik kosten veel tijd.
  4. Sterk verlangen om te gebruiken.
  5. Door gebruik tekortschieten op het werk, school of thuis.
  6. Blijven gebruiken ondanks dat het problemen meebrengt in het sociale of relationele vlak.
  7. Door gebruik opgeven of sterk verminderen van hobby’s, sociale activiteiten of werk.
  8. Voortdurend gebruik, zelfs wanneer je daardoor in gevaar komt.
  9. Voortdurend gebruik ondanks weet hebben dat het gebruik lichamelijke of psychische problemen met zich mee brengt of verergert.
  10. Grotere hoeveelheden nodig hebben om het effect nog te voelen oftewel tolerantie.
  11. Het optreden van onthoudingsverschijnselen, die minder hevig worden door meer van de stof te gebruiken.

Misbruik

De vorige versie van de DSM V, de DSM IV, maakte nog een verschil tussen afhankelijkheid en misbruik. Je misbruikt alcohol of drugs wanneer je in een jaar tijd last hebt van tenminste één van de onderstaande symptomen:

  • Gebruik gaat ten koste van je werk, school of thuis.
  • Voortdurend gebruik ondanks terugkerende problemen op sociaal gebied (ruzies).
  • Herhaaldelijk gebruik in gevaarlijke situaties zoals in het verkeer.
  • Door gebruik kom je herhaaldelijk in contact met politie of justitie.

WHO

Er is ook een definitie van Wereld GezondheidsOrganisatie (WHO). Deze definitie komt grotendeels overeen met de definitie van de DSM IV. Volgens de WHO is sprake van afhankelijkheid als zich het afgelopen jaar drie van onderstaande symptomen hebben voorgedaan.

  • Een sterk verlangen om te gebruiken (het verlangen varieert van licht tot zeer heftig).
  • Meer gebruiken dat je wilt ofwel moeite hebben om het gebruik te controleren, dat wil zeggen het moeilijk vinden om gebruik uit te stellen, matig te gebruiken of om op tijd te stoppen.
  • Minder aandacht besteden aan hobby’s, sociale contacten en werk.
  • Doorgaan met gebruik ondanks de wetenschap dat gebruik schade oplevert (zoals gezondheidsproblemen, ruzies met omgeving, problemen op het werk).
  • Veel tijd besteden aan gebruik en het herstellen ervan.
  • Tolerantie.
  • Last hebben van onthoudingsverschijnselen.

Verslaving is echter niet het enige risico van alcohol- of druggebruik. Andere grote risico’s zijn de gezondheidsschade door gebruik van een bepaald middel, en maatschappelijke problematiek, zoals financiële of sociale problemen.

Op de site kun je een groot aantal testen doen om te testen of je riskant gebruikt.

* Diagnostical Statistical Manual, versie 5

 

Versie: november 2020

Hoe kan ik zelf minderen of stoppen met alcohol of andere drugs?

Het stoppen of minderen met alcohol of andere drugs is niet altijd makkelijk. Een online zelfhulp is goede manier om direct zelf met je gebruik aan de slag te gaan. Een groot voordeel is dat je daar ook met andere mensen die aan het stoppen zijn contact kunt houden. Zo sta je er niet helemaal alleen voor.

Zelf stoppen of minderen met online zelfhulp

Minderen of stoppen met gebruik van alcohol of drugs kan in acht stappen. We hebben voor verschillende middelen online zelfhulpprogramma’s die jou kunnen helpen met stoppen. Hieronder lees je ook een aantal tips om goed voorbereid te zijn.

  • Schrijf de nadelen van gebruik en de voordelen van minderen of stoppen op;
  • Neem de beslissing om te minderen of te stoppen;
  • Bepaal een doel en houd bij hoeveel je drinkt of gebruikt;
  • Bereid je voor op het krijgen van onthoudingsverschijnselen;
  • Maak een aantal afspraken met jezelf;
  • Bereid je voor op trek (zin in het middel);
  • Bereid je voor op riskante situaties;
  • Houd moed en geef niet op.

Schrijf de nadelen van gebruik en de voordelen van minderen of stoppen op

Wat zijn voor jou de nadelen van gebruik? En wat zijn de voordelen wanneer je mindert of stopt met het gebruik? Nadelen kunnen bijvoorbeeld zijn: ik geef te veel geld uit, ik heb last van een kater en ik voel me slecht over mezelf. De voordelen van minderen of stoppen kunnen bijvoorbeeld zijn: ik heb meer energie, ik kan geld sparen en ik zit beter in mijn vel.

Neem een beslissing om te minderen of te stoppen

Spreek een datum af met jezelf wanneer je begint met stoppen en hoelang je dat gaat volhouden.

Bepaal een doel en houd bij hoeveel je drinkt of gebruikt

Bepaal of je wilt minderen of stoppen. Als je wilt minderen spreek dan af hoeveel glazen/joints/lijntjes je per dag/week mag drinken/roken/gebruiken van jezelf. Houd vervolgens bij of je dit doel haalt. Dat kan met behulp van het zogenaamde weekoverzicht.

Bereid je voor op het krijgen van onthoudingsverschijnselen

Bij minderen of stoppen kun je last krijgen van onthoudingsverschijnselen (soms afkickverschijnselen genoemd). Deze kunnen 3 tot 7 dagen duren. Na 24 uur zijn ze op hun hoogtepunt. Er zijn lichte onthoudingsverschijnselen en ernstige. Lichte zijn bijvoorbeeld slecht slapen, transpireren en gespannen zijn. Ernstige zijn toevallen of delirium. Ernstige onthoudingsverschijnselen kunnen optreden als je langdurig veel gedronken of gebruikt hebt. Als je wilt stoppen of minderen met drinken, kun je het beste een arts raadplegen. Deze kan eventueel voor een korte periode (bijvoorbeeld voor drie dagen) medicatie voorschrijven waardoor je geen last meer hebt van de onthoudingsverschijnselen. Ook bij GHB en benzodiazepinen is het belangrijk om onder begeleiding van een arts af te kicken.

Vermijd koffie en thee, daar word je extra onrustig van. Drink water of fris en eet kleine hoeveelheden voedsel.

Maak een aantal afspraken met jezelf en schrijf deze op

Je kunt bijvoorbeeld afspreken dat je even niet met dezelfde mensen uitgaat of dat je bepaalde gelegenheden voorlopig mijdt. Bedenk een programma voor het weekend. Ook kun je met jezelf afspreken elke dag even naar de nadelen van gebruik te kijken. Je kunt ook afspreken dat je een goede vriend inlicht en hem belt wanneer je het moeilijk hebt.

Bereid je voor op trek

Bedenk wat je kunt doen als je trek (zin in een drug) krijgt. Bedenk vooraf zo veel mogelijk alternatieven. Dit kunnen kleine dingen zijn zoals een douche nemen, hardlopen et cetera. Misschien kun je iemand bellen.

Bereid je voor op riskante situaties

Wat zijn riskante situaties, waarin je terug kan vallen? Bedenk wat voor jou riskante situaties/gevoelens/gedachten zijn waardoor het gevaar van gebruik groter wordt (bijvoorbeeld de gedachte ‘nog 1 keertje’, of niet alleen willen zijn of met veel geld in je zak in de stad zijn, et cetera.). Als je deze situaties op een rijtje hebt, schrijf dan op wat je gaat doen wanneer je in zo’n situatie terecht komt.

Geef de moed niet op

Als je na stoppen toch weer een keer gaat drinken of gebruiken, geef dan de moed niet op. Ga na in welke situatie je weer ging drinken en bedenk hoe je een volgende keer anders kunt reageren. Opnieuw stoppen heeft altijd zin!

Lukt het niet…

Mocht je merken dat het op deze manier niet lukt of heb je nog vragen over deze aanpak, dan kun je een online zelfhulpprogramma volgen of naar een verslavingszorginstelling in jouw regio gaan. Klik hier om je bij Jellinek aan te melden. Ook kan je de Jellinek Advieslijn  bellen of mailen voor tips en wat ondersteuning.

 

Versie: november 2020

Hoe kan ik nagaan of ik verslaafd ben?

Dat kan op de volgende manieren:

  • Je kunt kijken of je voldoet aan de criteria voor verslaving.
  • Je kunt op deze site een test doen.
  • Je kunt nagaan hoe je het afgelopen jaar gebruikt hebt. Welk patroon en welke ontwikkeling zit daar in.
  • Je kunt een aantal kritische vragen aan jezelf stellen.

Criteria van verslaving

Verslaving wordt vastgesteld aan de hand van 11 criteria van de zogenaamde DSM-V*. De DSM-V is een wereldwijd gebruikt boek waarin alle psychiatrische aandoeningen beschreven staan. De DSM spreekt niet van alcoholisme of verslaving maar van “stoornissen in het gebruik van middelen” (substance abuse disorders). Een ”stoornis in het gebruik van middelen” kan ontstaan door gebruik van verschillende middelen zoals alcohol, cannabis, opiaten en stimulerende middelen.

Milde, gematigde of ernstige stoornis

Voldoe je aan twee of drie criteria dan heb je een milde stoornis in het gebruik van middelen. Voldoe je aan vier of vijf criteria dan is er sprake van gematigde (moderate) stoornis en bij zes of meer symptomen is er sprake van een ernstige stoornis.

De 11 criteria aan de hand waarvan de ernst van “stoornis in middelengebruik” vastgesteld kan worden zijn:

  • Vaker en in grotere hoeveelheden gebruiken dan het plan was.
  • Mislukte pogingen om te minderen of te stoppen.
  • Gebruik en herstel van gebruik kosten veel tijd.
  • Sterk verlangen om te gebruiken.
  • Door gebruik tekortschieten op het werk, school of thuis.
  • Blijven gebruiken ondanks dat het problemen meebrengt in het relationele vlak.
  • Door gebruik opgeven van hobby’s, sociale activiteiten of werk.
  • Voortdurend gebruik, zelfs wanneer je daardoor in gevaar komt.
  • Voortdurend gebruik ondanks dat je weet dat het gebruik lichamelijke of psychische problemen met zich mee brengt of verergert.
  • Grotere hoeveelheden nodig hebben om het effect nog te voelen oftewel tolerantie.
  • Het optreden van onthoudingsverschijnselen, die  die minder hevig door meer van de stof te gebruiken.

Testen

Op deze site staan testen waarmee je kunt nagaan of je riskant gebruikt of mogelijk verslaafd bent. De test geeft een indicatie.

Kijk of in je gebruik in een stijgende lijn zit

Je kunt nagaan hoe je het afgelopen jaar gebruikt hebt. Neemt dit toe of af? Gebruik je meer of minder dan 1 jaar geleden?

Kritische vragen

Je kunt aan jezelf de volgende kritische vragen stellen:

  • Ben ik geleidelijk meer gaan gebruiken?
  • Gaat mijn gebruik ten koste van andere dingen?
  • Ben ik vaak met gebruik bezig?
  • Gebruik ik omdat ik anders niet meer vrolijk word?
  • Gebruik ik om de nadelige gevolgen van vorig gebruik op te vangen?
  • Weten mijn vrienden hoe vaak en hoeveel ik gebruik?
  • Maakt mijn omgeving wel eens opmerkingen over mijn gebruik?

* Diagnostical Statistical Manual versie V

 

Versie: september 2019

 

Is iemand die alleen in het weekend gebruikt ook verslaafd?

Iemand die alleen in het weekend gebruikt is waarschijnlijk niet verslaafd. Wel loopt de persoon mogelijk lichamelijke risico’s. Ook loopt de persoon het risico dat hij geleidelijk aan steeds vaker en meer gaat gebruiken. Bij alleen in het weekend gebruiken ligt ook het gevaar op de loer, van niet meer kunnen uitgaan zónder te gebruiken. Dat is een lichte vorm van geestelijke afhankelijkheid.

Veel mensen weten van zichzelf dat ze geen rem hebben als ze beginnen met drinken. Hierdoor drinken ze niet dagelijks, maar als ze dan wel drinken, drinken ze altijd te veel. Dit is ook de reden waarom helemaal stoppen met drinken soms makkelijker is dan minderen met drinken. Zodra je alcohol drinkt vallen de remmen weg en loop je het risico meer te drinken. Helemaal niks drinken is dan makkelijker.

Verslaving wordt vastgesteld aan de hand van een aantal criteria.

Kwartaaldrinkers

Soms ontwikkelen mensen een strategie om het gebruik in de hand te houden. Je hebt bijvoorbeeld kwartaaldrinkers. Deze mensen staan zich zelf toe elk jaar een paar keer per jaar door het lint te gaan. Zij drinken maanden niet en dan nemen ze een week vrij waarbij ze zeer veel drinken. Op die manier houden ze het ‘niet drinken’ vol. Deze mensen kun je wel verslaafd noemen. In feite kunnen deze mensen niet met alcohol omgaan. Zij hebben een strategie ontwikkeld om een aantal maanden niet te drinken en houden dat vol omdat ze weten dat ze zich over drie maanden weer klem mogen drinken. Als je deze mensen zou zien in de periode dat ze niet drinken zou je niet denken dat ze verslaafd zijn. Toch zijn ze verslaafd. Ze voldoen ook aan de meeste van bovenstaande criteria. Deze vorm van alcoholisme wordt ook wel epsilon-alcoholisme genoemd.

Binge drinken

Bij weekend gebruik moet je niet alleen letten op verslaving. Alcohol en drugs hebben ook allerlei lichamelijke risico’s. Zo is in korte tijd veel drinken, ook wel binge drinken genoemd, riskant.

Hoe ga je hier mee om?

Eigenlijk gelden hiervoor de zelfde tips als voor het dagelijkse drinken. Maak duidelijke afspraken voor jezelf voorafgaand aan een avond waarop je misschien gaat drinken. Bijvoorbeeld: ik drink vanavond niet meer dan X glazen. Probeer jezelf hieraan te houden. Beloon jezelf de volgende dag als het gelukt is door bijvoorbeeld iets leuks te gaan doen of iets moois te kopen. Je kunt jezelf ‘straffen’ door bijvoorbeeld een vervelend klusje te gaan doen als het niet is gelukt, bijvoorbeeld een huishoudelijke klus. Bespreek dit ook met iemand die je vertrouwt, een vriend of vriendin. Die kan je eventueel helpen door bijvoorbeeld geen drank aan te bieden of samen met jouw frisdrank te bestellen tussendoor.

En laat de moed niet zakken als het een keer niet is gelukt. Zie het als een leermoment en probeer te achterhalen waarom het niet is gelukt. Neem dit mee en bereid je voor op de volgende keer. Mocht het toch telkens weer niet lukken, dan kun je overwegen om helemaal te stoppen met drinken. Dit is dan wellicht makkelijker voor je. Ook zou je even kunnen bellen met Jellinek voor een persoonlijk advies. Je kunt bellen metde Jellinek Advieslijn088 – 505 1220, elke werkdag bereikbaar van 8:30 tot 17:00. Je laat je naam en vraag achter. Tussen 13:00 en 17:00 word je teruggebeld.

 

Versie: oktober 2019

 

Welke opvattingen zijn er over verslaving?

Over verslaving kun je op verschillende manieren denken. De manier waarop over verslaving gedacht wordt bepaalt ook de aanpak. Er zijn de volgende opvattingen of modellen:

  • Het morele model
  • Het farmacologische model
  • Het psychiatrische model
  • Het sociale model
  • Het medische model
  • Het biospsychosociale model
  • Het gedragtherapeutische model
  • Het hersenziekte model
  • Het aanvaardigsmodel.

Het morele model

Het morele model gaat ervan uit dat verslaving ontstaat door een zwakke wil of morele zwakte. Verslaafden zijn zondig of schuldig. De aanpak van verslaving moet in dit model vooral van politie en justitie komen.

Het farmacologische model

Het farmacologische model gaat geheel uit van de stof. Het is de drug die mensen verslaafd maakt. De drug zorgt ervoor dat zich tolerantie ontwikkelt en mensen last krijgen van onthoudingsverschijnselen. De aanpak moet gericht zijn op het voorkomen dat mensen in aanraking komen met de stof. Drooglegging, het verbod op drugs en de ‘war on drugs’ zijn gebaseerd op dit model.

Het psychiatrische model

Het psychiatrische model ziet verslaving als een symptoom van een onderliggende stoornis. De aanpak moet gericht zijn op het wegnemen van de stoornis.

Het sociale model

Het sociale model ziet verslaving als een symptoom van een relatie stoornis tussen mensen of als een reactie op stress of maatschappelijke omstandigheden. De aanpak moet gericht zijn op het betrekken van de familie bij de behandeling of op het veranderen van de maatschappij.

Het medische model

Het medische model ziet verslaving als een lichamelijke aandoening. Verslaving is het gevolg van een lichamelijke overgevoeligheid. De aanpak moet gericht zijn op het volledig stoppen met gebruik (abstinentie). Voor mensen met een verslaving is gebruik niet meer mogelijk. De AA en het 12 stappen Minnesotamodel zijn gebaseerd op dit model.

Het gedragstherapeutische model

Het gedragstherapeutische model ziet verslaving als aangeleerd gedrag. De positieve effecten van alcohol of drugs vergroot de kans dat opnieuw gebruikt wordt waardoor een verslaving ontstaat. Het verlangen naar het effect is belangrijker bij het ontstaan van verslaving dan de vroege ervaringen uit de jeugd. De aanpak moet gericht zijn op het afleren van het verslavingsgedrag. De kortdurende therapie (4-12 gesprekken) in de verslavingszorg is gebaseerd op dit model. Ook de online zelfhulpprogramma’s en de online behandeling zijn op dit model gestoeld.

Het biopsychosociale model

Het biopsychosociale model gaat ervan uit dat verslaving ontstaat door het gelijktijdig werkzaam zijn van verschillende factoren, namelijk:

  • een biologische vatbaarheid
  • stoornissen in de persoonlijke ontwikkeling
  • maatschappelijke factoren.

Iemand kan bepaalde genen hebben waardoor verslaving makkelijker ontstaat. Een stoornis in iemands persoonlijke ontwikkeling kan een verslaving bevorderen. Negatieve invloeden van uit de omgeving zoals gebrek aan warmte, seksueel misbruik kunnen een rol spelen bij het ontstaan van verslaving. De aanpak moet gericht zijn op meerdere interventies: medicatie, psychotherapie en verbetering van sociale omstandigheden.

Het hersenziekte model

Het hersenziekte model ziet verslaving als een hersenziekte. De hersenen van mensen met een verslaving functioneren anders. Het deel dat zorgt voor prettige gevoelens (beloningscentrum) functioneert minder goed. Drugs prikkelen dit centrum op een zeer heftige manier en zorgen voor een zeer sterke ervaring die men niet meer vergeet. Ook kan het vermogen om met sterke verlangens om te gaan, bij de een minder goed functioneren als bij de ander. De aanpak moet gericht zijn op de ontwikkeling van medicatie die de werking van de hersenen kan beïnvloeden.

Het aanvaardingsmodel.

Het aanvaardingsmodel ziet verslaving als een aandoening die men moet accepteren. De aanpak moet gericht zijn op het beperken van de risico’s van het gebruik. Het heeft geen zin om te proberen iemand van zijn verslaving af te helpen. Het verstrekken van heroïne en projecten als spuitomruil werken vanuit deze visie.

Op dit moment wordt vooral uitgegaan van het biopsychosociale model en het hersenziekte model.

 

Versie: januari 2021

 

Wat zijn onthoudingsverschijnselen?

Onthouding- of ontwenningsverschijnselen zijn de lichamelijke reacties op het minderen of stoppen met gebruik. Het lichaam heeft zich door het vele gebruik aangepast. Het zenuwstelsel is veranderd: het aantal receptoren in de hersenen is door het vele gebruik afgenomen of er zijn in de lever extra enzymen ontwikkeld om de alcohol of andere drugs af te breken.

Hieronder een tabel met per drug de onthoudingsverschijnselen

Alcohol    Zweten, slecht slapen, maagklachten, misselijkheid; onrust ; angst; gespannenheid. Bij zwaar drinken: trillen; epileptische aanval, delirium.
Tabak Onrust; slaapstoornissen; niet kunnen concentreren; maagdarmstoornissen.
Cannabis Zweten; problemen met inslapen; nachtmerries, rillen; hoofdpijn; prikkelbaarheid; onrust; angst.
Cocaïne Somberheid; nergens meer plezier in hebben; eetstoornissen (eetlust neemt sterk toe of verdwijnt); slaapstoornissen (niet slapen of juist heel veel slapen). Bij langdurig gebruik kunnen de depressieve gevoelens lang aanhouden.
MDMA (XTC) Verslaving aan MDMA komt vrijwel niet voor. Eventueel kunnen verschijnselen zich voor doen zoals bij amfetamine.
Amfetamine Somberheid, angst, maagdarmstoornissen; tremors.
Heroïne Angst; onrust; klamme koude huid; grote ogen met wijde pupillen; loopneus; gapen; buikkrampen; diarree; je dan weer koud dan weer warm voelen; braken; spierpijn, krampen in rug en benen; kippenvel; toename darmbewegingen; stijging van pols, bloeddruk en lichaamstemperatuur; soms de hik.

Als het lichaam een drug ineens niet meer krijgt moet het lichaam zich opnieuw aanpassen. Dat gaat gepaard met soms heftige onthoudingsverschijnselen.

Onthoudingsverschijnselen kunnen al snel optreden. Als je een half jaar elke dag 8 glazen drinkt ervaar je al onthoudingsverschijnselen. Bij heroïne is dat al na enkele weken. Onthoudingsverschijnselen zijn vaak een reden om weer te gaan gebruiken. Bij alcohol worden de onthoudingsverschijnselen opgevangen door het voorschrijven van chloordiazepoxide (Librium), bij heroïne met methadon, bij cocaïne worden wel antidepressiva voorgeschreven.

 

Versie: juni 2020

Welke drugs hebben de grootste verslavingskans?

In 2009 zijn door een groep van experts de verschillende drugs gerangschikt op schadelijkheid (RIVM, Ranking the drugs). Hierbij werd gekeken naar een aantal criteria waaronder verslaving. De experts kwamen voor wat betreft verslaving tot de volgende rangschikking:

  1. Heroïne
  2. Crack
  3. Tabak
  4. Methamfetamine
  5. Cocaïne
  6. Alcohol
  7. Amfetamine
  8. Benzodiazepinen (slaap- en kalmeringsmiddelen)
  9. GHB
  10. Cannabis
  11. Ketamine
  12. Khat
  13. XTC/MDMA
  14. Paddo’s
  15. LSD

Of een drug verslavend is heeft te maken met:

  • De eigenschappen van de drug.
  • De manier waarop het middel toegediend wordt.
  • De mate van gebruik.

Eigenschappen van de drug

Drugs kunnen verschillende eigenschappen hebben. De sterkte kan verschillen. Verder treden bij de ene drug snel tolerantie en ontwenningsverschijnselen op, terwijl dat bij een andere drug veel minder het geval is. Ook zorgt de ene drug voor meer craving dan een andere. Craving is het snel weer opnieuw willen nemen van de drug.

Toedieningswijze

Ook de toedieningswijze speelt een rol. Roken en spuiten leiden sneller tot verslaving dan eten of slikken. Snuiven zit tussen roken of spuiten en eten in. Van meer naar minder verslavend: roken, spuiten, snuiven, slikken.

Mate van gebruik

Veelvuldig gebruik leidt sneller tot verslaving dan matig gebruik.

 

Het onderzoek is in 2009 gedaan. Als het onderzoek nu opnieuw uitgevoerd zou worden, zouden sommige middelen anders scoren. Over GHB hebben we in de afgelopen 10 jaar geleerd dat het een erg verslavend middel is. Dit middel zou mogelijk hoger scoren dan het nu doet.

 

Versie: november 2020

Waarom wordt de een wel verslaafd en de ander niet?

Of je van een drug afhankelijk raakt hangt af van meerdere factoren. Op deze factoren kunnen mensen verschillen waardoor de één een andere kans heeft om verslaafd te raken dan een ander. Dit wordt het beste uitgelegd doormiddel van het biopsychosociale model. Het biopsychosociale model gaat ervan uit dat verslaving ontstaat door het gelijktijdig werkzaam zijn van verschillende factoren, namelijk:

  • een biologische vatbaarheid
  • stoornissen in de persoonlijke ontwikkeling
  • sociale of maatschappelijke factoren.

Een stoornis in iemands persoonlijke ontwikkeling kan een verslaving bevorderen. Negatieve invloeden van uit de omgeving zoals gebrek aan warmte, seksueel misbruik kunnen een rol spelen bij het ontstaan van verslaving. De aanpak moet gericht zijn op meerdere interventies: medicatie, psychotherapie en verbetering van sociale omstandigheden.

Biologische vatbaarheid

Iemand kan bepaalde genen hebben waardoor verslaving makkelijker ontstaat. Je genen bepalen namelijk hoe je lichaam en je hersenen reageren op het gebruik van alcohol of andere drugs. Je lever breekt drugs af en het kan per persoon verschillen hoe effectief dit gebeurt. Daarnaast heeft het ontstaan van verslaving te maken heeft met het functioneren van onze hersenen. Het gaat hierbij om:

  • Het functioneren van het beloningscentrum.
  • Het functioneren van de controle mechanismen over impulsen.

Het beloningscentrum kan bij de een minder goed werken dan bij de ander. Bepaalde genen kunnen ervoor zorgen dat iemand weinig dopaminereceptoren heeft. Drugs gebruiken zal dan snel een grote invloed hebben waardoor de kans op herhaling van gebruik groot is.

Het vermogen om sterke impulsen te weerstaan kan minder goed functioneren. Dit vermogen ligt in het voorste deel van de hersenen, de frontaalkwab. Ook hierin kunnen mensen verschillen. De manier waarop je hersenen functioneren is erfelijk. Als een van je ouders verslavingsproblemen heeft, is de kans dat jij deze problemen ook krijgt groter.

Stoornissen in de persoonlijke ontwikkeling

Iemands persoonlijke eigenschappen of het hebben van persoonlijke problemen kunnen ook van invloed zijn op het verslaafd raken.

Bijvoorbeeld: als je negatieve gevoelens sterk ervaart en moeite heeft om daar goed mee om te gaan, dan kan dat een rol spelen bij het ontstaan van verslaving. Als je dan ontdekt dat gebruik van alcohol of andere drugs een tijdelijke verlichting kan geven, zal je steeds vaker gaan gebruiken. Alcohol en andere drugs zijn voor jou dan ook extra riskant.

Verder zullen alcohol en andere drugs, als je weinig hobby’s of interesses hebt, een grotere kans maken om een plaats in het leven te veroveren, dan als je veel te doen hebt. Persoonlijke problemen zijn ook riskant, zeker als je dan alcohol of andere drugs gebruikt om de negatieve gevoelens te dempen.

Sociale of maatschappelijke factoren

Je sociale situatie kan ook een belangrijke rol spelen bij het al dan niet verslaafd raken. Sommige invloeden kunnen je beschermen en andere invloeden kunnen je schaden. Beschermende factoren zijn bijvoorbeeld:

  • Mensen om je heen die om je geven.
  • Behoren bij een groep mensen, bv op de sportclub of via andere hobby’s.
  • Goed onderwijs.
  • Het hebben van (leuk) werk.

Schadelijke factoren zijn bijvoorbeeld:

  • Stressvolle omgeving.
  • Naast een kroeg wonen.
  • Kleine vrienden en kennissenkring.

Al deze factoren dragen bij aan het ontstaan van verslaving. Scoor je goed op een factor (bijvoorbeeld persoonlijke eigenschappen), dan kun je wat meer risico lopen bij een andere factor. Een riskante drug als cocaïne zal dan pas vat op je krijgen wanneer ook de sociale en maatschappelijke situatie heel slecht is.

 

Versie: november 2021

Hoe ga je om met je kind of puber en eventueel middelengebruik tijdens de coronacrisis?

De afgelopen periode hebben we veel vragen binnen gekregen van ouders en opvoeders die het even niet meer weten: hoe moet je in deze gekke periode omgaan met je kind of puber, die nu meer thuis zit dan normaal, en hoe moet je nou omgaan met eventueel middelengebruik?! Dat je met die vragen zit is heel logisch. Wij geven je graag een aantal tips:

Blijf met elkaar in gesprek.

Houd het contact met elkaar goed, vooral nu je dagelijks zoveel bij elkaar in de buurt bent. Bespreek ook met je kind wat hij leest of hoort over roken, alcohol, andere drugs en over het coronavirus.

Bied structuur en duidelijke regels.

Betrek je kind ook hierbij, dan zijn ze eerder geneigd om de regels na te leven. Het is belangrijk om, wat betreft middelengebruik, dezelfde regels te hanteren als normaal.

Leer je kind ‘nee’ zeggen.

Nu we allemaal zoveel mogelijk thuis moeten blijven, hebben we waarschijnlijk genoeg tijd om met elkaar in gesprek te gaan. Een kind in de puberteit wil graag ‘erbij horen’ en nee zeggen kan daardoor lastiger zijn. Bespreek alvast hoe je kind nee kan zeggen in lastige situaties, die hij ongetwijfeld gaat meemaken. Bedenk dat je, juist in deze periode van onzekerheid, meer dan ooit een voorbeeld bent voor je kind. Ook al heb je een opstandige puber thuis, stiekem kijken ze toch naar jou als voorbeeld voor hun eigen gedrag. Kijk dan ook kritisch naar je eigen gebruik van tabak, alcohol en andere drugs.

Heb oog voor de weerstand van je kind.

Een goede algemene weerstand is erg belangrijk om snel te herstellen van een ziekte, vooral in deze tijd is dat erg belangrijk. We weten dat tabak, alcohol en andere drugs een invloed kan hebben op je weerstand. Met name bij mensen die roken, kan het coronavirus heftiger zijn.

Maak gebruik van betrouwbare bronnen.

Het is mogelijk dat je kind heel veel informatie binnenkrijgt via social media, zoals Instagram, Facebook, Snapchat, maar niet alles is per se waar. Bedenk ook: er gaat op dit moment veel nepnieuws rond over het coronavirus. Blijf betrouwbare bronnen bezoeken zoals het RIVM en Rijksoverheid.

Neem gerust contact met ons op voor een adviesgesprek. Dat kan telefonisch via 020 – 590 1330 of stuur een mail naar preventie@jellinek.nl.

 

En lees hier meer tips over leven met een puber in tijden van Corona.

Is het beter om ook te stoppen met roken als ik met alcohol of drugs wil minderen/stoppen?

Ja, het is beter om te stoppen met tabak wanneer je met een ander middel wilt stoppen. Er werd lang gedacht dat ook stoppen met roken te zwaar zou zijn wanneer iemand al afkickt van alcohol of drugs. De persoon zou dan te veel last krijgen van ontwenningsverschijnselen en te onrustig worden. De kans van slagen van de behandeling zou hierdoor kunnen verminderen.

Dit idee is tegenwoordig achterhaald. Er blijkt zelfs dat stoppen met tabak het terugvalpercentage na behandeling verlaagt (1). Nicotine heeft een sterke invloed op je beloningssysteem en op de manier waarop je geheugen werkt. Door deze werking wordt je ook vatbaarder om aan andere middelen verslaafd te raken en te blijven.

Daarnaast vermindert onrust, agressie en somberheid wanneer je stopt met roken. Hierdoor wordt je weerbaarder om verleidingen te weerstaan. De concentratie en rust tijdens behandelgroepen gaat ook omhoog. De behandeling wordt zo effectiever.

Stoppen met roken loont dus altijd. Ook als je problemen hebt met andere middelen. Vandaar dat Jellinek de eerste instelling voor verslavingszorg is die rookvrij is geworden.

Lees hier welke voordelen stoppen met roken nog meer heeft: Wat zijn de voordelen van stoppen met roken?

 

Bron: (1) https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/15612860

 

Versie: augustus 2019

Wat is tolerantie?

Tolerantie is een biologische reactie van het lichaam op bepaalde drugs of medicijnen die regelmatig gebruikt wordt. Bij herhaald nemen van de drug heeft men dan meer nodig om hetzelfde effect te voelen.

Het eerste glas alcohol voel je meteen maar na een aantal jaren drinken heb je al 4 of 5 glazen nodig om het effect nog te voelen. Ook bij andere stoffen kan tolerantie optreden, zoals bij GHB, opiaten, amfetamine en cocaïne.

Er zijn verschillende soorten tolerantie:

Metabole (=stofwisseling) tolerantie

Het lichaam reageert op de drug door de drug sneller af te breken. Dezelfde hoeveelheid levert bij het eerste gebruik een hogere bloedspiegel op dan bij later gebruik. Daardoor worden de effecten minder gevoeld.

Weefsel tolerantie

Bij weefsel tolerantie worden zenuwcellen minder gevoelig voor de drug. Ook hierdoor worden de effecten minder gevoeld.

Acute tolerantie

Bij acute tolerantie past het lichaam zich vrijwel onmiddellijk aan de drug aan. Hiervan is bijvoorbeeld sprake bij tabak waarbij zich al na de eerste trek tolerantie ontwikkelt.

Selectieve tolerantie

Selectieve tolerantie wil zeggen dat het tempo waarin tolerantie zich ontwikkelt voor verschillende effecten kan verschillen. Codeïne verdooft pijn en veroorzaakt misselijkheid. Na een week werkt het nog steeds pijnstillend, maar treedt de misselijkheid niet meer op. Ook voor MDMA (XTC) zie je een verschillende tolerantie ontwikkeling voor de effecten van het middel. Bij herhaald gebruik treedt het oppeppend effect nog steeds op, maar het bewustzijnsveranderende effect minder.

Omgekeerde tolerantie

Door vernietiging van bepaalde weefsels of door ouder worden kan de persoon ineens weer gevoeliger worden voor alcohol of drugs. Dat zie je bijvoorbeeld bij alcohol. Als de lever door het vele drinken minder functioneert blijft de alcohol maar door het lichaam circuleren. De drinker blijft dan de hele dag dronken van slechts een glas wijn.

Gedragstolerantie

Bij gedragstolerantie is sprake als de gebruiker weet wat hij alcohol kan verwachten. Hij kan dan compenseren voor de effecten. Bijvoorbeeld door extra oplettend te zijn.

Zie ook de animatie Drugs in het lichaam.

 

Versie: januari 2021