Heroïne / opiaten: Cijfers

Ben je benieuwd naar de cijfers omtrent heroïne / opiaten? Hieronder lees je alle cijfers over het gebruik van heroïne / opiaten. Kan je iets niet vinden? Stel dan je vraag aan een van onze medewerkers via Vraag & Antwoord.

Meer informatie over heroïne / opiaten Informatie over andere middelen

 

Hoeveel mensen gebruiken heroïne?

Hieronder een tabel met een overzicht van het aantal gebruikers van heroïne in Nederland. Als een cel leeg is zijn er geen gegevens bekend. Ooit is het antwoord op de vraag: “Heb je ooit van je leven gebruikt?”. Laatste maand is het antwoord op de vraag: “Heb je afgelopen maand gebruikt?”. Het laatste maand gebruik is in vrijwel alle onderzochte groepen 0%.

Gebruikscijfers heroïne in Nederland*

Ooit Laatste maand
Bevolking 18+ (2021) 0,4% niet bekend
Scholieren 12-16 jaar (2019) 0,3% 0,1%

*Zie verderop deze pagina voor toelichting over de betrouwbaarheid van deze cijfers

Gebruikscijfers Amsterdam

Ooit Laatste maand
Scholieren 14 jaar (2011) 0% 0%
Coffeeshopbezoekers 25 jaar (2015) 0,9% 0 %
Cafébezoekers 26 jaar (2018) 0,2% 0,2%
Cliënten Jeugdhulp 17,5 jaar (2011) 0,9% 0,4%
Club- en festivalbezoekers 26 jaar 1,1% 0,2%

 

Gebruikscijfers Gooi- en Vechtstreek

Ooit Laatste maand
Cafébezoekers 24 jaar 1,1% 0%
Club- en festivalbezoekers 21 jaar 1,9% 1,9%

Toelichting cijfers

Bevolking 18 jaar en ouder

In 2021 is voor het laatst een onderzoek uitgevoerd naar het gebruik van heroïne onder de algemene bevolking. Toen had 0,4% van de bevolking van 18 jaar en ouder ervaring met heroïne (1). Het gebruik in de laatste maand ligt erg laag, volgens onderzoek rond de 0%, maar cijfers hierover zijn niet betrouwbaar. Dit komt omdat heroïnegebruikers ondervertegenwoordigd zijn in het bevolkingsonderzoek. Zie voor meer informatie hierover de Nationale Drugs Monitor (NDM).

Scholieren Nederland

Om de vier jaar wordt onderzoek gedaan naar het gebruik van alcohol en drugs onder scholieren. In onderzoek uit 2019 heeft zo’n 0.3% van de scholieren tussen 12 en 16 aangegeven de laatste maand heroïne gebruikt hebben (2). Het is de vraag of deze cijfers betrouwbaar zijn, aangezien er zeer weinig signalen zijn van veldwerkers dat dit ook echt (in deze mate) voorkomt.

Cijfers Amsterdam

Scholieren

In 2011 zijn in het Antenne onderzoek 14 jarige scholieren (derdeklassers) ondervraagd (5). 0% van de respondenten heeft afgelopen maand gebruikt.

MBO-studenten

In 2021 zijn 1174 mbo-studenten in Amsterdam ondervraagd (4). De survey is gehouden binnen diverse mbo-instellingen en locaties. De gemiddelde leeftijd van deze studenten is 19 jaar. 1.3% van de ondervraagden gaf aan ooit heroïne te hebben gebruikt. 0,2% gebruikte de afgelopen maand nog heroïne.

In 2016 lag het ‘ooit-gebruik’ onder deze doelgroep nog op 2,2%, en gebruikte 0,9% de afgelopen maand.

Coffeeshopbezoekers

In 2015 zijn in het Antenne onderzoek de coffeeshopbezoekers in Amsterdam ondervraagd. De gemiddelde leeftijd van de ondervraagden was 25. De afgelopen maand heeft 0% gebruikt (7).

Café bezoekers

In 2018 zijn in het Antenne onderzoek de cafébezoekers ondervraagd. De afgelopen maand heeft 0,2% gebruikt (8). Het ooit gebruik lag op 0,2%.

Cliënten jeugdzorg

In 2012 zijn in het Antenne onderzoek de cliënten van de jeugdzorg in Amsterdam ondervraagd. De afgelopen maand heeft 0,4% gebruikt (9). Uit het onderzoek van 2019 (13) onder deze doelgroep gaf 0% van de ondervraagden aan ooit heroïne te hebben gebruikt.

Club- en festivalbezoekers

In 2017 zijn in het Antenne-onderzoek de clubbezoekers ondervraagd. De afgelopen maand heeft 0,2% gebruikt (10). Het ooit gebruik lag op 1,1%.

Cijfers Gooi- en Vechtstreek

Club- en festivalbezoekers

In 2017 zijn in het Antenne-onderzoek de clubbezoekers ondervraagd. De afgelopen maand had niemand van de ondervraagden heroïne gebruikt (11).

Cafébezoekers

In 2018 zijn in het Antenne onderzoek de café bezoekers ondervraagd. De afgelopen maand had 1,9% gebruikt (12).

Bronnen

  1. NDM 2021, Trimbos-instituut (2021)
  2. Jeugd en riskant gedrag 2015, Peilstations Onderzoek, Trimbos Instituut (2011)
  3. Feestmeter 2008/2009, Trimbos Instituut
  4. Antenne 2021, HvA/Jellinek (2021)
  5. Antenne 2011, Bonger Instituut (2011)
  6. Antenne 2016, Bonger Instituut (2017)
  7. Antenne 2015, Bonger Instituut (2016)
  8. Antenne 2018, Bonger Instituut (2019)
  9. Antenne 2012, Bonger Instituut (2012)
  10. Antenne 2017, Bonger Instituut (2018)
  11. Antenne Gooi-Vechtstreek 2017, Bonger Instituut (2018)
  12. Antenne Gooi-Vechtstreek 2018, Bonger Instituut (2019)
  13. Antenne 2019 (Jeugdzorg), Hva/Jellinek (2019)

Versie: oktober 2022

Hoeveel heroïne verslaafden zijn er?

Volgens een laatste schatting in 2012 zijn er 14.000 problematische opiaatgebruikers in Nederland (1). Deze groep gebruikt naast opiaten, vrijwel allemaal ook crack. In Amsterdam waren in 2009 naar schatting 3.023 problematische opiaatgebruikers.

Kenmerken groep

Ongeveer 66% van de groep heeft naast problemen met heroïne ook problemen met andere middelen. Het grootste deel hiervan heeft problemen met cocaïne, in de vorm van crack (2). Verder is er binnen deze groep vaak sprake van andere problematiek, als psychiatrische problemen, overlast, criminele activiteiten of een slechte woonsituatie. De rest veroorzaakt minder problemen door deelname aan methadon- of heroïne verstrekkings programma’s.

Aantal mensen in behandeling

In 2021 waren er 6698 mensen in behandeling voor problemen met opiaten, waarvoor ongeveer 4000 voor heroïnegebruik (3). Niet alle verslavingszorginstellingen werken hier aan mee, dus mogelijk liggen de daadwerkelijke aantallen hoger.

De groep opiaathulpvragers wordt ieder jaar ouder. De gemiddelde leeftijd van de opiaathulpvragers in 2021 was 51 jaar. In 1989 was de gemiddelde leeftijd van de opiaatgebruikers in Amsterdam nog 32 jaar. De veroudering gaat gepaard met steeds meer lichamelijke en psychiatrische klachten.

De meeste gebruikers chinezen hun heroïne. De heroïne wordt dan op aluminiumfolie verbrand en de damp wordt geïnhaleerd. Het aandeel spuiters in de hulpverlening bedraagt ongeveer 30%.

Bronnen

  1. NDM 2019, Trimbos Instituut (2020)
  2. Kerncijfers 2015, IVZ (2016)
  3. LADIS Tussenrapportage Kerncijfers Verslavingszorg 2016-2021, IVZ (2023)

 

Versie: mei 2023

Hoeveel mensen overlijden per jaar aan een overdosis heroïne?

Onder opiaten verstaan we stoffen die uit papaver gewonnen kunnen worden of stoffen die via een chemisch proces daar direct een afgeleide van zijn. Voorbeelden zijn opium, codeïne, morfine en heroïne. Opioïden zijn stoffen die in het lichaam vergelijkbare (farmacologische) effecten hebben als opiaten, maar zelf niet in de papaver voor komen.

In 2018 waren er 104 opiatengerelateerde overlijdens. In ongeveer de helft van de gevallen ging het om een accidentele vergiftiging. In 40% van de gevallen om suïcide. In de resterende gevallen ging het om psychische stoornissen en gedragsstoornissen of was de intentie niet bekend. In 2014 waren dit er 40 en in 2017 127.  Waarom dit is toegenomen is niet bekend. Mogelijk komt het door een verandering in de registratieprocedures of het aantal toegenomen onderzoeken naar de doodsoorzaak of omdat de groep gebruikers verouderd is of omdat er een toename is in het gebruik van medicinale opioïden.

Een overdosis blijft een van de belangrijkste doodsoorzaken van heroïnegebruik. De meeste ziekten die heroïnegebruikers oplopen hebben te maken met hun riskante en onhygiënische levensstijl. De overdosis is echter een direct gevolg van gebruik.

In vergelijking met de Verenigde Staten is het aantal erg laag. In de Verenigde Staten overleden in 2017 naar schatting 49.000 mensen aan een overdosis opiaten en opioïden.

 

Bron:
NDM 2019

 

Versie: juni 2020

Is het aantal mensen dat behandeling zoekt voor heroïne gestegen?

In 2021 waren er 6.698 mensen in behandeling voor problemen met opiaten, waarvoor ongeveer 4000 voor heroïnegebruik (1). Niet alle verslavingszorginstellingen werken hier aan mee, dus mogelijk liggen de daadwerkelijke aantallen hoger. Het aantal hulpvragen is in de afgelopen jaren sterk gedaald. In 2002 waren dit er nog 15.733 (2).

Hieronder een tabel met het aantal mensen dat tussen 2005 en 2016 hulp zocht voor heroïne. Cijfers zijn voor heel Nederland.

Bron: Kerncijfers 2015, IVZ (2016)

Profiel

De groep opiaathulpvragers wordt ieder jaar ouder. De gemiddelde leeftijd van de opiaathulpvragers in 2021 was 51 jaar (1). In 1989 was de gemiddelde leeftijd van de opiaatgebruikers in Amsterdam nog 32 jaar (2). De veroudering gaat gepaard met steeds meer lichamelijke en psychiatrische klachten. 78% procent van alle opiaathulpvragers is man en 22% is vrouw.

De meeste heroïne verslaafden hebben min of meer permanent contact met de hulpverlening. 3% van alle cliënten die in 2015 in behandeling waren voor heroïne hebben zich dat jaar voor het eerst aangemeld. (2).

65% van de heroïne verslaafden die in 2015 in behandeling waren, hadden ook problemen met andere drugs, voornamelijk cocaïne/crack of andere opiaten (2).

Bron

  1. LADIS Tussenrapportage Kerncijfers Verslavingszorg 2016-2021, IVZ (2023)
  2. Kerncijfers 2015, IVZ (2016)

 

Versie: mei 2023

Is de leeftijd van mensen die heroïne gebruiken de afgelopen jaren gestegen?

De groep opiaathulpvragers wordt ieder jaar ouder. De gemiddelde leeftijd van de opiaathulpvragers in 2021 was 51 jaar (1). In het jaar 2000 was de gemiddelde leeftijd van heroïnegebruikers in behandeling nog 37 jaar (2). De veroudering gaat gepaard met steeds meer lichamelijke en psychiatrische klachten.

In de tabel hieronder zie je de gemiddelde leeftijd van heroïnecliënten tussen 2006 en 2015.

Bron: Kerncijfers verslavingszorg 2015

De leeftijd stijgt omdat er bijna geen nieuwe aanmeldingen bijkomen en bestaande groep gebruikers, mede door de goede zorg, steeds ouder wordt. Het aantal mensen dat in behandeling komt wordt ouder maar neemt ook steeds verder af.

In Amsterdam is de leeftijd van mensen die heroïne gebruiken en methadon verstrekt krijgt gestegen van 28,3 jaar in 1985 naar 50 jaar in 2010 (3). Landelijk worden gegevens bijgehouden sinds 2000. Sinds die tijd is de leeftijd van mensen die heroïne gebruiken die in behandeling is gestegen van 37 jaar naar 46 jaar.

Bron: GGD Amsterdam

De leeftijd is gestegen van 28.3 jaar in 1986 naar 50 jaar in 2010. In de tabel staat de mediaan weergegeven. De mediaan wil zeggen dat 50% van de groep ouder is dan 49 en 50% jonger dan 49. Het is duidelijk dat de groep mensen die heroïne gebruiken vergrijst en er weinig jonge mensen meer zijn die heroïne gebruiken.

Hoe gevaarlijk is heroïne in vergelijking met andere drugs?

Bij de beoordeling van de risico’s moet gekeken worden naar een aantal aspecten zoals de kans op lichamelijke schade (toxiciteit ofwel giftigheid), verslaving en de kans dat men door het gebruik sociale schade oploopt. Een commissie van experts heeft onlangs een rangorde aangebracht in drugs door ze te beoordelen op deze aspecten.

Heroïne wordt wat betreft acute toxiciteit (= kans op overdosis) en verslaving als de gevaarlijkste drug gezien. Ook wat betreft sociale schade scoort heroïne hoog. Wat betreft chronische toxiciteit (= optreden van ernstige ziekten die door de drug ontstaan) scoort heroïne lager dan tabak, crack, alcohol, methamfetamine en cocaïne.

Hieronder de tabel met de rangschikking van drugs op de verschillende aspecten:

Acute Toxiciteit Chronische Toxiciteit Verslaving Sociale Schade Individueel Sociale Schade Bevolking
Heroïne Tabak Heroïne Crack Alcohol
Crack Crack Crack Heroïne Tabak
Methamfetamine Alcohol Tabak Alcohol Crack
Alcohol Methamfetamine Methamfetamine Tabak Heroïne
Cocaïne Cocaïne Cocaïne Cocaïne Cocaïne
GHB Heroïne Alcohol Methamfetamine Cannabis
Amfetamine Amfetamine Amfetamine Amfetamine Benzo’s
Ketamine Cannabis Benzo’s GHB Amfetamine
Lsd Xtc GHB Cannabis Xtc
Xtc Khat Cannabis Benzo’s GHB
Benzo’s Ketamine Ketamine Xtc Methamfetamine
Paddo’s Benzo’s Khat Ketamine Ketamine
Cannabis GHB Xtc Lsd Paddo’s
Tabak Lsd Paddo’s Paddo’s Lsd
Khat Paddo’s Lsd Khat Khat

Duidelijk is dat alcohol, tabak, heroïne en crack hoog scoren. Paddo’s, Lsd en Khat scoren relatief laag. In Engeland is een dergelijke rangschikking ook gedaan (Nutt et al, Lancet 2007). De scores van de Nederlanders komen overeen met die van de Engelsen.

 

Versie: november 2019

Hoeveel mensen in Nederland zijn verslaafd en hoeveel zijn er in behandeling?

Hieronder vind je een tabel met het aantal mensen met een verslavingsprobleem in Nederland. De cijfers van cliënten in behandeling zijn van 2021 (1). Niet alle verslavingszorginstellingen leveren hier cijfers over aan, dus mogelijk zijn de daadwerkelijke aantallen hoger. De cijfers over drugsmisruikers of verslaafden van cocaïne, amfetamine, xtc en GHB zijn een zeer ruwe schatting.

Bij alcohol en cannabis zijn niet alleen de verslaafden geteld, maar ook de mensen die het middel misbruiken. In totaal zijn er in Nederland ongeveer 2 miljoen mensen die verslaafd zijn of een middel misbruiken.

Aantal verslaafden/misbruikers in Nederland en aantal in behandeling:

Stof Aantal verslaafden/misbruikers Aantal in behandeling
Alcohol 477.000 24.231
Tabak 539.000 389
Cannabis 70.000 9.024
Snuifcocaïne & crack 38.057 6.744
Opiaten (voornml. heroïne) 14.000 6.698
Gokken 79.000 1.887
Speed (amf) 7.064 1.766
XTC 520 130
GHB 3.824 956
Medicijnen (voornml. benzo’s) 600.000 1.053
Internet- gamen 16.000 221
Overig 7.008 1.752
Totaal 1.840.273 54.865

Toelichting cijfers

Alcohol

In 2007-2009 is in het NEMISIS onderzoek gedaan naar het voorkomen van alcoholverslaving in de bevolking tussen 18 en 64 jaar (2). Hiervoor is de DSM IV gebruikt. 82.400 mensen zijn verslaafd.

De DSM IV spreekt ook van alcoholmisbruik. 395.000 mensen misbruiken alcohol. Misbruik wil zeggen dat je wel allerlei negatieve gevolgen van alcohol ondervindt, maar er is nog geen sprake van gewenning en het optreden van onthoudingsverschijnselen bij stoppen.

Tabak

In 2016 is een bevolkingsonderzoek gedaan naar het gebruik van alcohol, drugs en tabak. Toen rookte ongeveer een vijfde (18,6%) van de bevolking dagelijks. 4,1% van de bevolking rookt meer dan 20 sigaretten per dag. Deze groep zou je verslaafd kunnen noemen (3). Dat zijn 539.000 mensen vanaf 18 jaar. Reken je alle dagelijkse gebruikers tot de verslaafden dan kom je aan de 2,5 miljoen mensen.

Cannabis

In 2007-2009 is in het NEMESIS onderzoek bekeken hoeveel mensen aan cannabis verslaafd zijn. Het aantal wordt geschat op 29.300 mensen ofwel 0,3% van de bevolking tussen 18 en 64 jaar (2). Bij mannen ligt het percentage op 0,4% en bij vrouwen op 0,1%.

De DSM IV spreekt ook van misbruik. 40.200 mensen misbruiken cannabis. Misbruik wil zeggen dat je wel allerlei negatieve gevolgen van cannabis ondervindt, maar er is nog geen sprake van gewenning en het optreden van onthoudingsverschijnselen bij stoppen.

Cocaïne

Het aantal verslaafden aan cocaïne in Nederland is niet bekend. Een schatting levert het volgende op:

Crack

Veel mensen die problematisch opiaten (heroïne) gebruiken, gebruiken ook crack (4). Naar schatting zijn er 14.000 mensen die problematisch opiaten gebruiken. Hiervan gebruikt ongeveer 80% ook problematisch crack. Dit zijn ongeveer 11.200 mensen.

Snuifcocaïne

Het aantal mensen in Nederland dat aan snuifcocaïne verslaafd is kan geschat worden door bij andere drugs te kijken naar welk percentage van de problematische gebruikers nu eigenlijk in behandeling komt. Uit bevolkingsonderzoek is bekend hoeveel problematische drinkers, blowers en gokkers er zijn. Hieruit blijkt dat ongeveer 5% tot 14% van de problematische gebruikers hiervoor een behandeling zoekt.

Het aantal problematische gebruikers die cocaïne snuiven kennen we niet. Wel het aantal snuivers dat behandeling zoekt. In 2014 zochten 7.419 mensen een behandeling voor cocaïne. 50% van de groep gebruikte snuift cocaïne, 50% rookte crack. Er hebben zich dus 3.760 mensen aangemeld die de cocaïne snoven. Deze 3.760 mensen vormen tussen de 5 tot 14% van de problematische groep gebruikers. Gaan we op 14% zitten dan zou dat beteken dat het aantal verslaafden en misbruikers van snuifcocaïne op 26.857 ligt.

Tel hier het aantal crack gebruikers bij op en je komt op 38.057.

Heroïne

Het aantal problematische opiaatgebruikers in Nederland wordt geschat op 14.000 (4). 80% van deze groep gebruikt ook crack.

Gokken

In 2016 is door Intraval onderzoek gedaan naar de omvang van verslavingsproblematiek. 79.000 mensen zijn probleemspelers en zeer waarschijnlijk gok- of kansspelverslaafd. 95.700 mensen speelt op een riskante manier (5) en zijn mogelijk kansspelverslaafd.

Amfetamine (speed)/XTC

Het aantal amfetamine- en XTC-verslaafden in Nederland is onbekend. XTC (MDMA) is nauwelijks verslavend. Amfetamine wel. De cijfers die in de tabel genoemd zijn, zijn gebaseerd op de aanname dat 25% van het werkelijk aantal verslaafden in behandeling is.

GHB

Het aantal GHB-verslaafden in Nederland is onbekend. Wel lijkt het erop dat het aantal GHB-verslaafden is toegenomen (4). De cijfers die in de tabel genoemd zijn, zijn gebaseerd op de aanname dat 25% van het werkelijk aantal verslaafden in behandeling is.

Slaap- en kalmeringsmiddelen

In 2005 werden aan 1,9 miljoen Nederlanders slaap en kalmeringsmiddelen voorgeschreven. Bij een derde van hen gaat het om langdurig gebruik (meer dan 3 maanden). Deze groep hoeft niet perse verslaafd te zijn. Langdurig gebruik kan voorkomen als onderdeel bij bepaalde medische behandelingen. Bij de cijfers over het aantal mensen in behandeling, gaat het om benzodiazepinen, barbituraten en overige psychofarmaca/medicijnen.

Internetgamen

Mensen kunnen niet alleen verslaafd raken aan middelen, maar ook aan bepaalde activiteiten. Hiervan is de grootste groep verslaafd aan internetgamen. Ongeveer 1,5% van jongeren tussen 13 en 16 jaar kan beschouwd worden als gameverslaafde (7). Dit komt neer op 12.000 jongeren. Van het aantal hulpzoekers is 82% jonger dan 25 jaar. Als je die 12.000 verslaafde jongeren ziet als 75%, komt er nog 25% ofwel 4.000 mensen bij. Dit komt neer op ongeveer 16.000 problematische internetgamers.

Overig

In totaal zijn er nog 1.752 mensen voor overige verslavingen in behandeling (1). Hierbij gaat het in 998 gevallen om een middelenverslavingen, bijvoorbeeld voor ketamine, lachgas of psychedelica. Ook vallen NPS (New Psychoactive substances) hieronder. Het andere deel betreft gedragsverslavingen, waaronder seksverslaving en eetverslaving. Dit gaat om 754 gevallen.

Het precieze aantal verslaafden in deze overige categorie is onbekend. De cijfers die in de tabel genoemd zijn, zijn gebaseerd op de aanname dat 25% van het werkelijk aantal verslaafden in behandeling is.

Totaal

Totaal zijn rond de 2 miljoen mensen in Nederland verslaafd. In 1.616.000 gevallen gaat het hierbij om de legale middelen alcohol, tabak en slaap- en kalmeringsmiddelen.

 

* De verslaafden aan crack zijn niet meegeteld. Dit is immers dezelfde groep als de heroïneverslaafden.

 

Bronnen:

  1. LADIS Tussenrapportage Kerncijfers Verslavingszorg 2016-2021, IVZ (2023)
  2. Nemisis 2- 2007-2009. Trimbos Instituut.
  3. Nationaal Prevalentie Onderzoek Middelengebruik 2009: De kerncijfers, IVO (2009).
  4. NDM 2017, Trimbos Instituut.
  5. Modernisering kansspelbeleid, Intraval (2016).
  6. Noorlander, E. Misbruik van en verslaving aan medicatie. In: Drugs en alcohol. Gebruik, misbruik en Verslaving.
  7. vVn Rooij et al., 2011.

 

Versie: mei 2023

Is het aantal mensen dat behandeling zoekt voor alcohol of drugs toegenomen?

Hieronder vind je een tabel met het aantal aanmeldingen van 2005 tot 2015. Daarna zijn er geen nieuwe cijfers meer gekomen.

Tot 2011 is het aantal aanmeldingen over het algemeen toegenomen. Daarna is er sprake van een dalende trend.
Het aantal mensen wat in behandeling komt voor heroïne daalt ieder jaar.

Bron: Kerncijfers verslavingszorg 2015

Toename sinds 2003

Het aantal mensen dat voor cannabis in behandeling kwam is flink toegenomen. In 2003 waren 4.485 personen in behandeling voor cannabis. In 2015 waren dat 10.816 personen.

Het aantal mensen dat voor amfetamine in behandeling kwam is in de afgelopen tien jaar meer dan verdubbeld. In 2003 waren 735 personen in behandeling. In 2015 waren dit er 1.794.

Het aantal mensen dat voor alcohol in behandeling kwam is sinds 2003 toegenomen tot 33.897 in 2010. Daarna is het afgenomen tot 29.374 in 2015.

Het aandeel GHB en overige verslavingen (eetstoornissen, internetgamen en seksverslaving) (niet in de grafiek meegenomen) is de laatste jaren toegenomen.

Afname

Het aantal mensen dat voor cocaïne in behandeling kwam schommelde tussen 2003 en 2011 tussen de 8 en 9 duizend personen. De afgelopen 3 jaar is het licht gedaald.

Het aantal mensen dat voor gokken (niet in tabel) in behandeling kwam is sinds 2003 met 2.820 afgenomen naar 2.186 personen in 2015.

Het aantal mensen dat voor heroïne in behandeling is, is afgenomen van 14.410 in 2005 naar 9.093 in 2015.

Bron

Kerncijfers 2015, IVZ (2016)

 

Versie: februari 2018

 

Neemt het aantal jongeren dat een behandeling zoekt toe?

Het aantal jongeren dat in behandeling komt is de afgelopen jaren licht gestegen. Het aantal ouderen dat in behandeling komt is veel meer gestegen. Dit heeft o.a. te maken met de vergrijzing van de bevolking in Nederland.
Hieronder is een grafiek te zien met het aantal jongeren in behandeling in de afgelopen 10 jaar.

Bron: Kerncijfers verslavingszorg 2015

Toename in percentages

Alcohol

Het aantal jongeren dat voor alcohol in behandeling kwam is de afgelopen 10 jaar toegenomen. In 2006 kwamen 1021 jongeren in behandeling voor alcohol. In 2015 waren dat 1491 jongeren. Dat is een toename van 46%.

Cannabis

Het aantal jongeren dat voor cannabis in behandeling kwam is de afgelopen jaren toegenomen. In 2006 waren 2399 jongeren in behandeling voor cannabis. In 2015 waren dit 4067 jongeren. Dat is een toename van 69%.

GHB

Het aantal jongeren dat voor GHB in behandeling kwam is pas sinds 2007 gemeten. Sindsdien is het ieder jaar gestegen tot 2012. In 2007 waren 29 jongeren in behandeling voor GHB. Dit is met 834% toegenomen tot 242 in 2012. Daarna is het weer gedaald tot 192 in 2015.

Afname in percentages

Heroïne

Het aantal jongeren dat voor heroïne in behandeling is daalt. In 2006 waren 216 jongeren in behandeling. In 2015 waren dit 192 jongeren.

Cocaïne

Het aantal jongeren dat voor cocaïne in behandeling kwam is sinds 2006 met 44% gedaald van 1233 in 2006 naar 551 in 2015.

Schommelingen

Amfetamine

In 2006 kwamen 508 jongeren in behandeling voor amfetamine. Dit steeg tot 670 jongeren in 2008. Sindsdien is het weer gedaald tot 439 jongeren in 2015.

Gokken

Het aantal jongeren dat voor gokken in behandeling schommelt de laatste 10 jaar rond de 300 tot 400 jongeren. In 2015 waren 345 jongeren in behandeling voor gokken.

Xtc

Voor xtc melden weinig mensen zich aan voor een behandeling. In 2006 kwamen 102 jongeren in behandeling voor xtc en in 2016 83.

Bron

Kerncijfers 2015, SIVZ (2016)

 

Versie: februari 2018

Welke leeftijd hebben de mensen die in behandeling komen?

In 2021 was de gemiddelde leeftijd van alle mensen die voor een verslaving in behandeling waren 42 jaar. 10% van deze mensen was jonger dan 25 jaar en 21% was ouder dan 55 jaar. De gemiddelde leeftijd kan per middel veel verschillen.

Hieronder een tabel met de leeftijden van de mensen die in 2021 in Nederland in behandeling waren. In de tabel cijfers over: de gemiddelde leeftijd, mensen onder de 25 jaar, tussen 25 en 55 jaar en ouder dan 55 jaar.

Middel Gemiddelde leeftijd <25 25-55 55+ Totaal aantal hulpzoekers
Alcohol 47 4% 66% 30% 24.231
Opiaten (voornamelijk heroïne) 50 1% 61% 38% 6.698
Cannabis 32 28% 68% 4% 9.024
Cocaïne 40 7% 82% 11% 6.744
Amfetamine 34 17% 79% 4% 1.766
XTC 28 45% 53% 2% 130
GHB 34 7% 91% 2% 956
Tabak 49 6% 53% 41% 389
Medicijnen (voornamelijk slaap- en kalmeringsmiddelen) 44 7% 67% 26% 1.053
Gokken 35 17% 72% 9% 1.887
Gamen 25 54% 44% 2% 221

 

Het probleem waarmee jongeren onder de 25 het vaakst in de verslavingszorg terecht komen is cannabis. Daarnaast is het percentage jongeren ook relatief hoog bij alcohol, XTC, amfetamine en gamen.

Het percentage 55 plussers in de verslavingszorg is relatief hoog bij alcohol, opiaten, tabak en medicijnen.

Bron

LADIS Tussenrapportage Kerncijfers Verslavingszorg 2016-2021, IVZ (2023)

 

Versie: mei 2023

 

Hoeveel mensen worden op grond van de Opiumwet veroordeeld?

Het aantal overtredingen van de Opiumwet dat bij het OM in 2018 binnen kwam bedroeg:

  • Softdrugs: 7.310
  • Harddrugs: 7.100
  • Hard en softdrugs: 975

Van alle zaken die bij OM binnen stromen betreft 9,0% een overtreding van de Opiumwet, waarbij het in de meeste gevallen om softdrugsverdachten gaat.

Gedagvaard (voor de rechter gebracht)

Het aantal zaken die bij het OM binnenkomen en voorgelegd worden aan de rechter bedroeg:

  • Softdrugs: 3.728 (51%)
  • Harddrugs: 4.289 (59%)
  • Hard- en softdrugs: 790 (81%)

De overige zaken zijn afgedaan met een transactie (financieel, vergoeding schade, leer of werkstraffen) of sepot.

 

Bron: NDM 2019, Trimbos-instituut (2020)

 

Versie: juli 2020

Hoe moet ik cijfers over drugsgebruik in de krant lezen?

In onderzoek naar het gebruik van drugs worden vaak drie vragen gesteld:

  • Heb je ooit van je leven gebruikt?
  • Heb je het afgelopen jaar gebruikt?
  • Heb je afgelopen maand gebruikt?

De ”ooit cijfers” liggen altijd hoog. Als je aan mensen vraagt of zij wel eens ooit oranjebitter gedronken hebben, heb je dikke kans dat 80% dat met ja beantwoordt (met Koninginnedag bijvoorbeeld). Vraag je naar het laatste maand gebruik van oranjebitter dan kom je waarschijnlijk nog niet eens aan de 0,01%.

Daarom is het zo belangrijk om bij het lezen van de krant goed te kijken om welke cijfers het gaat: ”ooit cijfers” of ”laatste maand” cijfers. De ”laatste maand” cijfers geven een veel beter beeld over het actuele gebruik. Hieronder een tabel met de verschillen tussen het ooit, laatste jaar en laatste maand gebruik in 2018 (1).

Drugs Ooit gebruikt Laatste jaar gebruikt Laatste maand
Cannabis 23,7% 7,5% 4,6%
XTC 8,4% 2,8% 1,1%
Cocaïne 5,4% 1,6% 0,7%
Speed 4,6% 1,1% 0,5%
Heroïne 0,5 0,06% 0,05%
GHB 1,5% 0,4% 0,2%

Steeds meer en steeds vaker

In de pers worden ook vaak de woorden “steeds meer” en “steeds vaker” gebruikt. “Steeds minder” kan ook, maar dat wordt, als het om drugs gaat niet als nieuws beschouwd.

Als je “steeds meer” of “steeds vaker” hoort of leest, dien je erg op je hoede te zijn. ”Steeds meer” en ”steeds vaker” zegt niet zoveel. Verschillen kunnen ook op toeval berusten. Om te bepalen of iets steeds meer of steeds vaker voorkomt, is degelijk wetenschappelijk onderzoek nodig. Kijk in het krantenartikel of er onderzoek gedaan is en wie het onderzoek heeft gedaan om te kunnen beoordelen of ”steeds meer” of ”steeds vaker” op harde gegevens berust.

Vergelijkingen

Bij de woorden ”steeds meer” en ”steeds vaker” worden vaak vergelijkingen gemaakt, bijvoorbeeld vaker dan vorig jaar. Hierbij maakt de pers vaak gebruik van een vergelijking die bij nadere beschouwing de daling of stijging in een heel ander daglicht kunnen zetten. Ondertussen is het al wel nieuws, zeker als het uitmondt in Kamervragen.

Bij vergelijkingen is het belangrijk om te kijken naar het jaar waarmee vergeleken wordt. Is dit 1 jaar terug of 10 jaar terug. Ten opzichte van 10 jaar geleden kan iets best gestegen zijn terwijl het de laatste 5 jaar helemaal constant is of zelfs gedaald is.

Voorbeelden

In het algemeen is het druggebruik onder scholieren sterk toegenomen tot 1996 daarna is het een tijdje stabiel gebleven en vervolgens weer gedaald. Vergelijk je met de laatste jaren dan is het druggebruik dus gedaald, kijk je veel verder terug dan is het weer gestegen. Het ligt er maar aan met welk jaar je vergelijkt.

Vergelijkingsgroep

De groep waarmee vergeleken of juist niet mee vergeleken wordt is ook van belang. Bijvoorbeeld als het aantal vrouwen dat in behandeling komt voor 50% is gestegen, is het ook belangrijk om te kijken of dit bij mannen ook geldt. Soms is de stijging gelijk, maar wordt er in de media gesuggereerd dat het slechts voor één groep geldt.

De conclusie is dat je bij cijfers in de krant altijd heel kritisch moet kijken.

Bron

  1. NDM 2019, Trimbos Instituut (2020)

 

Versie: mei 2020

Hoeveel mensen overlijden er door alcohol, tabak en andere drugs?

In 2017 overleden in totaal 19.420 mensen aan de directe gevolgen van roken. Voor alcohol zijn er minder duidelijke recente cijfers voor handen. Het RIVM heeft een schatting gedaan. Volgens deze schatting stierven er in 2017 1.906 mensen aan de gevolgen van alcohol-gerelateerde ziekten. De World Health Organisation schat echter dat er in Nederland in 2016 4.945 mensen stierven aan de gevolgen van alcohol. Hun schattingsmethode is wat anders dan die van het RIVM. In oktober 2020 werd in de Global Burden of Disease studie de alcoholgerelateerde sterfte in Nederland geschat op 6820. Ook in deze studie is de methode anders dan die van het RIVM. (1)
Tabak en alcohol zijn drugs die wettelijk toegestaan zijn, de legale drugs. 224 mensen vonden in 2018 de dood door drugs die wettelijk verboden zijn, de illegale drugs.

98,9% van het aantal doden door alcohol, tabak en drugs is dus toe te schrijven aan de legale middelen alcohol en tabak. 1,1% is toe te schrijven aan de illegale middelen zoals heroïne, cocaïne, XTC, amfetamine en GHB.

We geven de cijfers van het aantal doden in een jaar als gevolg van:

  • gebruik van het middel, bijvoorbeeld door ziekte;
  • direct overlijden (overdosis).
Middel Overleden door gevolgen van gebruik
Direct overleden
Alcohol 1.906* 0
Tabak 19.420* 0
Cannabis 0 0
Opiaten/opioïden 0 104**
Cocaïne 0 40**
GHB 0 7**
XTC/amfetamine 0 4**
Combinatiegebruik 69
Totaal 21326 224

* = 2017
**= 2018

Toelichting cijfers

De cijfers zijn gebaseerd op de doodsoorzakenstatistiek van het CBS. Dit is niet specifiek ingericht in het registeren van drugsgerelateerde sterfte en varieert daarom flink. De cijfers moeten daarom voorzichtig geïnterpreteerd worden.

Alcohol

Volgens een schatting van het RIVM stierven er in 2017 1.906 mensen door alcohol.

Er is sprake van primaire en secundaire alcoholsterfte:

  • Primaire alcoholsterfte: dodelijke overdosis en sterfte aan alcoholgerelateerde ziekten.
  • Secundaire alcoholsterfte: bijvoorbeeld dodelijke ongelukken onder invloed van alcohol.

Volgens de Doodsoorzakenstatistieken van het CBS stierven in 2017 1.034 mensen door alcohol als primaire doodsoorzaak. Bij 54% ging het om psychische stoornissen en gedragsstoornissen door het gebruik van alcohol en in 46% ging het om ziekten en vergiftiging door alcohol. De meeste mensen die overleden aan alcohol waren tussen de 55 en 69 jaar oud. Driekwart daarvan was man.

Geschat wordt dat 3% van de sterfte aan kanker samenhangt met alcoholgebruik. Alcohol verhoogt het risico op: keelholte-, slokdarm-, mond-, darm-, borst- en leverkanker (2).

Alcohol leidt zelden tot een fatale dodelijk aflopende overdosis. Wel lopen mensen een alcoholvergiftiging op waarbij opname in een ziekenhuis noodzakelijk is. In 2016 waren dat 5600 mensen (1).

Alcoholdoden in het verkeer

De SWOV (Instituut voor Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid) schat dat in 2015 tussen de 75 en 140 verkeersdoden het gevolg waren van alcohol. Het totaal aantal verkeersdoden in 2015 bedroeg 621 (1).

Als je de mensen die zijn overleden door alcohol als primaire doodsoorzaak en de verkeersdoden door alcohol bij elkaar optelt zijn er ongeveer 1150 sterfgevallen door alcohol. In dit aantal zijn echter lang niet alle gevallen van alcoholsterfte meegeteld, omdat niet altijd wordt herkend dat er sprake is van alcoholgebruik, en dit daarom niet als zodanig geregistreerd wordt.

Tabak

Tabak leidt tot een groot aantal ziekten. Een overdosis of vergiftiging komt echter niet voor. In totaal stierven in 2017 19.420 mensen door tabak (1). Dat zijn 53 mensen per dag ofwel iets meer dan 2 mensen per uur. Aantal slachtoffers per ziekte:

  • longkanker 8593;
  • COPD 5227
  • coronaire hartziekten 1176;
  • slokdarmkanker 950;
  • hartfalen 701;
  • beroerte 588;
  • alvleesklierkanker 427;
  • darmkanker 360;
  • blaaskanker 338;
  • borstkanker 232;
  • mondholtekanker 210;
  • strottenhoofdkanker 200;
  • diabetes 154;
  • nierkanker 152;
  • maagkanker 112 (1).

Hasj en wiet (cannabis)

Cannabis is schadelijk voor de longen. Er zijn geen gegevens bekend of het gebruik van cannabis tot dodelijke longziekten heeft geleid. Het zou kunnen, omdat cannabis vaak gebruikt wordt in combinatie met tabak. Het gebruik van cannabis is vaak aan leeftijd gebonden. Mensen stoppen er na verloop van tijd mee, waardoor ernstige longziekten niet optreden. Mensen die tientallen jaren doorblowen lopen wel risico.

Heroïne (opiaten)

Bij heroïne gaat het over de groep problematische harddruggebruikers. Zij gebruiken naast heroïne ook vaak crack en alcohol. Zij sterven aan allerlei ziekten als endocarditis, longaandoeningen, levercirrose, geweld en aids. Deze cijfers zijn niet bekend.

In 2018 stierven 104 mensen door een overdosis opiaten of opioïden (vaak in combinatie met andere middelen) (1). Het is niet bekend om welke opiaten of opioïden het gaat. Deze cijfers betreffen alleen sterfgevallen van mensen die officieel geregistreerd staan in het bevolkingsregister. Daarbovenop komen 24 gevallen van drugssterfte van mensen die wel in Nederland verbleven maar niet geregistreerd waren als inwoner (1).

Cocaïne

In 2018 waren er volgens de statistiek met doodsoorzaken van het CBS 40 acute sterfgevallen wegens cocaïne (1).

Waarschijnlijk is dit cijfer een grote onderschatting. Veel cocaïnegebruikers overlijden aan een hartinfarct. Een hartinfarct wordt echter als een natuurlijke doodsoorzaak geregistreerd en niet toegeschreven aan cocaïne. Volgens een artikel in de Guardian van juli 2011 staat 1 op de 4 niet-fatale hartaanvallen onder de 45 in verband met gebruik van cocaïne (3).

GHB

Sterfte door GHB is lastig vast te stellen omdat GHB snel door het lichaam wordt afgebroken, er sprake kan zijn van tolerantie in het gebruik van GHB (grootverbruikers hebben een hogere tolerantie) en omdat het lichaam ook van nature GHB aanmaakt.

In 2018 waren er volgens de doodsoorzakenstatistiek van het CBS 7 gevallen van acute sterfte door GHB (1).

XTC/amfetamine

Ook bij XTC en amfetamine wordt de sterfte veroorzaakt door een overdosis of vergiftiging. XTC verhoogt de lichaamstemperatuur. Door de combinatie van XTC met een warme, vochtige omgeving, lang dansen en te weinig drinken kan iemand oververhit raken. Oververhitting kan dodelijk zijn. Ook teveel drinken (watervergiftiging) kan dodelijk zijn.

De cijfers zijn gebaseerd op de doodsoorzakenstatistiek van het CBS. Dit is niet specifiek ingericht in het registeren van drugsgerelateerde sterfte en varieert daarom flink. In 2016 ging het om 28 gevallen van acute sterfte door ‘psychostimulantia’, hier vallen XTC (MDMA) en amfetamine onder. In 2018 ging het om 4 gevallen.
Het is waarschijnlijk dat er overlijdens door XTC/MDMA zijn die niet in de statistieken van het CBS terecht komen.

Het NFI meldde in de periode 2006-2015 21 gevallen waarbij MDMA een primaire rol heeft gespeeld bij het overlijden en 26 gevallen waarbij MDMA in combinatie met alcohol of andere drugs een rol speelde. Bij 6 gevallen speelde MDMA mogelijk een rol.

Speed werd door het NFI in 2016 1 keer aangetroffen in combinatie met PMA en MDMA (1).

Slaap- en kalmeringsmiddelen en medicijnen

85 mensen zijn in 2018 aan slaap- en kalmeringsmedicijnen overleden. Hiervan ging het in 34 gevallen om benzodiazepinen, 43 om barbituraten en 8 om overige sedativa.

Bronnen

  1. NDM 2021Trimbos-instituut
  2. Alcohol en kanker, KWF (bezoekdatum: 23 augustus 2018)
  3. Cocaine addiction linked to brain abnormalities, The Guardian (2011)

 

Versie: december 2021