2C-B: Cijfers
Ben je benieuwd naar de cijfers omtrent 2C-B? Hieronder lees je alle cijfers over het gebruik van 2C-B. Kan je iets niet vinden? Stel dan je vraag aan een van onze medewerkers via Vraag & Antwoord.
Meer informatie over 2C-B Informatie over andere middelen
Hoeveel mensen gebruiken 2C-B?
Ongeveer 0,6% van de Nederlanders (18+) heeft in 2018 2C-B gebruikt (1). Sindsdien zijn er signalen dat het iets is gestegen, maar nog geen cijfers. Mannen gebruiken vaker 2C-B dan vrouwen.
Van de studenten op het MBO en het HBO heeft ongeveer 2% ooit 2C-B gebruikt. Het ooit-gebruik van XTC is ongeveer 4 keer zo hoog. Het laatste maand gebruik van 2C-B in deze groep is ongeveer 0,5%.
Als wordt gekeken naar een groep frequente uitgaanders (Het Grote UitgaansOnderzoek) dan blijkt dat ongeveer 15% ooit 2C-B heeft gebruikt. Van die groep heeft 2,7% het in de afgelopen maand gebruikt.
De Antenne-monitor kijkt naar gebruik onder uitgaanders in Amsterdam. 2C-B is daar, naast 4-FA, de meeste gebruikte NPS (Nieuwe Psychoactieve Stof). In 2018 zijn cafébezoekers ondervraagd. Van hen had 16,3% ervaring met 2C-B. 8,9% had het in het laatste jaar gebruikt. Van deze groep is het laatste-jaar-gebruik van XTC 48%. Het laatste-jaar-gebruik in 2014 van de cafébezoekers lag op 5,5% en in 2018 op 8,9%. Er lijkt dus sprake te zijn van een stijgende trend.
2C-B wordt niet specifiek gemeld bij de cijfers over behandelingen van verslavingen (2). Dit geeft aan dat het aantal mensen dat behandeld wordt voor een 2C-B-verslaving te klein is om apart te vermelden.
Bron
1. Nationale Drug Monitor 2019
2. LADIS Tussenrapportage Kerncijfers Verslavingszorg 2016-2021, IVZ (2023)
Versie: mei 2023
Hoeveel incidenten komen er voor met 2C-B?
Monitor Drugsincidenten (MDI)
Er is een landelijk systeem waarbij druggerelateerde incidenten kunnen worden gemeld. Deze meldingen worden gedaan door een deel van de eerste hulpen van ziekenhuizen, ambulancediensten, politieartsen en EHBO-posten op grote evenementen. Niet alle regio’s worden meegenomen dus de cijfers geven geen volledig beeld. Wel ontstaat een beeld van de aard van de incidenten.
Het aantal incidenten met 2C-B is relatief beperkt. In 2020 waren er 8 incidenten waarbij 2C-B als enige drug is gebruikt. Het totaal aantal incidenten met psychedelica (paddo’s of truffels, LSD of 2C-B) betrof minder dan 2% van alle drugsincidenten. Bij veruit de meeste incidenten gaat het om MDMA/XTC, GHB, cannabis of meerdere middelen. Alcohol wordt niet meegenomen in deze cijfers, behalve als het gaat om combinatiegebruik.
Bron
Versie: oktober 2022
Hoeveel mensen in Nederland zijn verslaafd en hoeveel zijn er in behandeling?
Hieronder vind je een tabel met het aantal mensen met een verslavingsprobleem in Nederland. De cijfers van cliënten in behandeling zijn van 2021 (1). Niet alle verslavingszorginstellingen leveren hier cijfers over aan, dus mogelijk zijn de daadwerkelijke aantallen hoger. De cijfers over drugsmisruikers of verslaafden van cocaïne, amfetamine, xtc en GHB zijn een zeer ruwe schatting.
Bij alcohol en cannabis zijn niet alleen de verslaafden geteld, maar ook de mensen die het middel misbruiken. In totaal zijn er in Nederland ongeveer 2 miljoen mensen die verslaafd zijn of een middel misbruiken.
Aantal verslaafden/misbruikers in Nederland en aantal in behandeling:
Stof | Aantal verslaafden/misbruikers | Aantal in behandeling |
Alcohol | 477.000 | 24.231 |
Tabak | 539.000 | 389 |
Cannabis | 70.000 | 9.024 |
Snuifcocaïne & crack | 38.057 | 6.744 |
Opiaten (voornml. heroïne) | 14.000 | 6.698 |
Gokken | 79.000 | 1.887 |
Speed (amf) | 7.064 | 1.766 |
XTC | 520 | 130 |
GHB | 3.824 | 956 |
Medicijnen (voornml. benzo’s) | 600.000 | 1.053 |
Internet- gamen | 16.000 | 221 |
Overig | 7.008 | 1.752 |
Totaal | 1.840.273 | 54.865 |
Toelichting cijfers
Alcohol
In 2007-2009 is in het NEMISIS onderzoek gedaan naar het voorkomen van alcoholverslaving in de bevolking tussen 18 en 64 jaar (2). Hiervoor is de DSM IV gebruikt. 82.400 mensen zijn verslaafd.
De DSM IV spreekt ook van alcoholmisbruik. 395.000 mensen misbruiken alcohol. Misbruik wil zeggen dat je wel allerlei negatieve gevolgen van alcohol ondervindt, maar er is nog geen sprake van gewenning en het optreden van onthoudingsverschijnselen bij stoppen.
Tabak
In 2016 is een bevolkingsonderzoek gedaan naar het gebruik van alcohol, drugs en tabak. Toen rookte ongeveer een vijfde (18,6%) van de bevolking dagelijks. 4,1% van de bevolking rookt meer dan 20 sigaretten per dag. Deze groep zou je verslaafd kunnen noemen (3). Dat zijn 539.000 mensen vanaf 18 jaar. Reken je alle dagelijkse gebruikers tot de verslaafden dan kom je aan de 2,5 miljoen mensen.
Cannabis
In 2007-2009 is in het NEMESIS onderzoek bekeken hoeveel mensen aan cannabis verslaafd zijn. Het aantal wordt geschat op 29.300 mensen ofwel 0,3% van de bevolking tussen 18 en 64 jaar (2). Bij mannen ligt het percentage op 0,4% en bij vrouwen op 0,1%.
De DSM IV spreekt ook van misbruik. 40.200 mensen misbruiken cannabis. Misbruik wil zeggen dat je wel allerlei negatieve gevolgen van cannabis ondervindt, maar er is nog geen sprake van gewenning en het optreden van onthoudingsverschijnselen bij stoppen.
Cocaïne
Het aantal verslaafden aan cocaïne in Nederland is niet bekend. Een schatting levert het volgende op:
Crack
Veel mensen die problematisch opiaten (heroïne) gebruiken, gebruiken ook crack (4). Naar schatting zijn er 14.000 mensen die problematisch opiaten gebruiken. Hiervan gebruikt ongeveer 80% ook problematisch crack. Dit zijn ongeveer 11.200 mensen.
Snuifcocaïne
Het aantal mensen in Nederland dat aan snuifcocaïne verslaafd is kan geschat worden door bij andere drugs te kijken naar welk percentage van de problematische gebruikers nu eigenlijk in behandeling komt. Uit bevolkingsonderzoek is bekend hoeveel problematische drinkers, blowers en gokkers er zijn. Hieruit blijkt dat ongeveer 5% tot 14% van de problematische gebruikers hiervoor een behandeling zoekt.
Het aantal problematische gebruikers die cocaïne snuiven kennen we niet. Wel het aantal snuivers dat behandeling zoekt. In 2014 zochten 7.419 mensen een behandeling voor cocaïne. 50% van de groep gebruikte snuift cocaïne, 50% rookte crack. Er hebben zich dus 3.760 mensen aangemeld die de cocaïne snoven. Deze 3.760 mensen vormen tussen de 5 tot 14% van de problematische groep gebruikers. Gaan we op 14% zitten dan zou dat beteken dat het aantal verslaafden en misbruikers van snuifcocaïne op 26.857 ligt.
Tel hier het aantal crack gebruikers bij op en je komt op 38.057.
Heroïne
Het aantal problematische opiaatgebruikers in Nederland wordt geschat op 14.000 (4). 80% van deze groep gebruikt ook crack.
Gokken
In 2016 is door Intraval onderzoek gedaan naar de omvang van verslavingsproblematiek. 79.000 mensen zijn probleemspelers en zeer waarschijnlijk gok- of kansspelverslaafd. 95.700 mensen speelt op een riskante manier (5) en zijn mogelijk kansspelverslaafd.
Amfetamine (speed)/XTC
Het aantal amfetamine- en XTC-verslaafden in Nederland is onbekend. XTC (MDMA) is nauwelijks verslavend. Amfetamine wel. De cijfers die in de tabel genoemd zijn, zijn gebaseerd op de aanname dat 25% van het werkelijk aantal verslaafden in behandeling is.
GHB
Het aantal GHB-verslaafden in Nederland is onbekend. Wel lijkt het erop dat het aantal GHB-verslaafden is toegenomen (4). De cijfers die in de tabel genoemd zijn, zijn gebaseerd op de aanname dat 25% van het werkelijk aantal verslaafden in behandeling is.
Slaap- en kalmeringsmiddelen
In 2005 werden aan 1,9 miljoen Nederlanders slaap en kalmeringsmiddelen voorgeschreven. Bij een derde van hen gaat het om langdurig gebruik (meer dan 3 maanden). Deze groep hoeft niet perse verslaafd te zijn. Langdurig gebruik kan voorkomen als onderdeel bij bepaalde medische behandelingen. Bij de cijfers over het aantal mensen in behandeling, gaat het om benzodiazepinen, barbituraten en overige psychofarmaca/medicijnen.
Internetgamen
Mensen kunnen niet alleen verslaafd raken aan middelen, maar ook aan bepaalde activiteiten. Hiervan is de grootste groep verslaafd aan internetgamen. Ongeveer 1,5% van jongeren tussen 13 en 16 jaar kan beschouwd worden als gameverslaafde (7). Dit komt neer op 12.000 jongeren. Van het aantal hulpzoekers is 82% jonger dan 25 jaar. Als je die 12.000 verslaafde jongeren ziet als 75%, komt er nog 25% ofwel 4.000 mensen bij. Dit komt neer op ongeveer 16.000 problematische internetgamers.
Overig
In totaal zijn er nog 1.752 mensen voor overige verslavingen in behandeling (1). Hierbij gaat het in 998 gevallen om een middelenverslavingen, bijvoorbeeld voor ketamine, lachgas of psychedelica. Ook vallen NPS (New Psychoactive substances) hieronder. Het andere deel betreft gedragsverslavingen, waaronder seksverslaving en eetverslaving. Dit gaat om 754 gevallen.
Het precieze aantal verslaafden in deze overige categorie is onbekend. De cijfers die in de tabel genoemd zijn, zijn gebaseerd op de aanname dat 25% van het werkelijk aantal verslaafden in behandeling is.
Totaal
Totaal zijn rond de 2 miljoen mensen in Nederland verslaafd. In 1.616.000 gevallen gaat het hierbij om de legale middelen alcohol, tabak en slaap- en kalmeringsmiddelen.
* De verslaafden aan crack zijn niet meegeteld. Dit is immers dezelfde groep als de heroïneverslaafden.
Bronnen:
- LADIS Tussenrapportage Kerncijfers Verslavingszorg 2016-2021, IVZ (2023)
- Nemisis 2- 2007-2009. Trimbos Instituut.
- Nationaal Prevalentie Onderzoek Middelengebruik 2009: De kerncijfers, IVO (2009).
- NDM 2017, Trimbos Instituut.
- Modernisering kansspelbeleid, Intraval (2016).
- Noorlander, E. Misbruik van en verslaving aan medicatie. In: Drugs en alcohol. Gebruik, misbruik en Verslaving.
- vVn Rooij et al., 2011.
Versie: mei 2023
Is het aantal mensen dat behandeling zoekt voor alcohol of drugs toegenomen?
Hieronder vind je een tabel met het aantal aanmeldingen van 2005 tot 2015. Daarna zijn er geen nieuwe cijfers meer gekomen.
Tot 2011 is het aantal aanmeldingen over het algemeen toegenomen. Daarna is er sprake van een dalende trend.
Het aantal mensen wat in behandeling komt voor heroïne daalt ieder jaar.
Bron: Kerncijfers verslavingszorg 2015
Toename sinds 2003
Het aantal mensen dat voor cannabis in behandeling kwam is flink toegenomen. In 2003 waren 4.485 personen in behandeling voor cannabis. In 2015 waren dat 10.816 personen.
Het aantal mensen dat voor amfetamine in behandeling kwam is in de afgelopen tien jaar meer dan verdubbeld. In 2003 waren 735 personen in behandeling. In 2015 waren dit er 1.794.
Het aantal mensen dat voor alcohol in behandeling kwam is sinds 2003 toegenomen tot 33.897 in 2010. Daarna is het afgenomen tot 29.374 in 2015.
Het aandeel GHB en overige verslavingen (eetstoornissen, internetgamen en seksverslaving) (niet in de grafiek meegenomen) is de laatste jaren toegenomen.
Afname
Het aantal mensen dat voor cocaïne in behandeling kwam schommelde tussen 2003 en 2011 tussen de 8 en 9 duizend personen. De afgelopen 3 jaar is het licht gedaald.
Het aantal mensen dat voor gokken (niet in tabel) in behandeling kwam is sinds 2003 met 2.820 afgenomen naar 2.186 personen in 2015.
Het aantal mensen dat voor heroïne in behandeling is, is afgenomen van 14.410 in 2005 naar 9.093 in 2015.
Bron
Kerncijfers 2015, IVZ (2016)
Versie: februari 2018
Neemt het aantal jongeren dat een behandeling zoekt toe?
Het aantal jongeren dat in behandeling komt is de afgelopen jaren licht gestegen. Het aantal ouderen dat in behandeling komt is veel meer gestegen. Dit heeft o.a. te maken met de vergrijzing van de bevolking in Nederland.
Hieronder is een grafiek te zien met het aantal jongeren in behandeling in de afgelopen 10 jaar.
Bron: Kerncijfers verslavingszorg 2015
Toename in percentages
Alcohol
Het aantal jongeren dat voor alcohol in behandeling kwam is de afgelopen 10 jaar toegenomen. In 2006 kwamen 1021 jongeren in behandeling voor alcohol. In 2015 waren dat 1491 jongeren. Dat is een toename van 46%.
Cannabis
Het aantal jongeren dat voor cannabis in behandeling kwam is de afgelopen jaren toegenomen. In 2006 waren 2399 jongeren in behandeling voor cannabis. In 2015 waren dit 4067 jongeren. Dat is een toename van 69%.
GHB
Het aantal jongeren dat voor GHB in behandeling kwam is pas sinds 2007 gemeten. Sindsdien is het ieder jaar gestegen tot 2012. In 2007 waren 29 jongeren in behandeling voor GHB. Dit is met 834% toegenomen tot 242 in 2012. Daarna is het weer gedaald tot 192 in 2015.
Afname in percentages
Heroïne
Het aantal jongeren dat voor heroïne in behandeling is daalt. In 2006 waren 216 jongeren in behandeling. In 2015 waren dit 192 jongeren.
Cocaïne
Het aantal jongeren dat voor cocaïne in behandeling kwam is sinds 2006 met 44% gedaald van 1233 in 2006 naar 551 in 2015.
Schommelingen
Amfetamine
In 2006 kwamen 508 jongeren in behandeling voor amfetamine. Dit steeg tot 670 jongeren in 2008. Sindsdien is het weer gedaald tot 439 jongeren in 2015.
Gokken
Het aantal jongeren dat voor gokken in behandeling schommelt de laatste 10 jaar rond de 300 tot 400 jongeren. In 2015 waren 345 jongeren in behandeling voor gokken.
Xtc
Voor xtc melden weinig mensen zich aan voor een behandeling. In 2006 kwamen 102 jongeren in behandeling voor xtc en in 2016 83.
Bron
Kerncijfers 2015, SIVZ (2016)
Versie: februari 2018
Welke leeftijd hebben de mensen die in behandeling komen?
In 2021 was de gemiddelde leeftijd van alle mensen die voor een verslaving in behandeling waren 42 jaar. 10% van deze mensen was jonger dan 25 jaar en 21% was ouder dan 55 jaar. De gemiddelde leeftijd kan per middel veel verschillen.
Hieronder een tabel met de leeftijden van de mensen die in 2021 in Nederland in behandeling waren. In de tabel cijfers over: de gemiddelde leeftijd, mensen onder de 25 jaar, tussen 25 en 55 jaar en ouder dan 55 jaar.
Middel | Gemiddelde leeftijd | <25 | 25-55 | 55+ | Totaal aantal hulpzoekers |
Alcohol | 47 | 4% | 66% | 30% | 24.231 |
Opiaten (voornamelijk heroïne) | 50 | 1% | 61% | 38% | 6.698 |
Cannabis | 32 | 28% | 68% | 4% | 9.024 |
Cocaïne | 40 | 7% | 82% | 11% | 6.744 |
Amfetamine | 34 | 17% | 79% | 4% | 1.766 |
XTC | 28 | 45% | 53% | 2% | 130 |
GHB | 34 | 7% | 91% | 2% | 956 |
Tabak | 49 | 6% | 53% | 41% | 389 |
Medicijnen (voornamelijk slaap- en kalmeringsmiddelen) | 44 | 7% | 67% | 26% | 1.053 |
Gokken | 35 | 17% | 72% | 9% | 1.887 |
Gamen | 25 | 54% | 44% | 2% | 221 |
Het probleem waarmee jongeren onder de 25 het vaakst in de verslavingszorg terecht komen is cannabis. Daarnaast is het percentage jongeren ook relatief hoog bij alcohol, XTC, amfetamine en gamen.
Het percentage 55 plussers in de verslavingszorg is relatief hoog bij alcohol, opiaten, tabak en medicijnen.
Bron
LADIS Tussenrapportage Kerncijfers Verslavingszorg 2016-2021, IVZ (2023)
Versie: mei 2023
Hoeveel mensen worden op grond van de Opiumwet veroordeeld?
Het aantal overtredingen van de Opiumwet dat bij het OM in 2018 binnen kwam bedroeg:
- Softdrugs: 7.310
- Harddrugs: 7.100
- Hard en softdrugs: 975
Van alle zaken die bij OM binnen stromen betreft 9,0% een overtreding van de Opiumwet, waarbij het in de meeste gevallen om softdrugsverdachten gaat.
Gedagvaard (voor de rechter gebracht)
Het aantal zaken die bij het OM binnenkomen en voorgelegd worden aan de rechter bedroeg:
- Softdrugs: 3.728 (51%)
- Harddrugs: 4.289 (59%)
- Hard- en softdrugs: 790 (81%)
De overige zaken zijn afgedaan met een transactie (financieel, vergoeding schade, leer of werkstraffen) of sepot.
Bron: NDM 2019, Trimbos-instituut (2020)
Versie: juli 2020
Hoe moet ik cijfers over drugsgebruik in de krant lezen?
In onderzoek naar het gebruik van drugs worden vaak drie vragen gesteld:
- Heb je ooit van je leven gebruikt?
- Heb je het afgelopen jaar gebruikt?
- Heb je afgelopen maand gebruikt?
De ”ooit cijfers” liggen altijd hoog. Als je aan mensen vraagt of zij wel eens ooit oranjebitter gedronken hebben, heb je dikke kans dat 80% dat met ja beantwoordt (met Koninginnedag bijvoorbeeld). Vraag je naar het laatste maand gebruik van oranjebitter dan kom je waarschijnlijk nog niet eens aan de 0,01%.
Daarom is het zo belangrijk om bij het lezen van de krant goed te kijken om welke cijfers het gaat: ”ooit cijfers” of ”laatste maand” cijfers. De ”laatste maand” cijfers geven een veel beter beeld over het actuele gebruik. Hieronder een tabel met de verschillen tussen het ooit, laatste jaar en laatste maand gebruik in 2018 (1).
Drugs | Ooit gebruikt | Laatste jaar gebruikt | Laatste maand |
Cannabis | 23,7% | 7,5% | 4,6% |
XTC | 8,4% | 2,8% | 1,1% |
Cocaïne | 5,4% | 1,6% | 0,7% |
Speed | 4,6% | 1,1% | 0,5% |
Heroïne | 0,5 | 0,06% | 0,05% |
GHB | 1,5% | 0,4% | 0,2% |
Steeds meer en steeds vaker
In de pers worden ook vaak de woorden “steeds meer” en “steeds vaker” gebruikt. “Steeds minder” kan ook, maar dat wordt, als het om drugs gaat niet als nieuws beschouwd.
Als je “steeds meer” of “steeds vaker” hoort of leest, dien je erg op je hoede te zijn. ”Steeds meer” en ”steeds vaker” zegt niet zoveel. Verschillen kunnen ook op toeval berusten. Om te bepalen of iets steeds meer of steeds vaker voorkomt, is degelijk wetenschappelijk onderzoek nodig. Kijk in het krantenartikel of er onderzoek gedaan is en wie het onderzoek heeft gedaan om te kunnen beoordelen of ”steeds meer” of ”steeds vaker” op harde gegevens berust.
Vergelijkingen
Bij de woorden ”steeds meer” en ”steeds vaker” worden vaak vergelijkingen gemaakt, bijvoorbeeld vaker dan vorig jaar. Hierbij maakt de pers vaak gebruik van een vergelijking die bij nadere beschouwing de daling of stijging in een heel ander daglicht kunnen zetten. Ondertussen is het al wel nieuws, zeker als het uitmondt in Kamervragen.
Bij vergelijkingen is het belangrijk om te kijken naar het jaar waarmee vergeleken wordt. Is dit 1 jaar terug of 10 jaar terug. Ten opzichte van 10 jaar geleden kan iets best gestegen zijn terwijl het de laatste 5 jaar helemaal constant is of zelfs gedaald is.
Voorbeelden
In het algemeen is het druggebruik onder scholieren sterk toegenomen tot 1996 daarna is het een tijdje stabiel gebleven en vervolgens weer gedaald. Vergelijk je met de laatste jaren dan is het druggebruik dus gedaald, kijk je veel verder terug dan is het weer gestegen. Het ligt er maar aan met welk jaar je vergelijkt.
Vergelijkingsgroep
De groep waarmee vergeleken of juist niet mee vergeleken wordt is ook van belang. Bijvoorbeeld als het aantal vrouwen dat in behandeling komt voor 50% is gestegen, is het ook belangrijk om te kijken of dit bij mannen ook geldt. Soms is de stijging gelijk, maar wordt er in de media gesuggereerd dat het slechts voor één groep geldt.
De conclusie is dat je bij cijfers in de krant altijd heel kritisch moet kijken.
Bron
- NDM 2019, Trimbos Instituut (2020)
Versie: mei 2020