Algemeen

Hieronder lees je alle vragen over dit thema. Kan je iets niet vinden? Stel dan je vraag aan een van onze medewerkers via Vraag & Antwoord.

Waar kan ik terecht voor advies?

Jellinek geeft snel, gericht advies per telefoon, mail en chat. Je kan ook een persoonlijk adviesgesprek aanvragen. Deze gesprekken zijn bedoeld voor mensen die twijfelen over behandeling. Daarnaast bieden we ook adviesgesprekken voor naasten, jongeren en opvoeders. Verwijzers kunnen bellen voor collegiaal overleg.

Met welke vragen kan ik bij Jellinek terecht?

Jellinek is er voor al je vragen over alcohol en andere drugs, gokken en gamen. Je kan bij ons terecht voor vragen over je eigen gebruik of dat van iemand in je omgeving. We geven uitleg over verslavingsbehandeling en andere ondersteuning die we bieden. Mensen vragen bijvoorbeeld:

  • Ik drink elke dag alcohol. Ben ik nu verslaafd?
  • Kan Jellinek mij helpen te stoppen met gokken en hoe werkt dat dan?
  • Waar moet ik rekening mee houden als ik XTC wil gebruiken?
  • Mijn partner gebruikt cocaïne en dat zorgt voor problemen. Wat kan ik doen?
  • Mijn kind kan niet stoppen met gamen of blowen. Waar vind ik hulp?
  • Ik vermoed dat mijn cliënt een probleem heeft met slaapmedicatie. Hoe maak ik dit bespreekbaar?

Jellinek Advieslijn

Je kunt elke werkdag tussen 8:30 en 17:00 kosteloos bellen naar 088 – 505 1220. Je laat dan je naam en vraag achter. Tussen 13:00 en 17:00 bellen we je terug. Als we je dezelfde dag niet kunnen bereiken, bellen we de volgende dag opnieuw.

Advies per mail

Je kan je vraag ook per mail stellen via het contactformulier op onze website. Ons team van deskundigen mailt je binnen twee dagen met een antwoord. Bij drukte of een vraag die wat uitzoekwerk vergt kan het langer duren.

Anoniem chatten

Deze chat wordt beantwoord door medewerkers van verschillende verslavingszorginstellingen uit heel Nederland. 
Wil je anoniem chatten met een deskundige? Dat kan via de Chat Alcohol & Drugs.
Het kan dus zijn dat je iemand te spreken krijgt die niet bij Jellinek werkt.

Persoonlijk adviesgesprek

Zit je met meerdere vragen of twijfel je of onze behandeling bij jou past? Dan kan je een persoonlijk adviesgesprek met één van onze behandelaren aanvragen. Jullie brengen samen jouw situatie in kaart. Je leert hoe Jellinek bij jouw hulpbehoefte kan aansluiten. Een adviesgesprek is kosteloos en vrijblijvend en duurt ongeveer een halfuur. Een afspraak maak je door te bellen met de Jellinek Advieslijn.

Adviesgesprek voor naasten, jongeren en opvoeders

Wil je weten hoe je het beste kan omgaan met het gebruik van een ander? Zoek je ondersteuning als opvoeder? Jellinek Preventie denkt graag met je mee. Bel altijd eerst de Jellinek Advieslijn; een medewerker luistert naar je situatie en bepaalt wie je het beste verder kan helpen. Je casus wordt vervolgens doorgestuurd naar de juiste afdeling. Een preventiewerker belt je zo snel mogelijk terug om een afspraak in te plannen.

Let op: adviesgesprekken bij Jellinek Preventie zijn alleen beschikbaar voor inwoners van de volgende regio’s: (Groot) Amsterdam, Gooi- en Vechtstreek, de stad Utrecht en Amersfoort. Woon je ergens anders? Neem dan contact op met een verslavingszorginstelling bij jou in de buurt.

Collegiaal overleg voor verwijzers

Heb je een patiënt met complexe problematiek? Twijfel je hoe je hem of haar het beste kan verwijzen? Bel 020 – 590 5555, elke werkdag van 8:30 tot 17:00.  Je wordt verbonden met een multidisciplinair team voor collegiaal overleg. Zij beoordelen casussen inhoudelijk en bekijken binnen welk onderdeel van Arkin jouw patiënt het beste behandeld kan worden.

What is the Jellinek Outreachend Team (JOT) and what does it do?

What does JOT offer?

The JOT treats people with severe dependency on alcohol, drugs or gambling. As a result, problems have arisen in several areas of life. We work outreaching, that means we can go to the cliënts, instead of them coming to us.

JOT uses the methodology CRA (Community Reinforcement Approach). This methodology is aimed at positively reaffirming patients and finding alternatives that do not go together with (excessive) use of resources. This methodology has been successful for many patients whilst stopping or significantly reducing their use.

Who are we?

JOT works with addiction doctors, psychiatrists, nurses, clinics and practitioners who will all work with you to get back on track.

How long does a JOT treatment take?

Treatment lasts a maximum of one year but can be extended in special circumstances.

You will be directly involved in drawing up your treatment plan based on your own objectives. Every six months, this plan is evaluated and adjusted if necessary.

JOT and significant others

The JOT strives to include your significant other during treatment. They can have a very positive impact on your process of healing.

Accessibility JOT

We can be reached every working day from 9.30 to 17.00 under telephone number 020 5901970. The central doctor’s office allows you to call the crisis service outside of office hours.

 

We wish you a good recovery!!

 

Versie: april 2020

 

Wat is het e-health aanbod van Jellinek?

Jellinek is binnen de verslavingszorg al jarenlang een voorloper op het gebied van E-health. Een van de motto’s van de Jellinek luidt: ‘Behandeling: zwaar waar nodig, licht wanneer het kan’. De nieuwste technologische ontwikkelingen op het gebied van E-health passen perfect bij dit motto

Wat is e-health?

E-Health is een verzamelnaam voor digitale toepassingen in de zorg. Denk aan online tools zoals het online bijhouden van je gebruik, het maken van opdrachten, digitaal contact met jouw behandelaar en in contact komen met lotgenoten. Door het aanbieden van online tools krijg je zelf de regie over de behandeling. En mocht de aangeboden hulp niet voldoende zijn, dan is het gemakkelijk overstappen naar een meer intensievere vorm van behandeling.

Waarom e-health?

  • Je kunt direct aan de slag
  • Je werkt in jouw eigen omgeving aan herstel
  • Je hebt zelf de regie over je behandeling
  • Je hoeft niet/minder vaak naar een behandelaar, dat scheelt reistijd!
  • Je bepaalt zelf wanneer en hoe vaak je ermee aan de slag gaat
  • Deskundige en persoonlijke begeleiding is slechts 1 klik verwijderd

Online contact bij Jellinek gebeurt bovendien altijd via een beveiligde internetomgeving. We zetten graag al onze e-health-mogelijkheden voor je op een rijtje. Lees hieronder verder of klik op een link om direct naar een onderdeel te gaan:

Website

De Jellinek website is een van de meest bezochte websites over alcohol en drugs in Nederland. We bieden op onze website namelijk niet alleen informatie over de Jellinek, ook het delen van eerlijke en wetenschappelijke informatie staat bij ons hoog in het vaandel. Er is een breed scala aan informatie beschikbaar over veel verschillende middelen, bijvoorbeeld informatie over de wet, de risico’s of de precieze werking in het brein. De ideale plek dus om informatie op te zoeken.

Animaties over de werking van drugs

De site biedt meerdere animatievideo’s over verschillende onderwerpen. De interactieve animaties over hoe drugs in het lichaam en in het brein werkt zijn twee van de meest bezochte onderdelen en worden veel gebruikt door studenten en professionals.

Vragenservice

De Jellinek website biedt de mogelijkheid tot contact met een medewerker van Jellinek voor persoonlijk advies of het stellen van vragen via Vraag & antwoord. We hebben een vraag en antwoord service die iedere dag wordt beantwoordt. Hier kun je bijvoorbeeld terecht wanneer je je zorgen maakt over jouw eigen gebruik of het gebruik van iemand in je omgeving. Ook kun je hier terecht met specifieke vragen over een middel of over Jellinek.

Kennis- en signaleringstesten

Denk je voldoende te weten over een bepaald middel en wilt je je kennis testen? Dat kan via een van onze kennistesten. We hebben moeilijke kennistesten, makkelijke kennistesten en kennistesten voor gebruikers. Bent u benieuwd hoe het ervoor staat met uw eigen gebruik? Of vraag je jezelf wel eens af of je te veel of te vaak gebruikt? Test dan jouw gebruik met een van onze signaleringstesten.

Jellinek biedt voor veel verschillende middelen een interactieve zelftest aan, bestaande uit 10-20 vragen. Hierin word je gevraagd naar de hoeveelheid die je gebruikt, hoe je een middel gebruikt en de gevolgen die je hiervan ondervindt. Op basis van jouw antwoorden krijgt je vervolgens een uitslag en advies.

Jellinek Online Zelfhulp

Maakt je je zorgen over jouw gebruik en zou je dit graag zelfstandig en in je eigen tijd willen veranderen? Met de online zelfhulpinterventie van Jellinek krijgt je snel weer grip op je drank- of drugsgebruik. De Jellinek Online Zelfhulp is een online zelfhulpprogramma voor mensen met lichte of beginnende problemen met alcohol, cannabis, cocaïne, roken of gokken. Met behulp van het programma kunt je in enkele weken werken aan het veranderen van je gebruik. Gratis en anoniem. Deelnemers kunnen in hun eigen tijd en omgeving, zonder hulpverlener direct aan de slag.

Wat biedt het programma?

  • Het programma geeft inzicht in het eigen gebruik doordat je dagelijks registreert.
  • Er worden doelen gesteld en het programma biedt gepersonaliseerde ondersteuning om deze te behalen.
  • Er zit nu ook een beloningssysteem in waardoor je tot het einde gemotiveerd blijft.
  • Door middel van opdrachten en video’s worden je vaardigheden aangeleerd die je zullen helpen om jouw gebruik definitief te veranderen.
  • Ook kan steun gezocht worden via het forum en kunnen ervaringen opgeschreven worden in het persoonlijke dagboek.
  • We hebben nu ook een handige app ontwikkeld om het dagelijks gebruik nog makkelijker te maken.

De online zelfhulp van Jellinek is gebaseerd op Cognitieve gedragstherapie. Dit is een bewezen effectieve therapie. Deze gaat ervan uit dat nieuw gedrag is aan te leren. Wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat het programma werkt. Jaarlijks maken ongeveer 5.000 mensen gratis èn anoniem gebruik van de Jellinek Online Zelfhulp. Het merendeel van die deelnemers geeft aan dat hun leven er op vooruit is gegaan. De Jellinek Online Zelfhulp wordt zelfs landelijk gezien als een best practice op het gebied van e-health, zoals beschreven staat in dit handboek.

Het kan zijn dat de Jellinek Online Zelfhulp niet voldoende blijkt te zijn. Hiervoor hebben we de Begeleide Zelfhulp ontwikkeld. Voor de deelnemers veranderd er niks, die volgt gewoon het normale programma. Echter kan nu een hulpverlener zoals de huisarts of POH GGZ aan de achterkant meekijken. Op deze manier kan die persoon feedback geven op de gemaakte opdrachten en contact opnemen bij bijvoorbeeld een terugval. Zie voor meer informatie de website: www.zelfhulpbegeleid.nl

Meld u hier direct aan. Twijfel je of de zelfhulp voor jou geschikt is? Doe dan hier de test!

Middelenmeter app

Jellinek heeft samen met Tactus en Zilveren Kruis de Middelenmeter app ontwikkeld. Hiermee kun je simpel en op een laagdrempelige manier je eigen gebruik bijhouden. Hier zitten geen opdrachten in, het is bedoeld om het gebruik in kaart te brengen. Mocht je graag op een meer diepgaande manier met je gebruik aan de slag gaan dan kun je het beste gebruik maken van de Jellinek Online Zelfhulp.

Download de Middelenmeter app hier.

Samen nuchter

Het is niet niks als je vriend of vriendin te veel drinkt. Of je man stiekem te veel drugs gebruikt. Of als jouw volwassen kind zich helemaal suf blowt. Hoe ga je daar nu mee om? Hoe kunt je hen helpen, terwijl ze zelf vaak niet eens geholpen willen worden? En wat kunt je als verwijzer doen als je een patiënt hebt die overspannen raakt door het zorgen voor een naaste met een verslaving?

Om hier een helpende hand aan te bieden, heeft Jellinek de online zelfhulp ‘Samen Nuchter’ ontwikkeld voor mensen die iemand in hun omgeving hebben die problematisch gebruikt of verslaafd is aan alcohol of drugs. Het programma is gratis en je kunt anoniem deelnemen.

Samen Nuchter is voor iedereen die zich zorgen maakt over het alcohol- of drugsgebruik van partner, kind (18+) of familielid en effectief gedrag wil aanleren om met dit middelengebruik om te gaan, de ander te motiveren om in behandeling te gaan en de eigen kwaliteit van leven te verbeteren.

Je leert op een effectieve en vriendelijke manier het gedrag van een problematische gebruiker te beïnvloeden. Dit leer je met behulp van oefeningen, leesopdrachten en video’s met voorbeelden en rollenspelen. Op het forum kun je anoniem praten met lotgenoten en in een persoonlijk dagboek kun je jouw gedachten en zorgen van je afschrijven. Meld u hier direct aan.

Online behandeling bij Jellinek Digitaal

Met Jellinek Digitaal biedt Jellinek ook een behandeling 100% online, waar en wanneer jou het beste uitkomt. Zo sluit de behandeling goed aan bij jouw leven. De behandeling bij Jellinek Digitaal bestaat uit twee elementen: je hebt contact met je behandelaar via beeldbellen, en je volgt zelf online modules in een online omgeving.

Bij Jellinek Digitaal krijg je cognitieve gedragstherapie. Bij cognitieve gedragstherapie ga je samen met je behandelaar aan de slag om je gedachten (cognities) en je gedrag te veranderen. Je bent hier actief mee bezig, niet alleen tijdens de behandelafspraken, maar juist ook in je dagelijks leven. De behandeling is praktisch en persoonlijk. Je krijgt gericht feedback van je behandelaar, en je brengt de vaardigheden meteen in de praktijk. Zo krijg jij weer grip op je gebruik.

Interesse? Kijk voor meer informatie op Jellinek Digitaal!

Combinatie face-to-face en online

Deze combinatie behandeling is geschikt voor matige tot ernstige problemen met alcohol of drugs, of als hulp om te stoppen met roken of gokken. Bij deze ‘blended’ vorm word je begeleid door een behandelaar en maak je online opdrachten. De behandeling wordt vergoed door je zorgverzekeraar. Met de face-to-face- en online behandeling combineer je de voordelen van één-op-één gesprekken met die van een online behandeling.

Heb je daarnaast last van psychische klachten, zoals een depressie of angst? De face-to-face- en online behandeling gaat goed samen met een behandeling voor psychische klachten. De behandeling kan ook goed gecombineerd worden met ondersteunende medicatie.

De behandeling bestaat uit persoonlijke gesprekken met een behandelaar op de polikliniek. Daarnaast biedt de behandeling de volgende mogelijkheden via een beveiligde persoonlijke webpagina:

  • Informatie op maat over de behandeling
  • Huiswerkopdrachten en oefeningen om uw gebruik onder controle te krijgen
  • Mailcontact met uw behandelaar

De face-to-face en online behandeling duurt maximaal 6 maanden. Na afronding kun je nog 6 maanden gebruikmaken van Karify.

Twijfel je nog over deelname aan de online behandeling?
Bel de Jellinek Advieslijn: 088 – 505 1220, elke werkdag van 8:30 tot 17:00. Laat je naam en vraag achter; tussen 13:00 en 17:00 word je teruggebeld. Of meld je direct aan voor een intake.

Online ondersteuning praktijkondersteuner huisarts (POH)

Jellinek wilt graag iedereen die in de praktijk te maken heeft met problematisch middelengebruik zoveel mogelijk ondersteunen in hun werkzaamheden. Dus ook de praktijkondersteuner van de huisarts, ofwel de POH. Speciaal hiervoor hebben we samen met Tactus en Zilveren Kruis de website www.pohverslaving.nl opgezet. Hier vind jij als POH alle informatie die nodig is om iemand met verslavingsproblematiek te ondersteunen. Zo staat er informatie over de verschillende middelen en over hoe je het beste het gesprek aan kan gaan. Maar ook vind je er handige screeners en signaleringstesten die in de spreekkamer gebruikt kunnen worden.

Je kunt zelfs een geaccrediteerde e-learning volgen over problematisch middelen gebruik: http://www.ggzecademy.nl/pagina142.php

 

Versie: december 2018

‘Je moet er echt heel erg aan toe zijn om in behandeling te gaan bij Jellinek’

Bij Jellinek behandelen we mensen met allerlei vormen van verslaving. Verslaving aan alcohol, drugs, slaap- en kalmeringsmiddelen, maar ook gedragsmatige verslavingen, zoals gokken en gamen. Bij sommige mensen bestaat de problematiek al jaren en is er sprake van ernstige verslaving, vaak aan meerdere middelen. Bij andere mensen is het minder ernstig. Zij functioneren nog goed. Iedereen die last heeft van zijn middelengebruik of gok- of gamegedrag kan terecht bij Jellinek voor advies of behandeling.

Zoals dat ook voor heel veel andere klachten en problemen geldt, geldt ook voor verslaving: hoe eerder je advies of hulp vraagt hoe beter. De kans is dan des te groter dat u met een korte behandeling uw gebruik of gedrag onder controle kunt krijgen.

Zo biedt Jellinek ook een avondbehandeling, zodat u kunt stoppen of minderen met drank en/of drugs en toch gewoon kunt blijven werken of studeren. Volgt u liever een behandeling in uw thuissituatie op momenten die u het beste uitkomen? Dan kan een online behandeling bijvoorbeeld een oplossing voor u zijn.

Jellinek biedt zowel poliklinische als intensieve klinische behandeling. Met cognitieve gedragstherapie, e-health, medische behandeling en behandeling volgens het Minnesotamodel hebben we voor iedereen een passend antwoord. Onze hulp is niet zwaarder dan noodzakelijk. Licht als het kan, intensief als het moet.

‘Eenmaal binnen bij Jellinek zit je tussen de daklozen en aan lager wal geraakte mensen’

Verslavingsproblematiek komt voor in alle lagen van de bevolking, bij mannen en vrouwen, en bij mensen van allerlei leeftijden. De mensen die bij Jellinek in behandeling komen zijn over het algemeen in de problemen geraakt door het alcohol- of drugsgebruik, of door overmatig gokken of gamen, in meer of mindere mate. Niet voor niks zoeken zij hulp voor hun verslaving. Maar vaak gaan er ook nog dingen goed in het leven. Veel mensen die in behandeling komen bij Jellinek hebben een baan, volgen een opleiding, en hebben vrienden, een partner of een gezin. Mensen zoals jij en ik.

Bekijk de filmpjes en lees ook de ervaringsverhalen van onze cliënten.

‘Behandeling heeft geen zin, je moet het uiteindelijk toch op eigen kracht doen’

Vaak wordt verslaving gezien als een teken van zwakte. Met een beetje wilskracht zou het moeten lukken om het middelen gebruik of gokken weer onder controle te krijgen. Dit is een misverstand. Verslaving is een aandoening die niets met een gebrek aan wilskracht te maken heeft. Maar wel met persoonlijke omstandigheden, psychologische factoren, biologische aanleg en gedragspatronen die lastig te doorbreken zijn.

Meestal hebben mensen meerdere malen zelfstandig geprobeerd hun verslaving aan te pakken voordat zij zich aanmelden. Wanneer dat niet lukt, heeft het altijd zin om in behandeling te gaan. Verslaving is goed behandelbaar. Hoe eerder u advies of hulp vraagt hoe beter. De kans is dan des te groter dat u met een korte behandeling uw gebruik of gedrag onder controle kunt krijgen.

‘Als je bij Jellinek in behandeling gaat, word je altijd opgenomen’

De meeste mensen die in behandeling komen voor een verslavingsprobleem hoeven niet te worden opgenomen. Meestal is een ambulante behandeling voldoende om het middelengebruik of gokken of gamen onder controle te krijgen of te stoppen. U heeft dan elke week een gesprek met een behandelaar. Jellinek hanteert het principe dat de behandeling zo licht als mogelijk moet zijn, en niet zwaarder dan nodig.

Een korte klinische opname kan aan de orde zijn als er medische begeleiding nodig is bij het stoppen met gebruik. We noemen dit ontgiften. Dit is een kortdurende opname van doorgaans één week (detox). Vaak kan de behandeling daarna ambulant worden voortgezet.

Als de verslavingsproblematiek ernstig is, en er zijn veel bijkomende problemen, kan het zijn dat u geadviseerd wordt om een intensieve behandeling te volgen. Ook wanneer eerdere ambulante behandeling niet goed heeft geholpen, kan een intensieve behandeling nodig zijn. Intensieve behandeling is er in de vorm van een deeltijdprogramma, waarbij u thuis slaapt. Of in de vorm van een klinische opname waarbij u voor meerdere weken wordt opgenomen in de kliniek.

Het behandelplan komt altijd samen met u tot stand. Tijdens de intake wordt samen met u een goede inschatting gemaakt welke behandeling u nodig heeft en passend voor u is.

‘Je moet heel erg gemotiveerd zijn om aan een verslavingsbehandeling te beginnen’

Het is altijd zinvol om het gesprek over behandeling aan te gaan. En ook als je denkt een probleem met je gebruik te hebben. Je kunt tijdens de intake de problemen en klachten op een rij zetten. Verder krijg je deskundig advies over je middelengebruik en problematisch gedrag en indien nodig, welke behandelingen er mogelijk zijn.

Motivatie
De informatie die je bij een intake krijgt kan je motiveren om meer hulp in te schakelen. Ook kan je nagaan of je je gedrag wilt veranderen en welke vorm je dat wil geven.
Het kan lastig zijn om voor langere tijd gemotiveerd te blijven. Zelfs als je het belangrijk vindt om iets aan je verslaving te doen. De behandelaar zal hiervoor aandacht hebben tijdens tijdens de behandeling. Zo kan je samen een manier vinden om je gemotiveerd te houden.

Laagdrempelig advies
Vind je de drempel naar een intake toch nog te groot, maar weet je dat je hulp nodig hebt?
Bel de Jellinek Advieslijn: 088 – 505 1220, elke werkdag van 8:30 tot 17:00.
Laat je naam en vraag achter; tussen 13:00 en 17:00 word je teruggebeld.

‘Verslaving komt voort uit andere psychische klachten. Die moeten eerst worden behandeld voordat je je verslaving kunt aanpakken’

Verslaving komt vaak samen voor met psychische klachten, zoals depressie of angstklachten. Vaak denken mensen dat verslaving is ontstaan door deze psychische klachten. Het kan inderdaad zo zijn dat psychische klachten hebben bijgedragen aan het verslavingsprobleem. Andersom zien we ook vaak dat middelengebruik juist leidt tot allerlei psychische klachten of klachten verergert. Middelengebruik kan bijvoorbeeld leiden tot somberheid, angstklachten, slaapstoornissen, prikkelbaarheid, agressie en concentratieproblemen. Na langere tijd van gebruik is niet goed meer te achterhalen wat wat heeft veroorzaakt. Daarom adviseren we binnen Jellinek om eerst aan de slag te gaan met het middelengebruik. Wanneer u enkele weken bent gestopt met gebruik kan goed bekeken worden welke psychische klachten er nog zijn, en of daar behandeling voor nodig is. Wist u dat bij 80% van de mensen een periode van niet-gebruiken tot een flinke afname van psychische klachten leidt?

Als na enkele weken niet-gebruiken blijkt dat de psychische klachten blijven bestaan, kan binnen Jellinek hiervoor behandeling worden aangeboden. De behandeling zal echter ook gericht blijven op het veranderen van het middelengebruik.

Lees meer over verslaving en psychische problemen.

‘Als je nog goed functioneert, valt het wel mee met je verslavingsprobleem’

Veel mensen met een verslavingsprobleem zijn in staat om te werken en met vrienden om te gaan. Soms valt het de omgeving helemaal niet op dat er sprake is van een verslaving. Veel negatieve gevolgen van overmatig middelengebruik of gokken en gamen zijn niet zo opvallend. Zo kunnen schadelijke gevolgen voor de gezondheid niet zo merkbaar zijn, of worden ze pas duidelijk na jarenlang gebruik.

Ook psychische klachten kunnen ongemerkt veroorzaakt worden door het gebruik van verslavende middelen. Kortom, de ernst van een verslavingsprobleem wordt niet alleen bepaald door de mate waarin het uw functioneren belemmert, maar ook door de mate waarin het negatieve gevolgen heeft voor bijvoorbeeld uw lichamelijke en psychische gezondheid. Tijdens de intake wordt met u besproken welke klachten u heeft en welke mogelijk negatieve gevolgen uw gebruik heeft. Maar ook besteden we aandacht aan de dingen in het leven die goed gaan.

 

‘Als je bij Jellinek in behandeling gaat, moet je voor de rest van je leven stoppen met alcohol- en drugsgebruik’

U bent zelf degene die bepaalt welke doelen u wilt nastreven ten aanzien van uw middelengebruik. Samen met uw behandelaar bespreekt u wat een haalbaar en verantwoord doel is. Wilt u volledig stoppen met gebruik of is gecontroleerd gebruik een optie? Wat een passend doel is hangt af van uw persoonlijke voorkeuren, maar bijvoorbeeld ook van de ernst van uw middelengebruik en uw lichamelijke toestand. Wanneer er sprake is van medische problemen en psychische klachten, adviseren we om in ieder geval een periode van enkele weken of maanden volledig te stoppen met gebruik.

Voor intensieve behandelingen binnen Jellinek is het uitgangspunt dat u in ieder geval voor de duur van de behandeling tot doel heeft om geen alcohol en drugs te gebruiken. Bij behandeling volgens het 12 stappen Minnesotamodel is het essentieel dat u bereid bent om volledig te stoppen met alcohol, drugs of gokken.

Wat is een POH-GGZ en wat doet diegene?

Zorg voor geestelijke gezondheid en welzijn in de huisartsenpraktijk

In veel huisartsenpraktijken werkt een praktijkondersteuner huisartsen voor geestelijke gezondheidszorg, kortweg POH-GGZ. De POH-GGZ is iemand met kennis van en ervaring in de geestelijke gezondheidszorg.

Waarom een POH-GGZ in de huisartspraktijk?

Voor veel mensen is het prettig om niet (meteen) doorverwezen te worden naar een psycholoog of de GGZ. De POH-GGZ biedt het voordeel dat mensen met psychische vragen op een makkelijke manier naar een deskundige binnen de huisartsenpraktijk kunnen worden verwezen.

Wat kan de POH-GGZ voor je doen?

De POH-GGZ bespreekt samen met jou je klachten en vragen. Het is ook mogelijk om over de geschiedenis van je klachten te praten en over wat je geprobeerd hebt om van je klachten af te komen. Het eerste gesprek duurt ongeveer 45 minuten, een vervolggesprek is meestal een halfuur.

Vervolgens adviseert de POH-GGZ jou en je huisarts over een mogelijke aanpak van de klachten. Dit kan een aantal vervolggesprekken bij de POH-GGZ zijn. Of je voor het vervolg weer naar de huisarts. Ten slotte is het mogelijk dat er advies wordt gegeven voor verdere behandeling of begeleiding. Dit kan bij maatschappelijk werk, zelfhulpwebsites, een psycholoog of een GGZ-instelling. Sinds 2014 wordt hulp van een psycholoog of een GGZ-instelling alleen vergoed bij een psychiatrische diagnose.

De POH-GGZ kan dus helpen bij:

  • het verhelderen van problemen;
  • het geven van voorlichting over klachten, oorzaken en mogelijke oplossingen;
  • het geven van advies over behandeling en verwijzing;
  • kortdurende behandeling of begeleiding in de huisartsenpraktijk;
  • nazorg na behandeling in de GGZ.

De POH-GGZ heeft een beroepsgeheim. Dat betekent dat hij of zij niet met anderen praat over de zaken die je vertelt. De POH-GGZ werkt in het dossier van de huisarts.

Hoe maakt je een afspraak bij de POH-GGZ?

In overleg kan de huisarts je doorverwijzen naar de POH-GGZ en een afspraak maken.

Kosten

Je hoeft voor de gesprekken met de POH-GGZ niet te betalen. De kosten worden vergoed door de basisverzekering. Je eigen risico wordt niet aangesproken, omdat de zorg onder huisartsenzorg valt.

Voor meer informatie zie de volgende pagina: /ik-wil-iemand-doorverwijzen/praktijkondersteuning/.

 

Versie: juni 2016

Wat als ik meerdere middelen gebruik en hiermee wil stoppen?

Als u meerdere middelen gebruikt (of gokt) en met alles tegelijk wilt stoppen, raden wij u altijd aan om hier begeleiding bij te zoeken. Een zelfhulp is in dit geval vaak niet voldoende. Stoppen met meerdere middelen is namelijk zwaarder dan stoppen met één middel (als dat het enige gebruikte middel is). Dit komt omdat deze verslavingen elkaar versterken. Dit kan er voor zorgen dat het ontwennen ook zwaarder is. Ook kunnen er meer moeilijke momenten zijn. Er zijn dan wellicht meer momenten waarop u normaal gesproken naar één van deze middelen zou grijpen.

Als u meerdere middelen gebruikt en wilt stoppen met één van deze middelen raden wij u ook aan om begeleiding te zoeken. Het kan erg moeilijk zijn om met één middel te stoppen aangezien deze verslavingen vaak aan elkaar gelinkt zijn. Zo is de associatie tussen alcohol of nicotine en cocaïne erg sterk, het kan dus moeilijker zijn om met één van deze middelen te stoppen dan met allemaal tegelijk. Hier heb je dus vaak professionele begeleiding bij nodig.

Meer meer informatie over de verschillende behandelingen zie deze pagina. Om u direct aan te melden voor een intake gesprek klikt u hier.

 

Versie: juni 2017

Hoe kan de huisarts mij helpen bij stoppen of minderen met middelen?

Huisarts

Als je klachten of problemen hebt door alcohol-, tabak- en/of drugsgebruik kan je altijd bij de huisarts terecht.

Er zijn verschillende klachten die een verband kunnen hebben met drugs, tabak of alcoholgebruik. Iemand kan verslaafd of afhankelijk zijn en zijn/haar gebruik willen minderen. Er kunnen ook lichamelijke of psychische klachten ontstaan waarvan je niet op het eerste gezicht merkt dat het door je gebruik komt. Bijvoorbeeld:

  • vermoeidheid
  • slecht slapen
  • maagklachten
  • darmklachten
  • gewichtsverlies/toename
  • onfrisse adem
  • angstklachten
  • somberheid/depressie
  • verwardheid
  • concentratieproblemen
  • verminderd geheugen
  • huidklachten

Wees altijd eerlijk over je gebruik tegen je huisarts wanneer je met dit soort klachten langs komt. Als je huisarts een goed zicht heeft op jouw gebruik kan hij jou het beste helpen om de klachten te verminderen. Bedenk dat de huisarts beroepsgeheim heeft en met niemand mag delen wat jij tegen hem zegt, tenzij jij hier zelf goedkeuring voor geeft.

De huisarts kan je goed begeleiden wanneer je je gebruik wilt veranderen of als je lichamelijke klachten hebt. Ook kan de huisarts je soms ondersteunen door middel van het voorschrijven van medicatie. Je hoeft hiervoor niet altijd in behandeling bij een verslavingsinstelling. Mocht het nodig zijn kan de huisarts je altijd nog doorverwijzen naar een verslavingsinstelling of naar een andere vorm van zorg, zoals een rook-stop-poli.

De meeste verslavingsinstellingen worden vergoed door de verzekering, maar dan heb je wel een verwijzing van de huisarts nodig. De huisarts heeft ook het beste zicht op jou persoonlijke situatie dus die kan samen met jou naar de beste oplossing zoeken.

Buiten kantoortijden kan je terecht bij de huisartsenpost in jou omgeving. Kijk voor een huisartsenpraktijk of huisartsenpost bij jou in de buurt op www.zorgkaartnederland.nl.

POH GGZ

In veel huisartsenpraktijken werkt ook een praktijkondersteuner huisartsen voor geestelijke gezondheidszorg, kortweg POH GGZ. De POH GGZ is iemand met kennis van en ervaring in de geestelijke gezondheidszorg. Voor veel mensen is het prettig om niet (meteen) doorverwezen te worden naar een psycholoog of de GGZ. De POH GGZ biedt het voordeel dat mensen met psychische klachten op een makkelijke manier naar een deskundige binnen de huisartsenpraktijk kunnen worden verwezen.

De POH GGZ bespreekt samen met jou je klachten en vragen. Het is ook mogelijk om over de geschiedenis van je klachten te praten. En over wat je al geprobeerd hebt om van je klachten af te komen. Het eerste gesprek duurt ongeveer 45 minuten, een vervolggesprek is meestal een half uur.

Vervolgens adviseert de POH GGZ jou en je huisarts over een mogelijke aanpak van je klachten. Dit kunnen een aantal vervolggesprekken bij de POH GGZ zijn. Of je kunt voor het vervolg weer terug naar de huisarts. Ten slotte is het mogelijk dat er advies wordt gegeven voor verdere behandeling of begeleiding. Dit kan bij maatschappelijk werk, zelfhulpwebsites, een psycholoog of een GGZ-instelling. Sinds 2014 wordt hulp van een psycholoog of een GGZ-instelling alleen vergoed bij een psychiatrische diagnose.

De POH GGZ kan dus helpen door:

  • het verhelderen van problemen.
  • het geven van voorlichting over klachten, oorzaken en mogelijke oplossingen.
  • het geven van advies over behandeling en verwijzing
  • kortdurende behandeling of begeleiding in de huisartsenpraktijk
  • nazorg na behandeling in de GGZ

Ook de POH GGZ heeft een beroepsgeheim. De POH GGZ werkt in het dossier van de huisarts. Je hoeft voor de gesprekken met de POH GGZ niet te betalen, ook geen eigen risico. De kosten worden vergoed door de basisverzekering.

 

Versie: mei 2016

 

Hoe vraag ik een behandeling aan?

Bel de behandelafdeling via 088-505 1220 of vul het aanmeldformulier in.
Hier kan je ook aangeven of je eerder in behandeling bent geweest.

Hoe gebeurt er na de online aanmelding?
Zodra we je online aanmelding binnen hebben, nemen wij telefonisch contact met je op. In dit gesprek gaat een van onze medewerkers na wat jouw probleem is. Aan het einde van het gesprek maken we direct een afspraak voor een eerste behandelgesprek. Dit eerste behandelgesprek dat je bij ons hebt, noemen we het intakegesprek. Een van onze behandelaars gaat samen met je na welke behandeling geschikt is en legt dit vast in een behandelplan. Aan het einde van het gesprek maakt de behandelaar direct een afspraak voor de vervolgbehandeling. Ook krijg je een folder met informatie over de behandeling die je gaat volgen.

Twijfel?
Twijfel je of aanmelding de beste oplossing is voor jouw probleem?
Bel de Jellinek Advieslijn: 088 – 505 1220, elke werkdag van 8:30 tot 17:00.
Laat je naam en vraag achter; tussen 13:00 en 17:00 word je teruggebeld.

 

 

Versie: november 2020

Wat is het verschil tussen een dwangneurose en een verslaving?

Een dwangneurose is een psychiatrische diagnose, die valt onder de obsessief-compulsieve stoornis (OCD). Mensen met een obsessief-compulsieve stoornis hebben last van dwanggedachten en/of dwanghandelingen. Ze moeten een bepaalde handeling (van zichzelf) meerdere malen herhalen. Ze zien zelf ook wel in dat dit vreemd gedrag is, maar kunnen er vaak niet mee stoppen. Een voorbeeld hiervan is het compulsief controleren of de gaskraan wel uitgedraaid is.

Een verslaving is het meerdere malen toedienen van een genotsmiddel of prikkel. Mensen gaan er mee door, ook al verliezen ze hun baan, vriendschappen en lichamelijke gezondheid. Een verslaving kan verschillende oorzaken hebben. Bijvoorbeeld een stoornis in de impulscontrole, een depressie of bepaalde karaktereigenschappen die iemand gemakkelijker verslaafd maken. Daarnaast spelen omgevingsfactoren een rol, zoals tegenslagen in het leven.

Mensen met een dwangneurose kunnen ook verslaafd raken (bijvoorbeeld aan alcohol om hun dwangneurotische symptomen tegen te gaan). Alcohol geeft dan een tijdelijke demping van dwanghandelingen en -gedachten. Maar wanneer de alcohol is uitgewerkt komen symptomen in al hun hevigheid weer terug. Alcohol of andere drugs bieden dus geen oplossing.

Lees ook Alles over dwangneurose op de website Mens en gezondheid.

 

Versie: juni 2020

Waarom kunnen mensen met een verslaving agressief zijn?

Niet alle mensen die verslaafd zijn, zijn agressief. Maar mensen met een verhoogde kans op agressie kunnen door combinatie met middelen wel vaker agressief gedrag vertonen. Hier zijn veel verschillende oorzaken en achterliggende redenen voor en is geen eenduidig antwoord op te geven.

Soorten agressie

Allereerst zijn er veel verschillende soorten agressie. Zo bestaat er bijvoorbeeld instrumentele agressie. Dit is een vorm van agressie die echt gericht wordt ingezet om er iets mee te bereiken. Een voorbeeld van instrumentele agressie bij verslavingsproblematiek is bijvoorbeeld het gericht inzetten van agressie om geld te verkrijgen voor de verslaving. Of frustratie agressie, die ontstaat op momenten van boosheid, irritatie, pijn of stress. Ook is er nog impulsieve agressie en angst-geïnduceerde agressie (agressie in een situatie die je angst inboezemt).

Alcohol en drugs hebben daarnaast een bepaalde uitwerking op mensen. Deze uitwerking kan er voor zorgen dat mensen zich agressief gaan gedragen. Bepaalde combinaties van middelen werken dit nog extra in de hand. Maar het kan daarnaast ook juist dat mensen agressief gedrag gaan vertonen door stress, angsten of irritatie bij de onthouding van drugs of alcohol. Ook langdurig gebruik kan leiden tot schade in de hersenen, wat er voor zorgt dat iemand sneller agressief is. Tot slot spelen er bepaalde persoonskenmerken mee. Iemand die veel moeite heeft met impulscontrole zal gevoeliger zijn voor middelenmisbruik en tegelijkertijd mogelijk ook sneller agressief reageren in situaties die hem frustreren.

Opwindingsdelier

Bij een opwindingsdelier is er sprake van een tijdelijke ongerichte agressie door het gebruik van stimulerende middelen. Meestal is dat cocaïne. Je gaat dan ‘door het lint’, maar bent niet aanspreekbaar. De agressie is dus duidelijk niet op iemand gericht.

“Het opwindingsdelier is een ernstig en acuut gezondheidsprobleem dat zich uit in ongerichte agressie. …  Het wordt doorgaans beschreven als een verstoorde geestelijke toestand, die gepaard gaat met een wisselend bewustzijnsniveau en hevige opwinding (agitatie), vecht- of gewelddadig gedrag.”
Dit gaat dan om agressie tijdens gebruik en niet om verslaving, alhoewel iemand ook verslaafd kan zijn dat dat middel. Maar dat is op dat moment niet van belang.

Bron

Factsheet opwindingsdelier Trimbos-instituut

 

Versie: juni 2020

Kan Jellinek helpen bij het organiseren van een interventie?

Je maakt je zorgen om een vriend of familielid en zou graag een interventie willen organiseren. Het doel wat je hiermee wilt bereiken is dat jouw dierbare gaat stoppen of minderen met zijn of haar gebruik. Wanneer je een interventie organiseert en met (veel) familieleden en vrienden een problematisch gebruiker confronteert met zijn of haar gebruik, dan kan iemand zich erg aangevallen voelen en veel weerstand voelen. We horen weleens terug dat cliënten die zo door hun familie zijn geconfronteerd erg boos of verdrietig zijn wanneer ze na een interventie in behandeling zijn gekomen.

Het veranderen van het gedrag van jouw dierbare kan ook op een andere manier, door iemand positief te bekrachtigen. Door iemand meer zelfvertrouwen te geven en zelf te laten inzien dat het gebruik moet stoppen of minderen.

Hoe?

De CRAFT methodiek helpt daarbij. CRAFT staat voor Community Reinforcement and Family Training. Middels de CRAFT methodiek leer je een op samenwerking gerichte gespreksstijl om de persoonlijke motivatie voor, en het commitment aan, verandering te versterken door iemands eigen redenen daartoe te ontlokken in een sfeer van acceptatie en compassie.

Jellinek biedt de CRAFT methodiek aan in verschillende vormen:

  1. CRAFT bij Jellinek Amsterdam en Hilversum
  2. Middels de online module Samen Nuchter

Je leert hoe je het patroon van het alcohol- of drugsgebruik kunt beïnvloeden. Er is aandacht voor methoden die helpen om de naaste te motiveren in behandeling te gaan. En er wordt tijd besteed aan het verbeteren van de kwaliteit van jouw eigen leven.

Wetenschappelijk onderzoek laat zien dat CRAFT zeer effectief is: 70% van de probleemdrinkers of probleemgebruikers van wie een familielid of partner de behandeling volgde, heeft uiteindelijk hulp gezocht. Daarnaast lukte het familieleden en partners hun eigen kwaliteit van leven te verbeteren.

Hoeveel mensen zijn er bij Jellinek in behandeling?

In de onderstaande tabel zie je hoeveel mensen er in behandeling zijn bij Jellinek en voor welke middelen:

2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021
Alcohol 47,6% 45,3% 48,4% 48,9% 47% 45,8% 46,3% 45,4% 44,5% 42,4%
Opiaten 3,1% 3% 3,2% 3,6% 8,8% 4,2% 3,2% 3,2% 3,2% 2,6%
Cocaïne 11,2% 11,5% 11,6% 13,1% 10,9% 12% 12,4% 10,8% 10,1% 8,4%
Amfetamine 0,9% 1,1% 1,2% 1,3% 2,0% 2,1% 1,4% 2,1% 2,4% 3,3%
Methamfetamine 0,1% 0,2% 0,1% 0,1% 0,2% 0,1% 0,1% 0,0%
Benzodiazepinen 1,3% 1% 1,6% 1,5% 1,5% 1,5% 1,7% 1,9% 2,5% 3,0%
Overige medicijnen 0,6% 0,9% 0,6% 0,4% 0,7% 1,2% 1% 0,7% 0,7% 0,3%
XTC 0,2% 0,3% 0,1% 0,2% 0,1% 0,2% 0,2% 0,2% 0,2% 0,0%
Cannabis 14,3% 15,8% 15,7% 16,3% 14,1% 16,7% 16,8% 17,4% 17,2% 18,3%
Gokken 3,1% 3,9% 3,2% 4% 4,1% 4,8% 4,7% 4,5% 2,9% 3,1%
Crack 0,4% 0,3% 0,6% 0,5% 0,9% 0,7% 0,5% 0,8% 0,5% 0,4%
Nicotine 2% 3,3% 2,9% 3% 2% 1,7% 1,8% 2,1% 2,0% 1,5%
GHB 0,8% 0,7% 0,9% 1,2% 1,2% 1,3% 1,5% 1,7% 1,0% 0,4%
Ketamine 0,2% 0,2% 0,1% 0,2% 0,2% 0,1% 0,3% 0,3% 0,5% 1,0%
Internetgamen 0,3% 0,3% 0,3% 0,4% 0,7% 0,9% 0,5% 0,7% 0,7%  0,4%
Overig 14,2% 12,5% 9,8% 5,2% 5,8% 6,6% 7,5% 8,1% 11,5% 14,8%
Totaal 4393 4998 4189 3945 7430 6515 7010 6895 5788 6229

 

Versie: februari 2022

Wat is de DSM 5 (V)?

DSM staat voor Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders: het diagnostisch en statistisch handboek van psychiatrische aandoeningen. Dit handboek wordt uitgegeven door de American Psychiatric Association.

Waar is de DSM voor bedoeld?

Oorspronkelijk was het handboek bedoeld om te zorgen dat iedereen dezelfde definities hanteert voor bepaalde psychiatrische aandoeningen. Zo konden er geen verschillende interpretaties meer bestaan van een bepaalde diagnose. Dit was nodig om goed onderzoek te kunnen doen: wil je weten of een bepaalde behandeling bij verslaving werkt, dan moet in ieder geval elke onderzoeker hetzelfde onder het begrip ‘verslaving’ verstaan.

De DSM wordt inmiddels ook gebruikt als instrument voor zorgverzekeraars om te bepalen of een behandeling wel of niet vergoed kan worden.

Waarom bestaan er verschillende versies van de DSM?

Doordat de wetenschap continu leidt tot nieuwe inzichten, verschijnt er eens in de zoveel tijd een nieuwe versie van de DSM. De eerste versie verscheen in 1952. In 1994 verscheen de DSM-4. Deze werd gebruikt tot en met 2013. In de tussentijd was er enkel één tekstrevisie nodig in 2000: de DSM-4-TR. De meest recente versie is de DSM-5. In 2013 verscheen de Engelstalige versie en in april 2014 de Nederlandse vertaling.

Wat is het verschil tussen de DSM-4 en de DSM-5?

De belangrijkste veranderingen in de DSM-5 zijn:

  • Het assenstelsel waarlangs de verschillende diagnoses in DSM-4 werden gerubriceerd, is verdwenen.
  • De DSM-5 kent drie secties. Sectie 1 geeft uitleg over de gebruikte indeling. Sectie 2 omvat twintig hoofdcategorieën met diagnoses, zoals ‘ Schizofreniespectrum en andere psychotische stoornissen’, ‘Bipolaire en gerelateerde stoornissen’ en ‘Depressieve stoornissen’, et cetera. De derde sectie bevat classificaties die (nog) niet zijn opgenomen in sectie 2, zoals internet gaming disorder en non-suicidal self-injury. De samenstellers vinden dat meer onderzoek nodig is, voordat deze zijn te kwalificeren als aparte diagnoses.
  • Bij elke diagnose moet worden nagegaan welke ‘instandhoudende factoren’ aanwezig zijn: is de patiënt syntoon of dystoon, dat wil zeggen heeft hij ziekte-inzicht en motivatie?; Is er sprake van comorbiditeit en suïcidaliteit?; Wat is de invloed van leeftijd, geslacht en cultuur?; Hoe hoog is de lijdensdruk, te scoren op een schaal 0-3 volgens de ‘severity index of impairment’.
  • DSM-5 kent geen not otherwise specified (NOS)-diagnoses meer: PDD-NOS verdwijnt dus.
  • Er zijn zogenaamde risicosyndromen toegevoegd aan de DSM-5.

Wat is verslaving volgens de nieuwe DSM?

De DSM spreekt niet van alcoholisme of verslaving maar van ‘stoornissen in het gebruik van middelen’ (substance abuse disorders). Een ‘stoornis in het gebruik van middelen’ kan ontstaan door gebruik van verschillende middelen zoals alcohol, cannabis, opiaten of stimulerende middelen.

Voldoe je aan twee of drie criteria dan heb je een milde stoornis in het gebruik van middelen. Voldoe je aan vier of vijf criteria dan is er sprake van een gematigde (moderate) stoornis en bij zes of meer symptomen is er sprake van een ernstige stoornis.

De 11 criteria zijn:

  1. Vaker en in grotere hoeveelheden gebruiken dan het plan was.
  2. Mislukte pogingen om te minderen of te stoppen.
  3. Gebruik en herstel van gebruik kosten veel tijd.
  4. Sterk verlangen om te gebruiken.
  5. Door gebruik tekortschieten op het werk, school of thuis.
  6. Blijven gebruiken ondanks dat het problemen meebrengt in het relationele vlak.
  7. Door gebruik opgeven van hobby’s, sociale activiteiten of werk.
  8. Voortdurend gebruik, zelfs wanneer je daardoor in gevaar komt.
  9. Voortdurend gebruik ondanks weten dat het gebruik lichamelijke of psychische problemen met zich mee brengt of verergert.
  10. Grotere hoeveelheden nodig hebben om het effect nog te voelen, oftewel tolerantie.
  11. Het optreden van onthoudingsverschijnselen, die minder hevig worden door meer van de stof te gebruiken.

De vorige versie van de DSM-5 maakte nog een verschil tussen afhankelijkheid en misbruik. Je misbruikt alcohol of drugs wanneer je in een jaar tijd last hebt van tenminste één van de onderstaande symptomen:

  • Gebruik gaat ten koste van je werk, school of thuis.
  • Voortdurend gebruik ondanks terugkerende problemen op sociaal gebied (ruzies).
  • Herhaaldelijk gebruik in gevaarlijke situaties zoals in het verkeer.
  • Door gebruik kom je herhaaldelijk in contact met politie of justitie.

Wordt de DSM door iedereen gebruikt?

Niet iedereen is het eens met de manier waarop de DSM psychiatrische stoornissen beschrijft. Het handboek wordt dus niet overal geaccepteerd als leidend handboek. Sommige landen (waaronder Engeland en Frankrijk) geven de voorkeur aan andere systemen, zoals de ICD-11. Dit is een vergelijkbaar systeem, ontwikkeld door de World Health Organisation (WHO) van de Verenigde Naties (VN).

Wat zijn kritiekpunten op de DSM?

Een aantal belangrijke kritiekpunten op de DSM is:

  • De DSM houdt weinig rekening met de culturele context. In een van de eerdere versies was bijvoorbeeld homofilie opgenomen als ziektebeeld. Met de aanvaarding van homofilie is het als ziektebeeld uit de DSM verdwenen. Daarmee volgt de DSM natuurlijk wel de westerse opvattingen. Tegenwoordig worden wel exclusiecriteria gebruikt als ‘het symptoom of gedrag is niet toe te schrijven aan een cultureel aanvaarde vorm van gedrag of ervaring’, maar niet-westers ziektegedrag blijft een heikel punt.
  • Een ander punt van kritiek op de DSM betreft de belangenverstrengeling bij de commissies die verantwoordelijk zijn voor het maken van de indelingen. Uit recent onderzoek (2006) blijkt dat meer dan de helft van de leden van de 170-koppige DSM-4- en 4-R-commissie één of meer financiële verbindingen had met de farmaceutische industrie. Voor de leden van de subcommissies ‘Stemmingsstoornissen’ en ‘Schizofrenie en overige psychotische stoornissen’ was dat zelfs 100%.
  • Een derde punt van kritiek is de schijnzekerheid die de catalogisering van symptomen en diagnoses oproept. Daardoor kunnen lichte verschuivingen in het ziektebeeld voor compleet andere diagnoses zorgen. Sombere gevoelens kunnen bijvoorbeeld een symptoom zijn van een depressie, maar ook horen bij BPS, schizofrenie of burn-out.
  • De lat om een diagnose opgeplakt te krijgen is dusdanig laag gelegd, dat volgens epidemiologisch onderzoek 45% van de mensen wel eens aan de criteria voor een diagnose voldoet.

Wanneer komt de volgende versie uit?

Als de DSM-5 en zijn gecorrigeerde updates zich aan het gemiddelde van de vorige vier versies houden, zal de DSM-6 rond 2030 uitkomen.

 

Bron:
www.ggztotaal.nl
www.dsm-5.nl

 

Versie: augustus 2020

Wat gebeurt er als je cold turkey stopt met een middel?

‘Cold turkey’ is een manier van afkicken. Cold turkey stoppen met een middel betekent dat iemand in één keer stopt met het gebruik. Zonder het middel geleidelijk af te bouwen of middelen te gebruiken die ontwenningsverschijnselen kunnen tegengaan.

Soms kiezen mensen hier voor omdat bij geleidelijk afbouwen de verleiding blijft bestaan om toch weer meer te gaan gebruiken. In één keer helemaal stoppen kan dan de beste optie lijken. Echter ontstaan er vaak ontwenningsverschijnselen wanneer iemand in één keer stopt. Deze kunnen soms zelfs gevaarlijk zijn.

Het lichaam heeft zich door het vele gebruik aangepast. Het zenuwstelsel is veranderd: het aantal receptoren is door het vele gebruik toe- of afgenomen of er zijn in de lever extra enzymen ontwikkeld om de alcohol of drugs af te breken. Wanneer het lichaam de drug ineens niet meer krijgt moet het lichaam zich opnieuw aanpassen.

Hierdoor krijg je ontwenningsverschijnselen zoals angsten, onrust en slapeloosheid. In ernstige gevallen kunnen er epileptische insulten ontstaan. Ook kan je een delirium tremens terecht komen. Hierbij heeft iemand last van hallucinaties, desoriëntatie en geheugenverlies. Dit kan dodelijk aflopen. Vandaar dat bij sommige middelen ervoor wordt gekozen om geleidelijk af te bouwen. Op die manier kan je lichaam zich aanpassen aan de nieuwe situatie en voorkom je ernstige gezondheidsproblemen.

Vooral bij het gebruik van downers zoals alcohol, GHB en benzodiazepinen is het erg belangrijk om niet cold turkey te stoppen. Het afkicken van deze drugs moet onder medisch toezicht gebeuren.

 

Versie: november 2020

Wat zijn de verschillende stadia of fasen van gebruik?

Om te voorkomen dat je problemen ontwikkelt met een middel kan het helpen om te begrijpen in wat voor fase jouw gebruik zit. Kortom, wat voor type gebruiker ben jij? Gebruik je regelmatig of onregelmatig? Met vrienden of alleen? En waarom gebruik je eigenlijk?

Fases van gebruik

1 Experimenteren: Iedereen die een middel gebruikt heeft, heeft dat ooit voor de eerste keer gedaan. Op een feestje, om erbij te horen of uit nieuwsgierigheid. Dit noem je de fase van experimenteren. Men gebruikt dan maar af en toe of een enkele keer.

2 Recreatief gebruik: Bevalt het effect van het middel, dan gaan sommige mensen het wat vaker gebruiken. Je noemt dit recreatief gebruik. Bij recreatief, ook wel sociaal, gebruik ziet je gebruik er als volgt uit:

  • Incidenteel en alleen voor je plezier / ter ontspanning;
  • Waarbij je altijd bewust blijft van de risico’s; en een bewuste afweging maakt tussen de voordelen en de nadelen.
  • Op matige en gecontroleerde wijze, en zo dat het weinig tot geen effect heeft op andere belangrijke zaken (zoals afspraken, werk, studie, hobby’s of op contacten met familie en vrienden).

3 Gewoontegebruik: Gebruik je alleen voor je plezier, maar bijvoorbeeld wel elk weekend? Dan kun je jezelf afvragen of dit nog wel recreatief is. Kun je het bijvoorbeeld nog wel leuk hebben op een feestje of in de kroeg zonder? Wordt het gebruik voor jou eerder een gewoonte, dan mis je het als je het een keer overslaat. Dan spreken we van gewoontegebruik. Dit zijn signalen om serieus te nemen. Overweeg een tijdje te stoppen, naar andere feestjes te gaan of met een andere vriendengroep te gaan stappen.

4 problematisch gebruik: Wanneer gebruik te gewoon wordt, bestaat het risico dat het invloed gaat hebben op andere belangrijke zaken in je leven. Bijvoorbeeld: je komt in de financiële problemen, je partner of andere belangrijke mensen geven aan moeite te hebben met gebruik. Of je komt bijvoorbeeld afspraken niet na, omdat je moeite hebt met opstaan. Er ontstaan dus problemen ten gevolge van je gebruik. Het gebruik wordt problematisch. Gebruik is ook problematisch als je het nodig hebt om je beter te voelen bijvoorbeeld om problemen te vergeten, om contact aan te kunnen gaan tijdens het uitgaan, om gevoelens te onderdrukken, etc.

5 verslaving: Onder andere wanneer je voortdurend aan het middel denkt, gebruiken een manier is geworden om met problemen om te gaan en stoppen zelf niet meer lukt spreken we van verslaving. Het is dan aan te raden om hulp te zoeken bij het stoppen. Bekijk in dat geval eens ons behandelaanbod of onze gratis zelfhulp programma’s.

 

Versie: januari 2021

Wat zijn ontwenningsverschijnselen / onthoudingsverschijnselen?

Ontwenningsverschijnselen zijn onder te verdelen in twee categorieën: lichamelijke en geestelijke ontwenningsverschijnselen.

Onder lichamelijke ontwenningsverschijnselen verstaan we klachten als:

  • trillen,
  • beven,
  • zweten,
  • koortsachtige verschijnselen,
  • moeilijk in slaap kunnen komen.

Lichamelijke ontwenningsverschijnselen komen vooral voor bij het stoppen met alcohol en roken. De klachten die je kunt hebben zijn in de meeste gevallen onschuldig en gaan bovendien vanzelf over. De eerste dagen zijn de ontwenningsverschijnselen het meest vervelend. Na 3 tot 7 dagen ben je ervan af. Maak je je zorgen, bezoek dan altijd een huisarts. Deze kan je bijvoorbeeld helpen met het onderdrukken van de ontwenningsverschijnselen door medicatie voor te schrijven, die specifiek daarvoor bedoeld is.

Onder geestelijke ontwenningsverschijnselen verstaan we klachten als:

  • Onrust,
  • Een kort lontje,
  • Moeilijk in slaap kunnen komen,
  • Trek hebben, zeker bij situaties of op plekken waar je eerder gebruikte.
  • Somberheid,
  • Lusteloosheid.

Deze klachten kunnen wat langer aanhouden. Het is belangrijk je te realiseren dat deze klachten veroorzaakt worden doordat je geest gewend is geraakt aan het gebruik. Het moet zichzelf opnieuw aanleren om te gaan met de trek, somberheid of het moeilijk slapen nu je gestopt bent.

Het beste wat je hierbij kan doen is afleiding zoeken. Probeer jezelf nieuwe gewoonten aan te leren: douchen voor het slapengaan, een appel of kauwgompje eten in plaats van gebruiken, een vriend bellen als de trek hevig wordt, een ommetje lopen, etc. Bedenk iets dat bij je past. In het geval van trek geldt: van uitstel komt afstel. Zoek je afleiding dan zul je merken dat de trek vanzelf minder wordt.

Wellicht is het je al opgevallen dat sommige lichamelijke en geestelijke ontwenningsverschijnselen elkaar overlappen. Dat komt omdat je soms maar moeilijk kunt bepalen of een klacht lichamelijk is of tussen je oren zit. Tril je omdat je onrustig bent, of zijn dit echt de lichamelijke ontwenningsverschijnselen?

Kun je moeilijk slapen omdat je ligt te piekeren, of is je lijf te druk bezig met ontgiften?

Probeer in alle gevallen te beseffen dat het tijdelijk is, en dat het overgaat. Kun je niet slapen, draai je wekker dan om en neem je voor om vooral je lichaam te laten rusten, in plaats van dat je moet slapen. Zwetend wakker worden is niet prettig, maar ook niet gevaarlijk. Wees mild en realiseer je dat het erbij hoort. Het gaat over! Hou vol!

 

Versie: juli 2017

Afsprakenlijst alcohol of drugs: wat is dat en wat kun je ermee?

Samen afspraken maken over alcohol- of druggebruik

De Afsprakenlijst is een lijst die je samen met je partner of kind kunt invullen. De lijst vraagt naar voor- en nadelen van gebruik en naar de bekendheid met tips over verstandig gebruik. Bedoeling van de lijst is dat je samen met je partner of kind een aantal afspraken maakt over het gebruik.

Samen invullen betekent dat men het zoveel mogelijk eens moet worden over de antwoorden. Lukt dat niet, noteer dan beide antwoorden. Belangrijk is dat je de vragenlijst invult als je partner of kind nuchter is.  Er zijn in totaal 3 afsprakenlijsten.  De afsprakenlijst alcohol of cannabis voor partner en kind zijn dezelfde. Alleen de intro is anders. Hieronder de links en als voorbeeld de afsprakenlijst alcohol.

Afsprakenlijst Alcohol
Afsprakenlijst Hasj en Wiet

 

Versie: juni 2020

Wat is de visie van Jellinek op behandeling?

Verslaving is een behandelbare aandoening. De Jellinek hanteert bij haar behandeling onder andere de volgende uitgangspunten:

  • Aantoonbaar effectief. De aangeboden behandeling moet aantoonbaar effectief zijn.
  • Stepped care. De aangeboden behandeling moet afgestemd zijn op de ernst van de problematiek. Waar mogelijk wordt begonnen met lichte interventies. Licht als het kan zwaar als het moet.
  • Continue verbetering. De resultaten van de behandeling moeten voortdurend gemeten worden zodat de de behandeling waar mogelijk verbeterd kan worden.
  • Middelenonafhankelijk. De behandeling is middel- onafhankelijk. De vraag hoelang iemand verslaafd is en hoe ernstig de verslaving is, is belangrijker dan het middel waaraan.
  • Volledig behandelaanbod. Ons behandelaanbod varieert van online zelfhup en online behandeling tot een intensieve dagbehandeling of opname. De meeste behandelingen vinden overdag plaats. In groepen of individueel.
  • Cognitieve Gedragstherapie. Binnen een groot deel van onze behandelingen werken we met cognitieve gedragstherapie. Behandeling volgens het  twaalf stappen plan van Minnesota is ook mogelijk
  • Medische hulp. Waar nodig bieden onze verslavingsartsen medische hulp en ondersteuning.
  • Ook voor partner en familie. De omgeving van iemand met een verslavingsprobleem kan het soms moeilijk hebben. Ook de partner en de familie kunnen daarom advies, behandeling en ondersteuning krijgen.

 

Versie: april 2017

Wat is de stepping stone of de gateway drug theorie?

De zogenaamde stepping stone (of gateway drug) theorie stelt dat het gebruik van een bepaald middel kan leiden tot het gebruik van andere, zwaardere middelen. In 1975 werd hier voor het eerst over gepubliceerd. Deze theorie werd in het verleden veel gebruikt om bijvoorbeeld het gebruik van cannabis in diskrediet te brengen.

Er werd verondersteld dat het gebruik van cannabis automatisch leidt tot het gebruik van andere gevaarlijke middelen. Dus ook al lijkt cannabis in sommige gevallen redelijk onschuldig, het gebruik ervan zou volgens de theorie tot problemen met bijvoorbeeld cocaïne of heroïne kunnen leiden.

De wetenschappelijke onderbouwing van deze theorie is echter erg dun. Het is gebaseerd op onderzoek waaruit bleek dat mensen die ooit cannabis hebben gebruikt, een grotere kans hebben om later ook andere middelen te gaan gebruiken. Hierbij is echter de fout gemaakt om verband te verwarren met oorzaak.

Uit latere onderzoeken bleek dat cannabis waarschijnlijk niet de oorzaak van het andere gebruik was. Waarschijnlijk zijn sommige mensen die cannabis gebruiken vanwege bepaalde persoonlijkheidskenmerken ook eerder geïnteresseerd in andere middelen.

Uit ander onderzoek blijkt dat wellicht alcohol en nicotine vanwege hun specifieke uitwerking op het brein ‘gateway drugs’ kunnen zijn. Echter zijn er ook bij deze onderzoeken een aantal kanttekeningen te plaatsen. Waarschijnlijk spelen bij mensen andere factoren een grotere rol.

 

Bronnen:

  1. https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC4291295/
  2. https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC4929049/
  3. http://www.oxfordscholarship.com/
  4. http://advances.sciencemag.org/content/3/11/e1701682
  5. https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC4353486/
  6. https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/1188374

 

Versie: november 2020

Waarom is verslaving een hersenziekte?

Bij het ontstaan van verslaving zijn verschillende delen van de hersenen betrokken:

  • Het beloningscentrum. Dit centrum in de hersenen zorgt ervoor dat je je lekker voelt.
  • Het geheugen. Het geheugen zorgt ervoor dat je positieve ervaringen herinnert.
  • De nieuwe hersenen. Een deel van de nieuwe hersenen zorgt ervoor dat niet meteen toegegeven wordt aan allerlei verlangens.

Bij mensen die een vergroot risico op verslaving lopen en bij verslaafden functioneren deze delen van de hersenen anders of minder goed. Sommige medicatie kan op deze delen van de hersenen ingrijpen.

Het beloningscentrum

Het beloningscentrum in de hersenen zorgt ervoor dat bepaalde gedragingen met een prettig gevoel beloond worden. Dit zijn vooral gedragingen die voor het voortbestaan van de soort van belang zijn zoals eten en seksuele activiteit. Het beloningscentrum zit in de middenhersenen. De middenhersenen zijn ook betrokken bij instincten, verlangens, dorst, hongergevoel en emoties als woede en angst.

Alcohol en drugs zijn in staat om het beloningscentrum op een zeer krachtige manier te prikkelen. Om die reden ga je je na gebruik van drugs lekker voelen.

Dopamine
Het beloningscentrum wordt geprikkeld door een bepaald stofje in de hersenen. Dit stofje heet dopamine. De meeste drugs zorgen ervoor dat dopamine op een directe of op een indirecte manier afgegeven wordt. De afgegeven dopamine wordt opgevangen door zogenaamde dopamine receptoren.

Genen
Nu kan een bepaald gen ervoor zorgen dat er minder dopaminereceptoren zijn. Het beloningscentrum functioneert dan minder goed waardoor iemand minder goed in staat is te genieten. Bij een minder goed functionerend beloningscentrum zal het gebruik van drugs bij de betrokken persoon een zeer krachtige en positieve ervaring opleveren. Hierdoor zijn zij vatbaarder voor verslaving. Deze genetische structuur is erfelijk bepaald.

Afname receptoren door frequent gebruik
Maar er is nog iets. Door frequent gebruik van drugs neemt het aantal dopaminereceptoren af. Hierdoor zal meer gebruikt moeten worden om het oorspronkelijke effect nog te kunnen voelen. Zo kan langdurig gebruik blijvende veranderingen in het brein veroorzaken.

Er zijn dus twee redenen waarom verslaafden minder dopaminereceptoren hebben:

  • Genetisch bepaald;
  • het voortdurende gebruik.

Cortex (licht paars); beloningscentrum (nucleus accumbens; links onder groen); middenhersenen (boven de kleine hersenen)

Het geheugen

Het positieve gevoel na gebruik (en de omstandigheden waaronder dit gebruik plaatsvindt) wordt door de middenhersenen in het geheugen opgeslagen. Het vormen zeer krachtige herinneringen die later een sterke trek of verlangen kunnen oproepen. Hierdoor ligt terugval in gebruik op de loer. De krachtige manier waarop de herinnering aan druggebruik door de middenhersenen wordt opgeslagen, betekenen in zekere zin een verandering van de hersenen.

De nieuwe hersenen

De nieuwe hersenen of wel de neocortex vormen het rationele deel van de hersenen. Een deel van de cortex heeft tot taak de conflicten tussen verlangens (verlangen naar het effect en de roes van drugs) enerzijds en rationele overwegingen (ik moet morgen werken) anderzijds in goede banen te leiden. De middenhersenen zullen willen toegeven aan dit verlangen. De nieuwe hersenen zullen dit willen voorkomen. Bij mensen die afhankelijk zijn functioneert de neocortex minder goed. Door het voortdurende gebruik kan dit steeds minder goed functioneren.

Conclusie

Door een minder goed functionerend beloningssysteem (voor een deel genetisch bepaald) en een minder goede cortex zijn mensen vatbaarder voor verslaving. Bovendien veranderen door het gebruik de hersenen: er komen minder dopaminereceptoren en er ontstaan krachtige herinneringen. Door deze veranderingen in de hersenen raakt iemand nog vatbaarder.

Bekijk ook de animatie drugs in de hersenen.

 

Versie: september 2019

Hoeveel mensen in Nederland zijn verslaafd en hoeveel zijn er in behandeling?

Hieronder vind je een tabel met het aantal mensen met een verslavingsprobleem in Nederland. De cijfers van cliënten in behandeling zijn van 2021 (1). Niet alle verslavingszorginstellingen leveren hier cijfers over aan, dus mogelijk zijn de daadwerkelijke aantallen hoger. De cijfers over drugsmisruikers of verslaafden van cocaïne, amfetamine, xtc en GHB zijn een zeer ruwe schatting.

Bij alcohol en cannabis zijn niet alleen de verslaafden geteld, maar ook de mensen die het middel misbruiken. In totaal zijn er in Nederland ongeveer 2 miljoen mensen die verslaafd zijn of een middel misbruiken.

Aantal verslaafden/misbruikers in Nederland en aantal in behandeling:

Stof Aantal verslaafden/misbruikers Aantal in behandeling
Alcohol 477.000 24.231
Tabak 539.000 389
Cannabis 70.000 9.024
Snuifcocaïne & crack 38.057 6.744
Opiaten (voornml. heroïne) 14.000 6.698
Gokken 79.000 1.887
Speed (amf) 7.064 1.766
XTC 520 130
GHB 3.824 956
Medicijnen (voornml. benzo’s) 600.000 1.053
Internet- gamen 16.000 221
Overig 7.008 1.752
Totaal 1.840.273 54.865

Toelichting cijfers

Alcohol

In 2007-2009 is in het NEMISIS onderzoek gedaan naar het voorkomen van alcoholverslaving in de bevolking tussen 18 en 64 jaar (2). Hiervoor is de DSM IV gebruikt. 82.400 mensen zijn verslaafd.

De DSM IV spreekt ook van alcoholmisbruik. 395.000 mensen misbruiken alcohol. Misbruik wil zeggen dat je wel allerlei negatieve gevolgen van alcohol ondervindt, maar er is nog geen sprake van gewenning en het optreden van onthoudingsverschijnselen bij stoppen.

Tabak

In 2016 is een bevolkingsonderzoek gedaan naar het gebruik van alcohol, drugs en tabak. Toen rookte ongeveer een vijfde (18,6%) van de bevolking dagelijks. 4,1% van de bevolking rookt meer dan 20 sigaretten per dag. Deze groep zou je verslaafd kunnen noemen (3). Dat zijn 539.000 mensen vanaf 18 jaar. Reken je alle dagelijkse gebruikers tot de verslaafden dan kom je aan de 2,5 miljoen mensen.

Cannabis

In 2007-2009 is in het NEMESIS onderzoek bekeken hoeveel mensen aan cannabis verslaafd zijn. Het aantal wordt geschat op 29.300 mensen ofwel 0,3% van de bevolking tussen 18 en 64 jaar (2). Bij mannen ligt het percentage op 0,4% en bij vrouwen op 0,1%.

De DSM IV spreekt ook van misbruik. 40.200 mensen misbruiken cannabis. Misbruik wil zeggen dat je wel allerlei negatieve gevolgen van cannabis ondervindt, maar er is nog geen sprake van gewenning en het optreden van onthoudingsverschijnselen bij stoppen.

Cocaïne

Het aantal verslaafden aan cocaïne in Nederland is niet bekend. Een schatting levert het volgende op:

Crack

Veel mensen die problematisch opiaten (heroïne) gebruiken, gebruiken ook crack (4). Naar schatting zijn er 14.000 mensen die problematisch opiaten gebruiken. Hiervan gebruikt ongeveer 80% ook problematisch crack. Dit zijn ongeveer 11.200 mensen.

Snuifcocaïne

Het aantal mensen in Nederland dat aan snuifcocaïne verslaafd is kan geschat worden door bij andere drugs te kijken naar welk percentage van de problematische gebruikers nu eigenlijk in behandeling komt. Uit bevolkingsonderzoek is bekend hoeveel problematische drinkers, blowers en gokkers er zijn. Hieruit blijkt dat ongeveer 5% tot 14% van de problematische gebruikers hiervoor een behandeling zoekt.

Het aantal problematische gebruikers die cocaïne snuiven kennen we niet. Wel het aantal snuivers dat behandeling zoekt. In 2014 zochten 7.419 mensen een behandeling voor cocaïne. 50% van de groep gebruikte snuift cocaïne, 50% rookte crack. Er hebben zich dus 3.760 mensen aangemeld die de cocaïne snoven. Deze 3.760 mensen vormen tussen de 5 tot 14% van de problematische groep gebruikers. Gaan we op 14% zitten dan zou dat beteken dat het aantal verslaafden en misbruikers van snuifcocaïne op 26.857 ligt.

Tel hier het aantal crack gebruikers bij op en je komt op 38.057.

Heroïne

Het aantal problematische opiaatgebruikers in Nederland wordt geschat op 14.000 (4). 80% van deze groep gebruikt ook crack.

Gokken

In 2016 is door Intraval onderzoek gedaan naar de omvang van verslavingsproblematiek. 79.000 mensen zijn probleemspelers en zeer waarschijnlijk gok- of kansspelverslaafd. 95.700 mensen speelt op een riskante manier (5) en zijn mogelijk kansspelverslaafd.

Amfetamine (speed)/XTC

Het aantal amfetamine- en XTC-verslaafden in Nederland is onbekend. XTC (MDMA) is nauwelijks verslavend. Amfetamine wel. De cijfers die in de tabel genoemd zijn, zijn gebaseerd op de aanname dat 25% van het werkelijk aantal verslaafden in behandeling is.

GHB

Het aantal GHB-verslaafden in Nederland is onbekend. Wel lijkt het erop dat het aantal GHB-verslaafden is toegenomen (4). De cijfers die in de tabel genoemd zijn, zijn gebaseerd op de aanname dat 25% van het werkelijk aantal verslaafden in behandeling is.

Slaap- en kalmeringsmiddelen

In 2005 werden aan 1,9 miljoen Nederlanders slaap en kalmeringsmiddelen voorgeschreven. Bij een derde van hen gaat het om langdurig gebruik (meer dan 3 maanden). Deze groep hoeft niet perse verslaafd te zijn. Langdurig gebruik kan voorkomen als onderdeel bij bepaalde medische behandelingen. Bij de cijfers over het aantal mensen in behandeling, gaat het om benzodiazepinen, barbituraten en overige psychofarmaca/medicijnen.

Internetgamen

Mensen kunnen niet alleen verslaafd raken aan middelen, maar ook aan bepaalde activiteiten. Hiervan is de grootste groep verslaafd aan internetgamen. Ongeveer 1,5% van jongeren tussen 13 en 16 jaar kan beschouwd worden als gameverslaafde (7). Dit komt neer op 12.000 jongeren. Van het aantal hulpzoekers is 82% jonger dan 25 jaar. Als je die 12.000 verslaafde jongeren ziet als 75%, komt er nog 25% ofwel 4.000 mensen bij. Dit komt neer op ongeveer 16.000 problematische internetgamers.

Overig

In totaal zijn er nog 1.752 mensen voor overige verslavingen in behandeling (1). Hierbij gaat het in 998 gevallen om een middelenverslavingen, bijvoorbeeld voor ketamine, lachgas of psychedelica. Ook vallen NPS (New Psychoactive substances) hieronder. Het andere deel betreft gedragsverslavingen, waaronder seksverslaving en eetverslaving. Dit gaat om 754 gevallen.

Het precieze aantal verslaafden in deze overige categorie is onbekend. De cijfers die in de tabel genoemd zijn, zijn gebaseerd op de aanname dat 25% van het werkelijk aantal verslaafden in behandeling is.

Totaal

Totaal zijn rond de 2 miljoen mensen in Nederland verslaafd. In 1.616.000 gevallen gaat het hierbij om de legale middelen alcohol, tabak en slaap- en kalmeringsmiddelen.

 

* De verslaafden aan crack zijn niet meegeteld. Dit is immers dezelfde groep als de heroïneverslaafden.

 

Bronnen:

  1. LADIS Tussenrapportage Kerncijfers Verslavingszorg 2016-2021, IVZ (2023)
  2. Nemisis 2- 2007-2009. Trimbos Instituut.
  3. Nationaal Prevalentie Onderzoek Middelengebruik 2009: De kerncijfers, IVO (2009).
  4. NDM 2017, Trimbos Instituut.
  5. Modernisering kansspelbeleid, Intraval (2016).
  6. Noorlander, E. Misbruik van en verslaving aan medicatie. In: Drugs en alcohol. Gebruik, misbruik en Verslaving.
  7. vVn Rooij et al., 2011.

 

Versie: mei 2023

Wanneer ben je verslaafd?

Criteria van verslaving

Verslaving wordt vastgesteld aan de hand van 11 criteria van de zogenaamde DSM-V* De DSM-V is een wereldwijd gebruikt boek waarin alle psychiatrische aandoeningen beschreven staan. De DSM spreekt niet van alcoholisme of verslaving maar van “stoornissen in het gebruik van middelen” (substance abuse disorders). Een “stoornis in het gebruik van middelen” kan ontstaan door gebruik van verschillende middelen zoals alcohol, cannabis, opiaten of stimulerende middelen.

Voldoe je aan twee of drie criteria dan heb je een milde stoornis in het gebruik van middelen. Voldoe je aan vier of vijf criteria dan is er sprake van gematigde (moderate) stoornis en bij zes of meer symptomen is er sprake van een ernstige stoornis.

De 11 criteria zijn:

  1. Vaker en in grotere hoeveelheden gebruiken dan je van plan was.
  2. Mislukte pogingen om te minderen of te stoppen.
  3. Het verkrijgen of gebruiken van het middel en het herstellen van gebruik kosten veel tijd.
  4. Sterk verlangen om te gebruiken.
  5. Door gebruik tekortschieten op het werk, school of thuis.
  6. Blijven gebruiken ondanks dat het problemen meebrengt in het sociale of relationele vlak.
  7. Door gebruik opgeven of sterk verminderen van hobby’s, sociale activiteiten of werk.
  8. Voortdurend gebruik, zelfs wanneer je daardoor in gevaar komt.
  9. Voortdurend gebruik ondanks weet hebben dat het gebruik lichamelijke of psychische problemen met zich mee brengt of verergert.
  10. Grotere hoeveelheden nodig hebben om het effect nog te voelen oftewel tolerantie.
  11. Het optreden van onthoudingsverschijnselen, die minder hevig worden door meer van de stof te gebruiken.

Misbruik

De vorige versie van de DSM V, de DSM IV, maakte nog een verschil tussen afhankelijkheid en misbruik. Je misbruikt alcohol of drugs wanneer je in een jaar tijd last hebt van tenminste één van de onderstaande symptomen:

  • Gebruik gaat ten koste van je werk, school of thuis.
  • Voortdurend gebruik ondanks terugkerende problemen op sociaal gebied (ruzies).
  • Herhaaldelijk gebruik in gevaarlijke situaties zoals in het verkeer.
  • Door gebruik kom je herhaaldelijk in contact met politie of justitie.

WHO

Er is ook een definitie van Wereld GezondheidsOrganisatie (WHO). Deze definitie komt grotendeels overeen met de definitie van de DSM IV. Volgens de WHO is sprake van afhankelijkheid als zich het afgelopen jaar drie van onderstaande symptomen hebben voorgedaan.

  • Een sterk verlangen om te gebruiken (het verlangen varieert van licht tot zeer heftig).
  • Meer gebruiken dat je wilt ofwel moeite hebben om het gebruik te controleren, dat wil zeggen het moeilijk vinden om gebruik uit te stellen, matig te gebruiken of om op tijd te stoppen.
  • Minder aandacht besteden aan hobby’s, sociale contacten en werk.
  • Doorgaan met gebruik ondanks de wetenschap dat gebruik schade oplevert (zoals gezondheidsproblemen, ruzies met omgeving, problemen op het werk).
  • Veel tijd besteden aan gebruik en het herstellen ervan.
  • Tolerantie.
  • Last hebben van onthoudingsverschijnselen.

Verslaving is echter niet het enige risico van alcohol- of druggebruik. Andere grote risico’s zijn de gezondheidsschade door gebruik van een bepaald middel, en maatschappelijke problematiek, zoals financiële of sociale problemen.

Op de site kun je een groot aantal testen doen om te testen of je riskant gebruikt.

* Diagnostical Statistical Manual, versie 5

 

Versie: november 2020

Is het aantal mensen dat behandeling zoekt voor alcohol of drugs toegenomen?

Hieronder vind je een tabel met het aantal aanmeldingen van 2005 tot 2015. Daarna zijn er geen nieuwe cijfers meer gekomen.

Tot 2011 is het aantal aanmeldingen over het algemeen toegenomen. Daarna is er sprake van een dalende trend.
Het aantal mensen wat in behandeling komt voor heroïne daalt ieder jaar.

Bron: Kerncijfers verslavingszorg 2015

Toename sinds 2003

Het aantal mensen dat voor cannabis in behandeling kwam is flink toegenomen. In 2003 waren 4.485 personen in behandeling voor cannabis. In 2015 waren dat 10.816 personen.

Het aantal mensen dat voor amfetamine in behandeling kwam is in de afgelopen tien jaar meer dan verdubbeld. In 2003 waren 735 personen in behandeling. In 2015 waren dit er 1.794.

Het aantal mensen dat voor alcohol in behandeling kwam is sinds 2003 toegenomen tot 33.897 in 2010. Daarna is het afgenomen tot 29.374 in 2015.

Het aandeel GHB en overige verslavingen (eetstoornissen, internetgamen en seksverslaving) (niet in de grafiek meegenomen) is de laatste jaren toegenomen.

Afname

Het aantal mensen dat voor cocaïne in behandeling kwam schommelde tussen 2003 en 2011 tussen de 8 en 9 duizend personen. De afgelopen 3 jaar is het licht gedaald.

Het aantal mensen dat voor gokken (niet in tabel) in behandeling kwam is sinds 2003 met 2.820 afgenomen naar 2.186 personen in 2015.

Het aantal mensen dat voor heroïne in behandeling is, is afgenomen van 14.410 in 2005 naar 9.093 in 2015.

Bron

Kerncijfers 2015, IVZ (2016)

 

Versie: februari 2018

 

Neemt het aantal jongeren dat een behandeling zoekt toe?

Het aantal jongeren dat in behandeling komt is de afgelopen jaren licht gestegen. Het aantal ouderen dat in behandeling komt is veel meer gestegen. Dit heeft o.a. te maken met de vergrijzing van de bevolking in Nederland.
Hieronder is een grafiek te zien met het aantal jongeren in behandeling in de afgelopen 10 jaar.

Bron: Kerncijfers verslavingszorg 2015

Toename in percentages

Alcohol

Het aantal jongeren dat voor alcohol in behandeling kwam is de afgelopen 10 jaar toegenomen. In 2006 kwamen 1021 jongeren in behandeling voor alcohol. In 2015 waren dat 1491 jongeren. Dat is een toename van 46%.

Cannabis

Het aantal jongeren dat voor cannabis in behandeling kwam is de afgelopen jaren toegenomen. In 2006 waren 2399 jongeren in behandeling voor cannabis. In 2015 waren dit 4067 jongeren. Dat is een toename van 69%.

GHB

Het aantal jongeren dat voor GHB in behandeling kwam is pas sinds 2007 gemeten. Sindsdien is het ieder jaar gestegen tot 2012. In 2007 waren 29 jongeren in behandeling voor GHB. Dit is met 834% toegenomen tot 242 in 2012. Daarna is het weer gedaald tot 192 in 2015.

Afname in percentages

Heroïne

Het aantal jongeren dat voor heroïne in behandeling is daalt. In 2006 waren 216 jongeren in behandeling. In 2015 waren dit 192 jongeren.

Cocaïne

Het aantal jongeren dat voor cocaïne in behandeling kwam is sinds 2006 met 44% gedaald van 1233 in 2006 naar 551 in 2015.

Schommelingen

Amfetamine

In 2006 kwamen 508 jongeren in behandeling voor amfetamine. Dit steeg tot 670 jongeren in 2008. Sindsdien is het weer gedaald tot 439 jongeren in 2015.

Gokken

Het aantal jongeren dat voor gokken in behandeling schommelt de laatste 10 jaar rond de 300 tot 400 jongeren. In 2015 waren 345 jongeren in behandeling voor gokken.

Xtc

Voor xtc melden weinig mensen zich aan voor een behandeling. In 2006 kwamen 102 jongeren in behandeling voor xtc en in 2016 83.

Bron

Kerncijfers 2015, SIVZ (2016)

 

Versie: februari 2018

Welke leeftijd hebben de mensen die in behandeling komen?

In 2021 was de gemiddelde leeftijd van alle mensen die voor een verslaving in behandeling waren 42 jaar. 10% van deze mensen was jonger dan 25 jaar en 21% was ouder dan 55 jaar. De gemiddelde leeftijd kan per middel veel verschillen.

Hieronder een tabel met de leeftijden van de mensen die in 2021 in Nederland in behandeling waren. In de tabel cijfers over: de gemiddelde leeftijd, mensen onder de 25 jaar, tussen 25 en 55 jaar en ouder dan 55 jaar.

Middel Gemiddelde leeftijd <25 25-55 55+ Totaal aantal hulpzoekers
Alcohol 47 4% 66% 30% 24.231
Opiaten (voornamelijk heroïne) 50 1% 61% 38% 6.698
Cannabis 32 28% 68% 4% 9.024
Cocaïne 40 7% 82% 11% 6.744
Amfetamine 34 17% 79% 4% 1.766
XTC 28 45% 53% 2% 130
GHB 34 7% 91% 2% 956
Tabak 49 6% 53% 41% 389
Medicijnen (voornamelijk slaap- en kalmeringsmiddelen) 44 7% 67% 26% 1.053
Gokken 35 17% 72% 9% 1.887
Gamen 25 54% 44% 2% 221

 

Het probleem waarmee jongeren onder de 25 het vaakst in de verslavingszorg terecht komen is cannabis. Daarnaast is het percentage jongeren ook relatief hoog bij alcohol, XTC, amfetamine en gamen.

Het percentage 55 plussers in de verslavingszorg is relatief hoog bij alcohol, opiaten, tabak en medicijnen.

Bron

LADIS Tussenrapportage Kerncijfers Verslavingszorg 2016-2021, IVZ (2023)

 

Versie: mei 2023

 

Hoe kan ik zelf minderen of stoppen met alcohol of andere drugs?

Het stoppen of minderen met alcohol of andere drugs is niet altijd makkelijk. Een online zelfhulp is goede manier om direct zelf met je gebruik aan de slag te gaan. Een groot voordeel is dat je daar ook met andere mensen die aan het stoppen zijn contact kunt houden. Zo sta je er niet helemaal alleen voor.

Zelf stoppen of minderen met online zelfhulp

Minderen of stoppen met gebruik van alcohol of drugs kan in acht stappen. We hebben voor verschillende middelen online zelfhulpprogramma’s die jou kunnen helpen met stoppen. Hieronder lees je ook een aantal tips om goed voorbereid te zijn.

  • Schrijf de nadelen van gebruik en de voordelen van minderen of stoppen op;
  • Neem de beslissing om te minderen of te stoppen;
  • Bepaal een doel en houd bij hoeveel je drinkt of gebruikt;
  • Bereid je voor op het krijgen van onthoudingsverschijnselen;
  • Maak een aantal afspraken met jezelf;
  • Bereid je voor op trek (zin in het middel);
  • Bereid je voor op riskante situaties;
  • Houd moed en geef niet op.

Schrijf de nadelen van gebruik en de voordelen van minderen of stoppen op

Wat zijn voor jou de nadelen van gebruik? En wat zijn de voordelen wanneer je mindert of stopt met het gebruik? Nadelen kunnen bijvoorbeeld zijn: ik geef te veel geld uit, ik heb last van een kater en ik voel me slecht over mezelf. De voordelen van minderen of stoppen kunnen bijvoorbeeld zijn: ik heb meer energie, ik kan geld sparen en ik zit beter in mijn vel.

Neem een beslissing om te minderen of te stoppen

Spreek een datum af met jezelf wanneer je begint met stoppen en hoelang je dat gaat volhouden.

Bepaal een doel en houd bij hoeveel je drinkt of gebruikt

Bepaal of je wilt minderen of stoppen. Als je wilt minderen spreek dan af hoeveel glazen/joints/lijntjes je per dag/week mag drinken/roken/gebruiken van jezelf. Houd vervolgens bij of je dit doel haalt. Dat kan met behulp van het zogenaamde weekoverzicht.

Bereid je voor op het krijgen van onthoudingsverschijnselen

Bij minderen of stoppen kun je last krijgen van onthoudingsverschijnselen (soms afkickverschijnselen genoemd). Deze kunnen 3 tot 7 dagen duren. Na 24 uur zijn ze op hun hoogtepunt. Er zijn lichte onthoudingsverschijnselen en ernstige. Lichte zijn bijvoorbeeld slecht slapen, transpireren en gespannen zijn. Ernstige zijn toevallen of delirium. Ernstige onthoudingsverschijnselen kunnen optreden als je langdurig veel gedronken of gebruikt hebt. Als je wilt stoppen of minderen met drinken, kun je het beste een arts raadplegen. Deze kan eventueel voor een korte periode (bijvoorbeeld voor drie dagen) medicatie voorschrijven waardoor je geen last meer hebt van de onthoudingsverschijnselen. Ook bij GHB en benzodiazepinen is het belangrijk om onder begeleiding van een arts af te kicken.

Vermijd koffie en thee, daar word je extra onrustig van. Drink water of fris en eet kleine hoeveelheden voedsel.

Maak een aantal afspraken met jezelf en schrijf deze op

Je kunt bijvoorbeeld afspreken dat je even niet met dezelfde mensen uitgaat of dat je bepaalde gelegenheden voorlopig mijdt. Bedenk een programma voor het weekend. Ook kun je met jezelf afspreken elke dag even naar de nadelen van gebruik te kijken. Je kunt ook afspreken dat je een goede vriend inlicht en hem belt wanneer je het moeilijk hebt.

Bereid je voor op trek

Bedenk wat je kunt doen als je trek (zin in een drug) krijgt. Bedenk vooraf zo veel mogelijk alternatieven. Dit kunnen kleine dingen zijn zoals een douche nemen, hardlopen et cetera. Misschien kun je iemand bellen.

Bereid je voor op riskante situaties

Wat zijn riskante situaties, waarin je terug kan vallen? Bedenk wat voor jou riskante situaties/gevoelens/gedachten zijn waardoor het gevaar van gebruik groter wordt (bijvoorbeeld de gedachte ‘nog 1 keertje’, of niet alleen willen zijn of met veel geld in je zak in de stad zijn, et cetera.). Als je deze situaties op een rijtje hebt, schrijf dan op wat je gaat doen wanneer je in zo’n situatie terecht komt.

Geef de moed niet op

Als je na stoppen toch weer een keer gaat drinken of gebruiken, geef dan de moed niet op. Ga na in welke situatie je weer ging drinken en bedenk hoe je een volgende keer anders kunt reageren. Opnieuw stoppen heeft altijd zin!

Lukt het niet…

Mocht je merken dat het op deze manier niet lukt of heb je nog vragen over deze aanpak, dan kun je een online zelfhulpprogramma volgen of naar een verslavingszorginstelling in jouw regio gaan. Klik hier om je bij Jellinek aan te melden. Ook kan je de Jellinek Advieslijn  bellen of mailen voor tips en wat ondersteuning.

 

Versie: november 2020

Hoe kan ik nagaan of ik verslaafd ben?

Dat kan op de volgende manieren:

  • Je kunt kijken of je voldoet aan de criteria voor verslaving.
  • Je kunt op deze site een test doen.
  • Je kunt nagaan hoe je het afgelopen jaar gebruikt hebt. Welk patroon en welke ontwikkeling zit daar in.
  • Je kunt een aantal kritische vragen aan jezelf stellen.

Criteria van verslaving

Verslaving wordt vastgesteld aan de hand van 11 criteria van de zogenaamde DSM-V*. De DSM-V is een wereldwijd gebruikt boek waarin alle psychiatrische aandoeningen beschreven staan. De DSM spreekt niet van alcoholisme of verslaving maar van “stoornissen in het gebruik van middelen” (substance abuse disorders). Een ”stoornis in het gebruik van middelen” kan ontstaan door gebruik van verschillende middelen zoals alcohol, cannabis, opiaten en stimulerende middelen.

Milde, gematigde of ernstige stoornis

Voldoe je aan twee of drie criteria dan heb je een milde stoornis in het gebruik van middelen. Voldoe je aan vier of vijf criteria dan is er sprake van gematigde (moderate) stoornis en bij zes of meer symptomen is er sprake van een ernstige stoornis.

De 11 criteria aan de hand waarvan de ernst van “stoornis in middelengebruik” vastgesteld kan worden zijn:

  • Vaker en in grotere hoeveelheden gebruiken dan het plan was.
  • Mislukte pogingen om te minderen of te stoppen.
  • Gebruik en herstel van gebruik kosten veel tijd.
  • Sterk verlangen om te gebruiken.
  • Door gebruik tekortschieten op het werk, school of thuis.
  • Blijven gebruiken ondanks dat het problemen meebrengt in het relationele vlak.
  • Door gebruik opgeven van hobby’s, sociale activiteiten of werk.
  • Voortdurend gebruik, zelfs wanneer je daardoor in gevaar komt.
  • Voortdurend gebruik ondanks dat je weet dat het gebruik lichamelijke of psychische problemen met zich mee brengt of verergert.
  • Grotere hoeveelheden nodig hebben om het effect nog te voelen oftewel tolerantie.
  • Het optreden van onthoudingsverschijnselen, die  die minder hevig door meer van de stof te gebruiken.

Testen

Op deze site staan testen waarmee je kunt nagaan of je riskant gebruikt of mogelijk verslaafd bent. De test geeft een indicatie.

Kijk of in je gebruik in een stijgende lijn zit

Je kunt nagaan hoe je het afgelopen jaar gebruikt hebt. Neemt dit toe of af? Gebruik je meer of minder dan 1 jaar geleden?

Kritische vragen

Je kunt aan jezelf de volgende kritische vragen stellen:

  • Ben ik geleidelijk meer gaan gebruiken?
  • Gaat mijn gebruik ten koste van andere dingen?
  • Ben ik vaak met gebruik bezig?
  • Gebruik ik omdat ik anders niet meer vrolijk word?
  • Gebruik ik om de nadelige gevolgen van vorig gebruik op te vangen?
  • Weten mijn vrienden hoe vaak en hoeveel ik gebruik?
  • Maakt mijn omgeving wel eens opmerkingen over mijn gebruik?

* Diagnostical Statistical Manual versie V

 

Versie: september 2019

 

Is iemand die alleen in het weekend gebruikt ook verslaafd?

Iemand die alleen in het weekend gebruikt is waarschijnlijk niet verslaafd. Wel loopt de persoon mogelijk lichamelijke risico’s. Ook loopt de persoon het risico dat hij geleidelijk aan steeds vaker en meer gaat gebruiken. Bij alleen in het weekend gebruiken ligt ook het gevaar op de loer, van niet meer kunnen uitgaan zónder te gebruiken. Dat is een lichte vorm van geestelijke afhankelijkheid.

Veel mensen weten van zichzelf dat ze geen rem hebben als ze beginnen met drinken. Hierdoor drinken ze niet dagelijks, maar als ze dan wel drinken, drinken ze altijd te veel. Dit is ook de reden waarom helemaal stoppen met drinken soms makkelijker is dan minderen met drinken. Zodra je alcohol drinkt vallen de remmen weg en loop je het risico meer te drinken. Helemaal niks drinken is dan makkelijker.

Verslaving wordt vastgesteld aan de hand van een aantal criteria.

Kwartaaldrinkers

Soms ontwikkelen mensen een strategie om het gebruik in de hand te houden. Je hebt bijvoorbeeld kwartaaldrinkers. Deze mensen staan zich zelf toe elk jaar een paar keer per jaar door het lint te gaan. Zij drinken maanden niet en dan nemen ze een week vrij waarbij ze zeer veel drinken. Op die manier houden ze het ‘niet drinken’ vol. Deze mensen kun je wel verslaafd noemen. In feite kunnen deze mensen niet met alcohol omgaan. Zij hebben een strategie ontwikkeld om een aantal maanden niet te drinken en houden dat vol omdat ze weten dat ze zich over drie maanden weer klem mogen drinken. Als je deze mensen zou zien in de periode dat ze niet drinken zou je niet denken dat ze verslaafd zijn. Toch zijn ze verslaafd. Ze voldoen ook aan de meeste van bovenstaande criteria. Deze vorm van alcoholisme wordt ook wel epsilon-alcoholisme genoemd.

Binge drinken

Bij weekend gebruik moet je niet alleen letten op verslaving. Alcohol en drugs hebben ook allerlei lichamelijke risico’s. Zo is in korte tijd veel drinken, ook wel binge drinken genoemd, riskant.

Hoe ga je hier mee om?

Eigenlijk gelden hiervoor de zelfde tips als voor het dagelijkse drinken. Maak duidelijke afspraken voor jezelf voorafgaand aan een avond waarop je misschien gaat drinken. Bijvoorbeeld: ik drink vanavond niet meer dan X glazen. Probeer jezelf hieraan te houden. Beloon jezelf de volgende dag als het gelukt is door bijvoorbeeld iets leuks te gaan doen of iets moois te kopen. Je kunt jezelf ‘straffen’ door bijvoorbeeld een vervelend klusje te gaan doen als het niet is gelukt, bijvoorbeeld een huishoudelijke klus. Bespreek dit ook met iemand die je vertrouwt, een vriend of vriendin. Die kan je eventueel helpen door bijvoorbeeld geen drank aan te bieden of samen met jouw frisdrank te bestellen tussendoor.

En laat de moed niet zakken als het een keer niet is gelukt. Zie het als een leermoment en probeer te achterhalen waarom het niet is gelukt. Neem dit mee en bereid je voor op de volgende keer. Mocht het toch telkens weer niet lukken, dan kun je overwegen om helemaal te stoppen met drinken. Dit is dan wellicht makkelijker voor je. Ook zou je even kunnen bellen met Jellinek voor een persoonlijk advies. Je kunt bellen metde Jellinek Advieslijn088 – 505 1220, elke werkdag bereikbaar van 8:30 tot 17:00. Je laat je naam en vraag achter. Tussen 13:00 en 17:00 word je teruggebeld.

 

Versie: oktober 2019

 

Welke opvattingen zijn er over verslaving?

Over verslaving kun je op verschillende manieren denken. De manier waarop over verslaving gedacht wordt bepaalt ook de aanpak. Er zijn de volgende opvattingen of modellen:

  • Het morele model
  • Het farmacologische model
  • Het psychiatrische model
  • Het sociale model
  • Het medische model
  • Het biospsychosociale model
  • Het gedragtherapeutische model
  • Het hersenziekte model
  • Het aanvaardigsmodel.

Het morele model

Het morele model gaat ervan uit dat verslaving ontstaat door een zwakke wil of morele zwakte. Verslaafden zijn zondig of schuldig. De aanpak van verslaving moet in dit model vooral van politie en justitie komen.

Het farmacologische model

Het farmacologische model gaat geheel uit van de stof. Het is de drug die mensen verslaafd maakt. De drug zorgt ervoor dat zich tolerantie ontwikkelt en mensen last krijgen van onthoudingsverschijnselen. De aanpak moet gericht zijn op het voorkomen dat mensen in aanraking komen met de stof. Drooglegging, het verbod op drugs en de ‘war on drugs’ zijn gebaseerd op dit model.

Het psychiatrische model

Het psychiatrische model ziet verslaving als een symptoom van een onderliggende stoornis. De aanpak moet gericht zijn op het wegnemen van de stoornis.

Het sociale model

Het sociale model ziet verslaving als een symptoom van een relatie stoornis tussen mensen of als een reactie op stress of maatschappelijke omstandigheden. De aanpak moet gericht zijn op het betrekken van de familie bij de behandeling of op het veranderen van de maatschappij.

Het medische model

Het medische model ziet verslaving als een lichamelijke aandoening. Verslaving is het gevolg van een lichamelijke overgevoeligheid. De aanpak moet gericht zijn op het volledig stoppen met gebruik (abstinentie). Voor mensen met een verslaving is gebruik niet meer mogelijk. De AA en het 12 stappen Minnesotamodel zijn gebaseerd op dit model.

Het gedragstherapeutische model

Het gedragstherapeutische model ziet verslaving als aangeleerd gedrag. De positieve effecten van alcohol of drugs vergroot de kans dat opnieuw gebruikt wordt waardoor een verslaving ontstaat. Het verlangen naar het effect is belangrijker bij het ontstaan van verslaving dan de vroege ervaringen uit de jeugd. De aanpak moet gericht zijn op het afleren van het verslavingsgedrag. De kortdurende therapie (4-12 gesprekken) in de verslavingszorg is gebaseerd op dit model. Ook de online zelfhulpprogramma’s en de online behandeling zijn op dit model gestoeld.

Het biopsychosociale model

Het biopsychosociale model gaat ervan uit dat verslaving ontstaat door het gelijktijdig werkzaam zijn van verschillende factoren, namelijk:

  • een biologische vatbaarheid
  • stoornissen in de persoonlijke ontwikkeling
  • maatschappelijke factoren.

Iemand kan bepaalde genen hebben waardoor verslaving makkelijker ontstaat. Een stoornis in iemands persoonlijke ontwikkeling kan een verslaving bevorderen. Negatieve invloeden van uit de omgeving zoals gebrek aan warmte, seksueel misbruik kunnen een rol spelen bij het ontstaan van verslaving. De aanpak moet gericht zijn op meerdere interventies: medicatie, psychotherapie en verbetering van sociale omstandigheden.

Het hersenziekte model

Het hersenziekte model ziet verslaving als een hersenziekte. De hersenen van mensen met een verslaving functioneren anders. Het deel dat zorgt voor prettige gevoelens (beloningscentrum) functioneert minder goed. Drugs prikkelen dit centrum op een zeer heftige manier en zorgen voor een zeer sterke ervaring die men niet meer vergeet. Ook kan het vermogen om met sterke verlangens om te gaan, bij de een minder goed functioneren als bij de ander. De aanpak moet gericht zijn op de ontwikkeling van medicatie die de werking van de hersenen kan beïnvloeden.

Het aanvaardingsmodel.

Het aanvaardingsmodel ziet verslaving als een aandoening die men moet accepteren. De aanpak moet gericht zijn op het beperken van de risico’s van het gebruik. Het heeft geen zin om te proberen iemand van zijn verslaving af te helpen. Het verstrekken van heroïne en projecten als spuitomruil werken vanuit deze visie.

Op dit moment wordt vooral uitgegaan van het biopsychosociale model en het hersenziekte model.

 

Versie: januari 2021

 

Wat zijn onthoudingsverschijnselen?

Onthouding- of ontwenningsverschijnselen zijn de lichamelijke reacties op het minderen of stoppen met gebruik. Het lichaam heeft zich door het vele gebruik aangepast. Het zenuwstelsel is veranderd: het aantal receptoren in de hersenen is door het vele gebruik afgenomen of er zijn in de lever extra enzymen ontwikkeld om de alcohol of andere drugs af te breken.

Hieronder een tabel met per drug de onthoudingsverschijnselen

Alcohol    Zweten, slecht slapen, maagklachten, misselijkheid; onrust ; angst; gespannenheid. Bij zwaar drinken: trillen; epileptische aanval, delirium.
Tabak Onrust; slaapstoornissen; niet kunnen concentreren; maagdarmstoornissen.
Cannabis Zweten; problemen met inslapen; nachtmerries, rillen; hoofdpijn; prikkelbaarheid; onrust; angst.
Cocaïne Somberheid; nergens meer plezier in hebben; eetstoornissen (eetlust neemt sterk toe of verdwijnt); slaapstoornissen (niet slapen of juist heel veel slapen). Bij langdurig gebruik kunnen de depressieve gevoelens lang aanhouden.
MDMA (XTC) Verslaving aan MDMA komt vrijwel niet voor. Eventueel kunnen verschijnselen zich voor doen zoals bij amfetamine.
Amfetamine Somberheid, angst, maagdarmstoornissen; tremors.
Heroïne Angst; onrust; klamme koude huid; grote ogen met wijde pupillen; loopneus; gapen; buikkrampen; diarree; je dan weer koud dan weer warm voelen; braken; spierpijn, krampen in rug en benen; kippenvel; toename darmbewegingen; stijging van pols, bloeddruk en lichaamstemperatuur; soms de hik.

Als het lichaam een drug ineens niet meer krijgt moet het lichaam zich opnieuw aanpassen. Dat gaat gepaard met soms heftige onthoudingsverschijnselen.

Onthoudingsverschijnselen kunnen al snel optreden. Als je een half jaar elke dag 8 glazen drinkt ervaar je al onthoudingsverschijnselen. Bij heroïne is dat al na enkele weken. Onthoudingsverschijnselen zijn vaak een reden om weer te gaan gebruiken. Bij alcohol worden de onthoudingsverschijnselen opgevangen door het voorschrijven van chloordiazepoxide (Librium), bij heroïne met methadon, bij cocaïne worden wel antidepressiva voorgeschreven.

 

Versie: juni 2020

Welke drugs hebben de grootste verslavingskans?

In 2009 zijn door een groep van experts de verschillende drugs gerangschikt op schadelijkheid (RIVM, Ranking the drugs). Hierbij werd gekeken naar een aantal criteria waaronder verslaving. De experts kwamen voor wat betreft verslaving tot de volgende rangschikking:

  1. Heroïne
  2. Crack
  3. Tabak
  4. Methamfetamine
  5. Cocaïne
  6. Alcohol
  7. Amfetamine
  8. Benzodiazepinen (slaap- en kalmeringsmiddelen)
  9. GHB
  10. Cannabis
  11. Ketamine
  12. Khat
  13. XTC/MDMA
  14. Paddo’s
  15. LSD

Of een drug verslavend is heeft te maken met:

  • De eigenschappen van de drug.
  • De manier waarop het middel toegediend wordt.
  • De mate van gebruik.

Eigenschappen van de drug

Drugs kunnen verschillende eigenschappen hebben. De sterkte kan verschillen. Verder treden bij de ene drug snel tolerantie en ontwenningsverschijnselen op, terwijl dat bij een andere drug veel minder het geval is. Ook zorgt de ene drug voor meer craving dan een andere. Craving is het snel weer opnieuw willen nemen van de drug.

Toedieningswijze

Ook de toedieningswijze speelt een rol. Roken en spuiten leiden sneller tot verslaving dan eten of slikken. Snuiven zit tussen roken of spuiten en eten in. Van meer naar minder verslavend: roken, spuiten, snuiven, slikken.

Mate van gebruik

Veelvuldig gebruik leidt sneller tot verslaving dan matig gebruik.

 

Het onderzoek is in 2009 gedaan. Als het onderzoek nu opnieuw uitgevoerd zou worden, zouden sommige middelen anders scoren. Over GHB hebben we in de afgelopen 10 jaar geleerd dat het een erg verslavend middel is. Dit middel zou mogelijk hoger scoren dan het nu doet.

 

Versie: november 2020

Waarom wordt de een wel verslaafd en de ander niet?

Of je van een drug afhankelijk raakt hangt af van meerdere factoren. Op deze factoren kunnen mensen verschillen waardoor de één een andere kans heeft om verslaafd te raken dan een ander. Dit wordt het beste uitgelegd doormiddel van het biopsychosociale model. Het biopsychosociale model gaat ervan uit dat verslaving ontstaat door het gelijktijdig werkzaam zijn van verschillende factoren, namelijk:

  • een biologische vatbaarheid
  • stoornissen in de persoonlijke ontwikkeling
  • sociale of maatschappelijke factoren.

Een stoornis in iemands persoonlijke ontwikkeling kan een verslaving bevorderen. Negatieve invloeden van uit de omgeving zoals gebrek aan warmte, seksueel misbruik kunnen een rol spelen bij het ontstaan van verslaving. De aanpak moet gericht zijn op meerdere interventies: medicatie, psychotherapie en verbetering van sociale omstandigheden.

Biologische vatbaarheid

Iemand kan bepaalde genen hebben waardoor verslaving makkelijker ontstaat. Je genen bepalen namelijk hoe je lichaam en je hersenen reageren op het gebruik van alcohol of andere drugs. Je lever breekt drugs af en het kan per persoon verschillen hoe effectief dit gebeurt. Daarnaast heeft het ontstaan van verslaving te maken heeft met het functioneren van onze hersenen. Het gaat hierbij om:

  • Het functioneren van het beloningscentrum.
  • Het functioneren van de controle mechanismen over impulsen.

Het beloningscentrum kan bij de een minder goed werken dan bij de ander. Bepaalde genen kunnen ervoor zorgen dat iemand weinig dopaminereceptoren heeft. Drugs gebruiken zal dan snel een grote invloed hebben waardoor de kans op herhaling van gebruik groot is.

Het vermogen om sterke impulsen te weerstaan kan minder goed functioneren. Dit vermogen ligt in het voorste deel van de hersenen, de frontaalkwab. Ook hierin kunnen mensen verschillen. De manier waarop je hersenen functioneren is erfelijk. Als een van je ouders verslavingsproblemen heeft, is de kans dat jij deze problemen ook krijgt groter.

Stoornissen in de persoonlijke ontwikkeling

Iemands persoonlijke eigenschappen of het hebben van persoonlijke problemen kunnen ook van invloed zijn op het verslaafd raken.

Bijvoorbeeld: als je negatieve gevoelens sterk ervaart en moeite heeft om daar goed mee om te gaan, dan kan dat een rol spelen bij het ontstaan van verslaving. Als je dan ontdekt dat gebruik van alcohol of andere drugs een tijdelijke verlichting kan geven, zal je steeds vaker gaan gebruiken. Alcohol en andere drugs zijn voor jou dan ook extra riskant.

Verder zullen alcohol en andere drugs, als je weinig hobby’s of interesses hebt, een grotere kans maken om een plaats in het leven te veroveren, dan als je veel te doen hebt. Persoonlijke problemen zijn ook riskant, zeker als je dan alcohol of andere drugs gebruikt om de negatieve gevoelens te dempen.

Sociale of maatschappelijke factoren

Je sociale situatie kan ook een belangrijke rol spelen bij het al dan niet verslaafd raken. Sommige invloeden kunnen je beschermen en andere invloeden kunnen je schaden. Beschermende factoren zijn bijvoorbeeld:

  • Mensen om je heen die om je geven.
  • Behoren bij een groep mensen, bv op de sportclub of via andere hobby’s.
  • Goed onderwijs.
  • Het hebben van (leuk) werk.

Schadelijke factoren zijn bijvoorbeeld:

  • Stressvolle omgeving.
  • Naast een kroeg wonen.
  • Kleine vrienden en kennissenkring.

Al deze factoren dragen bij aan het ontstaan van verslaving. Scoor je goed op een factor (bijvoorbeeld persoonlijke eigenschappen), dan kun je wat meer risico lopen bij een andere factor. Een riskante drug als cocaïne zal dan pas vat op je krijgen wanneer ook de sociale en maatschappelijke situatie heel slecht is.

 

Versie: november 2021

Waarom blijven mensen verslaafd?

Mensen blijven verslaafd omdat verslaving een stoornis of ziekte is die door het voortdurende gebruik continu gevoed wordt. Verslaving kan de hersenen veranderen. Het beloningscentrum gaat steeds slechter functioneren en het vermogen om impulsen te controleren gaat steeds verder achteruit (zie de vraag: is verslaving een hersenziekte).

Een verslaving kan zich op zo’n manier ontwikkelen dat zij helemaal los komt te staan van de oorspronkelijke reden waarom ooit met drinken of gebruik begonnen werd.

Mensen kunnen door hun gebruik in een spiraal naar beneden komen. Het gebruik brengt allerlei veranderingen en problemen met zich mee. Deze veranderingen en problemen zijn voor de gebruiker reden om opnieuw te gaan gebruiken. Hierdoor worden de problemen alleen maar groter en wordt steeds meer gebruikt.

Aan verslaving liggen een aantal vicieuze cirkels ten grondslag. Van Dijk heeft dit beschreven voor alcohol. Maar de cirkels zijn ook van toepassing op andere drugs. Er zijn vier vicieuze cirkels te onderscheiden:

De farmacologische vicieuze cirkel

Het lichaam en de hersenen van de gebruiker passen zich aan de dagelijkse hoeveelheden alcohol aan. Er ontstaat tolerantie en bij het minderen of stoppen ontwikkelen zich ontwenningsverschijnselen. De ontwenningsverschijnselen zijn weer redenen om te gaan gebruiken. Hierdoor verdwijnen de ontwenningsverschijnselen voor even, maar komen al snel in ergere vorm terug. Er wordt opnieuw gebruikt waardoor…. enz, enz. De behoefte aan alcohol wordt door de farmacologische cirkel alleen maar groter.

De psychische vicieuze cirkel

De gebruiker ervaart de roes van alcohol als positief. Deze roes en de omgeving waarin hij gebruikte vormen een krachtige herinnering. Deze herinnering zorgt ervoor dat de neiging om opnieuw te gaan gebruiken groot is.
Daarnaast ontstaan schuld- en schaamte gevoelens door het gebruik. Deze gevoelens worden als onaangenaam beleefd. De reactie op onaangename gevoelens is opnieuw gebruiken of drinken. Hierdoor nemen de deze gevoelens alleen maar toe, waardoor er weer opnieuw gebruikt wordt. Enz, enz.

De behoefte aan alcohol wordt door de psychische cirkel alleen maar groter.

De sociale vicieuze cirkel

Het drinken leidt tot allerlei problemen. Ruzies met vrienden/familie en werk. Soms ook problemen met politie en justitie. Uiteindelijk ervaart een verslaafde steeds meer dat hij afgewezen wordt en komt hij steeds meer alleen te staan. Deze problemen vormen op hun beurt weer redenen om te drinken, waardoor de problemen alleen maar groter worden.

‘Drink je omdat je het moeilijk hebt of heb je het moeilijk omdat je drinkt’ was een leus waarmee de Jellinek een aantal jaren terug campagne voerde. De leus verwoorde de sociale vicieuze cirkel waarin verslaafden terecht kunnen komen.

De cerebrale cirkel

Door het vele drinken kunnen ook de hersenen aangetast worden. Het beloningscentrum wat bij mensen met een verslaving vaak al minder goed functioneert gaat door het voortdurende gebruik nog slechter functioneren. Hierdoor voelen ze zich vaak slecht. Ook het functioneren van de hersenen raakt door het vele gebruik verder achterop. Hierdoor wordt het voor iemand met een verslaving steeds moeilijker om weerstand te beiden aan de impuls om te drinken. Hierdoor raken de hersenen weer verder aangetast, waardoor de kans dat de gebruiker zal stoppen alleen maar kleiner wordt.

 

Versie: januari 2021

Is het beter om ook te stoppen met roken als ik met alcohol of drugs wil minderen/stoppen?

Ja, het is beter om te stoppen met tabak wanneer je met een ander middel wilt stoppen. Er werd lang gedacht dat ook stoppen met roken te zwaar zou zijn wanneer iemand al afkickt van alcohol of drugs. De persoon zou dan te veel last krijgen van ontwenningsverschijnselen en te onrustig worden. De kans van slagen van de behandeling zou hierdoor kunnen verminderen.

Dit idee is tegenwoordig achterhaald. Er blijkt zelfs dat stoppen met tabak het terugvalpercentage na behandeling verlaagt (1). Nicotine heeft een sterke invloed op je beloningssysteem en op de manier waarop je geheugen werkt. Door deze werking wordt je ook vatbaarder om aan andere middelen verslaafd te raken en te blijven.

Daarnaast vermindert onrust, agressie en somberheid wanneer je stopt met roken. Hierdoor wordt je weerbaarder om verleidingen te weerstaan. De concentratie en rust tijdens behandelgroepen gaat ook omhoog. De behandeling wordt zo effectiever.

Stoppen met roken loont dus altijd. Ook als je problemen hebt met andere middelen. Vandaar dat Jellinek de eerste instelling voor verslavingszorg is die rookvrij is geworden.

Lees hier welke voordelen stoppen met roken nog meer heeft: Wat zijn de voordelen van stoppen met roken?

 

Bron: (1) https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/15612860

 

Versie: augustus 2019

Wat is een chronische gebruiker?

Chronisch betekent langdurig, voortdurend. Een chronische gebruiker is iemand die langdurig gebruikt en bij wie de kans op minderen of stoppen met gebruik, klein is. Chronische gebruikers zie je zowel bij alcohol als bij drugs. Vaak hebben zij behalve verslavingsproblemen ook psychiatrische problemen en allerlei door alcohol of drugs veroorzaakte lichamelijke aandoeningen.

Hersenbeschadiging

Ook kan, vooral bij alcoholgebruik, hersenbeschadiging optreden. Bij chronische gebruikers zijn vaak grote sociale problemen ontstaan. Contacten met familie, werk en huis zijn verloren gegaan. Psychiatrische en lichamelijke ziekten, hersenbeschadiging en mogelijk een zwervend bestaan zorgen ervoor dat de verslaving aan alcohol of drugs chronisch wordt.

Behandelaanbod

Mentrum (net als Jellinek ook onderdeel van Arkin) heeft een uitgebreid behandelaanbod voor chronische verslaafden. Er wordt geprobeerd de schadelijke gevolgen van een verslaving te beperken, gebruik zoveel mogelijk te verminderen en een optimaal herstel van functioneren op verschillende levensgebieden te realiseren.

Ook de GGD in Amsterdam heeft een uitgebreid aanbod voor chronische verslaafden. Met behulp van verstrekking van methadon en soms zelfs verstrekking van heroïne wordt geprobeerd om te voorkomen dat de verslaafde verder afglijdt. Methadon wordt in een constante dosis gegeven zonder dat er afgebouwd wordt.

Cure of Care

Vaak wordt gedacht dat je aan chronisch verslaafden een behandelaanbod zou moeten doen dat gericht is op gehele ontwenning (cure ofwel genezen) en dat voorzieningen waarbij methadon in onderhoudsdosissen gegeven wordt (care ofwel verzorging), mensen nodeloos verslaafd houdt. Probleem is echter dat chronische verslaafden van een behandelaanbod dat enkel gericht is op ontwenning geen gebruik willen of kunnen maken. De kans dat zij dan steeds slechter gaan functioneren, mogelijk een overdosis nemen of allerlei ziekten oplopen wordt dan te groot.

Zoiets heeft in het verleden bijvoorbeeld in Duitsland plaatsgevonden. Daar zijn honderden, zo niet duizenden verslaafden overleden aan een overdosis.

 

Versie: juni 2020

Wat is tolerantie?

Tolerantie is een biologische reactie van het lichaam op bepaalde drugs of medicijnen die regelmatig gebruikt wordt. Bij herhaald nemen van de drug heeft men dan meer nodig om hetzelfde effect te voelen.

Het eerste glas alcohol voel je meteen maar na een aantal jaren drinken heb je al 4 of 5 glazen nodig om het effect nog te voelen. Ook bij andere stoffen kan tolerantie optreden, zoals bij GHB, opiaten, amfetamine en cocaïne.

Er zijn verschillende soorten tolerantie:

Metabole (=stofwisseling) tolerantie

Het lichaam reageert op de drug door de drug sneller af te breken. Dezelfde hoeveelheid levert bij het eerste gebruik een hogere bloedspiegel op dan bij later gebruik. Daardoor worden de effecten minder gevoeld.

Weefsel tolerantie

Bij weefsel tolerantie worden zenuwcellen minder gevoelig voor de drug. Ook hierdoor worden de effecten minder gevoeld.

Acute tolerantie

Bij acute tolerantie past het lichaam zich vrijwel onmiddellijk aan de drug aan. Hiervan is bijvoorbeeld sprake bij tabak waarbij zich al na de eerste trek tolerantie ontwikkelt.

Selectieve tolerantie

Selectieve tolerantie wil zeggen dat het tempo waarin tolerantie zich ontwikkelt voor verschillende effecten kan verschillen. Codeïne verdooft pijn en veroorzaakt misselijkheid. Na een week werkt het nog steeds pijnstillend, maar treedt de misselijkheid niet meer op. Ook voor MDMA (XTC) zie je een verschillende tolerantie ontwikkeling voor de effecten van het middel. Bij herhaald gebruik treedt het oppeppend effect nog steeds op, maar het bewustzijnsveranderende effect minder.

Omgekeerde tolerantie

Door vernietiging van bepaalde weefsels of door ouder worden kan de persoon ineens weer gevoeliger worden voor alcohol of drugs. Dat zie je bijvoorbeeld bij alcohol. Als de lever door het vele drinken minder functioneert blijft de alcohol maar door het lichaam circuleren. De drinker blijft dan de hele dag dronken van slechts een glas wijn.

Gedragstolerantie

Bij gedragstolerantie is sprake als de gebruiker weet wat hij alcohol kan verwachten. Hij kan dan compenseren voor de effecten. Bijvoorbeeld door extra oplettend te zijn.

Zie ook de animatie Drugs in het lichaam.

 

Versie: januari 2021