Wat zegt de wet over loterijen?

In de Wet op de kansspelen (Wok) en in verschillende loterijbeschikkingen zijn een groot aantal bepalingen opgenomen over loterijen. Voor het organiseren van een loterij is een vergunning nodig. Met de opbrengst van een loterij moet het algemeen belang worden gediend. Voor de verschillende loterijen zijn er aparte bepalingen over bijvoorbeeld uitkeringspercentage of over verplichte afdracht aan goede doelen.

Staatsloterij

  • Tenminste 60 % van de inleg moet aan prijzen worden uitgekeerd.
  • De inleg mag niet hoger zijn dan €30 per lot.
  • De opbrengst van de staatsloterij gaat naar de staat.
  • Aan de vergunning zijn voorschriften verbonden die gaan over bijvoorbeeld: het aantal loterijen per jaar, de maximumverkoopprijs, de wijze waarop de trekkingen plaatsvinden.
  • De vergunninghouder mag bepalen wie (tabakszaken, postkantoren) mag verkopen.

Postcodeloterij

  • Tenminste 50% van de inleg moet besteed worden aan goede doelen.
  • De inleg mag niet hoger zijn dan €30 per lot.
  • De afdracht komt ten goede aan doelen op het terrein van ontwikkelingssamenwerking, mensen rechten en milieu.

BankGiro Loterij

  • Tenminste 50% van de inleg moet besteed worden aan goede doelen.
  • De inleg mag niet hoger zijn dan €30 per lot.
  • De afdracht komt ten goede aan doelen op het terrein van cultuur, natuurbehoud en het maatschappelijk welzijn.

Lotto en Instant Loterij (krasloten)

  • De inleg mag niet hoger zijn dan €30 per lot.
  • De opbrengst van de loterijen komen, na aftrek van prijzen kosten, voor 72,46% ten goede aan doelen op terrein van sport (NOC*NSF) en voor 27,54% aan Stichting Aanwending Loterij Nederland

Vriendenloterij

  • Tenminste 50% van de inleg moet besteed worden aan goede doelen.
  • De inleg mag niet hoger zijn dan €30 per lot.
  • De afdracht komt ten goede aan doelen die zich richten op gezondheid en welzijn van mensen.

 

Bron: Kansspelautoriteit

 

Versie: november 2017