Wat is de geschiedenis van alcohol?

‘Mede’ gemaakt van honing is waarschijnlijk het oudste alcoholische drankje dat we kennen. Het werd 8000 jaar geleden al gedronken. Het is waarschijnlijk toevallig ontstaan doordat honing en water op een warme plek met gist in aanraking kwam. Bier was 5400 jaar voor Christus al bekend. In Egypte zijn papyrusrollen gevonden uit 3500 voor Christus met het recept voor wijn. In Griekenland was wijn de belangrijkste drank. Beschilderde vazen en mokken laten uitbundige feestmalen zien waarbij wijn gedronken werd.

Er zijn aanwijzingen dat de Chinezen de destilleerkunst al vroeg machtig waren en ook de Grieken en Romeinen wisten uit wijn sterke drank te maken. De uitvinding van destilleren wordt echter toegeschreven aan de Arabieren. Aan gedestilleerde dranken werden geneeskrachtige eigenschappen toegedicht. Bij de Azteken had drank een religieuze rol. Dronkenschap was verplicht bij religieuze aangelegenheden. Als je je niet bezatte was dat een belediging voor de goden.

Alcohol als basisbehoefte

Ook de Germanen kenden het brouwproces. De consumptie nam sterk toe door de groei van de steden, de vele religieuze feesten en de gewoonte om gepekeld vlees te eten maar vooral door een voortdurend gebrek aan schoon drinkwater. Bier en wijn was tot de 18e eeuw, toen schoon drinkwater ruimer beschikbaar kwam, veel veiliger dan water. Gebruik werd dus aangeraden. Tegen alcohol werd toen heel anders aangekeken. Het was in feite een basisbehoefte. Dat veranderde pas toen schoon drinkwater beschikbaar kwam. Aanvankelijk werd bier vooral in kloosters gebrouwen. Later kwamen er pas brouwerijen.

In Midden Oosten en Azië was de noodzaak voor het drinken van alcohol minder groot. Daar kende men de gewoonte om water te koken voor thee. De islam kon daarom ook met succes alcohol verbieden.

Problemen alcoholgebruik

Alcohol leidde ook in de vroegste tijden al tot problemen. Zo zei een Egyptische priester: “ik verbied u naar de kroeg te gaan, u zijt gedegenereerd gelijk de beesten”. In Griekenland noemde de dichter Hesiodes (700 voor Christus) druiven een geschenk van Dionysos, de God van de wijn. Hij waarschuwde echter ook voor de gevolgen toen hij zei dat drank: “hersenen en tong van vorm  verandert”. In de Koran (620 na christus) staat te lezen dat alcohol en gokken tot het werk van de duivel behoort en vermeden moet worden. In de Hadieth, een boek met uitspraken van Mohammed staat te lezen: Alcohol is de moeder van alle kwaad en is het meest beschamend van al het kwaad. In het Westen kwam alcohol en dan met name gedestilleerde alcohol pas rond 1800 in ander daglicht te staan. Toen schoon drinkwater beschikbaar kwam werd alcohol niet langer gezien werd als een basisbehoefte, en kreeg met name gedestilleerde drank de naam gevaarlijk en ongezond te zijn (1). Dit besef leidde tot steeds meer maatregelen tegen alcohol.

Volksbond

In Nederland ontstonden in de 19e eeuw diverse organisaties die voor matigheid pleitten zoals de Volksbond tegen Drankmisbruik. Eind 19e eeuw werd de roep om staatsingrijpen steeds heviger. In 1881 komt de eerste drankwet, de voorloper van de huidige Drank- en Horecawet. De wet wilde vooral het aantal verkooppunten voor sterke drank beperken. In de jaren twintig werd in Nederland nauwelijks alcohol gedronken. In de jaren dertig is door de geheelonthoudersbeweging nog campagne gevoerd om via een soort gemeentelijk referendum (de Plaatselijke Keuze) op lokaal niveau tot een verbod op de alcoholverkoop te komen. Er is een aantal vrijwillige volksstemmingen georganiseerd maar het verbod op Alcoholverkoop heeft het nooit gehaald (2).

Drooglegging VS

De Verenigde Staten werden tussen 1920 en 1933 drooggelegd. Dat was geen succes. Het gevolg van de drooglegging was dat drank toen illegaal gestookt werd. De kwaliteit hield te wensen over. Zo kostte de illegaal gestookte drank aan 35.000 mensen het leven; een nog grotere groep werd ernstig ziek. In 1930 waren er al een miljoen mensen gearresteerd wegens overtreding van het drankverbod. En in het illegale en criminele circuit werden 700 mensen vermoord. Na de economische crisis was het drankverbod niet langer te handhaven. Het geld van de accijnzen op drank was te hard nodig voor de opbouw van de economie.

Recente Nederlandse geschiedenis

Na de Tweede Wereldoorlog nam het gebruik van alcohol weer toe, maar bleef tot 1960 wel vrij laag. Daarna kwam het gebruik in een stroomversnelling. Sinds 1960 zijn we drie keer zoveel gaan drinken (3). De toename van het gebruik en de daarmee samenhangende problemen zijn aanleiding geweest voor een aantal campagnes, verdere aanscherpingen van de Drank- en Horeca wet en een aantal accijnsverhogingen.

Campagnes

In 1996 begint de Nationale campagne: “Alcohol maakt meer kapot dan je lief is”. In 2006  begint een nieuwe campagne: “voorkom alcoholschade bij uw opgroeiende kind”. Deze campagne wilde ouders meer bewust maken van de risico’s van het drinken van alcohol op jonge leeftijd. Ouders hebben een belangrijke rol bij het uitstellen van alcoholgebruik door hun kind en moeten weer de regel durven stellen: ”onder de 16 geen alcohol’ . Een andere campagne was de:  ‘opvoedcampagne roken, drinken & blowen’. Deze richtte zich tot ouders met de boodschap: ‘Uw kind helpen nee te zeggen tegen roken, drinken en blowen’. De campagne werd gevoerd met radiospots en campagnesites zoals ‘Hoepakjijdataan.nl’ en ‘Uwkindenalcohol.nl’

Drank en Horecawet

November 2000
In november 2000 werd de Drank en Horecawet voor het eerst aangescherpt. Er mocht geen drank meer verkocht worden in tankstations en winkeltjes langs de snelweg.  Aan verenigingen die alcohol schenken werden strengere eisen gesteld. Vanaf 2000 moet er in verenigingen altijd iemand aanwezig zijn die een instructie over verantwoord Alcoholgebruik (IVA) heeft gevolgd. Ook moeten verenigingen een reglement hebben met regels over het schenken van alcohol.

November 2007: hoofdlijnenbrief alcoholbeleid
In 2007 verscheen een brief over het alcoholbeleid (hoofdlijnen brief alcoholbeleid VWS, 2007). In deze brief werd een groot aantal maatregelen aangekondigd waarvan een deel pas in mei 2012 in werking zou treden.  Een van de aangekondigde maatregelen uit deze brief, was een verbod op alcoholreclame op radio en TV tussen 6.00 en 21.00. Deze maatregel die in de Mediawet staat, is op 1 januari 2009 ingegaan.

Juli 2009/januari 2013: wijziging Drank- en Horecawet
In juli 2009 werd de wijziging van de Drank- en Horecawet op basis van de hoofdlijnenbrief uit 2007 aan de Tweede Kamer aangeboden. Per 1 januari 2013 werd de gewijzigde Drank- en Horecawet van kracht. Nieuwe Maatregelen zijn o.a:

  • het toezicht op de naleving van de Drank- en Horeca komt bij de gemeenten te liggen;
  • jongeren onder de 16 kunnen voortaan een boete krijgen wanneer zij op publiek toegankelijke plaatsen zoals op straat, overdekte winkelcentra parkeergarages, cafés en slijterijen alcohol bij zich hebben;
  • de burgemeester kan voor een periode van maximaal 12 weken een verkoopverbod voor alcohol opleggen aan supermarkten en slijters. Hij kan dit doen als zij meer dan drie keer in een jaar alcohol verkopen aan jongeren onder de 16 (3-strikes out);
  • gemeenteraden krijgen de bevoegdheid om prijsacties (happy hours en prijsacties) te verbieden.

Juli 2012/januari 2014: verhoging alcoholleeftijd naar 18 jaar
In juli 2012 hebben de Kamerleden Joël Voordewind, Kees van der Staaij, Lea Bouwmeester en Simone Uitslag een wetsvoorstel ingediend om de alcoholleeftijd te verhogen naar 18 jaar. Dit wetsvoorstel is aangenomen en is 1 januari 2014 ingegaan. Aan jongeren onder de 18 mag geen alcohol meer verkocht worden.  De wet maakt wat betreft verkoop aan jongeren geen onderscheid meer tussen zwak en sterk alcoholische drank. Het verkoopverbod geldt zowel in de horeca als bij supermarkten en slijters. Ook zijn jongeren strafbaar als zij op publiek toegankelijke plaatsen (behalve winkels) alcohol bij zich hebben. Gemeenteraden moeten een handhavingsplan vaststellen. In najaar 2013 is een campagne “NIX18” gestart.

Accijnzen
De accijnzen vallen onder de verantwoordelijkheid van de minister van financiën. Ze zijn nog nooit ingezet om het alcoholgebruik te ontmoedigen. Terwijl dit wel een van de weinige effectieve maatregelen is. In 2009 zijn de accijnzen op bier met ruim 20% verhoogd (van 6,8 cent per glas naar 8 cent per glas). De accijns op wijn en sterke drank werd toen niet verhoogd. In maart 2012 pleitten het Trimbos-instituut, STAP en Jellinek voor een verdere accijnsverhoging van 50% op alcohol en een jaarlijkse indexatie vanaf 2014. Per glas zou dit voor de consument enkele centen gaan schelen. Deze maatregel werd niet overgenomen. Wel werden per 1 januari 2013 de accijnzen op bier met 10% verhoogd. Ook de accijnzen op wijn gingen toen omhoog.

De huidige tarieven (2015) per glas zijn:

  • glas bier (250 cc): 9,5 cent accijns
  • glas wijn (100 cc): 8,5 cent accijns
  • glas jenever (35 cc): 21 cent accijns (4).

Bronnen

  1. Wijnberg, Rob, Column:  Vroeger was de mens non-stop aangeschoten, NRC (2009)
  2. Belois & Goos. Min of meer alcohol (1979)
  3. NIGZ. Feiten over alcohol (1998)
  4. Tarievenlijst accijns en verbruiksbelastingen, RIVM (2015).

 

Versie: mei 2020