Waarom is verslaving een hersenziekte?
Bij het ontstaan van verslaving zijn verschillende delen van de hersenen betrokken:
- Het beloningscentrum. Dit centrum in de hersenen zorgt ervoor dat je je lekker voelt.
- Het geheugen. Het geheugen zorgt ervoor dat je positieve ervaringen herinnert.
- De nieuwe hersenen. Een deel van de nieuwe hersenen zorgt ervoor dat niet meteen toegegeven wordt aan allerlei verlangens.
Bij mensen die een vergroot risico op verslaving lopen en bij verslaafden functioneren deze delen van de hersenen anders of minder goed. Sommige medicatie kan op deze delen van de hersenen ingrijpen.
Het beloningscentrum
Het beloningscentrum in de hersenen zorgt ervoor dat bepaalde gedragingen met een prettig gevoel beloond worden. Dit zijn vooral gedragingen die voor het voortbestaan van de soort van belang zijn zoals eten en seksuele activiteit. Het beloningscentrum zit in de middenhersenen. De middenhersenen zijn ook betrokken bij instincten, verlangens, dorst, hongergevoel en emoties als woede en angst.
Alcohol en drugs zijn in staat om het beloningscentrum op een zeer krachtige manier te prikkelen. Om die reden ga je je na gebruik van drugs lekker voelen.
Dopamine
Het beloningscentrum wordt geprikkeld door een bepaald stofje in de hersenen. Dit stofje heet dopamine. De meeste drugs zorgen ervoor dat dopamine op een directe of op een indirecte manier afgegeven wordt. De afgegeven dopamine wordt opgevangen door zogenaamde dopamine receptoren.
Genen
Nu kan een bepaald gen ervoor zorgen dat er minder dopaminereceptoren zijn. Het beloningscentrum functioneert dan minder goed waardoor iemand minder goed in staat is te genieten. Bij een minder goed functionerend beloningscentrum zal het gebruik van drugs bij de betrokken persoon een zeer krachtige en positieve ervaring opleveren. Hierdoor zijn zij vatbaarder voor verslaving. Deze genetische structuur is erfelijk bepaald.
Afname receptoren door frequent gebruik
Maar er is nog iets. Door frequent gebruik van drugs neemt het aantal dopaminereceptoren af. Hierdoor zal meer gebruikt moeten worden om het oorspronkelijke effect nog te kunnen voelen. Zo kan langdurig gebruik blijvende veranderingen in het brein veroorzaken.
Er zijn dus twee redenen waarom verslaafden minder dopaminereceptoren hebben:
- Genetisch bepaald;
- het voortdurende gebruik.
Cortex (licht paars); beloningscentrum (nucleus accumbens; links onder groen); middenhersenen (boven de kleine hersenen)
Het geheugen
Het positieve gevoel na gebruik (en de omstandigheden waaronder dit gebruik plaatsvindt) wordt door de middenhersenen in het geheugen opgeslagen. Het vormen zeer krachtige herinneringen die later een sterke trek of verlangen kunnen oproepen. Hierdoor ligt terugval in gebruik op de loer. De krachtige manier waarop de herinnering aan druggebruik door de middenhersenen wordt opgeslagen, betekenen in zekere zin een verandering van de hersenen.
De nieuwe hersenen
De nieuwe hersenen of wel de neocortex vormen het rationele deel van de hersenen. Een deel van de cortex heeft tot taak de conflicten tussen verlangens (verlangen naar het effect en de roes van drugs) enerzijds en rationele overwegingen (ik moet morgen werken) anderzijds in goede banen te leiden. De middenhersenen zullen willen toegeven aan dit verlangen. De nieuwe hersenen zullen dit willen voorkomen. Bij mensen die afhankelijk zijn functioneert de neocortex minder goed. Door het voortdurende gebruik kan dit steeds minder goed functioneren.
Conclusie
Door een minder goed functionerend beloningssysteem (voor een deel genetisch bepaald) en een minder goede cortex zijn mensen vatbaarder voor verslaving. Bovendien veranderen door het gebruik de hersenen: er komen minder dopaminereceptoren en er ontstaan krachtige herinneringen. Door deze veranderingen in de hersenen raakt iemand nog vatbaarder.
Bekijk ook de animatie drugs in de hersenen.
Versie: september 2019