Werking van ketamine
In het lichaam
Als ketamine wordt gesnoven lost het op in het neusslijmvlies, en komt het zo in het bloed terecht.
Het bloed met de ketamine gaat richting hart. Het hart pompt het bloed naar de longen (om zuurstof op te nemen). Van de longen gaat het weer terug naar het hart. Het hart pompt het bloed vervolgens naar de hersenen en de organen waaronder de lever en de nieren. De hersenen zorgen voor de effecten, de lever en de nieren voor de afbraak en de uitscheiding. Na ongeveer 2 dagen is het helemaal uit het lichaam verdwenen.
Ketamine verhoogt de hartslag en de bloeddruk, het zorgt voor meer speekselproductie en verwijdt de luchtwegen. De spiercoördinatie vermindert.
In het brein
Ketamine is een zogenaamde NMDA antagonist. Dit houdt in dat ketamine zich aan de NMDA receptor in het brein bindt. Hierdoor kunnen andere neurotransmitters daar niet meer binden wat de signaaloverdracht verstoort. De neurotransmitter glutamaat bindt zich normaal gesproken aan de NMDA receptor. Glutamaat is in het brein zeer belangrijk voor de signaaloverdracht.
Ketamine verstoort dus de normale signaaloverdracht, vandaar dat prikkels vanuit het lichaam niet goed meer worden verwerkt door het brein. Hierdoor werkt ketamine als verdovend middel maar kan het ook dissociatieve tripeffecten veroorzaken.