Lachgas en de wet

Lachgas wordt recreatief gebruikt als roesmiddel. Ook wordt het nog gebruikt als narcosemiddel door tandartsen en in ziekenhuizen. Dit gebeurt echter steeds minder omdat er tegenwoordig betere (sterkere) middelen op markt zijn. Daarnaast wordt het gebruikt als drijfgas in de voedingsindustrie en in de motorsport om het vermogen van de motor te verbeteren.

De verkoop van lachgas i.c.m. een ballon was tot 1 april 2016 officieel illegaal. Lachgas viel onder de Geneesmiddelenwet, waardoor er strenge wetgeving was en de verkoop voor ‘oneigenlijk’ gebruik verboden was. ‘Oneigenlijk’ gebruik werd geconstateerd als de patronen/het gas werd verkocht i.c.m. een ballon.

Door een besluit van het Europese Hof valt lachgas sinds juli 2016 onder de Warenwet.

Lachgas wordt ook verkocht op feesten en festivals en via websites. Als verkoper moet je je houden aan de verplichtingen van de Warenwet. Degene die dit aanbiedt aan gebruikers, voor geld of gratis, is daarmee verantwoordelijk voor de veiligheid van het product dat hij of zij levert.

Omdat de controle en handhaving daarvan bij de Voedsel en Warenautoriteit (NVWA) ligt hebben zij een risicoanalyse laten uitvoeren door het RIVM. Hieruit is gebleken dat er geen aanwijzingen zijn voor een ernstig gezondheidsrisico en is er geen reden voor handhavend optreden door de NVWA op grond van de Warenwet.

Verkoop, vervoer, handel, bezit en gebruik van lachgas zijn op dit moment dus niet strafbaar. Als het om grote hoeveelheden gaat zijn er voor vervoer en bezit wel extra, strenge maatregelen van toepassing.

Er is echter geen rekening gehouden met de setting waar het gebruikt wordt en de mogelijke risico’s bij combigebruik.

 

In 2020 is de regering wel bezig om de wetgeving aan te passen. Het is nog duidelijk hoe die wetgeving er precies uit gaat zien.

 

Bronnen

 

Versie: juni 2020