Bestaat tv-verslaving?

Bij tv-kijken gaat het eerder om een gewoonte dan om verslaving. Gewoonte is iets wat je vaak doet maar wat je makkelijk kunt laten. Van verslaving is sprake wanneer je het (innemen van een middel of bepaald gedrag zoals gokken) pas na heel veel moeite kunt laten.

Mensen besteden wel veel tijd aan televisie kijken maar als puntje bij paaltje komt, kunnen ze het echt wel laten. Naarmate dat moeilijker gaat kun je meer van verslaving spreken. Maar blijkbaar is dat nooit zo erg dat mensen daar hulp voor zoeken.

DSM-V-criteria voor verslaving

Verslaving wordt vastgesteld aan de hand van 11 criteria van de zogenaamde DSM-V* De DSM-V is een wereldwijd gebruikt handboek waarin alle psychiatrische aandoeningen beschreven staan. De DSM spreekt niet van alcoholisme of verslaving maar van “stoornissen in het gebruik van middelen” (substance abuse disorders). Een “stoornis in het gebruik van middelen” kan ontstaan door gebruik van verschillende middelen zoals alcohol, cannabis, opiaten of stimulerende middelen.

Voldoe je aan twee of drie criteria dan heb je een milde stoornis in het gebruik van middelen. Voldoe je aan vier of vijf criteria dan is er sprake van gematigde (moderate) stoornis en bij zes of meer symptomen is er sprake van een ernstige stoornis.

De 11 criteria zijn:

  1. Vaker en in grotere hoeveelheden gebruiken dan het plan was.
  2. Mislukte pogingen om te minderen of te stoppen.
  3. Gebruik en herstel van gebruik kosten veel tijd.
  4. Sterk verlangen om te gebruiken.
  5. Door gebruik tekortschieten op het werk, school of thuis.
  6. Blijven gebruiken ondanks dat het problemen meebrengt in het relationele vlak.
  7. Door gebruik opgeven van hobby’s, sociale activiteiten of werk.
  8. Voortdurend gebruik, zelfs wanneer je daardoor in gevaar komt.
  9. Voortdurend gebruik ondanks weet hebben dat het gebruik lichamelijke of psychische problemen met zich mee brengt of verergert.
  10. Grotere hoeveelheden nodig hebben om het effect nog te voelen oftewel tolerantie.
  11. Het optreden van onthoudingsverschijnselen, die minder hevig worden door meer van de stof te gebruiken.

DSM-criteria toegepast op tv-kijken:

  • Vaker en meer kijken dan je van plan bent.
  • Minder willen kijken maar dat niet kunnen.
  • Veel tijd besteedt aan kijken of aan het bijkomen ervan.
  • Doorgaan met kijken ondanks dat het kijken ernstige gevolgen met zich meebrengt.
  • Verlies van hobby’s, sociale activiteiten of zelfs werk.

Je ziet dat deze kenmerken niet van toepassing zijn. Als het om tv gaat kun je dus beter spreken van gewoonte dan van verslaving.

 

Bron: Huisman A., Garretsen H., van den Eijnden R., (2000). Problematisch internetgebruik: een pilotstudie, Rotterdam: Erasmusuniversiteit, Instituut voor Verslavingsonderzoek (IVO).

 

Versie: januari 2021