Wat is de DSM 5 (V)?

DSM staat voor Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders: het diagnostisch en statistisch handboek van psychiatrische aandoeningen. Dit handboek wordt uitgegeven door de American Psychiatric Association.

Waar is de DSM voor bedoeld?

Oorspronkelijk was het handboek bedoeld om te zorgen dat iedereen dezelfde definities hanteert voor bepaalde psychiatrische aandoeningen. Zo konden er geen verschillende interpretaties meer bestaan van een bepaalde diagnose. Dit was nodig om goed onderzoek te kunnen doen: wil je weten of een bepaalde behandeling bij verslaving werkt, dan moet in ieder geval elke onderzoeker hetzelfde onder het begrip ‘verslaving’ verstaan.

De DSM wordt inmiddels ook gebruikt als instrument voor zorgverzekeraars om te bepalen of een behandeling wel of niet vergoed kan worden.

Waarom bestaan er verschillende versies van de DSM?

Doordat de wetenschap continu leidt tot nieuwe inzichten, verschijnt er eens in de zoveel tijd een nieuwe versie van de DSM. De eerste versie verscheen in 1952. In 1994 verscheen de DSM-4. Deze werd gebruikt tot en met 2013. In de tussentijd was er enkel één tekstrevisie nodig in 2000: de DSM-4-TR. De meest recente versie is de DSM-5. In 2013 verscheen de Engelstalige versie en in april 2014 de Nederlandse vertaling.

Wat is het verschil tussen de DSM-4 en de DSM-5?

De belangrijkste veranderingen in de DSM-5 zijn:

  • Het assenstelsel waarlangs de verschillende diagnoses in DSM-4 werden gerubriceerd, is verdwenen.
  • De DSM-5 kent drie secties. Sectie 1 geeft uitleg over de gebruikte indeling. Sectie 2 omvat twintig hoofdcategorieën met diagnoses, zoals ‘ Schizofreniespectrum en andere psychotische stoornissen’, ‘Bipolaire en gerelateerde stoornissen’ en ‘Depressieve stoornissen’, et cetera. De derde sectie bevat classificaties die (nog) niet zijn opgenomen in sectie 2, zoals internet gaming disorder en non-suicidal self-injury. De samenstellers vinden dat meer onderzoek nodig is, voordat deze zijn te kwalificeren als aparte diagnoses.
  • Bij elke diagnose moet worden nagegaan welke ‘instandhoudende factoren’ aanwezig zijn: is de patiënt syntoon of dystoon, dat wil zeggen heeft hij ziekte-inzicht en motivatie?; Is er sprake van comorbiditeit en suïcidaliteit?; Wat is de invloed van leeftijd, geslacht en cultuur?; Hoe hoog is de lijdensdruk, te scoren op een schaal 0-3 volgens de ‘severity index of impairment’.
  • DSM-5 kent geen not otherwise specified (NOS)-diagnoses meer: PDD-NOS verdwijnt dus.
  • Er zijn zogenaamde risicosyndromen toegevoegd aan de DSM-5.

Wat is verslaving volgens de nieuwe DSM?

De DSM spreekt niet van alcoholisme of verslaving maar van ‘stoornissen in het gebruik van middelen’ (substance abuse disorders). Een ‘stoornis in het gebruik van middelen’ kan ontstaan door gebruik van verschillende middelen zoals alcohol, cannabis, opiaten of stimulerende middelen.

Voldoe je aan twee of drie criteria dan heb je een milde stoornis in het gebruik van middelen. Voldoe je aan vier of vijf criteria dan is er sprake van een gematigde (moderate) stoornis en bij zes of meer symptomen is er sprake van een ernstige stoornis.

De 11 criteria zijn:

  1. Vaker en in grotere hoeveelheden gebruiken dan het plan was.
  2. Mislukte pogingen om te minderen of te stoppen.
  3. Gebruik en herstel van gebruik kosten veel tijd.
  4. Sterk verlangen om te gebruiken.
  5. Door gebruik tekortschieten op het werk, school of thuis.
  6. Blijven gebruiken ondanks dat het problemen meebrengt in het relationele vlak.
  7. Door gebruik opgeven van hobby’s, sociale activiteiten of werk.
  8. Voortdurend gebruik, zelfs wanneer je daardoor in gevaar komt.
  9. Voortdurend gebruik ondanks weten dat het gebruik lichamelijke of psychische problemen met zich mee brengt of verergert.
  10. Grotere hoeveelheden nodig hebben om het effect nog te voelen, oftewel tolerantie.
  11. Het optreden van onthoudingsverschijnselen, die minder hevig worden door meer van de stof te gebruiken.

De vorige versie van de DSM-5 maakte nog een verschil tussen afhankelijkheid en misbruik. Je misbruikt alcohol of drugs wanneer je in een jaar tijd last hebt van tenminste één van de onderstaande symptomen:

  • Gebruik gaat ten koste van je werk, school of thuis.
  • Voortdurend gebruik ondanks terugkerende problemen op sociaal gebied (ruzies).
  • Herhaaldelijk gebruik in gevaarlijke situaties zoals in het verkeer.
  • Door gebruik kom je herhaaldelijk in contact met politie of justitie.

Wordt de DSM door iedereen gebruikt?

Niet iedereen is het eens met de manier waarop de DSM psychiatrische stoornissen beschrijft. Het handboek wordt dus niet overal geaccepteerd als leidend handboek. Sommige landen (waaronder Engeland en Frankrijk) geven de voorkeur aan andere systemen, zoals de ICD-11. Dit is een vergelijkbaar systeem, ontwikkeld door de World Health Organisation (WHO) van de Verenigde Naties (VN).

Wat zijn kritiekpunten op de DSM?

Een aantal belangrijke kritiekpunten op de DSM is:

  • De DSM houdt weinig rekening met de culturele context. In een van de eerdere versies was bijvoorbeeld homofilie opgenomen als ziektebeeld. Met de aanvaarding van homofilie is het als ziektebeeld uit de DSM verdwenen. Daarmee volgt de DSM natuurlijk wel de westerse opvattingen. Tegenwoordig worden wel exclusiecriteria gebruikt als ‘het symptoom of gedrag is niet toe te schrijven aan een cultureel aanvaarde vorm van gedrag of ervaring’, maar niet-westers ziektegedrag blijft een heikel punt.
  • Een ander punt van kritiek op de DSM betreft de belangenverstrengeling bij de commissies die verantwoordelijk zijn voor het maken van de indelingen. Uit recent onderzoek (2006) blijkt dat meer dan de helft van de leden van de 170-koppige DSM-4- en 4-R-commissie één of meer financiële verbindingen had met de farmaceutische industrie. Voor de leden van de subcommissies ‘Stemmingsstoornissen’ en ‘Schizofrenie en overige psychotische stoornissen’ was dat zelfs 100%.
  • Een derde punt van kritiek is de schijnzekerheid die de catalogisering van symptomen en diagnoses oproept. Daardoor kunnen lichte verschuivingen in het ziektebeeld voor compleet andere diagnoses zorgen. Sombere gevoelens kunnen bijvoorbeeld een symptoom zijn van een depressie, maar ook horen bij BPS, schizofrenie of burn-out.
  • De lat om een diagnose opgeplakt te krijgen is dusdanig laag gelegd, dat volgens epidemiologisch onderzoek 45% van de mensen wel eens aan de criteria voor een diagnose voldoet.

Wanneer komt de volgende versie uit?

Als de DSM-5 en zijn gecorrigeerde updates zich aan het gemiddelde van de vorige vier versies houden, zal de DSM-6 rond 2030 uitkomen.

 

Bron:
www.ggztotaal.nl
www.dsm-5.nl

 

Versie: augustus 2020