Hoe wordt basecoke opgenomen en afgebroken?

Zie voor dit onderwerp ook de animatie ‘drugs in het lichaam’.

Opname van basecoke

Basecocaïne lost bij 90 graden op in rook. De in rook opgeloste basecoke is dan weer veranderd in cocaïne (moleculen). De cocaïne wordt via de longen in het bloed opgenomen. Het bloed met de cocaïne stroomt naar het hart. Het hart pompt het bloed naar de rest van het lichaam en naar alle organen, onder andere naar de hersenen, lever en de nieren. Deze organen zorgen voor de effecten, de afbraak en de uitscheiding.

Basecoke kan alleen gerookt worden en niet gesnoven. De kristalletjes zijn ook als je het fijn zou maken veel te groot. Snuiven van deze korrels is extra schadelijk voor het neusslijmvlies. Bij snuiven wordt de cocaïne opgenomen in de kleine bloedvaatjes die in het slijmvlies van de neus zitten. Hoe fijner het poeder hoe beter de bloedvaatjes in staat zijn de cocaïne op te nemen. Vandaar dat men de snuifcocaïne met een scheermesje extra fijnmaakt. Via deze bloedvaatjes bereikt de coke dan uiteindelijk de hersenen.

Snuifcocaïne

Snuifcocaïne op haar beurt kan weer niet gerookt worden. Bij roken moet  de gebruiker de snuifcocaïne bewerken zodat er in feite een andere stof ontstaat, de zogenoemde basecoke, rookcoke, gekookte coke of crack die wel gerookt kan worden. Deze basecoke ziet er uit als kleine kristalletjes.

Om rookcoke te gaan snuiven bewandel je feite de omgekeerde weg weer terug. Je gaat de rookcoke die van snuifcoke gemaakt is, gebruiken om toch weer te snuiven.

Werking van basecoke

Een deel van het cocaïne-rijke bloed bereikt de hersenen. Bij roken gebeurt dat al na 7 tot 10 seconden. Dat is sneller dan bij snuiven. Bij snuiven moet de cocaïne immers eerst naar het hart voordat het hart het naar de longen stuurt. Dat is een stap meer dan bij roken. Bovendien neemt men bij roken vaak een flinke teug waardoor de hele hoeveelheid cocaïne in een keer de hersenen bereikt.

In de hersenen beïnvloedt cocaïne de manier waarop zenuwen signalen aan elkaar doorgeven. Zenuwen doen dat met behulp van bepaalde stofjes. Deze stofjes worden overdrachtsstoffen genoemd. Cocaïne beïnvloedt vooral de werking van dopamine. Dopamine zorgt ervoor dat het beloningscentrum in de hersenen geprikkeld wordt. Daarom voelen gebruikers zich zo lekker (zie hiervoor de animatie drugs in de hersenen).

Afbraak van crack

Een deel van het cocaïne-rijke bloed komt ook aan in de lever. In de lever zetten enzymen (choline- esterases) een deel van de cocaïne om in afbraakstoffen. Als er getest wordt op cocaïne gebeurd dat op een van deze afbraakstoffen.

Uitscheiding

Een deel komt ook aan in de nieren. De nieren filteren de afbraakstoffen uit het bloed waarna ze door de urine uitgescheiden worden.

 

Versie: oktober 2019