Puberteit
- Puberteit
- Lichamelijke veranderingen
- Veranderingen in denken
- Wie ben ik?
- De vriendengroep
- Geen puber hetzelfde
- Gezin
- Tot slot
Puberteit
Het woord puberteit stamt af van het Latijnse pubes (schaamhaar) en pubertas: de tijd dat een jongere zich ontwikkelt tot volwassene.
Dit is de periode tussen het 11e en het 18e jaar. De puber is geen kind meer, maar ook nog niet volwassen. Het kind zit ’tussen servet en tafellaken’. Je kunt in deze periode vaak moeilijk de leeftijd van pubers inschatten. Dit heeft te maken met veranderingen op vele gebieden; lichamelijk, verstandelijk, emotioneel en sociaal.
De veranderingen verlopen niet altijd even gelijkmatig. Je dochter kan bijvoorbeeld lichamelijk al flink ontwikkeld zijn, terwijl ze emotioneel eigenlijk nog een kind is. Het omgekeerde kan ook. Al deze veranderingen kunnen een kind onzeker maken.
Lichamelijke veranderingen
In de puberteit zie je een echte groeispurt. Binnen enkele weken is een broek al weer te klein en een truitje te smal. Pubers vallen over hun eigen benen en kunnen nauwelijks stilzitten, behalve voor de TV. Dat groeien kost veel energie. Daarom willen ze veel uitslapen, veel eten en veel op de bank hangen.
Niet alleen groeien ze veel, ze krijgen ook meer spieren en meer vet. Meisjes groeien het meest tussen hun 11e en 13e jaar. Ze gaan vet opslaan op heupen, billen, bovenbenen, borst en bovenarmen. Ze krijgen een echt vrouwenlijf. Ze worden geslachtsrijp; worden ongesteld en kunnen kinderen krijgen. Ze zijn een tijdje groter en zwaarder dan jongens van hun leeftijd.
Jongens doen wat langer over het groeien. Het snelst groeien ze tussen hun 12e en hun 15e jaar. Daarna gaat het wat rustiger door. Schouders worden breder en ze krijgen een echt mannenlijf. Ze krijgen zaad en meestal merken ze dat door een zaadlozing ’s nachts. Ze kunnen nu kinderen verwekken.
Hormonen spelen een belangrijke rol bij deze veranderingen. Voor een puber is het niet altijd even gemakkelijk te wennen aan zo’n nieuw lijf. Ook ongesteld worden gaat bij de een met veel meer pijn en bloedverlies gepaard dan bij de ander.
Een puber krijgt ook seksuele gevoelens die zeer hevig kunnen zijn. Als ouders noem je het gekscherend wel eens kalverliefde, maar pubers denken daar heel anders over, voor hen is het zeer serieus!
Veranderingen in denken
Kinderen vanaf 11 jaar ontwikkelen een andere manier van denken.
- Ze kunnen meer verbanden leggen en hoeven niet alles meer te zien om het te begrijpen.
- Ze zijn in staat tot meer inzicht en overzicht.
- Ze gaan eigenschappen in anderen ontdekken en vinden mensen inspirerend, hopeloos of kinderachtig.
- Niets spreekt meer vanzelf.
- Over alles moet gediscussieerd worden.
- Pubers bekijken alles vanuit zichzelf.
- Zij zijn het middelpunt van de wereld.
- Een meisje dat ongesteld is, heeft het idee dat de hele wereld haar maandverband ziet, ook al kan dat niet door haar kleding.
- Een jongen die een keer bloost, denkt dat iedereen dat na weken nog weet.
- Ze snappen vaak ook niet waarom ouders zich druk maken over vuile kleren die niet in de was gedaan zijn.
- Afspraken of huiselijke taakjes, als afwassen of de vuilniszak buiten zetten, vergeten ze.
- Ze hebben veel belangrijker zaken aan hun hoofd; zichzelf en hun relatie tot hun omgeving.
Bekijk ook de volgende video over het puberbrein met de bekende neuroloog Dick Swaab.
Wie ben ik?
Pubers ontdekken ineens dat de wereld groter is dan het eigen gezin en groep 8. Allerlei nieuwe vragen komen op hen af: wie ben ik, wat kan ik, wat wil ik, wat vind ik. Wat vinden mensen om me heen van mij. Van wie hou ik: van jongens of van meisjes. Daar kan een puber heel onzeker van worden.
Mensen waar ze eerst tegen opkeken, zoals bv. ouders of leerkrachten, vinden ze nu vreselijk ouderwets of oninteressant.
Pubers ontwikkelen zich door ervaringen die zij thuis, op school, met vrienden en in de maatschappij opdoen.
Een puber gaat experimenteren, beleven wat er te beleven valt en uitzoeken welke consequenties zijn daden hebben. Langzaam maar zeker leren ze wat ze prettig vinden; van welke muziek ze houden, welk drankje ze lekker vinden, dat ze het liefst alleen op hun kamer zitten, dat ze geen kantoorbaan willen, dat ze zich Nederlander én Marokkaan voelen enz. Ook leren zij over zichzelf door de manier waarop anderen op ze reageren en/of oordelen.
Voor de ontwikkeling van een persoon zijn positieve ervaringen belangrijk, maar ook tegenslagen horen erbij. Door tegenslagen leert iemand zijn grenzen kennen of leert hij dat hij dingen anders moet doen.
De vriendengroep
Pubers zoeken leeftijdgenoten op. Ze willen contacten leggen, nieuwe dingen meemaken, spannende dingen doen, de wereld verkennen, verliefd worden etc. Ouders zijn in deze periode niet zo in trek.
Pubers onder elkaar begrijpen beter wat ze doormaken. Daarom zoeken ze steun bij elkaar en willen ze ervaringen met elkaar delen. Ze hoeven elkaar niet zoveel uit te leggen en krijgen minder commentaar. Pubers willen graag bij een groep horen waar ze zich thuis voelen. Daar hebben ze veel voor over; spijbelen op school en zelfs straf van ouders. Omgaan met leeftijdgenoten is belangrijk voor de verdere ontwikkeling tot volwassene. Ze doen sociale vaardigheden op: hoe vraagt een jongen een meisje, wat vertelt iemand wel en niet, hoe gedraagt iemand zich op een feest. Door in een groep te zitten leren pubers veel over zichzelf en anderen; van wie krijgt iemand steun, wat kan iemand van vrienden verwachten, wat verwachten vrienden van de jongere zelf, wie is te vertrouwen, enz. Toch zoekt niet iedere puber steun bij een vriendengroep. Sommigen zoeken liever alleen hun weg.
Geen puber hetzelfde
Eigenlijk is geen puber hetzelfde. Uiterlijk is voor iedere puber belangrijk, maar de een gebruikt graag veel make-up, terwijl de ander meer van naturel houdt. De een verdrinkt zich in de liefde, de ander houdt het onder controle. Ook de houding ten opzichte van school kan zeer verschillen; van spijbelen en genieten tot leren en snel de school afmaken. Experimenteren met drugs doen ook niet alle pubers; de een wil alles uitproberen en niets is te dol, anderen houden zich verre van alcohol en drugs.
Gezin
Met een puber in het gezin is het hele gezin een beetje in de puberteit. Pubers willen zich sterk onderscheiden van hun jongere broers en zussen. Ze willen later naar bed, gezag afdwingen, aandacht voor hun verhalen, enz.
Ze nemen meer afstand van hun ouders, bijvoorbeeld ook wat betreft knuffelen of een nachtzoen. Regels worden overtreden of in hun voordeel uitgelegd. Ze willen meer privacy; de deur van de badkamer en hun eigen kamer gaat op slot. En zijn ouders een avondje weg, dan is de voorraad chips en drank vaak danig geslonken want…ze hadden honger en dorst.
Tot slot
Als u zich als ouder realiseert dat de puberteit een periode is die niet alleen voor u, maar ook voor uw kind lastig en moeilijk is, kunt u er zich misschien wat minder druk om maken.
Probeer uw kind ondanks alles toch te steunen. Dit is belangrijk in het ontwikkelen van de eigenwaarde en het zelfvertrouwen van uw kind.
Probeer te kijken naar de dingen die wel goed gaan en geef ze daar af en toe ook een complimentje voor. Maar geef ook heel duidelijk grenzen aan. Ook daar hebben ze in deze tijd behoefte aan. Dan is het niet alleen kommer en kwel. Want je kunt ook vreselijk lachen met pubers… over de rake opmerkingen, de smakelijke grappen, de stoere verhalen.
En het is toch heerlijk als uw mening wordt gevraagd nadat ze uren voor de spiegel hebben gestaan. Bedenk als ouder hoe het ook alweer voor uzelf was toen u ‘puberde’ en kijk hoe uw kind uitgroeit tot een prachtig mens. Die puberteit wilt u dan voor geen goud missen.
* Bewerkt uit: Wat nou… pubers, voor ouders die willen opvoeden en loslaten.
NIZW Utrecht, bestelnummer E 22541
Tel 030 230 66 07 Fax 030 230 64 91