Laura
Laura deed niets liever dan blowen. Totdat ze er te sloom van werd om naar de coffeeshop te fietsen.
‘Ik was altijd al verslavingsgevoelig,’ zegt Laura (23), studente geneeskunde in Amsterdam. ‘Als ik op mijn vijftiende naar een feestje ging kon ik al heel veel drank wegtikken. Ik vond het heerlijk. Ik merkte ook al meteen dat ik er een beetje bang voor was, juist omdat ik het zo interessant vond. In mijn eentje drinken deed ik niet, totdat een vriendin een keer tegen me zei : dat is geen probleem, dat kan je gewoon doen. Inmiddels was ik net begonnen met studeren. Ik was 17, in november werd ik 18.’
Ik had last van sociale angst en vond relaties heel ingewikkeld
Sociale situaties vond Laura spannend. ‘Als ik afspraken had of ik moest ergens naartoe, dronk ik van tevoren even wat – niet voor de smaak, maar puur voor het effect. College was ook zo’n sociale gebeurtenis. Dus al snel dronk ik ook even iets voordat ik naar college ging. Een biertje of een glas wodka. Ik tikte het weg, het ging me niet om het genot van het drinken. Ik wilde gewoon een beetje beneveld zijn. Soms moest ik er wel even van bijkomen, want mijn maag en mijn darmen trokken het niet. Dus dan stopte ik een paar dagen.’
Ze heeft niet zo’n leuke jeugd gehad, zegt Laura. ‘Mijn moeder was altijd erg gespannen, wat zich uitte in fysiek en verbaal geweld. Mijn vader lachte het weg, en dronk de hele dag door bier. Dat heeft mij vast beïnvloed: ik vond het niet zo raar overdag te drinken. Maar de reden dat ik dronk was vooral mijn angst-probleem. Ik had last van sociale angst en vond relaties heel ingewikkeld.’
Er kwam een keerpunt. Laura werd bijna aangereden op straat. ‘Ik was dronken toen dat gebeurde. Ik schrok ervan. Vanaf dat moment begon ik alcohol als een probleem te zien. Ik ging zoveel drinken dat ik ervan moest overgeven. Om te zorgen dat het me tegen ging staan. Om mezelf te dwingen te stoppen. Dat werkte. Ik kreeg in die tijd ook een vriendje. Ik ben toen een half jaar lang helemaal clean geweest.’
Naar het tuincentrum, dat was al een uitje
Maar toen ontdekte Laura een nieuwe drug: wiet. ‘Ik weet het nog goed. Ik was voor het eerst stoned. Dat vond ik zo’n fijn gevoel ! Al snel deed ik het elke dag. Ik sprak af met vrienden van vrienden die ook dagelijks blowden. We zagen het niet als iets gevaarlijks. Het was maar wiet, geen heroïne. Ik blowde van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat. Wilde niet meer nuchter zijn. Dat ging zo 2, 3 jaar door. Studeren deed ik niet meer. Ik deed eigenlijk bijna niks. Naar het tuincentrum, dat was al een uitje.’ Laura haalde nooit voor meer dan 1 dag wiet. ‘Dus ik ging elke dag naar de coffeeshop. Verder sprak ik af met mijn stoner-vrienden. En ik deed spelletjes op mijn mobiele telefoon, zoals Clash Royale. Als ik met vriendinnen afsprak die niet blowden, wilde ik na twee uurtjes alweer naar huis, om te blowen. Ik vond het genant om het te doen waar zij bij waren. Zo was ik dus een slaaf van mijn middel : ik moest terug naar huis, om te blowen. Dat vond ik wel supervervelend : ik kon niet meer gaan en staan waar ik wilde, vanwege mijn verslaving.’
De ziekte zegt tegen je dat je niet verslaafd bent
Laura werd steeds slomer. Zelfs de dagelijkse tocht naar de coffeeshop viel haar steeds zwaarder. ‘Het was een stukje van tien minuten, maar het werd een wereldreis. Ik was helemaal vertieft door de drugs. Financieel ging het ook niet goed. Ik had van mijn ouders een spaarrekening gekregen waar 28.000 euro op stond. Daarnaast had ik nog studiefinanciering en een ouderlijke bijdrage, maar al mijn geld ging op aan wiet. Ik werkte niet. Op het einde was ook de spaarrekening helemaal leeg. Toen ging ik dingen op straat proberen te verkopen, om aan geld te komen voor wiet.’
Toch vond Laura zichzelf niet verslaafd. ‘Dat is een onderdeel van de ziekte, heb ik later geleerd: dat de ziekte tegen je zegt dat je niet verslaafd bent. Inmiddels weet ik wel beter, natuurlijk.’
Begin 2018 begon Laura bij Jellinek Minnesota aan het 12-stappen-programma. Dat hielp haar om in herstel te geraken. ‘Ik had al een paar keer geprobeerd af te kicken, maar het lukte me niet. Nu, met het 12-stappen-plan, lukte het wel. Ik ben nu ruim anderhalf jaar clean en afgelopen september heb ik mijn studie geneeskunde weer opgepakt.’
Verslaafden zijn gewone mensen, maar met een ziekte
Laura volgde ook psychotherapie. ‘Dat was voor mijn herstel essentieel. Ik bleek een vorm van borderline te hebben, die zich uitte in vermijdend en verlatingsangstig gedrag. Veel borderliners zijn supergevoelige mensen. Dat is op zichzelf positief maar je kunt ze ook makkelijk pijn doen. Als ze in hun jeugd verwaarloosd zijn, liefde tekort zijn gekomen, dan zijn ze extra ontvankelijk voor verslaving. Bij mij speelde dat zeker een rol. Er was weinig liefde in mijn gezin. Terwijl ik daar juist behoefte aan had.’ Laura voelde een tekort en door haar gevoelige aanleg voelde ze dat extra sterk. ‘Daarom vond ik het zo fijn om verdoofd te zijn. Waar ik nu aan moest werken, was mijn innerlijke kern. Ik moest mijn zelfliefde vergroten. En ik moest leren mezelf te zijn in contacten. Er was altijd een angst: als ik de echte Laura laat zien, dan verlaten ze me. Een borderliner zet maskers op. Ik was altijd eenzaam. Dus daar moest ik aan werken, om dat verdriet en die angst niet meer zo te voelen. Pas dan kun je ook van de drugs afblijven.’
Ze zou graag willen dat mensen niet zo neerkijken op verslaving en verslaafden. ‘Het is vooral een soort onkunde, meer dan een onwil. Niemand kiest ervoor. Verslaving is iets waar de verslaafde zelf ook vanaf wil. Verslaafden hebben echt pijn. Ik vind het jammer dat er zo’n stigma op zit, want daardoor wordt het moeilijker voor mensen om ‘uit de kast te komen’ als verslaafde en blijven ze lijden. Dat is onnodig leed, dat we zouden kunnen voorkomen door dat stigma van verslaving af te halen. Verslaafden zijn gewone mensen, maar met een ziekte.’
______________
Heb je als naaste van iemand met een verslavingsprobleem behoefte aan persoonlijk advies? Of maak je jezelf zorgen over je eigen gebruik maar twijfel je wat je kunt ondernemen?
Bel de Jellinek Advieslijn: 088 – 505 1220, elke werkdag bereikbaar van 8:30 tot 17:00.
Laat je naam en vraag achter, dan word je tussen 13:00 en 17:00 teruggebeld.