Welke medicijnen gebruikt men bij behandeling van alcoholproblemen?

Er zijn 3 groepen van medicijnen:

  • Medicatie tegen onthoudingsverschijnselen;
  • Aversiemiddelen;
  • Middelen tegen de zucht.

Medicatie tegen onthoudingsverschijnselen

Chloordiazepoxide, vroeger vooral bekend onder de merknaam Librium, vangt de onthoudings- of ontwenningsverschijnselen na het stoppen op. Lichte onthoudingsverschijnselen, zoals prikkelbaarheid en slaapproblemen duren hooguit enkele dagen en hoeven niet met chloordiazepoxide te worden behandeld. De medicijnen worden kortdurend voorgeschreven.

Aversiemiddelen

Aversie-middelen zorgen ervoor dat men niet kan drinken. Doet iemand dat toch dan krijgt hij nare verschijnselen zoals hoofdpijn, misselijkheid, braken en sterke transpiratie. De stofnaam is disulfiram. Het wordt voorgeschreven onder merknamen Antabus en Refusal. Disulfiram blokkeert de afbraak van alcohol. Hierdoor hoopt de giftige stof aceetaldehyde zich in het lichaam op met als gevolg dat men ziek wordt.

Het middel wordt voorgeschreven aan goed gemotiveerde patiënten die een sterk verlangen hebben naar alcohol. Het helpt als de omgeving (partner) er mede op let dat het middel ingenomen wordt. Zie in deze rubriek ook de vraag: hoe werkt Antabus of Refusal.

Middelen tegen zucht

Tegen het verlangen naar alcohol kunnen twee middelen worden ingenomen:

  • Acamprosaat (merknaam Campral)
  • Naltrexon (merknaam Revia)

Acamprosaat

Acamprosaat vermindert het verlangen naar alcohol. Hoe de werking tot stand komt, is niet precies bekend. Het is vooral werkzaam in combinatie met intensieve psychosociale begeleiding. Motivatie is heel belangrijk voor een goed effect.

Naltrexon (Revia)

Naltrexon vermindert het verlangen naar alcohol en kan helpen terugval na een periode van abstinentie te voorkomen. Het werkingsmechanisme is nog niet geheel bekend. Het is vooral bedoeld voor mensen die vaak vanaf jonge leeftijd fors drinken en familiair belast zijn.

 

Versie: oktober 2020