Is het beleid ten aanzien van coffeeshops veranderd?

Hieronder de data met de belangrijkste veranderingen in het coffeeshop beleid sinds 1976.

1976: onderscheid soft drugs en hard drugs en gedogen huisdealers

De richtlijnen voor het opsporing- en strafbevorderingsbeleid ten aanzien van het overtreden van de Opiumwet stammen uit 1976. Er werd toen voor het eerst onderscheid gemaakt tussen hennepproducten (softdrugs) en drugs met onaanvaardbaar risico (harddrugs). In de richtlijnen uit 1976 wordt nog gesproken van huisdealers in jongerencentra (zoals de Melkweg in Amsterdam) en niet van coffeeshops. Volgens de richtlijnen was opsporing van deze huisdealers niet echt belangrijk zolang zij maar geen harddrugs verkochten en geen reclame maakten.

1980: Openbaarmaking richtlijnen, begin coffeeshops

Pas in 1980 werden de richtlijnen uit 1976 openbaar gemaakt. Voor velen was dit een stimulans om een coffeeshop te gaan beginnen. Zij dachten (en de geschiedenis leert hen dat zij hierin toen gelijk hadden) dat als men zich aan de regels van de huisdealer houdt en er geen reclame gemaakt wordt, geen harddrugs verkoopt, je zo een coffeeshop kunt beginnen.

1994: Richtlijnen aangevuld voor coffeeshops

Pas in oktober 1994, toen er inmiddels al honderden coffeeshops waren, werden de richtlijnen van 1976 aangevuld voor coffeeshops.

1996: leeftijd naar 18 en verkoopbeperking

Twee jaar later, in 1996, werden deze richtlijnen verscherpt.

  • Er mag niet verkocht worden aan personen onder de 18 jaar (voorheen was dit omschreven als minderjarigen, wat vaak uitgelegd werd als 16 jaar).
  • Er mag niet meer dan 5 gram per persoon per dag worden verkocht (voorheen was dit 30 gram).
  • Coffeeshops mogen niet meer dan 500 gram voorraad hebben.

Gemeenten zijn de richtlijnen strenger gaan naleven. In november 2000 zijn de richtlijnen opnieuw vastgesteld.

2012: besloten club criterium

Van mei tot november 2012 gold in de provincies Limburg, Noord-Brabant en Zeeland het beslotenclub-criterium. Mensen moesten lid worden van een coffeeshop en konden alleen met het bewijs van lidmaatschap toegang krijgen tot de coffeeshop waar ze lid van waren. Bedoeling van deze maatregel was het weren van drugstoeristen. De maatregel leidde tot veel handel op straat en verkoop via illegale verkooppunten en is dan ook in november 2012 weer afgeschaft (1).

 2013: ingezetenen criterium

Sinds 1 januari 2013 geldt het zogenaamde ingezetenen criterium. Ook hier is het doel het weren van drugstoeristen. De coffeeshop moet vaststellen of je ingezetene bent. Dat moet zij doen aan de hand van een geldig legitimatiebewijs in combinatie met een uittreksel GBA (gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens). Het GBA is te verkrijgen bij de gemeente waar je bent ingeschreven. Hoewel ingezeten criterium sinds 1 januari 2013 landelijk is ingevoerd wordt het in de meeste gemeenten niet nageleefd.  De meeste gemeenten vrezen dat juist het handhaven van deze maatregel, tot problemen (illegale handel, overlast op straat) gaat leiden die er voorheen niet waren. Enkele gemeenten waaronder Amsterdam en Rotterdam hebben laten weten niet actief op naleving van dit criterium te controleren.

2014: afstandscriterium

Per 1 januari 2014 geldt de regel dat de afstand tussen een coffeeshop en een school tenminste 350 meter moet bedragen. Ook voor deze regel geldt maatwerk. Dat  wil zeggen dat gemeenten toch de vrijheid hebben om van deze regel af te wijken.

Toekomst : 15 % maatregel

De regering wil de consumptie en productie van zware cannabis verbieden. Het voornemen is om cannabis met een THC-gehalte van 15% of meer op lijst I van de Opiumwet te plaatsen en te beschouwen als een harddrug. Als deze maatregel ingevoerd wordt  zullen coffeeshops alleen nog cannabis mogen aanbieden met een THC-gehalte, dat lager is dan 15%.

De plannen voor deze maatregel lijken naar de achtergrond geschoven te zijn. Het is de vraag of het een praktisch haalbare maatregel is.

Gedoog criteria anno 2015

  • Geen affichering of reclame. Dit betekent geen reclame anders dan een aanduiding op de gevel.
  • Geen harddrugs. Er mogen in een coffeeshop geen harddrugs voor handen zijn/verkocht worden.
  • Geen overlast. Onder overlast wordt onder meer verstaan: geluidshinder, vervuiling en/of voor of nabij de coffeeshop rondhangende klanten.
  • Geen verkoop en geen toegang aan jongeren onder de 18.
  • een verkoop van meer dan 5 gram per dag per persoon.
  • Geen voorraad groter dan 500 gram.
  • Geen verkoop aan niet ingezetenen (per 1 januari 2013).
  • Geen coffeeshops in de buurt van scholen (per 1 januari 2014).

Experiment gesloten coffeeshopketen (wietexperiment)

Experiment gesloten coffeeshopketen (wietexperiment): er komt een experiment om te kijken of legale levering, inkoop en verkoop van cannabis mogelijk is. Ook wordt de kwaliteit van deze cannabis gecontroleerd. Het experiment wordt uitgevoerd in 6-10 (middel)grote steden. In deze gemeenten moeten alle coffeeshops meedoen. Het experiment begint in 2021 en duurt 4 jaar.

 

Bron:

WODC, Het beslotenclub en ingezetenen criterium

Lees ook het antwoord op de vraag: “wat is de geschiedenis van cannabis?

 

Versie: juli 2020