Is alcoholverslaving genetisch bepaald?

Het risico op alcoholverslaving wordt voor ongeveer 50% verklaard uit erfelijke factoren. Genen spelen een rol bij het ontstaan van alcoholverslaving. De rol van genen kan verschillend zijn. Zij kunnen een rol spelen bij het functioneren van het beloningscentrum of ze kunnen ervoor zorgen dat iemand sneller onder invloed raakt. Hierdoor is er als het ware een ingebouwde rem op veel drinken. Bij jongeren kan een ander type gen er juist voor zorgen dat zij zich niet zo snel dronken voelen waardoor ze juist meer gaan drinken. Er is echter niet één ‘risicogen’ voor alcoholverslaving (1). Omgevingsfactoren spelen ook een grote rol.

Dat genen belangrijk zijn blijkt uit een Amerikaans onderzoek. Als een van je ouders een alcoholverslaving heeft is heb je een 34% grotere kans om ook alcoholverslaafd te worden. Als beide ouders alcoholverslaafd zijn is er zelfs een 40% grotere kans (2).

Genen alleen verklaren niet of iemand alcoholverslaafd wordt of niet. Ook omgeving en allerlei andere factoren spelen een rol. Iemand met een erfelijke belasting die op een onbewoond eiland woont, zal nooit alcoholverslaafd worden terwijl iemand die zonder erfelijke belasting opgroeit in een drankcultuur wel degelijk verslaafd kan worden. Met andere woorden: genen alleen maken geen alcoholverslaving. Daar is toch meer voor nodig.

Tweeling studies

Bij eeneiige tweelingen blijkt dat als een van hen verslaafd raakt er een kans is van 53 % dat de ander ook verslaafd is. Bij twee-eiige tweelingen (die genetisch meer van elkaar verschillen) ligt die kans maar op 23% (3).

Onderzoek onder kinderen

Een onderzoek uit Denemarken gaf ook sterke aanwijzingen voor een erfelijke belasting. In dit onderzoek werden geadopteerde kinderen waarvan een van de natuurlijke ouders alcoholverslaafd was, vergeleken met adoptiekinderen zonder verslaafde ouders. Toen de kinderen volwassen waren, bleek verslaving vaker voor te komen bij geadopteerde kinderen van wie de natuurlijke ouders alcoholverslaafd waren dan bij geadopteerde kinderen van wie de natuurlijke ouders geen verslavingsprobleem hadden.

Gen CYP2EI

Uit onderzoek bleek dat een bepaald type gen CYP2EI ervoor kan zorgen dat mensen zich na enkele glazen sterke drank meer dronken voelen dan anderen (4). Iets dergelijks is ook gevonden bij Aziatische volken. Zij hebben een soort natuurlijke rem op alcoholverslaving. Zij missen een bepaald enzym (het ALDH-enzym) waardoor de alcohol slechts gedeeltelijk afgebroken wordt en giftige stoffen in het bloed blijven circuleren. Hierdoor word je ziek. Het ziek worden werkt dan als een rem om veel te drinken.

Beloningscentrum

Een ander type gen dat mogelijk van belang is, is een gen dat van invloed is op de dopaminehuishouding in de hersenen. Hierdoor kan het beloningscentrum bij de een minder goed functioneren dan bij de ander. Bij een minder goed functionerend beloningscentrum kan gebruik van alcohol of drugs een sterk positief effect teweegbrengen waardoor frequent gebruik makkelijk kan ontstaan (5).

Een ander onderzoek zegt dat niet één type gen verantwoordelijk is voor verslaving.

Het onderzoek naar het kunnen voorspellen van alcoholverslaving bij kinderen richt zich overigens niet op erfelijkheid alleen, maar veel meer op het combineren van allerlei factoren (markers) die kunnen voorspellen of kinderen tot een hoge of lage risicogroep horen. Daar horen erfelijke factoren bij, maar ook factoren die met opvoeding en milieu te maken hebben.

Bronnen:

  1. Schellekens, Dopamine en overmatig alcoholgebruik: genen in interactie met hun omgeving. 
  2. Uppers, downers, all rounders. Physical and mental effect of psychoactive drugs.
  3. Donders, De rol van genetische factoren bij alcoholverslaving
  4. ACER, North Carolina 2010
  5. Brink 2006, Verslaving een chronisch recidiverende hersenziekte

 

Versie: juni 2019