Hoe worden gesmokkelde drugs gevonden?

Verantwoordelijk voor de opsporing van drugs aan de grens zijn de douane en de marechaussee. De douane is verantwoordelijk voor de controle op de in- en uitvoer van goederen; de marechaussee is verantwoordelijk voor de controle van personen. De douane en de marechaussee werken nauw samen met politie, justitie en andere – ook buitenlandse – opsporingsdiensten.

Vroeger werd alles wat ons land binnenkwam fysiek gecontroleerd. Dozen werden opengemaakt en vrachtwagens werden leeggehaald. Er werd gekeken, gemeten, geteld, geroken en geproefd. Die tijd is voorbij. De goederenstroom is te omvangrijk. Bij de opsporing maakt men gebruik van verschillende methoden. Eerst maakt men een risicoanalyse. Verder maakt de douane onder andere gebruik van container scans en drugshonden.

Risicoindicatoren

Allereerst maakt men een risicoanalyse. Bij een risicoanalyse schat men aan de hand van risico-indicatoren in hoe groot de kans is dat drugs worden in- of uitgevoerd. Risico-indicatoren die kunnen leiden tot een controle zijn o.a.: land van herkomst, land van bestemming, het verleden van een persoon/bedrijf etc. Er zijn vele risico-indicatoren. Welke dat zijn wordt uiteraard niet publiek gemaakt.

Containerscans

Voor de controle van goederen die het land binnenkomen en goederen die naar buiten gaan, maakt de douane sinds 1999 gebruik van de zogenaamde containerscans. Een containerscan is een soort van lopende band waar bijvoorbeeld een vrachtwagen met oplegger, maar zonder chauffeur doorheen getrokken en gescand wordt. Op deze manier ziet de douane of er iets verdachts in de containers zit. Niet alle vrachtwagens en containers die ons land binnenkomen worden gecontroleerd. Dat kan ook niet aangezien er alleen al in Rotterdam jaarlijks zo’n vier miljoen containers worden aangevoerd. Er moet dus geselecteerd worden en dat gebeurt weer op basis van de risico-indicatoren. Datzelfde geldt voor postpakketjes en koffers. Die worden -mits er sprake is van verdenking- gecontroleerd door de zogenaamde mobiele scans óf ze worden geopend en onderzocht.

Drugshonden

Soms wordt er gebruik gemaakt van de zogenaamde drugshonden, die getraind zijn in het ruiken van drugs. Men laat ze snuffelen aan een koffer, een pakketje, in een auto (in het geval van een landsgrens) en als de hond begint te blaffen of gaat zitten, weet de douanier, dat het raak is.

Controle van personen

Voor mensen geldt eigenlijk hetzelfde als voor goederen: iemand wordt pas door de marechaussee gecontroleerd wanneer er sprake is van risico-indicatoren. Zo weet de marechaussee bijvoorbeeld dat mensen die cocaïne smokkelen veelal afkomstig zijn van het Caraïbisch gebied. Mensen die daar vandaan komen, zullen aan de Nederlandse grens -met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid- in de gaten worden gehouden.

 

Versie: augustus 2019