Hoe kun je druggebruik herkennen?

Per middel vallen de volgende kenmerken op:

Alcohol Adem ruikt naar alcohol, vrolijke stemming, luidruchtig, meer durf, verlegenheid verdwijnt, minder controle over bewegingen.
Hasj en wiet Rode ogen, opgewekt, suffig, sloom, vergeten wat er net gezegd is, giechelig, trek in eten, zware armen en benen. Sterke zoetige geur van de cannabis.
MDMA (XTC) Opgewekt, knuffelig, energiek en praterig, ontspannen en zorgeloos. De pupillen zijn vergroot. Gebruikers kunnen lang door dansen. Dagen na gebruik kan een dip volgen. Ze voelen zich dan leeg en down en zijn oververmoeid en geïrriteerd.
Amfetamine (speed) Wijde pupillen, energiek, praterig, snelle ademhaling. De dagen erna: down, leeg, lusteloos, oververmoeid en geïrriteerd.
Cocaïne Wijde pupillen (niet altijd), vaak naar het toilet gaan (om te snuiven), opgewekt, energiek, praterig (vooral over zichzelf), overmoedig, rusteloos, geïrriteerd, opvliegend. De dagen erna: down, leeg, oververmoeid.
LSD Wijde pupillen, chaotisch gedrag, onlogisch gedrag, niet goed uit zijn/haar woorden komen.
Heroïne Vernauwde pupillen, bijna gesloten oogleden, dromerig, net alsof de persoon in slaap dommelt, sloom, passief, stil, langzame ademhaling.
Gokken Volledig opgaan in het gokspel, denken dat je kunt winnen, geld lenen, veel alleen spelen, slecht slapen, verminderde concentratie.

Gemeenschappelijk kenmerk druggebruik

Vooral de stemmingswisselingen zijn een gemeenschappelijk kenmerk van alle drugs. Dan weer is iemand vrolijk, dan weer down. Op het ene moment is hij erbij, het volgende moment is hij sloom of afwezig. Bij voortgezet gebruik presteert de gebruiker steeds minder en gaat het leven steeds meer om drugs draaien.

Testen op druggebruik

Er zijn urine- of speekseltestjes waarmee je druggebruik kunt herkennen. Deze testjes zijn echter onbetrouwbaar, want:

  • ze kunnen een uitslag missen. Dat wil zeggen: de persoon heeft wel gebruikt, maar de test ziet het niet. Bijvoorbeeld omdat ze een aantal dagen geleden gebruikt hebben. Een test kan vaak alleen zeer recent gebruik detecteren.
  • ze geven een uitslag die niet klopt. De test zegt dat de persoon gebruikt heeft, terwijl dat niet zo is.

Als je wilt weten of iemand gebruikt heeft is het vaak efficiënter om het gewoon eerlijk en niet veroordelend te vragen.

Geen drugs maar iets heel anders

Veel kenmerken van druggebruik kunnen ook symptomen zijn van iets heel anders. Let je te veel op de kenmerken, dan loop je het risico een onschuldige verliefdheid of depressieve gevoelens te benoemen als druggebruik.

Wat doe je na het ontdekken van druggebruik

Het is belangrijk dat je van tevoren goed weet wat je gaat doen wanneer je het druggebruik boven tafel hebt. Veel mensen zijn alleen bezig met ‘opsporen’, maar weten niet wat ze moeten doen als ze het gebruik eenmaal ontdekken. Pas dan gaan ze nadenken over de volgende stap. Je zult dan verder moeten praten. Bedenk welk doel dat gesprek zou moeten hebben. Een doel zou bijvoorbeeld kunnen zijn: het stellen van een duidelijke regel, het bespreken van het verschil tussen gebruik en misbruik of het nagaan van de redenen van gebruik en het vinden van alternatieven voor het gebruik voor deze redenen.

Niet speuren maar praten

Het beste is om er via een gesprek achter te komen wat iemand gebruikt. Je vergroot de kans op succes als je van tevoren weet waarom de gebruiker zijn druggebruik zou verzwijgen. Verzwijgen of ontkennen gebeurt meestal omdat de gebruiker een zeer negatieve reactie verwacht. De gebruiker verwacht dat je schrikt, kwaad wordt, teleurgesteld bent, of je onnodig zorgen gaat maken. Om dat te vermijden gaat de gebruiker ontkennen. Wanneer je een niet-verwijtende en een niet al te angstige houding hebt tegenover het druggebruik, zal de gebruiker eerder bereid zijn erover te praten.

 

Versie: juni 2020