Lees hier onder eerst de algemene tekst over combineren van drugs en medicatie. Klik vervolgens in het schema eronder op een combinatie van drug en medicatie voor meer informatie.
Gecombineerd gebruik van medicijnen en drugs kan gevaarlijk zijn en wordt daarom ook afgeraden. De gevolgen kunnen verschillen van persoon tot persoon. Dat heeft te maken met je geslacht, je voeding, erfelijke factoren, je conditie, je lichaamsgewicht, etc.
Algemeen
Als je diabetes hebt is het van groot belang dat je gezond en regelmatig eet. Alcohol en drugsgebruik gaat in het algemeen niet samen met een gezond en regelmatig eetpatroon. Gebruik van alcohol en drugs geeft een grote kans op ontregeling van de diabetes met ernstige gevolgen voor de gezondheid op lange termijn. Alle middelen geven verhoogd risico op hyperglykemie en diabetische ketoacidose. De honger onderdrukkende middelen geven ook een verhoogd risico op een hypoglykemie.
Medicijnen en drugs kunnen elkaars werking versterken of juist verminderen. Als het ene middel het andere middel op deze manier beïnvloedt, spreken we van een wisselwerking of een interactie. Diabetesmedicatie heeft verschillende interacties met drugs. Soms zijn drugs niet helemaal puur, maar versneden met andere stoffen. Vaak weet je niet met welke stoffen de drugs zijn versneden, dus dit kan gevaarlijk zijn.
Ook op een indirecte manier kunnen drugs gevolgen hebben voor het effect van medicijnen. Als het gebruik samengaat met slaaptekort, maaltijden overslaan en het vergeten of niet volgens voorschrift innemen van medicijnen kan dit onverwachte gevolgen hebben. Dit kan voor diabetes patiënten grote gevolgen hebben.
Interacties diabetes medicatie
Er zijn momenteel geen ernstige interacties bekend. Alleen helemaal zeker weten we het niet, omdat er weinig onderzoek gedaan is naar deze combinatie. Check het bij twijfel altijd bij je huis- of voorschrijvend-arts of bij de apotheek. Wel zijn er andere risico’s verbonden aan het gebruiken van truffels als je diabetes hebt. Door gebruik van truffels gaat je hartslag ophoog, en kun je stemmingswisselingen en hallucinaties krijgen. Risico is dat je hierdoor kunt denken dat je een hypo hebt, terwijl dat niet het geval is. En dan verkeerde actie onderneemt met alle gevolgen.
Bekijk deze animatie van Diabetesvereniging Nederland over drugs met diabetes.
Diabetes mellitus is ook wel bekend onder de naam suikerziekte. Ongeveer 1.000.000 mensen in Nederland lijden aan deze ziekte [1].
Suiker (glucose) is een belangrijke bron van energie voor het lichaam. Een teveel aan glucose wordt in het lichaam opgeslagen als glycogeen, wat bij een tekort aan glucose wordt afgebroken. De hoeveelheid suiker in het bloed (bloedsuikergehalte) is dan weer stabiel. Het hormoon insuline helpt bij het opslaan van een teveel aan glucose. Ook zijn er remmende hormonen die insuline juist tegenwerken [2].
De regulatie van het bloedsuikergehalte kan op twee manieren verstoord raken, waardoor er ook twee typen diabetes zijn.
Diabetes leidt tot een verhoogde kans op aandoeningen zoals hart- en vaatziekten, gezichtsstoornissen, blindheid, nierziekten en gevoeligheid en/of pijn in de ledematen [1]. Om deze complicaties op korte en lange termijn te voorkomen, worden geneesmiddelen voorgeschreven.
Als gevolg van diabetes of diabetesmedicatie kan de bloedsuikerspiegel dalen of stijgen. Als de bloedsuikerspiegel te laag is, wordt dit hypoglykemie of hypo genoemd. Je concentratievermogen neemt af en je kunt last krijgen van hoofdpijn, vermoeidheid, duizeligheid en hartkloppingen. Als het suikergehalte in het bloed te hoog is, spreekt men van hyperglykemie of hyper. Hierbij horen klachten als dorst, veel plassen, moeheid, jeuk of infecties.
Diabetesmedicatie
Geneesmiddelen bij diabetes worden ingedeeld in drie verschillende groepen: insulinen, orale bloedglucoseverlagende middelen en overige bloedglucoseverlagende middelen.
Insuline bevordert de opslag van glucose in de vorm van glycogeen. Cellen kunnen meer glucose opnemen. Hierdoor daalt de bloedsuikerspiegel tot een normale waarde. Insuline wordt altijd per injectie toegediend. Bij type I diabetes wordt alleen insuline gebruikt en geen andere middelen [2]. Als bijwerking kan een sterke daling van de bloedsuikerspiegel voorkomen. Klachten hierbij zijn trillen, duizeligheid, zweten, concentratiestoornissen, hartkloppingen en wazig zien [4].
– Voorbeelden: insuline aspart (Novorapid® en Novomix®), insuline (Insulatard® en Mixtard®) en insuline glargine (Lantus®).
Orale bloedglucoseverlagende middelen worden opgesplitst in de groepen sulfonylureumderivaten en biguaniden.
Sulfonylureumderivaten
Sulfonylureumderivaten worden toegepast bij mensen met diabetes type II. Het zijn middelen die de afgifte van insuline stimuleren. Bijwerkingen: te lage bloedsuikerspiegel, maag-darmstoornissen, allergische huidreacties en overgevoeligheid voor alcohol.
– Voorbeelden: tolbutamide (Rastinon®), glibenclamide (Daonil® en Euglucon®) en gliclazide (Diamicron®).
Biguaniden
Biguaniden worden toegepast bij mensen met diabetes type II met overgewicht. Ze maken de beschikbare insuline beter werkzaam door meer insulinereceptoren vrij te maken en overbodige aanmaak van glucose te verminderen. Bijwerkingen: verminderde eetlust en maag-darmklachten.
– Voorbeeld: metformine (Glucophage®).
Thiazolidinedionen
Thiazolidinedionen bevorderen de werking van insuline op een nog onbekende manier [4]. Het duurt zes tot acht weken voordat deze middelen goed werken. Bijwerkingen: gewichtstoename en vochtophoping.
– Voorbeelden: pioglitazon (Actos®) en rosiglitazon (Avandia®).
Overige bloedglucoseverlagende middelen hebben net als eerdergenoemde groepen een bloeddrukverlagend effect. Hiertoe behoren repaglinide (Novonorm®), acarbose (Glucobay®) en sitagliptine (Januvia®).