Lees hier onder eerst de algemene tekst over combineren van drugs en medicatie. Klik vervolgens in het schema eronder op een combinatie van drug en medicatie voor meer informatie.
Gecombineerd gebruik van medicijnen en drugs kan gevaarlijk zijn en wordt daarom ook afgeraden. De gevolgen kunnen verschillen van persoon tot persoon. Dat heeft te maken met je geslacht, je voeding, erfelijke factoren, je conditie, je lichaamsgewicht, etc.
Een depressie wordt veroorzaakt door een verstoorde balans van verschillende stoffen in de hersenen (zoals serotonine en dopamine). Antidepressiva helpen die balans weer te herstellen. Wanneer je drugs (zoals speed, XTC of cocaïne) gebruikt, verstoor je die balans opnieuw, waarmee je jezelf in de vingers snijdt. Het herstel van je depressie kan door speedgebruik langzamer verlopen, of er kan een nieuwe depressieve periode ontstaan.
Ook op een indirecte manier kunnen drugs gevolgen hebben voor het effect van medicijnen. Als het gebruik van drugs samengaat met slaaptekort, maaltijden overslaan en het vergeten of niet volgens voorschrift innemen van medicijnen kan dit onverwachte gevolgen hebben. Combinatie van antidepressiva en drugs is sowieso onverstandig, omdat beide middelen het reactievermogen verminderen.
Chronisch gebruik van verschillende drugs kan een depressie veroorzaken [10,11]. Het is dus verstandig het gebruik in de hand te houden.
Interacties
Speed heeft een opwekkend effect op het centrale zenuwstelsel.
Het zorgt ervoor dat je bloeddruk omhoog gaat, je pupillen groter worden en je hart sneller gaat kloppen. In de hersenen ontregelt speed de afgifte van de stoffen dopamine, norepinefrine en serotonine, terwijl antidepressiva serotonine na afgifte vasthouden. Speed zorgt er tevens voor dat deze stoffen tijdelijk niet meer heropgenomen kunnen worden, waardoor ze langer kunnen werken.
In het algemeen wordt de combinatie van speed met antidepressiva afgeraden. Antidepressiva worden immers genomen om de neurotransmitterhuishouding weer in balans te brengen om angst of depressie te verminderen. Speed zou dit proces kunnen verstoren .
Combinatie met SSRI’s kan het effect van speed mogelijk een beetje verminderen, omdat speed niet meer zijn effect op serotonine kan hebben, de SSRI’s houden die bindingsplaats namelijk bezet. Omdat speed vooral zijn effecten uitoefent door de heropname van dopamine en noradrenaline te remmen en SSRI’s daar geen effect op hebben, blijft het speed effect grotendeels behouden.
Zowel speed als antidepressiva zorgen voor een verhoogde hoeveelheid serotonine in het bloed. Speed zorgt voor een verhoogde afgifte, terwijl antidepressiva serotonine na afgifte langer vasthouden. De combinatie van deze twee middelen kan leiden tot het serotonine syndroom. (kauwen) spiertrekkingen, oververhitting en mentale verwarring. Het serotonine syndroom verloopt meestal mild. In sommige gevallen heeft het serotonine syndroom een ernstige afloop, met coma of dood als gevolg. Je bent dus gewaarschuwd.
Als je speed en MAO-remmers combineert, kan dit zeker leiden tot het serotoninesyndroom [8]. Je kunt dan last krijgen van bovengenoemde symptomen, deze combinatie is levensgevaarlijk, en moet nooit plaatsvinden. Wanneer je het toch doet, speel je met je leven.
We raden het gecombineerd gebruik van speed en anti-depressiva af, ten eerste omdat het een depressie weer kan aanwakkeren, en ten tweede omdat de medicijnen met elkaar een wisselwerking hebben die ernstige bijwerkingen kan geven.
We spreken van depressie wanneer iemand gedurende lange tijd een sombere stemming heeft en geen interesse of plezier meer beleeft. Andere mogelijke kenmerken zijn vermoeidheid, een opgejaagd gevoel, slaapproblemen, denken aan zelfmoord, vermindering van eetlust en gevoelens van schuld of waardeloosheid [1]. 5 tot 10% van de bevolking krijgt in zijn of haar leven te maken met een depressie. Het kan iedereen overkomen.
In het lichaam worden continu prikkels door de hersenen afgegeven. Deze worden door de zenuwcellen doorgegeven met behulp van chemische stoffen, zogenaamde neurotransmitters. Serotonine is een neurotransmitter die een belangrijke rol speelt bij stemming en emoties. Serotonine disbalans komt voor en speelt een rol bij depressie. Maar dat maakt het niet automatisch een oorzaak van depressie, en ook niet de belangrijkste. Kortom, als iemand depressief is betekent dit niet per direct dat diegene een serotoninetekort heeft. Het kan ook te veel zijn of op een normaal niveau. Er zijn verschillende soorten depressies en het is een complexe stoornis waarbij vaak ook zaken buiten de hersenen voor de klachten zorgen.
Echter is er ook een mono-aminetheorie die stelt dat depressie (voor een deel) te verklaren is door stofjes die in de hersenen te weinig aanwezig zijn. Dat gaat voornamelijk om serotonine en dopamine en in kleinere mate om noradrenaline. Antidepressiva zorgen voor een grotere beschikbaarheid van serotonine. Hierdoor vermindert (meestal) de depressie en verbetert de stemming.
Ongeveer twee van de drie mensen met een depressie zoekt hiervoor professionele hulp. Zij komen terecht bij een huisarts. Deze kan kiezen voor psychotherapie, voor therapeutische behandeling met geneesmiddelen of een combinatie daarvan [2].
Antidepressiva
Antidepressiva zijn medicijnen die de klachten van een depressie verminderen. Hoe antidepressiva exact werken is onbekend. Wel is bekend dat antidepressiva op korte termijn het aantal neurotransmitters doen toenemen, en wel op de volgende twee manieren:
Hierdoor herstelt de balans van serotonine in de hersenen en nemen de klachten meestal af: je wordt minder somber en kunt weer plezier beleven in het dagelijks leven.
Antidepressiva zijn onder te verdelen in de volgende drie groepen: de serotonineheropnameremmers (SSRI’s), de tricyclische antidepressiva (TCA) en de monoamino-oxidaseremmers (MAO-remmers) [1,3]. MAO-remmers zijn gevaarlijk vanwege de vele wisselwerkingen met andere geneesmiddelen en bepaalde voeding, daarom worden ze alleen nog voorgeschreven in uitzonderlijke gevallen [1,4].
Tricyclische antidepressiva (TCA) hebben onderling qua samenstelling veel met elkaar gemeen, maar verschillen qua effect en bijwerkingen. TCA remmen de heropname van zowel serotonine als noradrenaline, zodat deze stoffen langer in het lichaam blijven [5]. Je kunt bij gebruik van TCA last krijgen van bijwerkingen als verwardheid, verstopping, sufheid, slaperigheid, droge mond, problemen met het zien, onrust, spanning en een verminderde behoefte aan seks.
Voorbeelden: amitriptyline (Tryptizol®, Sarotex®), imipramine, clomipramine (Anafranil®), doxepine (Sinequan®) nortriptyline (Nortrilen®).
Serotonineheropnameremmers (SSRI’s) remmen de heropname van serotonine, zodat deze stof langer in het lichaam blijft [4]. Het verschil met TCA is dat SSRI’s selectiever werken, dat wil zeggen bij de gebruikelijke dosis alleen op de serotonine-opname. SSRI’s kennen andere bijwerkingen dan TCA’s, namelijk maag- en darmklachten, misselijkheid, hoofpijn, angst, verwardheid en onrust.
Voorbeelden: citalopram (Cipramil®), fluoxetine (Prozac®), fluvoxamine (Fevarin®), paroxetine (Serotax®) en sertraline (Zoloft®).
MAO-remmers vertragen de afbraak van onder andere de stoffen norepinefrine, serotonine en dopamine [1,6]. MAO-remmers oefenen hun effecten uit in het hele lichaam. Ze kennen soortgelijke bijwerkingen als de SSRI’s en in het begin van gebruik vooral slaapstoornissen en misselijkheid.
Voorbeelden: fenelzine (Nardil®) en tranylcypromine (Parnate®) en moclobemide (Aurorix®).