Lees voor
 

Drugs en medicijnen

Lees hier onder eerst de algemene tekst over combineren van drugs en medicatie. Klik vervolgens in het schema eronder op een combinatie van drug en medicatie voor meer informatie.

Gecombineerd gebruik van medicijnen en drugs kan gevaarlijk zijn en wordt daarom ook afgeraden. De gevolgen kunnen verschillen van persoon tot persoon. Dat heeft te maken met je geslacht, je voeding, erfelijke factoren, je conditie, je lichaamsgewicht, etc.

  • Hersenen: Je lichaam maakt geen onderscheid tussen een medicijn of een drug. Als je gelijktijdig een medicijn en een drug gebruikt dan kunnen deze elkaars effect versterken of verzwakken. Dit kan gevaarlijk zijn voor je gezondheid.
  • Lever: De lever kan maar een beperkte hoeveelheid stoffen tegelijk afbreken. Hierdoor bestaat er een risico dat de andere stof niet goed wordt afgebroken en dus te lang in je lichaam aanwezig blijft. Soms reageert de lever juist overactief op een stof, dan worden de stoffen te snel afgebroken met als risico dat het geneesmiddel veel te kort of niet meer goed werkt.
  • Medicatietrouw: Het is niet wenselijk dat je je medicijngebruik stopt om een drug te gebruiken. Als je zomaar met het geneesmiddel stopt, kan dat vervelende gevolgen hebben voor je lichaam. Vraag daarom altijd voor de zekerheid aan je behandelend arts wat de risico’s zijn vóórdat je drugs in combinatie met medicijnen gaat gebruiken.
Bekijk

 

Alcohol
Cannabis
Cocaïne
Basecoke
GHB
Heroïne
Ketamine
LSD
Slaap- en kalmerings­middelen
Smart­drugs
Speed
Tabak
Truffels en paddo's
XTC / MDMA
ADHD
Anti-epileptica
Antibiotica
Anticonceptiva
Antidepressiva
Antihypertensiva
Antipsychotica
Astma / COPD
Diabetes
Hoofdpijnmedicatie
Pijnmedicatie
Slaapmedicatie

 

Antidepressiva & Heroïne

1. Interactie antidepressiva
2. Algemeen antidepressiva
3. Literatuur antidepressiva

1. Interactie antidepressiva

Algemeen

Een depressie wordt veroorzaakt door een verstoorde balans van verschillende stoffen in de hersenen (zoals serotonine en dopamine). Antidepressiva helpen die balans weer te herstellen. Wanneer je drugs gebruikt, verstoor je die balans opnieuw, waarmee je jezelf in de vingers snijdt. Het herstel van je depressie kan door drugsgebruik langzamer verlopen, of er kan een nieuwe depressieve periode ontstaan.

Medicijnen en drugs kunnen elkaars werking versterken of juist verminderen. Als het ene middel het andere middel op deze manier beïnvloedt, spreken we van een wisselwerking of een interactie. Antidepressiva hebben verschillende interacties met drugs. Soms zijn drugs niet helemaal puur, maar versneden met andere stoffen. Vaak weet je niet met welke stoffen de drugs zijn versneden, dus dit kan gevaarlijk zijn.

Ook op een indirecte manier kunnen drugs gevolgen hebben voor het effect van medicijnen. Als het gebruik van drugs samengaat met slaaptekort, maaltijden overslaan en het vergeten of niet volgens voorschrift innemen van medicijnen kan dit onverwachte gevolgen hebben. Combinatie van antidepressiva en drugs is sowieso onverstandig, omdat beide middelen het reactievermogen verminderen.

Chronisch gebruik van verschillende drugs kan een depressie veroorzaken [10,11]. Het is dus verstandig het gebruik in de hand te houden.

Interacties antidepressiva

Er zijn momenteel geen ernstige interacties bekend. Alleen helemaal zeker weten we het niet, omdat er weinig onderzoek gedaan is naar deze combinatie. Check het bij twijfel altijd bij je huis- of voorschrijvend-arts of bij de apotheek.

2. Algemeen antidepressiva

We spreken van depressie wanneer iemand gedurende lange tijd een sombere stemming heeft en geen interesse of plezier meer beleeft. Andere mogelijke kenmerken zijn vermoeidheid, een opgejaagd gevoel, slaapproblemen, denken aan zelfmoord, vermindering van eetlust en gevoelens van schuld of waardeloosheid [1]. 5 tot 10% van de bevolking krijgt in zijn of haar leven te maken met een depressie. Het kan iedereen overkomen.

In het lichaam worden continu prikkels door de hersenen afgegeven. Deze worden door de zenuwcellen doorgegeven met behulp van chemische stoffen, zogenaamde neurotransmitters. Serotonine is een neurotransmitter die een belangrijke rol speelt bij stemming en emoties. Serotonine disbalans komt voor en speelt een rol bij depressie. Maar dat maakt het niet automatisch een oorzaak van depressie, en ook niet de belangrijkste. Kortom, als iemand depressief is betekent dit niet per direct dat diegene een serotoninetekort heeft. Het kan ook te veel zijn of op een normaal niveau. Er zijn verschillende soorten depressies en het is een complexe stoornis waarbij vaak ook zaken buiten de hersenen voor de klachten zorgen.

Echter is er ook een mono-aminetheorie die stelt dat depressie (voor een deel) te verklaren is door stofjes die in de hersenen te weinig aanwezig zijn. Dat gaat voornamelijk om serotonine en dopamine en in kleinere mate om noradrenaline. Antidepressiva zorgen voor een grotere beschikbaarheid van serotonine. Hierdoor vermindert (meestal) de depressie en verbetert de stemming.

Ongeveer twee van de drie mensen met een depressie zoekt hiervoor professionele hulp. Zij komen terecht bij een huisarts. Deze kan kiezen voor psychotherapie, voor therapeutische behandeling met geneesmiddelen of een combinatie daarvan [2].

Antidepressiva

Antidepressiva zijn medicijnen die de klachten van een depressie verminderen. Hoe antidepressiva exact werken is onbekend. Wel is bekend dat antidepressiva op korte termijn het aantal neurotransmitters doen toenemen, en wel op de volgende twee manieren:

  1. Het remmen van de heropname van serotonine (voorkomen dat eenmaal afgegeven serotonine weer teruggaat naar de zenuw)
  2. Het voorkomen dat eenmaal afgegeven serotonine wordt afgebroken

Hierdoor herstelt de balans van serotonine in de hersenen en nemen de klachten meestal af: je wordt minder somber en kunt weer plezier beleven in het dagelijks leven.

Antidepressiva zijn onder te verdelen in de volgende drie groepen: de serotonineheropnameremmers (SSRI’s), de tricyclische antidepressiva (TCA) en de monoamino-oxidaseremmers (MAO-remmers) [1,3]. MAO-remmers zijn gevaarlijk vanwege de vele wisselwerkingen met andere geneesmiddelen en bepaalde voeding, daarom worden ze alleen nog voorgeschreven in uitzonderlijke gevallen [1,4].

  • Tricyclische antidepressiva (TCA)

Tricyclische antidepressiva (TCA) hebben onderling qua samenstelling veel met elkaar gemeen, maar verschillen qua effect en bijwerkingen. TCA remmen de heropname van zowel serotonine als noradrenaline, zodat deze stoffen langer in het lichaam blijven [5]. Je kunt bij gebruik van TCA last krijgen van bijwerkingen als verwardheid, verstopping, sufheid, slaperigheid, droge mond, problemen met het zien, onrust, spanning en een verminderde behoefte aan seks.

Voorbeelden: amitriptyline (Tryptizol®, Sarotex®), imipramine, clomipramine (Anafranil®), doxepine (Sinequan®) nortriptyline (Nortrilen®).

  • Serotonineheropnameremmers (SSRI’s).

Serotonineheropnameremmers (SSRI’s) remmen de heropname van serotonine, zodat deze stof langer in het lichaam blijft [4]. Het verschil met TCA is dat SSRI’s selectiever werken, dat wil zeggen bij de gebruikelijke dosis alleen op de serotonine-opname. SSRI’s kennen andere bijwerkingen dan TCA’s, namelijk maag- en darmklachten, misselijkheid, hoofpijn, angst, verwardheid en onrust.

Voorbeelden: citalopram (Cipramil®), fluoxetine (Prozac®), fluvoxamine (Fevarin®), paroxetine (Serotax®) en sertraline (Zoloft®).

  • MAO-remmers [6]

MAO-remmers vertragen de afbraak van onder andere de stoffen norepinefrine, serotonine en dopamine [1,6]. MAO-remmers oefenen hun effecten uit in het hele lichaam. Ze kennen soortgelijke bijwerkingen als de SSRI’s en in het begin van gebruik vooral slaapstoornissen en misselijkheid.

Voorbeelden: fenelzine (Nardil®) en tranylcypromine (Parnate®) en moclobemide (Aurorix®).

3. Literatuur antidepressiva

  1. Farmacotherapeutisch Kompas (2008). Onafhankelijke geneesmiddelinformatie voor professionals in de zorg. (24 Nov.2008). http://www.farmacotherapeutischkompas.nl/
  2. Baan, C.A. & Hutten, J.H. & Rijken, P.M. (2003). Afstemming in de zorg. Een achtergrondstudie naar de zorg voor mensen met een chronische aandoening. RIVM-rapport 282701005.
  3. Nederlands Huisartsen Genootschap (2003). Depressieve stoornis (depressie). (24 Nov.2008). https://www.nhg.org/
  4. Nederlands Huisartsen Genootschap (2004). NHG-patiëntenbrief: antidepressiva. (23 Nov.2008). https://www.nhg.org/
  5. Alcoholinfo.nl (2000). Antidepressiva en alcohol. (24 Nov.2008).http://www.alcoholinfo.nl/publiek/veelgesteldevragen/resultaten/antwoord/?vraag=2543
  6. De Wit, R. & Sijes, M. (z.d.). Alle vragen en antwoorden. (24 Nov.2008).http://www.drugsinfoteam.nl
  7. Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering der Pharmacie (2007). Informatorium Medicamentorum. ’s Gravenhage: WINap
  8. Lexi-Comp Online™ Interaction Monograph, TCA
  9. Lexi-Comp Online™ Interaction Monograph, Selective Serotonin Reuptake Inhibitors / Alcohol (Ethyl)
  10. Touw, D. (2001). Interacties tussen geneesmiddelen en drugs, een nieuw terrein voor het bewakingssysteem. Pharmaceutisch Weekblad, jaargang 136 nr. 40.
  11. Geerlings, P.J. (1998). Populaire harddrugs. Geneesmiddelenbulletin, 32:39-47
  12. Baxter K. (Edited) (2005). 7th Edition Stockley’s Drug Interactions. London: Pharmaceutical Press.
  13. Dean, A. (2006). Illicit drugs and drug interactions. Pharmacist, jaargang 25 nr. 9.
  14. Vervaeke, H. (biomedicus). Serotoninesyndroom. (11 Jan.2009). Amsterdam
  15. Wikipedia, de vrije encyclopedie (2008). Paddo. (24Nov.2008).http://nl.wikipedia.org/wiki/Paddo
  16. Beysens, A.J.M.M. & Lenderink, A.W. (2003). Geneesmiddeleninformatie. Maarssen: Elsevier gezondheidszorg.
  17. Hall, M. & Buckley, N. (2003). Het serotoninesyndroom. Geneesmiddelenbulletin, 37:82-85.
  18. Zevin, S. & Benowitz, N.L. (1999). Drug interactions with tobacco smoking, an update. Clin Pharmacokinet, 36 (6): 425-438.
ISO 9001 HKZNEN7510 Keurmerk

Disclaimer | Privacyverklaring | Cookiebeleid | © 2024 Jellinek - Alle rechten voorbehouden | Realisatie: Lemon

Arkin