Lees hier onder eerst de algemene tekst over combineren van drugs en medicatie. Klik vervolgens in het schema eronder op een combinatie van drug en medicatie voor meer informatie.
Gecombineerd gebruik van medicijnen en drugs kan gevaarlijk zijn en wordt daarom ook afgeraden. De gevolgen kunnen verschillen van persoon tot persoon. Dat heeft te maken met je geslacht, je voeding, erfelijke factoren, je conditie, je lichaamsgewicht, etc.
Medicijnen en drugs kunnen elkaars werking beïnvloeden. Als dat zo is dan kunnen ze elkaars werking versterken of verminderen. Als een middel een andere middel beïnvloedt, spreken we van een wisselwerking of een interactie.
Antidepressiva hebben verschillende interacties met drugs. Maar drugs kunnen ook op een indirecte manier gevolgen hebben voor het effect van antidepressiva. Als het gebruik samengaat met slaaptekort, maaltijden overslaan en het vergeten of niet volgens voorschrift innemen van medicijnen kan dit onverwachte gevolgen hebben [5].
Chronisch gebruik van verschillende drugs kan een depressie ontlokken. Het is dus verstandig om gebruik niet uit de hand te laten lopen.
Interacties cannabis
Mogelijk is er een risico in het combinatiegebruik van mirtazapine en cannabis, omdat ze beiden een dempend effect hebben (in mindere mate hebben nortriptyline, imipramine en clomipramine ook een dempend effect).
Onderzoeken laten zien dat combinatie van TCA (tri-cyclisch antidepressivum) met cannabis hartritmestoornissen kan veroorzaken [12]. Ook uit ervaringen van gebruikers blijkt dat TCA in combinatie met cannabis een versnelde hartslag, veranderingen in het denkvermogen en plotseling optredende ernstige verwardheid kan veroorzaken.
Wat de SSRI’s betreft, melden gebruikers stemmingsstoornissen bij combinatie van fluoxetine (Prozac®) en cannabis [13,14]. Het is nog te vroeg om een definitieve uitspraak te kunnen doen over de mogelijke interacties, maar voorzichtigheid is geboden.
We spreken van depressie wanneer iemand gedurende lange tijd een sombere stemming heeft en geen interesse of plezier meer beleeft. Andere mogelijke kenmerken zijn vermoeidheid, een opgejaagd gevoel, slaapproblemen, denken aan zelfmoord, vermindering van eetlust en gevoelens van schuld of waardeloosheid [1]. 5 tot 10% van de bevolking krijgt in zijn of haar leven te maken met een depressie. Het kan iedereen overkomen.
In het lichaam worden continu prikkels door de hersenen afgegeven. Deze worden door de zenuwcellen doorgegeven met behulp van chemische stoffen, zogenaamde neurotransmitters. Serotonine is een neurotransmitter die een belangrijke rol speelt bij stemming en emoties. Serotonine disbalans komt voor en speelt een rol bij depressie. Maar dat maakt het niet automatisch een oorzaak van depressie, en ook niet de belangrijkste. Kortom, als iemand depressief is betekent dit niet per direct dat diegene een serotoninetekort heeft. Het kan ook te veel zijn of op een normaal niveau. Er zijn verschillende soorten depressies en het is een complexe stoornis waarbij vaak ook zaken buiten de hersenen voor de klachten zorgen.
Echter is er ook een mono-aminetheorie die stelt dat depressie (voor een deel) te verklaren is door stofjes die in de hersenen te weinig aanwezig zijn. Dat gaat voornamelijk om serotonine en dopamine en in kleinere mate om noradrenaline. Antidepressiva zorgen voor een grotere beschikbaarheid van serotonine. Hierdoor vermindert (meestal) de depressie en verbetert de stemming.
Ongeveer twee van de drie mensen met een depressie zoekt hiervoor professionele hulp. Zij komen terecht bij een huisarts. Deze kan kiezen voor psychotherapie, voor therapeutische behandeling met geneesmiddelen of een combinatie daarvan [2].
Antidepressiva
Antidepressiva zijn medicijnen die de klachten van een depressie verminderen. Hoe antidepressiva exact werken is onbekend. Wel is bekend dat antidepressiva op korte termijn het aantal neurotransmitters doen toenemen, en wel op de volgende twee manieren:
Hierdoor herstelt de balans van serotonine in de hersenen en nemen de klachten meestal af: je wordt minder somber en kunt weer plezier beleven in het dagelijks leven.
Antidepressiva zijn onder te verdelen in de volgende drie groepen: de serotonineheropnameremmers (SSRI’s), de tricyclische antidepressiva (TCA) en de monoamino-oxidaseremmers (MAO-remmers) [1,3]. MAO-remmers zijn gevaarlijk vanwege de vele wisselwerkingen met andere geneesmiddelen en bepaalde voeding, daarom worden ze alleen nog voorgeschreven in uitzonderlijke gevallen [1,4].
Tricyclische antidepressiva (TCA) hebben onderling qua samenstelling veel met elkaar gemeen, maar verschillen qua effect en bijwerkingen. TCA remmen de heropname van zowel serotonine als noradrenaline, zodat deze stoffen langer in het lichaam blijven [5]. Je kunt bij gebruik van TCA last krijgen van bijwerkingen als verwardheid, verstopping, sufheid, slaperigheid, droge mond, problemen met het zien, onrust, spanning en een verminderde behoefte aan seks.
Voorbeelden: amitriptyline (Tryptizol®, Sarotex®), imipramine, clomipramine (Anafranil®), doxepine (Sinequan®) nortriptyline (Nortrilen®).
Serotonineheropnameremmers (SSRI’s) remmen de heropname van serotonine, zodat deze stof langer in het lichaam blijft [4]. Het verschil met TCA is dat SSRI’s selectiever werken, dat wil zeggen bij de gebruikelijke dosis alleen op de serotonine-opname. SSRI’s kennen andere bijwerkingen dan TCA’s, namelijk maag- en darmklachten, misselijkheid, hoofpijn, angst, verwardheid en onrust.
Voorbeelden: citalopram (Cipramil®), fluoxetine (Prozac®), fluvoxamine (Fevarin®), paroxetine (Serotax®) en sertraline (Zoloft®).
MAO-remmers vertragen de afbraak van onder andere de stoffen norepinefrine, serotonine en dopamine [1,6]. MAO-remmers oefenen hun effecten uit in het hele lichaam. Ze kennen soortgelijke bijwerkingen als de SSRI’s en in het begin van gebruik vooral slaapstoornissen en misselijkheid.
Voorbeelden: fenelzine (Nardil®) en tranylcypromine (Parnate®) en moclobemide (Aurorix®).