Wat is de geschiedenis van paddo’s?

Het verhaal van de psychedelische paddenstoel gaat ver terug. Bij opgravingen in Mexico en Guatemala zijn honderden beeldjes gevonden in de vorm van paddenstoelen die duizenden jaren oud zijn. Waarschijnlijk werden toen al paddenstoelen gebruikt. In de oorspronkelijke taal van de indianen heten paddenstoelen ‘het vlees van de goden’ (Teonanácatl) Het gebruik van paddenstoelen is door de Indianen uit vrees voor de Spanjaarden lang geheim gehouden.

Ontdekking Amerika

Amerika werd zo’n vijfhonderd jaar geleden ontdekt door Spaanse ontdekkingsreizigers. Verschillende indianenstammen vereerden heilige planten. De Spanjaarden zagen deze verering als ‘duivels’. Indianen moesten bekeerd worden tot het katholieke geloof. Daarom werden rituelen met paddenstoelen verboden.

De Spanjaarden vonden dat maar één god vereerd worden en dat is de god van het rooms-katholieke geloof. Verschillende bronnen schreven over het gebruik van paddenstoelen als bewijs van de primitieve aard van de indianen. Een fragment uit de zestiende eeuw:

‘Er is een kleine zwarte paddenstoel die ze nanácatl noemden. Vóór zonsopgang aten ze de paddenstoelen met honing, en als ze daardoor opgewonden raakten begonnen ze te dansen, sommigen lachend, anderen huilend (…)’ (1).

Ondanks dat de verering en het gebruik van paddenstoelen door de Spanjaarden verboden werd, bleven de indianen het toch stiekem gebruiken. Het gevolg was dat de paddenstoel vier eeuwen lang werd doodgezwegen. Dat doodzwijgen had zelfs tot gevolg dat in de wetenschappelijke literatuur het bestaan van de psychedelische paddenstoel lange tijd ontkend werd. Zo beweerde de Amerikaanse plantkundige Safford dat de Spaanse kroniekschrijvers zich destijds vergist hadden en de paddenstoel hadden verward met de Peyotecactus.

De herontdekking van de paddenstoel

De Amerikaanse plantkunde student Schultes geloofde niets van dit verhaal. Schultes wist uit eigen ervaring hoe groot de plantenkennis was van de indianen. Dat diezelfde indianen een cactus met een paddenstoel verwarden, achtte hij daarom onmogelijk.

In 1938 lukte het Schultes om een paddenstoel mee terug te nemen naar zijn universiteit en deze te identificeren. In 1939 publiceerde Schultes een artikel over de heilige Mexicaanse paddenstoelen. Toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak, ging Schultes naar het Amazonegebied. Daar deed hij twaalf jaar lang onderzoek en ontdekte minstens driehonderd nieuwe planten.

De Mexicaanse paddenstoelencultus werd pas echt ontdekt in 1955, toen de eerste niet-indiaan mee mocht doen aan een nachtelijk paddenstoelenritueel. Deze man -de Amerikaan Gordon Wasson- was ook dé eerste persoon die twee soorten paddenstoelen kunstmatig kon kweken. Wasson schreef een reportage over de paddenstoel in het populaire Amerikaanse tijdschrift Life. De paddenstoelencultus van de Mazteken was toen niet langer geheim meer.

Timothy Leary

Inmiddels kon het chemieconcern Sandoz synthetische psilocybine leveren. Psilocybine is de werkzame stof in paddenstoelen. In de jaren ’60 vonden onder leiding van de psycholoog Timothy Leary experimenten plaats waarbij mensen psilocybine toegediend kregen. Het middel bleek in staat om religieuze ervaringen op te roepen. De psychologiefaculteit van Harvard waar Leary werkte zette de experimenten op den duur stop.

In 1963 werd een artikel gepubliceerd waaruit bleek dat niet alleen de Mexicaanse paddenstoelen psilocybine bevatte maar ook het puntige kaalkopje. Deze paddenstoel komt vrijwel overal voor. Ook in Nederland. In 1976 verscheen in de Verenigde Staten een gids waarin beschreven staat hoe je paddenstoelen kunt kweken. Het boek werd een groot succes.

XTC

In 1988 kwam MDMA (XTC) op de markt. Gebruikers stelden de bewustzijnsverandering die MDMA gaf op prijs. De intensieve ervaringen die mensen opdeden en de soms zeer lichte psychedelische effecten die mensen van MDMA ondervonden, riep een hernieuwde interesse op in middelen die dat ook konden bewerkstelligen, zoals paddenstoelen. Tot in het begin van de jaren negentig waren paddenstoelen nog nauwelijks te krijgen. Ze circuleerden op enkele feesten maar het gebruik bleef schaars.

Smartshops in Nederland

In oktober 1993 opende de eerste smartshop van Nederland haar deuren. Weliswaar niet als smartshop maar als galerie, omdat ze dan de beperkte openingstijden tot 18 uur konden omzeilen. In 1994 begonnen zij met de verkoop van paddenstoelen ofwel magic mushrooms oftewel paddo’s. In de Opiumwet staat dat psilocybine, de werkzame stof in paddo’s verboden is. De hoge raad had echter bepaald dat de drug Khat in de vorm van verse bladeren verkocht mocht worden, ondanks dat deze bladeren stoffen bevatten die in de Opiumwet staan. Deze uitspraak bood een tijd lang de mogelijkheid om verse paddenstoelen te verkopen. Verse paddenstoelen vallen niet onder de Opiumwet, zo gauw ze gedroogd worden vielen ze er wel onder. Drogen is in feite bewerken en dat is dan verboden. Naar aanleiding van een reeks incidenten die met paddo’s te maken zouden hebben in 2007, voornamelijk bij buitenlandse toeristen, kwam de verkoop van paddo’s weer ter discussie te staan. Achteraf bleek dat paddo’s niet of nauwelijks bij deze incidenten betrokken waren.

Verbod per 1 december 2008

Per 1 december 2008 werd de verkoop van verse paddo’s verboden. Ook de teelt van verse paddo’s werd verboden. Verkoop van sclerotia of truffels is toen niet verboden. Sclerotium (meervoud sclerotia) is plantkundig gezien geen paddenstoel en valt daarmee niet onder de Opiumwet. Sclerotia zijn dan ook in de smartshops te koop. Ook kweeksets van paddo’s zijn niet verboden.

 

Bron:
(1) Alles over paddo’s; door Arno Adelaars; Ooievaar Amsterdam, 1999

https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:HR:2002:AE2095

 

Versie: juni 2020